Camera in Afrika

Vandaag was het dan zover. Op naar het project waar eigenlijk heel het Afrika reisje mee begon, FloJa Malawi. FloJa van Floor en Jan maar ook van Future Life Orphans Join All. Ik stond redelijk vroeg op en pakte mijn spullen weer bij elkaar. Toen ik aan mijn top ontbijt zat (bananen-pannenkoek en thee) kwam John mij gezelschap houden. Ik denk dat hij rond de 1 jaar is en hij zat op de grond van zijn eigen pannenkoekje te smikkelen. Hij volgde me door heel het gebouw, wat een schatje. Toen ik na meer dan een uur wachten nog steeds geen taxi had wilde Paul mij wel even brengen. Ideaal. De voorwaarde was dat ik wel John op schoot moest nemen maar goh dat vond ik natuurlijk niet zo erg. Nadat ik Paul en John uit had gezwaaid of eigenlijk zij mij ging ik samen met mijn roze koffer en twee mega rugzakken op zoek naar het busje. Een aardige meneer hielp me en ik vond het busje richting Karonga helemaal achteraan op de parkeerplaats. Hij zat al aardig vol. Mooi dacht ik, dan kunnen we zo vertrekken. Mijn koffer werd achterin

Inge de Weijer

56 chapters

16 Apr 2020

Besef momentje

Floja Malawi Ngara, Malawi

Vandaag was het dan zover. Op naar het project waar eigenlijk heel het Afrika reisje mee begon, FloJa Malawi. FloJa van Floor en Jan maar ook van Future Life Orphans Join All. Ik stond redelijk vroeg op en pakte mijn spullen weer bij elkaar. Toen ik aan mijn top ontbijt zat (bananen-pannenkoek en thee) kwam John mij gezelschap houden. Ik denk dat hij rond de 1 jaar is en hij zat op de grond van zijn eigen pannenkoekje te smikkelen. Hij volgde me door heel het gebouw, wat een schatje. Toen ik na meer dan een uur wachten nog steeds geen taxi had wilde Paul mij wel even brengen. Ideaal. De voorwaarde was dat ik wel John op schoot moest nemen maar goh dat vond ik natuurlijk niet zo erg. Nadat ik Paul en John uit had gezwaaid of eigenlijk zij mij ging ik samen met mijn roze koffer en twee mega rugzakken op zoek naar het busje. Een aardige meneer hielp me en ik vond het busje richting Karonga helemaal achteraan op de parkeerplaats. Hij zat al aardig vol. Mooi dacht ik, dan kunnen we zo vertrekken. Mijn koffer werd achterin

