Australië - Eastcoast

Ik was er helemaal klaar voor: Fraser Island here I come. Om 06.30u werd ik opgehaald en gingen we naar het kantoor van Dropbear waar we een “safety-video” moesten kijken onder het genot van koffie/thee en een koekje. De groep bestond uit 29 mensen en was heel divers. De leeftijden liepen uiteen van begin 20 tot eind 40. We werden verdeeld over vier auto’s waarna we naar Rainbow Beach reden. Hoewel de auto’s contact hadden via een portofoon, koos ik ervoor om bij onze gids Troy in de auto te gaan zitten in de hoop op wat extra informatie tijdens de reis. Nog even genoot ik van de laatste 2 uur waarbij ik bereik had met m’n telefoon. Ik wist namelijk dat Fraser Island zo afgelegen lag dat er geen of nauwelijks bereik zou zijn. Daarom had ik me voorgenomen om vanaf het moment dat we op de ferry stapten m’n telefoon op vliegtuigmodus te zetten en de komende drie dagen niet te gebruiken dan alleen om m’n alarm te zetten.
Eenmaal aangekomen op ons “Robinson eiland” begon het avontuur direct; hoewel het hoogtij al ruim twee uur geleden was, was er een zeer hoge deining en werden de golven ver het strand op geduwd. Aangezien we het merendeel over het strand moesten rijden kregen we duidelijke instructies van Troy hoe we de golven zo veel mogelijk konden en moesten vermijden. We hadden bijzonder weinig ruimte tussen de duinen en de zee. Het voelde alsof de zee met uitgestrekte armen en gespreide vingers naar de auto’s reikte om ons vervolgens te omarmen en mee te voeren in het donkerblauwe water. Helaas lukte het één van de vier bestuurders niet om een (kleine) golf te vermijden en het zoute water raakte de motor die er direct mee ophield. Gelukkig kreeg Troy de auto snel weer aan de praat met een magische spuitbus van WD40. BAM!
Toen we bij het kamp aankwamen werd het me heel snel duidelijk dat het de komende drie dagen afzien zou worden. Ten eerste omdat dit het grootste zandeiland ter wereld is en ten tweede omdat we blijkbaar twee nachten zouden kamperen in plaats van één nacht in een hostel en één nacht in een tent. Nu moet ik toegeven dat Dropbear (naam van de tour) er echt het beste van probeerde te maken; we hadden kussens, lakens, slaapzak, twee matrassen, waterdichte 3 persoons tent waar maximaal 2 personen in hoefden te slapen, voor de dames een toilet om op te zitten en in noodgevallen (!) een douche. Hierbij werd wel verteld dat ze er de voorkeur aan gaven om deze douche niet/zo min mogelijk te gebruiken, omdat al het water met de hand naar het eiland werd gebracht.
Ook werd er uitgelegd dat er drie “verschillende tentenkampen” waren: “party-town”, “in between town” en “quiet town”. “Party-town” lag het dichtste bij het centrum van het kamp waar alle banken en tafels waren en waar ook werd gegeten. Door deze opstelling kon iedereen doen wat ie wilde zonder anderen daarmee lastig te vallen. Ik vond het een goed idee. Na deze rondleiding werd de lunch opgediend. En zoals bij elke tour werden er wraps geserveerd. Ik was blij dat ik nog geen aversie had ontwikkeld tegen wraps, want ik ben er inmiddels mee doodgegooid – voornamelijk in de outback.
Na de lunch gingen we op pad naar Lake Wabby. We reden een stukje over het strand en parkeerden de auto’s dichtbij de bosrand. Vervolgens hadden we een prachtige wandeling van 2,5 kilometer door het bos toen we bij een enorm grote oogverblindende zandvlakte aankwamen. Het lopen was behoorlijk zwaar omdat we tot zo’n 10 cm wegzakten in het mulle zand. Na een paar honderd meter naar links te hebben gelopen verscheen er uit het niets ineens een groen meer! Wauw! Natuurlijk had ik behoorlijk getranspireerd van de wandeling en kon niet wachten om verkoeling te zoeken. En een leuke bijkomstigheid: iedereen kreeg een gratis spa-behandeling door de visjes die in dit meer zaten. Zij zagen onze dode huidcellen als lekkere afternoon tea en deden zich graag tegoed aan ons. Ik heb dit altijd al willen ervaren en normaal betaal je heel veel geld voor zo’n behanding, dus ik onderging het graag! We bleven hier zo’n twee uur, waarna we weer rustig begonnen aan onze wandeling terug naar de auto’s. In het kamp teruggekomen kozen we onze tentpartners en installeerden we onze bedden. In de tenten mocht absoluut niets van onze eigen spullen liggen, tenzij we zelf in de tent waren. Waarom? Dingo’s! Of althans wilde honden; dingo’s zijn natuurlijk uitgestorven. Deze prachtige dieren hebben de reputatie nogal nieuwsgierig te zijn en niet terug te deinzen voor het openscheuren van onder andere een tent als ze vreemde luchtjes ruiken. Hoewel ik natuurlijk niet het risico wilde lopen, kreeg ik een beetje het idee dat de angst voor deze dingo’s ons enigszins aangepraat werd. Waarschijnlijk omdat er veel mensen vaak eigenwijs zijn en bijvoorbeeld (toch) dingo’s gaan voeren. Mijn idee is dat ze daarom een mini (Hitchcock) horror over deze dieren verspreiden: DINGO’S…!!! (tumtumtum)
Na de zonsondergang – die ik niet heb gezien omdat ik lekker op m’n dooie gemakje alles voor de nacht gereed wilde hebben en

