Mijn dagboek

Gisteren heb we niks uitgevoerd. Ontbijten, niksen, lezen, lunchen en yahtzee. Om 17:00 zou ik namelijk worden opgepikt voor de bus naar Hanoi. De rit zou 24 uur gaan duren en het avontuur gaat als volgt:

Wanneer mijn pick-up er is moet ik afscheid nemen van Kurt, Elyse, Bärbel en Jantine. Jantine zie ik niet meer terug, de rest zie ik morgen in Hanoi, gelukkig. Uitzwaaien en daar ga ik. We maken nog een aantal stops om anderen op te pikken, we moeten zelfs nog wachten op de ambassade om enkele paspoorten te retourneren, het duurt allemaal een eeuwigheid. Wanneer we de laatste persoon op moeten pikken, zie ik dat het de ‘astrotraveler’, Blake, is. Overal waar ik ben geweest ná Chiang Rai, zag ik hem elke keer weer lopen. Ik vind ‘m een beetje eng en heb ‘m dus elke keer ontlopen. Nu kan dat helaas niet. Hij herkent mij en begint te praten. Hij lijkt nu opeens niet meer zo eng! Misschien was ie toen te dronken en te stoned om leuk te kunnen zijn, maar nu lijkt hij oké.
Wanneer we bij de slaapbus aankomen, zoek ik een plekje achterin (eentje waar ik later spijt van krijg, want de stoel kan niet helemaal achterover geklapt worden, kutzooi) en bereid ik me voor op de lange weg. Wanneer we wegrijden merk ik meteen dat de buschauffeur rijdt als een idioot; vol gas, remmen, vol gas, toeteren, remmen, toeteren, vol gas, enz. Zo gaat het urenlang totdat we om 01:00 bij de grensovergang van Laos naar Vietnam zijn. We staan stil en de bus wordt uitgezet (inclusief airco). De grensovergang gaat pas om 07:00 open. WAT?! Het is mij totaal onduidelijk waarom we dan om 17:00 worden opgepikt, de chauffeur rijdt alsof hij haast heeft, om vervolgens zes uur lang stil te staan. Ik heb geleerd niet te stressen om situaties waar ik geen controle over heb en dus sluit ik de ogen en probeer ik te slapen.

Rond 05:00 zweet ik zowat de bus uit. Buiten staan er een aantal anderen, die hetzelfde hebben. In Azië is een bus/auto alleen comfortabel als er airco is, dat staat buiten kijf. Nog twee uurtje te gaan. Een paar peuken later kunnen we eindelijk naar het loket. We zijn tien minuten aan de vroege kant. De visumbeambten doen hun haar, drukken puisten uit en checken hun Facebook. Dit is zó bizar. Er bestaat hier een groot gebrek aan manieren en ik blijf me afvragen of het een cultuurverschil is. Als het loket pas opent om 07:00, zullen ze geen minuut eerder beginnen. En wanneer ze dan eindelijk beginnen, lijken de locals nog voorrang te krijgen ook. Gelukkig heb ik als één van de eerste mijn stempels en kan ik weer naar buiten. Ik zie de bus voorbijrijden en uit het zicht verdwijnen. Schijnbaar moeten we de grens lopend over, heel vreemd. Onderweg komen we mensen tegen die de omgekeerde route toen. “Laos is that direction!” (haha)
Wanneer we het laatste loket aankomen, worden onze tassen uit de bus gegooid en moeten we onze paspoorten aan iemand afgeven. Ik voel me er totaal niet prettig bij, maar iedereen doet hetzelfde. Vervolgens vraagt de man er 20.000Kip voor. Ik heb geen idee of dit normaal is of dat we zojuist zijn afgezet. Gelukkig stelt het bedrag geen drol voor en heb ik nog wat geld over, in tegenstelling tot anderen. Het duurt allemaal een eeuwigheid, maar uiteindelijk hebben we dan toch allemaal onze paspoorten (inclusief stempels) terug en mogen wij en onze tassen weer de bus in.

