Land van tegenstellingen

Bogotá, Colombia, 26.10.2016

Op zondagavond nam ik de nachtbus van Neiva naar Bogotá, op zich een prima manier van reizen: de bussen zijn relatief comfortabel met bredere stoelen die je volledig naar achter kan kantelen, en het scheelt je een nacht in een hostel, terwijl je al slapend op je volgende bestemming komt. Ik begrijp alleen niet waarom ze de airco altijd op standje ‘vrieskist’ zetten. Maar goed, om half zes ’s morgens arriveerde ik bij de busterminal in Bogotá waar ik de taxi nam naar mijn hostel voor de komende dagen.

Mijn vlucht naar Quito was pas op woensdagmiddag, dus ik had nog een paar dagen om bij te komen en te genieten van dit geweldige land. Ook kon ik de tijd goed gebruiken om wat praktische zaken te regelen, zoals de vluchten voor de komende tijd, een hostel in Quito en mijn ESTA-verklaring voor de VS (waarover later meer). Toen ik in

Bahía Málaga was voor het kajakken en walvissen spotten, had ik 2 gezellige Colombianen ontmoet die in Bogotá woonden; nu ik ook weer in Bogotá was, was het natuurlijk de ultieme gelegenheid om elkaar weer op te zoeken, en ze hebben me aardig wegwijs gemaakt in het nachtleven van Bogotá.

Na ruim 3 weken in hoog tempo door Colombia gereisd te hebben, was het fijn om even gas terug te nemen en op het gemak te overdenken wat ik allemaal had meegemaakt. Colombia heeft zeker mijn hart gestolen, het is een ontzettend veelzijdig land, met besneeuwde bergtoppen in de Andes, de Amazone jungle in het Zuiden, de Caraibische kust in het noorden en de Tatacoa woestijn en de vlaktes van de Orinoco-rivier in het midden van het land. Echter ook op het gebied van welvaart zijn er enorme verschillen – 45% van de

bevolking leeft onder de armoedegrens.

Mij is weleens verweten waarom ik steeds naar dit soort ‘arme’ landen reisde, alsof ik ‘aapjes’ ging kijken bij al die mensen die in krotten woonden. Maar ik denk juist dat, wanneer je deze landen bezoekt, je indirect de economie helpt. Zeker als je je geld uitgeeft in lokale restaurantjes, aan lokale taxichauffeurs en winkeltjes, hetgeen vaak veel meer charme heeft dan eten in de standaard toeristenrestaurants. Maar hoeveel mensen realiseren zich eigenlijk dat voor Nederlanders populaire vakantielanden als Turkije en Griekenland ook hoge armoedecijfers hebben, respectievelijk 22,4% en 35,7%? Hoe vaak boeken we niet lekker makkelijk een scherp-geprijsde pakketreis naar deze landen waar vooral de Nederlandse touroperators van profiteren?

We ergeren ons aan die enorm opdringerige straatverkopers, die ons van alles willen aansmeren. Maar realiseren we ons ook dat die ene aankoop voor hen het verschil maakt tussen ’s avonds een warme hap op tafel voor het gezin, of weer met een lege maag gaan slapen? Daarmee wil ik natuurlijk niet zeggen dat je maar vanalles moet kopen, maar wel dat je deze verkopers altijd met respect moet behandelen – dit

beroep is niet hun eerste keuze. In Panama en Colombia zag ik veel verkopers in de bus; ze kwamen aan boord, deelden alle reizigers hun koopwaar uit (een fles shampoo, biscuitjes, een zakje snoep), deden vervolgens een verkooppraatje, en haalden daarna het geld op - of de koopwaar als je geen interesse had. Bij de volgende bushalte stapten ze weer uit, om het in een nieuwe bus opnieuw te proberen. Tijdens korte busritten zag ik soms wel 8 verschillende verkopers. Ook kwam er een keer een jonge vader in de bus met een kleine versterker op zijn schouder die al rappende wat extra geld voor zijn gezin probeerde op te halen.

Zwervers zie je ook met grote regelmaat – mijn kleingeld ging er rap doorheen. In Colombia heb je letterlijk op iedere straathoek een eettentje, dus als ik geen kleingeld had, haalde ik ‘empanadas’ (rijst, kip, vlees of aardappelen in een gefrituurd deegjasje) voor de zwervers. Eettentjes en kleine winkeltjes in Colombia zijn typische voorbeelden van mom-and-pop-stores, zoals je ze overal ter wereld in armere landen ziet: kleine onafhankelijke winkeltjes die door het gezin gerund worden, meestal zonder extra personeel. Vaak zijn ze van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat open, en het gezin heeft nooit een vrije dag – daardoor speelt het sociale leven zich ook in het winkeltje af. Vrienden komen er langs en de kinderen spelen op de stoep. Bij voorkeur haal ik mijn

dagelijkse benodigdheden in dit soort zaakjes – alhoewel ik nog steeds ook graag een blik in de grote supermarkten werp, even kijken hoe de Unilever-producten erbij staan, die beroepsdeformatie raak ik nooit meer kwijt.

Hoe verder ik naar het zuiden van Colombia reisde, hoe meer ‘Indigenas’, ofwel inheemse bevolking ik tegenkwam. Mannen en vrouwen in lokale klederdracht met de typische kleuren en hoeden die ik kende van mijn eerdere bezoek aan Peru en Bolivia. Inheemse bewoners die helaas ook onderdrukt en gediscrimineerd worden door de Colombianen van Spaanse komaf.

Op de dag van mijn aankomst in Colombia vond het referendum plaats waarin een krappe meerderheid ‘nee’ stemde tegen de vredesovereenkomst met de rebellen van FARC. In de weken erna heb ik veel protestmarsen gezien, en nauwgezet het nieuws gevolgd. Ik heb me verheugd over het feit dat FARC besloot hun staakt-het-vuren met onbepaalde tijd te verlengen. Naast FARC zijn er echter nog meer linkse guerrillagroeperingen, waarvan de ELN de grootste is – alhoewel ook met ELN vredesbesprekingen gepland zijn, pleegde deze groepering de afgelopen maand

nog verschillende dodelijke aanslagen.

Ik zag tijdens mijn laatste dagen in Bogotá dat op het Simon Bolivar plein een vredeskamp opgericht was, een soort ‘Occupy’ maar dan met betogers die op het plein blijven kamperen totdat er definitief vrede is, het land is al sinds 1964 in oorlog met de guerrillastrijders. Ik hoop dat de betogers er niet lang meer hoeven te blijven in hun koepeltentjes, want dit geweldige land en deze bijzondere inwoners verdienen absoluut vrede.

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.