Tico Time!

San José, Costa Rica, 06.08.2016

Het werk op de receptie van het hotel is nog steeds erg leuk; ik heb fijne collega’s en ik heb een rapportagesysteem kunnen maken (met een database / pivot table in Excel) zodat de hotelmanager beter inzicht heeft in welk type gast het hotel bezoekt, welke boekings-website de meeste reserveringen oplevert en welk type kamer het meest populair is. Dat was een erg leuke klus en na een korte training konden mijn collega’s ermee aan de slag. Ook bij deze baan is mijn missie weer geslaagd: door mijn in Nederland opgedane kennis zorgen dat anderen efficiënter kunnen werken. Maar er was gelukkig ook genoeg tijd om meer van Costa Rica te ontdekken.

Aangezien mijn werkweek 4 dagen van 6 uur betreft, heb ik voldoende vrije tijd. Gelukkig is San José een leuke, toegankelijke stad waar veel te doen is, en het ligt centraal in het land om ervandaan wat uitstapjes te ondernemen. Door de Chikungunya was mijn energieniveau helaas nog niet op peil, dus ik besloot voorlopig not maar even af te zien van wilde activiteiten. Om een stad en de cultuur goed te kunnen verkennen, kun je het beste te voet op weg gaan. Op mijn vrije dagdelen koos ik regelmatig een bestemming ergens in de stad, om daar vervolgens al zigzaggend naar toe te wandelen, en uiteraard via een andere route weer terug.

Zo bezocht ik onder andere het Sabana park in het westen van de stad, waar een grote vijver is en ook het nationale voetbalstadion van Costa Rica. Voetbal is de belangrijkste sport (kleine geheugenopfrisser: Costa Rica verloor in 2014 tegen Nederland in de kwartfinale van het WK), iedere Tico (Costa Ricaan) heeft wel een mening over het voetbal. In de kleinere dorpen neemt het voetbalveld een belangrijke plaats in, meestal ligt het centraal in het dorp, met erom heen de lokale school, de kerk, de medische hulppost en de kroeg.

Een ander mooi park is het La Paz-park in het zuiden van de stad, met het monument voor ‘La Destruccion de las Armas’, de vernietiging van de wapens. Costa Rica is namelijk één van

de weinige landen ter wereld dat geen leger meer heeft, in 1948 werd dit afgeschaft. Het geld dat vrijkwam door het afschaffen van het leger wordt sindsdien uitgegeven aan onderwijs, veiligheid en cultuur. In tegenstelling tot buurlanden als Mexico, Honduras, El Salvador en Nicaragua is Costa Rica sinds die tijd gevrijwaard gebleven van geweldsuitbarstingen.

In het Noorden van San José had ik ook een grote groene vlek gezien op de kaart, bij aankomst bleek het echter om de lokale dierentuin te gaan. De entree was nog geen 5 dollar, dus ik besloot maar gewoon naar binnen te gaan – wie weet zou ik er nog dieren zien die ik niet eerder in het wild in Costa Rica had gezien. Het topstuk, en tegelijkertijd ook een triest vertoning was de leeuw, verder waren er een aantal soorten apen, slangen, vogels, krokodillen, een tapir en een stekelvarken. Binnen een uur stond ik weer buiten, maar het was toch een leuk bezoek vlak voor mijn werkdienst begon.

Op één van mijn vrije dagen maakte ik een dagtrip naar de Central Valley, de regio ten noorden van San José. Als eerste bezochten we de Poas Vulkaan, een 2.708 meter hoge stratovulkaan die nog actief is. Er zijn 2 kratermeren, waarvan de noordelijke (‘Laguna Caliente’) één van ’s werelds meest zure meren is met een pH van bijna 0; het azuurblauwe water heeft een temperatuur van zo’n 85 graden, niet echt geschikt voor een frisse duik dus! Rond de krater ligt een mooi nevelwoud, prima voor een korte wandeling.

De vulkaanhellingen zijn de perfecte voedingsbodem voor aardbeien- en koffieteelt. Nadat we uitgebreid de aardbeien geproefd hadden, werden we voor de lunch naar een koffieplantage gebracht. Ik had in Guatemala wel eens een koffieplantage bezocht, maar op deze plantage werd het volledige proces van plantenstek tot koffieboon uitgelegd, en hoe de bonen na het plukken bewerkt worden totdat ze gemalen kunnen worden voor een vers bakkie ‘troost’. Erg interessant, en ook hier kregen we weer uitgebreid de kans om

de verschillende soorten ‘roasts’ en ‘blends’ te proeven. ’s Middags bezochten we ten slotte nog 2 dorpjes in de Central Valley: Grecia waar we de markthal bezochten en een unieke kerk van rode metalen platen, die aardbeving-proof zou moeten zijn. Volgens de legende was deze kerk een donatie van een Europees land aan Griekenland (Grecia in het Spaans), maar kwam het metalen bouwpakket per abuis in Grecia, Costa Rica terecht.
De laatste stop was in Sarchi, een dorp dat voor het grootste deel bestaat uit meubelmakers en houtbewerkers. We zagen er de prachtig beschilderde grootste ossenkar ter wereld, en daar was ik erg blij mee, die stond namelijk al jaren op mijn bucketlist! Al met al misschien een beetje burgerlijk dagje, maar ik vond het een leuke en leerzame trip met goed gezelschap.

Vlakbij het hotel waar ik verbleef en werkte, was een klein en rustig parkje, een prima plek om met een boek en fles drinken te ontspannen. Tijdens het lezen werd ik regelmatig aangesproken door bedelaars en straatverkopers – ondanks dat Costa Rica het rijkste land van Midden-Amerika is, komen zwervers en bedelaars in San José veel voor. Hopelijk lukt het de huidige regering om de gehele bevolking te laten profiteren van de inkomsten gegenereerd door toerisme en koffie-export. En er tegelijkertijd voor te zorgen dat de prachtige natuur behouden blijft; gelukkig zijn steeds meer hotel duurzaam of ecologisch en heeft de Costa Ricaanse regering zich ten doel gesteld om in 2021 het eerste klimaatneutrale land ter wereld te zijn. Een prachtig streven lijkt mij, pura vida!

Get started right away!

What are you waiting for? Capture your adventures in a digital diary that you can share with friends and family. You can switch between any of your devices anytime. Get started in our online web application.