To the south!

Cahuita, Costa Rica, 13.08.2016

Op dinsdag 9 augustus nam ik afscheid van mijn fijne collega’s van Cuesta hotel in San José, het was weer tijd voor een nieuw avontuur! Ik was inmiddels aangenomen voor een baantje in Bocas del Toro, Panama, maar daar zou ik pas op 15 augustus beginnen, dus ik had nog een kleine week de tijd. Van midden en noord-Costa Rica had ik al veel gezien, het was tijd om verder naar het zuiden af te zakken.

De dag die ik had gekozen om te reizen was achteraf niet zo heel gelukkig: het bleek de dag te zijn dat de taxichauffeurs in Costa Rica een landelijke staking hadden, ze staakten met name tegen de aanwezigheid van Uber, een concurrerende dienst van parttime chauffeurs die op oproepbasis met hun eigen auto passagiers vervoeren. Via een app die gekoppeld is aan je creditcard boek je een chauffeur, en je kunt op een kaartje precies zien waar de chauffeur zich bevind.

Dus toen ik ’s

morgens een taxi wilde bellen om vanaf mijn hotel naar het busstation in San José te komen, kwam ik voor een onaangename verrassing te staan. De enige oplossing was, je raadt het al, om een Uber te bestellen. Binnen 4 minuten stond een chauffeur voor de deur die me razendsnel en goedkoop (nog geen 2 dollar) naar het busstation reed. Betaling gaat via je creditcard, dus geen gedoe met gepast geld. Als dat geen goede reclame voor Uber is…? Ondanks mijn principes dat ik de fulltime taxichauffeurs een goed inkomen gun, laat ik die Uber-app nog maar even op mijn telefoon staan.

Eenmaal in de bus was de invloed van de taxi-staking nog niet over, de kenmerkende rode wagens hadden namelijk in groten getale de ring rond San José geblokkeerd, dus de bus kon slechts stapvoets vooruit. Pas toen we verder in de richting van de kust reden, kwam er meer beweging in het verkeer. Halverwege de middag kwam ik aan in Cahuita, een klein plaatsje aan zee.

Santa Ana in El Salvador is het meest noordelijke punt waar ik tijdens deze trip in Centraal-Amerika ben geweest (Cuba niet meegerekend) – vanaf dit punt tot aan het in het zuiden

gelegen Cahuita is het zo’n 1200 kilometer, ongeveer dezelfde afstand als van Amsterdam tot aan Genua in Italië. In 3,5 maand heb ik dus met de bus al 1200 kilometer afgelegd (treinverbindingen bestaan niet in Centraal-Amerika).

In Cahuita had ik een kleine bungalow gehuurd in de jungle, maar op loopafstand van het strand. ’s Nachts kon ik tegelijkertijd de brulapen in de bomen horen, het ruisen van de zee en de gekko’s op het plafond die mijn huisje vrij van muggen hielden. Het was heerlijk om zo één met de natuur te zijn. En alle gevolgen van de natuur in de jungle nam ik voor lief, zoals de poepjes die de gekko’s vanaf het plafond achterlieten op mijn bed. Of die keer dat er tijdens een kleine tropische storm een flinke palmboom omwaaide precies op het

verdeelstation van de elektriciteit waardoor het hele dorp een dag zonder stroom zat. Overdag is dat niet echt een probleem, maar ’s avonds was het toch wel erg donker. Het grappige was dat ik niet eens bang was, zo in mijn eentje in het donker. Ergens in mijn reis heb ik het losgelaten om bang te zijn voor dingen die zouden kunnen gebeuren. Met zoveel onzekere factoren tijdens je reis kun je wel continu bang zijn voor het onbekende, maar dat komt het plezier in mijn reis niet ten goede. Wat overigens niet betekent dat ik niet alert ben.

De dagen in Cahuita besteedde ik vooral wandelend langs het strand en in het mooie Cahuita National Park, dat op 10 minuten lopen van mijn huisje lag. Hier waren veel witschouderkapucijnaapjes, wasberen, luiaards en vooral ook veel krabben. De leukste waren de spookkrabben, deze schaaldieren zijn zo’n 10 centimeter lang en hebben hun ogen op 2 steeltjes op hun hoofd zitten. Terwijl ik op mijn handdoekje lag op het strand had ik er drie om mij heen, die

om de beurt uit het zand omhoogkropen en daarna volledig stil bleven zitten om de wereld om zich heen te bekijken, waarbij ik alleen hun ogen zag knipperen. Of was het knipogen?

Aan de Caraïbische zijde van Costa Rica is de impact van het regenseizoen het grootst: van de vijf dagen dat ik er was waren twee dagen volledig zonnig, en de andere drie dagen waren een mix van zon, bewolking en fikse regen- en onweersbuien. Omdat ik geen vast plan had voor die dagen, maakte dat me ook niet zoveel uit. Afhankelijk van het weer en waar ik zin in had, bepaalde ik wat ik ging doen, wandelen of met een boek in de hangmat die onder de veranda voor mijn huisje hing. Ik ben zelfs voor het eerst weer eens gaan hardlopen sinds de Chikungunya. Het was weliswaar maar 3 km en het leverde me

twee dagen flinke spierpijn op, maar het begin is er!

Op zaterdag maakte ik met een gids een hike in Kekoldi Indigenous Reserve, een junglegebied in het binnenland waar inheemse bewoners nog op traditionele manier leven. De omgeving was prachtig, de hike ging dwars door het regenwoud waar we prachtige felrode en groen-zwarte kikkers zagen, die had ik tot nu toe alleen in Diergaarde Blijdorp gezien. Onderweg zagen we veel wilde cacaobomen, ik heb nooit geweten hoe cacao geoogst wordt, maar nu kregen we een mooie demonstratie. We aten zelfs een beetje van de cacaovrucht, wat smaakt als een lychee. De binnenste noot van de vrucht is de uiteindelijke cacaoboon, en die is heel bitter. We kwamen uiteindelijk bij een prachtige waterval en op de terugweg kregen we een lunch bij de gids thuis. Onze gids was zelf een Kekoldi, en zijn moeder, die voor ons had gekookt, was de voorzitter van de Kekoldi gemeenschap en vertelde ons over het wel en wee van de inheemse bewoners. Een mooie maar

pittige dag – de hike was een stuk zwaarder dan ik van tevoren had verwacht, en het was me duidelijk dat mijn conditie nog niet op peil was. Desondanks heb ik enorm genoten van de prachtige natuur op mijn laatste dag in Costa Rica!

Pura vida!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.