Over vleermuizen, Ayudantes en de Ierse Pub

Granada, 20.06.2016

Als ik mijn dagelijkse leven in Granada vergelijk met dat van een jaar geleden in Rotterdam, dan zijn er nog maar weinig overeenkomsten. Als een kameleon heb ik me onlangs aangepast aan compleet andere leefomstandigheden. In deze blog neem ik jullie mee in een dag uit mijn leven in Nicaragua.

Als ik 's morgens vroeg wakker word staan om mij heen mijn 3 trouwe metgezellen: de 3 ventilatoren die ervoor zorgen dat het ’s nachts nog een beetje uit te houden is bij een minimumtemperatuur van 28 graden. Als ik door al die luchtverplaatsing om me heen niet kan slapen, stel ik me voor dat ik op het Scheveningse strand lig met een straf windje uit zee en dan ben ik snel in dromenland.

Ik verblijf sinds 7 weken in Guesthouse La Libertad, een groot (15 meter breed en 40 meter diep) maar rustig koloniaal huis middenin het bruisende centrum van Granada. Dankzij mijn lieve huisbaas Guillermo betaal ik een minimale bijdrage voor mijn ruime kamer met privé badkamer; ik mag gebruik maken van zijn keukenfaciliteiten en er is WIFI; ik denk niet dat iemand in Granada een betere prijs-kwaliteitverhouding voor zijn slaapplaats heeft dan ik. In ruil daarvoor ‘pas’ ik weleens op het huis, zodat Guillermo even weg kan en ik eventuele nieuwe gasten kan opvangen. Ik woon er met 2 collega-vrijwilligers, met wie ik regelmatig op stap ga.

Het koloniale huis heeft een grote groene patio met prachtige tropische planten en bloemen, het gevolg daarvan is echter dat dit allerlei (huis)dieren aantrekt. Het is een geweldig gezicht als Hummie de kolibrie zich tegoed doet aan de nectar uit de bloemen; zolang ik mijn etenswaren goed afgesloten houd heb ik geen moeite met Mickey de muis. Betty de vleermuis heeft zich in de keuken verschanst en maakt geregeld duikvluchten terwijl ik aan het koken ben, en ’s avonds komt de familie Gekko tot leven met de maffe ‘klik’-geluidjes die ze maken.

Maar de gekko’s kunnen helaas niet voorkomen dat er enorme zwermen muggen door de vochtige grond van de binnentuin worden aangetrokken – mijn gemiddelde is zo’n 15 muggensteken per dag, ondanks dat ik me consequent met insect repellent insmeer. De eerste jeukende bulten ontstaan al voordat ik ’s morgens mijn theewater heb gekookt.

Zoals de meerderheid van de huizen in Midden-Amerika heeft ook mijn guesthouse geen warm water, sinds ik eind april Cuba verliet heb ik geen warme douche meer gehad. Door het benauwd-warme weer in Nicaragua is een koude douche heel verkwikkend, het warme water mis ik vooral bij het afwassen, een handwasje doen of het uitspoelen van mijn shampoo. Omdat er geen centrale waterleiding is, maakt ieder huishouden gebruik van een eigen waterreservoir, dat door tankwagens vanaf de straat wordt bijgevuld. Het is al een aantal keer voorgekomen dat het water niet op tijd werd aangevuld, en dan heb je ineens tijdelijk geen water tot je beschikking in huis. Ook komt het regelmatig voor dat de stroom uitvalt. Het is nu het regenseizoen en dat betekent dat het met name ’s avonds veel en hard kan regenen, vaak gecombineerd met een flinke onweersbui. In deze

omstandigheden valt de stroom regelmatig uit, afgelopen week nog, terwijl ik stond te koken (op gas). Terwijl Betty de vleermuis helemaal in haar element was in het donker en me trakteerde op haar mooiste snoekduiken langs mijn hoofd stond ik bij het licht van mijn iPhone zaklamp in mijn pannetjes te roeren. In zo’n groot donker huis zonder elektriciteit maar met knallend onweer voelt het iedere keer weer als het perfecte scenario voor een horrorfilm.

