Michael is me inderdaad dankbaar, want ook zonder kater valt het opstaan ons zwaar. Met dikke ogen pak ik m’n spullen bij elkaar voor de trekking; extra kleding, anti-muggen spray, ‘goede’ schoenen (lees: simpele Reeboks), zaklamp, bikini en slippers. We moeten zelfs nog haasten, tijd voor een goed ontbijt is er niet, dus dan maar een fruitshake. Wanneer we bij de verzamelplek aankomen, blijken onze medetrekkers een Frans koppel te zijn en een Deense jongen. Vol goede moed stappen we achterin de truck en rijden we naar het beginpunt van de locatie. Onderweg stoppen we even bij een mooi ‘viewpoint’ waar de gids, Raza,ons laat zien waar we precies gaan lopen. Ik pak hier nog snel een ontbijt, rijst met een omelet, en ik zal later héél blij zijn dat ik dat heb gedaan.
Het beginpunt is bij het huis van de gids zelf. We krijgen flessen water en een bamboestok aangereikt voor de ‘lastige stukken’, we sprayen ons flink in voor de muggen en dan gaan we op pad. We gaan meteen de hoogte in door rijst-, mais- en bonenvelden. Het uitzicht wordt mooier en mooier. Ik merk al snel dat ik op mijn ademhaling moet gaan letten, want een eerste daling is nog lang niet in zicht. “Adem in door de neus en uit door de mond”, houd ik mezelf voor. Uit ervaring weet ik dat ik het dan vele malen langer vol kan houden. De zweetdruppels parelen op m’n hoofd, ik heb zelfs tissues nodig om het weg te krijgen. Ik sta met stomme verbazing te kijken wanneer de gids bij de eerste stop een peuk opsteekt, ik moet er niet aan denken.
Ik kom er al snel achter dat de bamboestok inderdaad van pas komt. Als ik die niet had gehad, had ik de bergen kruipend op gemoeten, zó steil. Ik voel m’n benen, maar ik zet door. Ik vertik het om als eerste te zuchten en te kreunen, en ik doe dit immers ook om te compenseren voor mijn negen sportloze maanden! Op de top van de berg lunchen we; een zakje met rijst en groente. De vliegen zoemen ons om de oren en binnen no time heeft de gids een vuurtje gestookt om ze te verdrijven. We zitten zo een half uurtje en dan gaan we weer door, dit keer de heuvel af. Ik heb meteen spijt van m’n schoenen. De afdaling bestaat uit zand en stenen en ik ga minimaal vier keer op m’n plaat. Gelukkig viel de Française ook en rolde daarbij drie keer door. Sneu, maar ik voel me er toch een stukje minder slecht door!
We komen uiteindelijk terecht in een bamboejungle. De bamboetakken liggen overal verspreid en groeien van hot naar her. Het vormt een heel mooi aangezicht. Het pad leidt ons uiteindelijk naar een kleine rivier, waar we weer mogen rusten voordat we weer heuvel op gaan. Ditmaal lijkt er geen pad te zijn. De gids loop voorop met een machete en creëert voor ons een ‘pad’. Het is wederom ontzettend steil, maar ook modderig en glad. Gek; ik ben niet bang, maar één flinke misstap en je valt zonder twijfel meters naar beneden.
Naar urenlange heftige stijgingen en dalingen, zien we uiteindelijk het dorpje waar we de nacht zullen doorbrengen. Een zogenaamde ‘hilltribe village’, midden tussen alle bergen, ver van de stad en er is verder geen toerist te vinden. We mogen even op onszelf tot rust komen voordat we een rondleiding krijgen in het dorp. Het is ontzettend klein en het is dan ook een korte rondleiding. Het is prachtig om te zien hoe zelfvoorzienend ze hier zijn. Ze verbouwen hun eigen groente en fruit, en het weinige dat ze niet hebben, halen ze in de dichtstbijzijnde stad. De huisjes zijn simpel en van hout, vaak op palen. Ze hebben een hurktoilet dat doorgespoeld moet worden met emmertjes water en hun douche bestaat uit een grote ton koud water. Koken wordt gedaan op zelf gestookt vuur en het maken van chilisaus is hun specialiteit. Ja, ik heb het geprobeerd en het deed heel erg zeer. “For you no spicy, for me REALLY spicy!” is een uitspraak die ik hier vaak gebruik. Na een heerlijk currygerecht met pompoen en kip en een leuk (maar lastig Engels) gesprek met de gids en de familie waar we verblijven, moeten wij ons terugtrekken om hen te laten eten. Het is ondertussen 20:00 en pikkedonker. Wat ga ik doen? Ik was in de veronderstelling dat ik tijdens de trekking geen tijd om handen zou hebben en ik heb daarom geen boek of dergelijke meegenomen… Omdat ik totáál niets te doen heb, besluit ik m’n (of eerder ‘ons’) bed in te kruipen; een stapel kussens op de grond, een deken en het is nog redelijk comfortabel ook! Ik slaap elf uur aan één stuk door. Dat mag ook wel met ruim zes uur in de benen.
c_besson
33 chapters
16 Apr 2020
November 01, 2015
|
Pai
Michael is me inderdaad dankbaar, want ook zonder kater valt het opstaan ons zwaar. Met dikke ogen pak ik m’n spullen bij elkaar voor de trekking; extra kleding, anti-muggen spray, ‘goede’ schoenen (lees: simpele Reeboks), zaklamp, bikini en slippers. We moeten zelfs nog haasten, tijd voor een goed ontbijt is er niet, dus dan maar een fruitshake. Wanneer we bij de verzamelplek aankomen, blijken onze medetrekkers een Frans koppel te zijn en een Deense jongen. Vol goede moed stappen we achterin de truck en rijden we naar het beginpunt van de locatie. Onderweg stoppen we even bij een mooi ‘viewpoint’ waar de gids, Raza,ons laat zien waar we precies gaan lopen. Ik pak hier nog snel een ontbijt, rijst met een omelet, en ik zal later héél blij zijn dat ik dat heb gedaan.