Over de algehele linie is mijn paspoort zo’n zes keer gecontroleerd, is er minstens twee keer tegen me geschreeuwd, heb ik van dit alles geen ene kloot begrepen, maar we kunnen weer door. Tegen een uur of 17:00 komen we aan op een afgelegen “busstation” in Hanoi. Deze plek is om te voorkomen dat we worden aangevallen door taxichauffeurs en tuktuks; een hele fijne oplossing! De man van het busje dat ons naar het centrum brengt, vraagt er wel 50.000Dong voor, maar dat is niks in vergelijking met wat ik in de Lonely Planet aan scams heb gelezen. Prima dus. De man is erg vriendelijk en helpt iedereen met vragen. Hij deelt een plattegrond uit en ik weet ongeveer waar ik moet zijn om het hostel van Bärbel te vinden. Wanneer we in het centrum aankomen, blijft de astrotraveler aan mijn zijde. Hij heeft ook niets geboekt en lijkt me te willen volgen naar het hostel waar ik naartoe ga. Hij lijkt toch wel behoorlijk normaal opeens, maar ik heb mijn vorige ervaringen met hem gedeeld met de rest. Ze zien me al aankomen…

En dan zijn we eindelijk reunited! Kurt, Elyse en Bärbel zie ik zitten in de lobby van het hostel en ze zijn maar een uurtje eerder dan ik aangekomen. Als ik erop terug kijk, was “the busride from hell’ zo erg nog niet. Het gaat er allemaal wat raar aan toe, maar de bus an sich was prima. We hebben nu allemaal voedsel nodig.

Er schijnt een plek te zijn in Hanoi waar je voor 20cent een biertje kan krijgen; de bierstraat! We gaan op zoek. Het blijkt een drukke kruising te zijn. Motoren, scooters, auto’s, voetgangers, alles gaat door elkaar. Aan de zijkanten staan allemaal kleine krukjes en tafeltje voor de mensen om te zitten. Het is één grote chaos. We kijken onze ogen uit, met een vers biertje in de handen. Mensen stoten je aan om rommel, ballonnen of eten te verkopen. Overal is muziek te horen, getoeter, herrie en lawaai. Wanneer het bier op is (het wordt elke dag vers gemaakt en kan dus daadwerkelijk op raken) zoeken we iets anders op.
We belanden op het terras van een café en daarna in het café zelf. Helaas sluit alles om middernacht en zijn we al snel uitgekeken. Totdat de barman naar ons toe komt: “you wanna go out some more?!” De politie gaat alle barretjes af om te checken of alles netjes wordt afgesloten en iedereen weg is. Maar dit zou Vietnam niet zijn als de politie niet omgekocht zou kunnen worden! We moeten op straat wachten op een seintje van diezelfde barman om onze nacht voort te kunnen zetten. Er wordt wat door oortjes en walkietalkies gefluisterd en na een hele poos mogen we eindelijk gaan. Wel moeten we heel stil zijn. We worden naar een onverlicht gebouwtje gebracht en moeten binnen een donkere trap omhoog. Er gaat een aarzeling door me heen. Is dit wel veilig? Ik heb Bärbel, Elyse (Kurt voelt zich niet lekker en is terug gegaan naar het hostel), Blake en Sam (een Australiër) bij me, wat kan er mis gaan? We gaan de trap op en moeten wachten in een pikdonkere gang. We staan er met ongeveer vijftien man zenuwachtig te wezen. Een Engels meisje begint gestrest en boos te raken. “SSSHHHT!!! The police are downstairs!!" Het is allemaal rete spannend en één jongen geeft ons elke keer berichten door over de status van de hele situatie: “ten more minutes”, “the police are being bribed now”, “the police have been bribed”, “five more minutes”. Dan krijgen we een seintje dat we mogen gaan. We moeten een lange gang door en dan belanden we bij de uiteindelijke deur van het feestje. Ik zie een werkneemster een blikje bier en geld overhandigen aan een politieagent, ze maant me om door te lopen met een “sssshhtt!” en dan loop ik door de deur en de trap af.
Ik kom in een ruimte die me behoorlijk bekend voorkomt. De muziek staat zacht en er staan misschien twintig mensen in de ruimte. Is dit het? Ik kijk nog eens beter. Ik sta verdomme in het café waar ik net uit ben gekomen!! Is dit het?! WHUT?! Ik sta even met m’n bek vol tanden. Al dit gedoe en de spanning om dít?! Onvoorstelbaar. Dit is één grote grap. We zijn dan ook allemaal van mening dat dit één grote show is geweest om het allemaal leuk en spannend te houden voor toeristen. Wanneer ik dit zeg tegen de eigenaar van de kroeg, wordt ie boos. Ja, één grote show dit, ik weet het zeker. Ik heb nu wel iets om na te vertellen!

c_besson

33 chapters

16 Apr 2020

Op naar Vietnam!

