Zwitserse Alpen en Walvissen

Salento & Bahía Málaga, 20.10.2016

Bogota, Cartagena en Medellin zijn drie indrukwekkende steden, maar het werd tijd voor wat meer groen in mijn Colombia reis. Ik besloot de bus naar Salento te nemen, en wist gelijk waarom de vorige keren steeds het vliegtuig had gepakt. Zo’n bus die je urenlang langs steile haarspeldbochten voert. Terwijl ik ’s morgens nog heel enthousiast een nieuw boek had uitgezocht om onderweg te lezen en een tas vol lekkere proviand had in geslagen. Maar na zes uur me vastgeklemd te hebben op mijn stoel (de chauffeur had als bijnaam ‘Max Verstappen’) had ik nog geen hap gegeten en geen letter gelezen. Wel heb ik enorm genoten van het prachtige berglandschap, met af en toe bizar mooie vergezichten, vele rivieren en watervallen en zelfs nog een stuk nevelwoud.

Salento is een klein stadje dat vooral veel weg heeft van een dorpje in de Alpen: vrolijk

gekleurde huizen in steile straatjes, omringd door groene, glooiende hellingen. Vanuit mijn hotelraam keek ik zo de weidse verte in, langs boerderijen met koeien en kippen. ’s Avonds keek ik in een lokale kroeg de WK-kwalifcatiewedstrijd Colombia – Uruguay (1-1), heerlijk, zo fanatiek als de Colombianen zijn, onderweg in de bus zag ik dat veel Colombianen overdag al hun nationale, gele shirt aan hadden.

De volgende dag maakte ik een hike in Valle de Cocuro, de hoteleigenaar had me wat tips gegeven hoe ik er moest komen: vanuit het dorp kon je met een jeep de bergen in. In de jeep ontmoette ik 2 Colombiaanse toeristen, een Zwitser, een Duitse en een Mexicaanse en we besloten samen de hike te maken. We starten nog wel met droog weer, maar al snel kwam het water met bakken uit de hemel, gelukkig was ik erop

voorbereid. De route was pittig, eerst nog vlak via groene heuvels, maar daarna via de loop van een riviertje omhoog de berg op. Halverwege dronken we warme chocolademelk bij een boshut waar veel prachtige kolibries zaten. Daarna weer verder omhoog, inmiddels zaten we al boven de 3000 meter en die hoogte voel je wel in je ademhaling. Eenmaal over de bergrug kwamen we in een groene vallei met, je verwacht het niet, superhoge palmbomen. Een bizar gezicht om die soms wel 40 meter hoge palmen te zien uittorenen boven het groene laken

dat over de bergen gespannen leek.

Op donderdag pakte ik mijn backpack (met nog natte bergschoenen) weer in en nam een lokaal busje naar Armenia, waar ik overstapte in de streekbus naar Cali. Behalve het uitgaansleven en het salsadansen is Cali niet echt een heel interessante stad. Op toeristen zijn ze niet echt ingesteld, dus ik maakte op vrijdag mijn gebruikelijke rondje door het centrum langs kerken en mooie pleinen en bezocht er 3 musea, eentje die hoorde bij de oudste kerk van het land, La Merced, het Goudmuseum en een expositie over Colombianen vs La Paz (de vrede). Cali was overigens wel een stad waar je lekker kan eten.

De belangrijkste reden voor mijn komst naar Cali was dat deze

stad het vertrekpunt was van mijn tour naar Bahía Málaga, de baai waar rond die tijd veel bultrugwalvissen met hun jongen zouden komen – het zien van deze majestueze zoogdieren stond al lang hoog op mijn wensenlijstje. Omdat deze baai lastig met het openbaar vervoer te bereiken is, én middenin het gebied ligt dat door FARC-rebellen wordt gedomineerd, besloot ik een 3-daagse tour te boeken die ik op internet gevonden had.