Het beginpunt is bij het huis van de gids zelf. We krijgen flessen water en een bamboestok aangereikt voor de ‘lastige stukken’, we sprayen ons flink in voor de muggen en dan gaan we op pad. We gaan meteen de hoogte in door rijst-, mais- en bonenvelden. Het uitzicht wordt mooier en mooier. Ik merk al snel dat ik op mijn ademhaling moet gaan letten, want een eerste daling is nog lang niet in zicht. “Adem in door de neus en uit door de mond”, houd ik mezelf voor. Uit ervaring weet ik dat ik het dan vele malen langer vol kan houden. De zweetdruppels parelen op m’n hoofd, ik heb zelfs tissues nodig om het weg te krijgen. Ik sta met stomme verbazing te kijken wanneer de gids bij de eerste stop een peuk opsteekt, ik moet er niet aan denken.
Ik kom er al snel achter dat de bamboestok inderdaad van pas komt. Als ik die niet had gehad, had ik de bergen kruipend op gemoeten, zó steil. Ik voel m’n benen, maar ik zet door. Ik vertik het om als eerste te zuchten en te kreunen, en ik doe dit immers ook om te compenseren voor mijn negen sportloze maanden! Op de top van de berg lunchen we; een zakje met rijst en groente. De vliegen zoemen ons om de oren en binnen no time heeft de gids een vuurtje gestookt om ze te verdrijven. We zitten zo een half uurtje en dan gaan we weer door, dit keer de heuvel af. Ik heb meteen spijt van m’n schoenen. De afdaling bestaat uit zand en stenen en ik ga minimaal vier keer op m’n plaat. Gelukkig viel de Française ook en rolde daarbij drie keer door. Sneu, maar ik voel me er toch een stukje minder slecht door!
We komen uiteindelijk terecht in een bamboejungle. De bamboetakken liggen overal verspreid en groeien van hot naar her. Het vormt een heel mooi aangezicht. Het pad leidt ons uiteindelijk naar een kleine rivier, waar we weer mogen rusten voordat we weer heuvel op gaan. Ditmaal lijkt er geen pad te zijn. De gids loop voorop met een machete en creëert voor ons een ‘pad’. Het is wederom ontzettend steil, maar ook modderig en glad. Gek; ik ben niet bang, maar één flinke misstap en je valt zonder twijfel meters naar beneden.
Naar urenlange heftige stijgingen en dalingen, zien we uiteindelijk het dorpje waar we de nacht zullen doorbrengen. Een zogenaamde ‘hilltribe village’, midden tussen alle bergen, ver van de stad en er is verder geen toerist te vinden. We mogen even op onszelf tot rust komen voordat we een rondleiding krijgen in het dorp. Het is ontzettend klein en het is dan ook een korte rondleiding. Het is prachtig om te zien hoe zelfvoorzienend ze hier zijn. Ze verbouwen hun eigen groente en fruit, en het weinige dat ze niet hebben, halen ze in de dichtstbijzijnde stad. De huisjes zijn simpel en van hout, vaak op palen. Ze hebben een hurktoilet dat doorgespoeld moet worden met emmertjes water en hun douche bestaat uit een grote ton koud water. Koken wordt gedaan op zelf gestookt vuur en het maken van chilisaus is hun specialiteit. Ja, ik heb het geprobeerd en het deed heel erg zeer. “For you no spicy, for me REALLY spicy!” is een uitspraak die ik hier vaak gebruik. Na een heerlijk currygerecht met pompoen en kip en een leuk (maar lastig Engels) gesprek met de gids en de familie waar we verblijven, moeten wij ons terugtrekken om hen te laten eten. Het is ondertussen 20:00 en pikkedonker. Wat ga ik doen? Ik was in de veronderstelling dat ik tijdens de trekking geen tijd om handen zou hebben en ik heb daarom geen boek of dergelijke meegenomen… Omdat ik totáál niets te doen heb, besluit ik m’n (of eerder ‘ons’) bed in te kruipen; een stapel kussens op de grond, een deken en het is nog redelijk comfortabel ook! Ik slaap elf uur aan één stuk door. Dat mag ook wel met ruim zes uur in de benen.
1.
Hallo Bangkok!
2.
Wat Pho
3.
Chatuchak Weekend Market
4.
Wat Phra Kaew & The Grand Palace
5.
Krabi
6.
Koh Phi Phi Daytour
7.
Monkey spotting
8.
Temple-Run
9.
Boottrip Ayutthaya
10.
Chiang Mai
11.
Elephant Jungle Sanctuary
12.
Exploring Chiang Mai
13.
Pai
14.
Lod Cave
15.
Jungle Trekking (Dag 1)
16.
Jungle Trekking (Dag 2)
17.
Ladyboy Cabaretshow
18.
Chiang Rai
19.
White temple & Black House
20.
Op naar Laos!
21.
Slowboat tot Pakbeng
22.
Luang Prabang
23.
Mount Phousi
24.
Kuang Si Falls & Bowling
25.
Almsceremony & Pak Ou Cave
26.
Vang Vieng
27.
Tubing
28.
Parijs...
29.
Deaththreat
30.
Op naar Vietnam!
31.
Cat Ba Island
32.
Halong Bay
33.
Nagkalit-kalit Waterfall
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!