November 19, 2015

|

Hanoi

Gisteren heb we niks uitgevoerd. Ontbijten, niksen, lezen, lunchen en yahtzee. Om 17:00 zou ik namelijk worden opgepikt voor de bus naar Hanoi. De rit zou 24 uur gaan duren en het avontuur gaat als volgt:

Wanneer mijn pick-up er is moet ik afscheid nemen van Kurt, Elyse, Bärbel en Jantine. Jantine zie ik niet meer terug, de rest zie ik morgen in Hanoi, gelukkig. Uitzwaaien en daar ga ik. We maken nog een aantal stops om anderen op te pikken, we moeten zelfs nog wachten op de ambassade om enkele paspoorten te retourneren, het duurt allemaal een eeuwigheid. Wanneer we de laatste persoon op moeten pikken, zie ik dat het de ‘astrotraveler’, Blake, is. Overal waar ik ben geweest ná Chiang Rai, zag ik hem elke keer weer lopen. Ik vind ‘m een beetje eng en heb ‘m dus elke keer ontlopen. Nu kan dat helaas niet. Hij herkent mij en begint te praten. Hij lijkt nu opeens niet meer zo eng! Misschien was ie toen te dronken en te stoned om leuk te kunnen zijn, maar nu lijkt hij oké.
Wanneer we bij de slaapbus aankomen, zoek ik een plekje achterin (eentje waar ik later spijt van krijg, want de stoel kan niet helemaal achterover geklapt worden, kutzooi) en bereid ik me voor op de lange weg. Wanneer we wegrijden merk ik meteen dat de buschauffeur rijdt als een idioot; vol gas, remmen, vol gas, toeteren, remmen, toeteren, vol gas, enz. Zo gaat het urenlang totdat we om 01:00 bij de grensovergang van Laos naar Vietnam zijn. We staan stil en de bus wordt uitgezet (inclusief airco). De grensovergang gaat pas om 07:00 open. WAT?! Het is mij totaal onduidelijk waarom we dan om 17:00 worden opgepikt, de chauffeur rijdt alsof hij haast heeft, om vervolgens zes uur lang stil te staan. Ik heb geleerd niet te stressen om situaties waar ik geen controle over heb en dus sluit ik de ogen en probeer ik te slapen.

Rond 05:00 zweet ik zowat de bus uit. Buiten staan er een aantal anderen, die hetzelfde hebben. In Azië is een bus/auto alleen comfortabel als er airco is, dat staat buiten kijf. Nog twee uurtje te gaan. Een paar peuken later kunnen we eindelijk naar het loket. We zijn tien minuten aan de vroege kant. De visumbeambten doen hun haar, drukken puisten uit en checken hun Facebook. Dit is zó bizar. Er bestaat hier een groot gebrek aan manieren en ik blijf me afvragen of het een cultuurverschil is. Als het loket pas opent om 07:00, zullen ze geen minuut eerder beginnen. En wanneer ze dan eindelijk beginnen, lijken de locals nog voorrang te krijgen ook. Gelukkig heb ik als één van de eerste mijn stempels en kan ik weer naar buiten. Ik zie de bus voorbijrijden en uit het zicht verdwijnen. Schijnbaar moeten we de grens lopend over, heel vreemd. Onderweg komen we mensen tegen die de omgekeerde route toen. “Laos is that direction!” (haha)
Wanneer we het laatste loket aankomen, worden onze tassen uit de bus gegooid en moeten we onze paspoorten aan iemand afgeven. Ik voel me er totaal niet prettig bij, maar iedereen doet hetzelfde. Vervolgens vraagt de man er 20.000Kip voor. Ik heb geen idee of dit normaal is of dat we zojuist zijn afgezet. Gelukkig stelt het bedrag geen drol voor en heb ik nog wat geld over, in tegenstelling tot anderen. Het duurt allemaal een eeuwigheid, maar uiteindelijk hebben we dan toch allemaal onze paspoorten (inclusief stempels) terug en mogen wij en onze tassen weer de bus in.

