Island life

Bocas del Toro, Panama, 03.09.2016

Inmiddels ben ik alweer drie weken in Panama en al die tijd ben ik in Bocas del Toro gebleven, vanwege mijn baantje bij Panama’s Paradise. Het mooie van langer op 1 plek blijven is dat het een ontspannen manier van reizen is én dat je goed inzicht krijgt in de bijzonderheden van de lokale cultuur. En dat is waar deze blog over gaat – mijn leven op een klein tropisch eiland voor de kust van Panama.

Bocas del Toro telt in totaal 9 grote en heel veel kleine eilandjes, waarvan Isla Colón het hoofdeiland is, waar zich ook de provinciehoofdstad Bocas Town bevindt. Nu is hoofdstad misschien niet het juiste woord voor een stadje van nog geen 10.000 inwoners waarin iedereen elkaar kent. Er is welgeteld 1 bank met een pinautomaat die regelmatig leeg is, een situatie die zomaar een paar dagen kan duren.
Het lokale ziekenhuis ligt direct naast de begraafplaats, dus als zieke heb je een bijzonder (voor)uitzicht.

Isla Colón heeft ook het ‘internationale’ vliegveld van Bocas del Toro, een airstrip midden op het eiland tussen de huizen met 1 baan die tegelijk voor taxiën, landen en opstijgen gebruikt wordt. Oja, en ook voor de trainingen van het voetbalteam van Bocas del Toro. Dat kan allemaal, want er komen en vertrekken slechts een handvol vliegtuigen per dag. Iedere inwoner kent het aankomst- en vertrekschema, en zelfs ik denk nu, als ik een vliegtuig hoor opstijgen: ‘jemig, is het al half vier?’. Zo’n kleinschalige luchthaven is tegelijk ook heel praktisch en overzichtelijk: recent ontdekte ik dat een Spaanse gast na het uitchecken een belangrijk kostuum in zijn kamer had laten hangen. De gast zat inmiddels al in het vliegtuig onderweg naar Panama City. Snel verpakten we het kostuum in plastic en in een kartonnen doosje en schreven de naam van de gast erop. Vervolgens sprong ik op mijn fietsje naar de luchthaven. Onderweg bedacht ik me dat ik geen idee had bij wie ik precies moest zijn om te regelen dat dit pakketje zo snel mogelijk in Panama City kwam. Maar bij aankomst in het luchthavenkantoor was er maar 1 balie en de medewerker (hij heette Enrique Iglesias, echt waar!) schreef zonder veel moeite

een bonnetje, plakte een sticker op het pakket en beloofde me dat het pakje op de eerstvolgende vlucht mee zou gaan. Voor 5 dollar (4,50 euro)!. En ja hoor, ’s avonds kreeg ik een whatsapp berichtje van de Spaanse gast dat hij het pakje op tijd ontvangen had voordat zijn aansluitende vlucht naar Bogota, Colombia vertrok. Hij was muzikant in een ensemble en kon zonder dat kostuum niet optreden. Lang leve de kleinschalige luchthavens!

Overigens zijn er ook minder leuke situaties die ik op mijn werk meemaak: een diefstal van spullen die één van onze gasten op de veranda had gelegd (het huis bevond zich nota bene naast de receptie), een drugsdealer die open en bloot zijn waar aan het herverpakken was in één van de vakantiehuizen. Gasten die ondanks onze waarschuwing hun fietslicht niet aan hadden 's avonds (we verhuren ook fietsen), waarna hun fietsen in beslag werden genomen door de politie – tegen een boete van 10 dollar konden we de fietsen de volgende dag op het bureau weer ophalen. En Nederlandse gasten die tijdens een uitje naar

buureiland Bastimentos onder bedreiging van een man met een machete al hun waardevolle spullen moesten inleveren…..

In Centraal-Amerika is het groot feest als je 15 wordt, een beetje vergelijkbaar met de ‘Sweet Sixteen’-feesten in de US, alhoewel je die feestjes in Nederland tegenwoordig ook steeds meer ziet. In de armere delen van Centraal-Amerika worden kinderverjaardagen eigenlijk nauwelijks gevierd, men heeft thuis niet de ruimte en het geld om veel mensen te ontvangen. Maar voor de ‘Quinceanera’, de 15e verjaardag van een meisje wordt jarenlang gespaard, en vaak helpt de lokale community ook financieel mee om er een groot feest van te maken. Als de meisjes 15 zijn, worden ze hier namelijk als volwassen beschouwd. Afgelopen zaterdag vierde Negra, de dochter van onze hoofd huishouding Nanan haar quinceanera. Er was een

bar afgehuurd en al dagen van te voren was iedereen druk bezig met versieringen en eten voorbereiden. Mijn baas Jenny had een deel van de hapjes gesponsord en na afloop sliepen de gasten die vanaf het vasteland gekomen waren in 8 van haar huizen. En al het personeel van Jenny was ook uitgenodigd om langs te komen. Het feest was superleuk om mee te maken, het was erg druk (alhoewel veel mensen al aangeschoten/dronken waren tegen de tijd dat ik binnenkwam, ik moest die middag nog werken), er was een DJ, een paar enorme taarten (die ze dan weer niet aansneden, minpuntje ?), bergen met cadeaus voor het meisje, veel te veel eten en uiteraard een supertrotse Nanan. Iedereen moest natuurlijk met die lange Nederlandse op de foto, al met al was het een superleuk feest dat tot laat in de nacht doorging.

Misschien vraag je je af: wie noemt haar dochter nu Negra (letterlijk: de zwarte)? Ja, dat vraag ik me ook af…. De namen hier zijn best bijzonder: een andere schoonmaakster heet Gorda (de dikke, toevallig is ze niet de slankste). Verder ken ik een dame die Flaca (de magere) heet; en een jochie dat regelmatig komt spelen met de kinderen van Jenny heet Canelo (kaneelbruin). Tja.

Op Isla Colón wonen naar verhouding weinig oorspronkelijke Panamezen – huizen en grond op het vasteland zijn veel goedkoper dan op het eiland. Velen maken dagelijks de overtocht met de boot om naar hun werk op het eiland te komen. Op het eiland wonen wel veel Panamezen van Afrikaanse/Caraibische origine, ooit naar Midden-Amerika gekomen vanwege het werk in de bananenteelt. Hun

aanwezigheid op Isla Colón zorgt voor een heerlijk relaxed sfeertje en vrolijke tropische klanken uit de huizen. Maar ook voor de meest bijzondere familie-samenstellingen: mannen hebben kinderen bij meerdere vrouwen, maar ook vrouwen hebben kinderen van verschillende mannen. En komt de opvoeding van een pasgeborene niet goed uit, dan is er altijd wel een buurvrouw, oma of tante die de zorg overneemt. Mijn werk op de receptie van Panama’s Paradise is in het huis van Jenny; het is daar een zoete inval van buurtkindjes die komen spelen met Nina (5) en Luuk (3). Regelmatig smeer ik een boterhammetje voor ze of troost een gevallen kindje. En soms moet ik ingrijpen als hun volumeniveau ervoor zorgt dat ik de klanten aan de telefoon niet meer kan verstaan. Echter na 3 weken ben ik er door de ingewikkelde familieconstructies nog steeds niet achter welk kindje nou bij welke papa en welke mama hoort!

Vanavond eet ik gezellig pannenkoeken bij Jenny – hoe bijzonder de lokale cultuur hier ook is, er gaat niks boven een Oud-Hollandsche pannenkoek met stroop! Hasta la proxima!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.