Om 5 uur ’s morgens vertrok ik met nog 10 andere Colombianen in een bus naar de havenstad Buenaventura. Vandaar was het nog een uur met de boot op een nogal woeste zee en eenmaal aangekomen in het dorpje Juanchaco werden we via een tractor met aanhanger nog een stuk verder naar het noorden gebracht. Met 4 andere jonge Colombianen verbleven

we in een houten hutje – eten en drinken was vanuit Cali meegebracht en werd door 2 lokale dames bereid – ik heb die 3 dagen heerlijk gegeten! De eerste dag begon gelijk al met een kajak-trip op zee, het was pittig om door de flinke branding te komen, maar eenmaal op zee was het de moeite waard: we zagen prachtige rotsformaties langs de kust en vele watervallen die vanuit het land zó langs de kliffen de zee in stroomden. Zo dicht langs de kust was de kans op het zien van walvissen minimaal, en eigenlijk vond ik dat ook wel prima, door de woeste zee was het al een uitdaging om in je kajak te blijven zitten, het idee dat er naast me een bultrug zou opduiken vond ik toch niet bepaald aantrekkelijk.

’s Avonds vermaakten we ons met spelletjes (oa Spaans Monopoly kaartspel) die één van de Colombianen had meegenomen. Super gezellig en lekker back to basic, WIFI en telefoonbereik was daar niet, zo ver van de bewoonde wereld.
De volgende ochtend was door het getijde het gebied voor de kliffen drooggevallen waardoor we een ‘strandwandeling’

konden maken. In de kliffen waren grotten uitgesleten in de meest bijzondere vormen.
Na anderhalf uur lopen kwamen we aan bij een rivier en vandaar werden we in een kano meegenomen langs de mangrovebossen het binnenland in. ’s Middags gingen we met kleine vissersboten de zee op, op zoek naar walvissen – dit was het laatste weekend dat er nog walvissentours werden georganiseerd, dus het was even spannend of we ze nog konden zien. Maar al snel ontdekten we de kenmerkende waterfontein, slechts 50 meter van onze boot, en vervolgens zagen we verschillende bultruggen (volgens de gids een mannetje, vrouwtje en een jong) langskomen. Een uur lang bleven we bij ze in de buurt en genoten van het indrukwekkende schouwspel van deze enorme dieren, die tot zo’n 16 meter lang kunnen worden. Eenmaal terug op de wal

zochten we een plek om de zonsondergang te zien, en we kwamen terecht bij een groep locals die een afscheidsode bracht aan de walvis - met lokale instrumenten en klankschalen werd een mystieke sfeer gecreeerd op een steile klif, terwijl de pelikanen in formatie overvlogen en de zon langzaam in de zee zakte - kippenvel!Terug in de cabana was het weer tijd voor diner, spelletjes en sterke verhalen.

De volgende ochtend maakten we opnieuw een hike, dit keer klauterden we over rotsen en kliffen om bij een stuk strand te komen waar kliffen stonden die werden aangevreten door kleine kakkerlakken. In de sponsachtige structuur die vervolgens ontstond leefden weer kleine krabbetjes – alsof je naar bijen in een grote raat keek. ’s Middags gingen we met tractor, boot en bus weer terug naar Cali, waar ik ’s avonds met

de andere jongeren uit het groepje werd uitgenodigd bij één van de Colombianen thuis. Ze woonde in een luxe (en zwaar beveiligde) flat met eigen zwembad waar we lekker gingen zwemmen alvorens we naar de stad gingen waar ik alle lokale lekkernijen moest proeven en we nog tot ’s avonds laat op een terras in de wijk San Antonio hebben gezeten.

Je leest het al: ik ben Colombia nog lang niet zat; wat een land, wat een natuur en wat een lieve mensen! Hierna reis ik weer wat meer landinwaarts oa om Nederlandse vrienden te ontmoeten die in Popayan wonen – meer hierover in mijn volgende blog.

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.