Over de algehele linie is mijn paspoort zo’n zes keer gecontroleerd, is er minstens twee keer tegen me geschreeuwd, heb ik van dit alles geen ene kloot begrepen, maar we kunnen weer door. Tegen een uur of 17:00 komen we aan op een afgelegen “busstation” in Hanoi. Deze plek is om te voorkomen dat we worden aangevallen door taxichauffeurs en tuktuks; een hele fijne oplossing! De man van het busje dat ons naar het centrum brengt, vraagt er wel 50.000Dong voor, maar dat is niks in vergelijking met wat ik in de Lonely Planet aan scams heb gelezen. Prima dus. De man is erg vriendelijk en helpt iedereen met vragen. Hij deelt een plattegrond uit en ik weet ongeveer waar ik moet zijn om het hostel van Bärbel te vinden. Wanneer we in het centrum aankomen, blijft de astrotraveler aan mijn zijde. Hij heeft ook niets geboekt en lijkt me te willen volgen naar het hostel waar ik naartoe ga. Hij lijkt toch wel behoorlijk normaal opeens, maar ik heb mijn vorige ervaringen met hem gedeeld met de rest. Ze zien me al aankomen…

En dan zijn we eindelijk reunited! Kurt, Elyse en Bärbel zie ik zitten in de lobby van het hostel en ze zijn maar een uurtje eerder dan ik aangekomen. Als ik erop terug kijk, was “the busride from hell’ zo erg nog niet. Het gaat er allemaal wat raar aan toe, maar de bus an sich was prima. We hebben nu allemaal voedsel nodig.

Er schijnt een plek te zijn in Hanoi waar je voor 20cent een biertje kan krijgen; de bierstraat! We gaan op zoek. Het blijkt een drukke kruising te zijn. Motoren, scooters, auto’s, voetgangers, alles gaat door elkaar. Aan de zijkanten staan allemaal kleine krukjes en tafeltje voor de mensen om te zitten. Het is één grote chaos. We kijken onze ogen uit, met een vers biertje in de handen. Mensen stoten je aan om rommel, ballonnen of eten te verkopen. Overal is muziek te horen, getoeter, herrie en lawaai. Wanneer het bier op is (het wordt elke dag vers gemaakt en kan dus daadwerkelijk op raken) zoeken we iets anders op.
We belanden op het terras van een café en daarna in het café zelf. Helaas sluit alles om middernacht en zijn we al snel uitgekeken. Totdat de barman naar ons toe komt: “you wanna go out some more?!” De politie gaat alle barretjes af om te checken of alles netjes wordt afgesloten en iedereen weg is. Maar dit zou Vietnam niet zijn als de politie niet omgekocht zou kunnen worden! We moeten op straat wachten op een seintje van diezelfde barman om onze nacht voort te kunnen zetten. Er wordt wat door oortjes en walkietalkies gefluisterd en na een hele poos mogen we eindelijk gaan. Wel moeten we heel stil zijn. We worden naar een onverlicht gebouwtje gebracht en moeten binnen een donkere trap omhoog. Er gaat een aarzeling door me heen. Is dit wel veilig? Ik heb Bärbel, Elyse (Kurt voelt zich niet lekker en is terug gegaan naar het hostel), Blake en Sam (een Australiër) bij me, wat kan er mis gaan? We gaan de trap op en moeten wachten in een pikdonkere gang. We staan er met ongeveer vijftien man zenuwachtig te wezen. Een Engels meisje begint gestrest en boos te raken. “SSSHHHT!!! The police are downstairs!!" Het is allemaal rete spannend en één jongen geeft ons elke keer berichten door over de status van de hele situatie: “ten more minutes”, “the police are being bribed now”, “the police have been bribed”, “five more minutes”. Dan krijgen we een seintje dat we mogen gaan. We moeten een lange gang door en dan belanden we bij de uiteindelijke deur van het feestje. Ik zie een werkneemster een blikje bier en geld overhandigen aan een politieagent, ze maant me om door te lopen met een “sssshhtt!” en dan loop ik door de deur en de trap af.
Ik kom in een ruimte die me behoorlijk bekend voorkomt. De muziek staat zacht en er staan misschien twintig mensen in de ruimte. Is dit het? Ik kijk nog eens beter. Ik sta verdomme in het café waar ik net uit ben gekomen!! Is dit het?! WHUT?! Ik sta even met m’n bek vol tanden. Al dit gedoe en de spanning om dít?! Onvoorstelbaar. Dit is één grote grap. We zijn dan ook allemaal van mening dat dit één grote show is geweest om het allemaal leuk en spannend te houden voor toeristen. Wanneer ik dit zeg tegen de eigenaar van de kroeg, wordt ie boos. Ja, één grote show dit, ik weet het zeker. Ik heb nu wel iets om na te vertellen!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.