gefrommeld de deur met touwtjes vast gemaakt en nu alleen maar hopen dat hij er ook nog ligt als we in Ngara aankomen. Ik kreeg een best prima plek in de bus, bij het raam, op een klapstoeltje. Mijn twee best wel heel zware rugzakken had ik op me schoot en ondanks dat ik vond dat het busje vol zat dacht meneer de mate wel dat er nog een paar bij konden. Oke dat had ik even onderschat. Er is in zo’n busje ik geloof plaats voor 15 man en ik telde halverwege de reis toch echt 31 hoofden. Mijn klapstoeltje reikte niet tot aan de deur dus ik zat met een bil naast het stoeltje. De vrouw achter me sliep met der hoofd in mijn rug. De man rechts zat met zijn blouse vast geplakt aan mijn arm, het meisje voor me leunde zonder rugsteun tegen mijn tassen op schoot en toen ik dacht dat het wel vol genoeg zou zijn kwam er ook nog iemand tussen staan die met een voet op mijn voet stond en met de andere op de plek van mijn andere voet waar ik mijn voet maar een soort van geslingerd over de zak maïs onder me had geworsteld. Hoe goed ik dit ook probeer uit te leggen het gaat gewoon niet. Gek genoeg was het geen probleem en was het best wel gezellig. We stopte aardig wat keren en gek genoeg snapte iedereen behalve ik of dit was voor een korte pauze, of er iemand uit of in moest of dat we gewoon eventjes de band moesten verwisselen. Het kan allemaal. Ik probeerde niet aan eten en drinken en vooral niet aan plassen te denken en keek ongeveer heel de rit uit het raam. Lege vlaktes en bergen. Ook veel huisjes van riet of klei en soms heel luxe van golfplaten of (on)gebakken baksteen. Sommige stapte uit en meerdere kwamen er weer bij het was als de stoelendans op de kleuterschool. Ik bleef zitten waar ik zat en kreeg telkens een andere buurman/vrouw. Het uitzicht was een besefmomentje op zich, maar toen mijn nieuwe buurmeisje, die buiten 1 oorbel zonder achterkantje en twee bananen helemaal niets had, mij een banaan aanbood brak ik stiekem. Ik bedankte haar en zei dat ik niet hoefde. Daarna bedacht ik me dat dit misschien onbeleefd was, maar ik dacht ook dat kun je toch niet aanpakken?! Met tranen in mijn ogen zat ik tegen het raam aangeplakt in de bus. In Nederland heeft nog nooit een onbekende mij een banaan aangeboden? Het is zo onwerkelijk om te zien dat mensen die het kleine beetje wat ze hebben ook nog willen delen. En al helemaal onwerkelijk om dit ook nog te willen delen met mij?! Ze at allebei de bananen zelf op en ik bedacht honderd manieren hoe ik haar zou kunnen helpen. Na de heftigste 4 uur durende bus rit tot noch toe was ik aangekomen bij Ngara Admarc. De bus stopte bij het bordje van FloJa Malawi en ik ging met mijn roze koffer en twee rugzakken de richting van de pijl op. Het eerste stukje was berg af dus ondanks dat mijn wieltjes de stenen en het zachte zand niet aan konden ging het aardig goed. Zonder drinken in de brandende zon liep ik tussen de huisjes over het padje in nog steeds hopelijk de goede richting. Als je niet weet hoe ver je moet gaan is dit al gauw een heel eind. Toen ik bij een hek kwam en de bewaker het voor me opende zag ik in de verte een blanke man. Dat moest Jan zijn. Jan verwelkomde me en ik was ontzettend blij met mijn glaasje water. Ik ontmoette Floor en we praatte over het project, Afrika en wat ik nu eigenlijk precies kwam doen. Ik zit in het grootste hutje op hun kamp. Een tweepersoons bed met klamboe, een zitje, waterkoker, boekenplank, toilet, douche en wasbak. Meer dan genoeg ruimte

en het ziet er knus uit. Even later liet Floor me het project zien. De speeltuin, de klasjes, de keuken, het vee, de tuin, de camping en vergeet niet het prachtige uitzicht over het Malawi lake. Te bedenken dat hier een aantal jaar geleden helemaal niets stond mogen ze zeer trots zijn op wat ze hier bereikt hebben! Het is natuurlijk zondag. Dus buiten een paar spelende kinderen nog niet veel te zien, maar het ziet er prachtig en netjes uit allemaal. Ik dronk nog wat en ontmoette de twee kleine van Floor en Jan. Ik luisterde naar de heftige verhalen over het adoptieproces en ook hoe ze nu eigenlijk hier gekomen en gestart zijn. Toen het bijna donker was liep ik richting de buren (een ressort een eindje verder op). Ik sloot aan tussen de mannen aan de bar en bestelde wat te eten. Floor had me gewaarschuwd dat dit lang kon duren dus ik dronk wat en kletste met de vriendelijke man naast me. De stroom is hier een klein probleempje dus met een kaarsje en wat muziekjes via de telefoon was het zelfs extra gezellig. Na anderhalf uur was mijn eten klaar en werd ik in het restaurant gezet en kreeg ik een lichtje. Ik had rijst met kip en kreeg daarbij een saus van tomaat en ui en ook wat groenten. Ik denk spinazie met nog iets. Ik zag helemaal niets maar de smaak was top. Door de deur zag ik het kampvuurtje en de pannen buiten staan, uiteraard dat dit eten lekker smaakt! Ik dronk mijn gekke sinas op en liep over het strand in het pikkedonker terug naar mijn hutje. Nu ik dit schrijf is de stroom een soort van terug en knippert de lamp gemaakt van bierflesjes als discolicht boven mijn hoofd.