Alle huizen in Granada zijn beveiligd met flinke hekwerken en dikke sloten vanwege de criminaliteit; het kost me ’s morgens meer tijd om de sloten van het guesthouse en van mijn werk te openen en te sluiten, dan dat de wandeling van deur tot deur duurt. Op de stoep liggen de vaste zwervers te slapen, ik trakteer ze iedere ochtend op mijn vriendelijkste glimlach en ‘Buenos Dias’ - dat is toch wel het minste wat ik kan doen.
In Latijns-Amerika is de persoonlijke afstand een stuk kleiner dan wat wij in Europa normaal vinden: ondanks de warmte staan mensen fysiek veel dichter op je in de rij bij de kassa en ook op kantoor merk ik dat de verhoudingen veel informeler zijn bij mijn Nicaraguaanse collega’s. Er wordt volop onderling gestoeid, gekieteld en geknuffeld. Vanwege de beperkte ruimte van de bureaus zit ik al heel kort op mijn collega Juan Carlos, maar desondanks heeft hij er geen moeite mee om noch dichter tegen me aan te schuiven, mijn schouders te masseren of zijn hoofd op mijn schouder te leggen – overigens zonder bijbedoelingen. Toen we onlangs samen op zijn brommer naar 2 van onze scholen moesten, voelde ik me toch wat ongemakkelijk om zo dicht tegen hem aan te zitten, zeker bij een temperatuur van 36 graden.

Juan Carlos is één van onze ayudantes: veelbelovende studenten uit de sloppenwijken die door donaties een universitaire studie kunnen doen en in ruil daarvoor voor La Esperanza werken. Sommige werken als assistent leerkracht in de scholen en 4 van deze ayudantes werken doordeweeks op het kantoor van La Esperanza en gaan in het weekend naar de universiteit. Regelmatig help ik ze met hun Engelse huiswerk, erg grappig om te doen – hoe zat het ook al weer met die Engelse onregelmatige werkwoorden? Run-ran-run? Begin-began-begun?
Waren de Spaanse onregelmatige werkwoorden maar zo makkelijk als de Engelse werkwoordsvervoegingen : ik vind het een aardige uitdaging om die goed in mijn hoofd te krijgen. Ayudante Justo is mijn leraar Spaans, ik betaal hem slechts

$2,50 voor een uur privéles, en dit geld gaat direct weer als donatie naar La Esperanza, nóg een goede reden om zoveel mogelijk les te nemen.

Als ik ’s middags op tijd weg kan van het werk ben ik daarom veel bezig met mijn Spaanse huiswerk; of ik doe de boodschappen (de supermarkt en markt zitten op 20 minuten lopen van mijn guesthouse), een wasje en werk ik wat aan mijn mail, reisverslag en blog. Twee avonden in de week ben ik voor La Esperanza in de weer: op dinsdagavond komen we met alle vrijwilligers bij elkaar om de lopende zaken te bespreken en iedere woensdagavond organiseer ik de pub quiz in de lokale Ierse pub O’Sheas.
De samenwerking met O’Sheas is een mooi voorbeeld van sponsoring waarvan beide partijen profiteren. Onze vrijwilligersmeetings mag La Esperanza gratis houden in de ruimte van de Ierse pub, uiteraard buiten hun piekuren, aangezien het kantoor veel te klein is voor 40 man. Vanzelfsprekend blijven we als vrijwilligers daarna nog even hangen in de pub en nemen een drankje of hapje. Ook spreken we als vrijwilligers op andere avonden in die pub af, en met zo’n grote groep is dat best interessant voor O’Sheas.

De wekelijkse pub

quiz wordt breed gecommuniceerd in de lokale media: er komen altijd veel toeristen, maar ook locals op af. En natuurlijk zijn de meeste vrijwilligers op deze avond present: rond half acht zit zowel de pub als het terras vol met teams die tegen elkaar strijden. Deelnemers betalen 20 cordoba’s (€0,60) om mee te doen, en dat geld gaat rechtstreeks naar La Esperanza. Als organisatie zorg ik voor de quizformulieren en het verloop van de avond – in ruil voor zoveel publiek dat 3 uur lang eten en drinken bestelt regelt O’Sheas voor ons alle materialen: de printjes van de quizformulieren, een bord waarop we de standen noteren, gratis drankjes en een maaltijd voor de organisatie en de prijzen voor de beste 3 teams (flessen bier en Flor de Caña Rum). Een win-win situatie voor beide partijen en een topavond voor het publiek!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.