Perdita van Estrik

48 chapters

15 Apr 2020

Fraser Island

February 19, 2018

|

Fraser Island

Ik was er helemaal klaar voor: Fraser Island here I come. Om 06.30u werd ik opgehaald en gingen we naar het kantoor van Dropbear waar we een “safety-video” moesten kijken onder het genot van koffie/thee en een koekje. De groep bestond uit 29 mensen en was heel divers. De leeftijden liepen uiteen van begin 20 tot eind 40. We werden verdeeld over vier auto’s waarna we naar Rainbow Beach reden. Hoewel de auto’s contact hadden via een portofoon, koos ik ervoor om bij onze gids Troy in de auto te gaan zitten in de hoop op wat extra informatie tijdens de reis. Nog even genoot ik van de laatste 2 uur waarbij ik bereik had met m’n telefoon. Ik wist namelijk dat Fraser Island zo afgelegen lag dat er geen of nauwelijks bereik zou zijn. Daarom had ik me voorgenomen om vanaf het moment dat we op de ferry stapten m’n telefoon op vliegtuigmodus te zetten en de komende drie dagen niet te gebruiken dan alleen om m’n alarm te zetten.
Eenmaal aangekomen op ons “Robinson eiland” begon het avontuur direct; hoewel het hoogtij al ruim twee uur geleden was, was er een zeer hoge deining en werden de golven ver het strand op geduwd. Aangezien we het merendeel over het strand moesten rijden kregen we duidelijke instructies van Troy hoe we de golven zo veel mogelijk konden en moesten vermijden. We hadden bijzonder weinig ruimte tussen de duinen en de zee. Het voelde alsof de zee met uitgestrekte armen en gespreide vingers naar de auto’s reikte om ons vervolgens te omarmen en mee te voeren in het donkerblauwe water. Helaas lukte het één van de vier bestuurders niet om een (kleine) golf te vermijden en het zoute water raakte de motor die er direct mee ophield. Gelukkig kreeg Troy de auto snel weer aan de praat met een magische spuitbus van WD40. BAM!
Toen we bij het kamp aankwamen werd het me heel snel duidelijk dat het de komende drie dagen afzien zou worden. Ten eerste omdat dit het grootste zandeiland ter wereld is en ten tweede omdat we blijkbaar twee nachten zouden kamperen in plaats van één nacht in een hostel en één nacht in een tent. Nu moet ik toegeven dat Dropbear (naam van de tour) er echt het beste van probeerde te maken; we hadden kussens, lakens, slaapzak, twee matrassen, waterdichte 3 persoons tent waar maximaal 2 personen in hoefden te slapen, voor de dames een toilet om op te zitten en in noodgevallen (!) een douche. Hierbij werd wel verteld dat ze er de voorkeur aan gaven om deze douche niet/zo min mogelijk te gebruiken, omdat al het water met de hand naar het eiland werd gebracht.
Ook werd er uitgelegd dat er drie “verschillende tentenkampen” waren: “party-town”, “in between town” en “quiet town”. “Party-town” lag het dichtste bij het centrum van het kamp waar alle banken en tafels waren en waar ook werd gegeten. Door deze opstelling kon iedereen doen wat ie wilde zonder anderen daarmee lastig te vallen. Ik vond het een goed idee. Na deze rondleiding werd de lunch opgediend. En zoals bij elke tour werden er wraps geserveerd. Ik was blij dat ik nog geen aversie had ontwikkeld tegen wraps, want ik ben er inmiddels mee doodgegooid – voornamelijk in de outback.
Na de lunch gingen we op pad naar Lake Wabby. We reden een stukje over het strand en parkeerden de auto’s dichtbij de bosrand. Vervolgens hadden we een prachtige wandeling van 2,5 kilometer door het bos toen we bij een enorm grote oogverblindende zandvlakte aankwamen. Het lopen was behoorlijk zwaar omdat we tot zo’n 10 cm wegzakten in het mulle zand. Na een paar honderd meter naar links te hebben gelopen verscheen er uit het niets ineens een groen meer! Wauw! Natuurlijk had ik behoorlijk getranspireerd van de wandeling en kon niet wachten om verkoeling te zoeken. En een leuke bijkomstigheid: iedereen kreeg een gratis spa-behandeling door de visjes die in dit meer zaten. Zij zagen onze dode huidcellen als lekkere afternoon tea en deden zich graag tegoed aan ons. Ik heb dit altijd al willen ervaren en normaal betaal je heel veel geld voor zo’n behanding, dus ik onderging het graag! We bleven hier zo’n twee uur, waarna we weer rustig begonnen aan onze wandeling terug naar de auto’s. In het kamp teruggekomen kozen we onze tentpartners en installeerden we onze bedden. In de tenten mocht absoluut niets van onze eigen spullen liggen, tenzij we zelf in de tent waren. Waarom? Dingo’s! Of althans wilde honden; dingo’s zijn natuurlijk uitgestorven. Deze prachtige dieren hebben de reputatie nogal nieuwsgierig te zijn en niet terug te deinzen voor het openscheuren van onder andere een tent als ze vreemde luchtjes ruiken. Hoewel ik natuurlijk niet het risico wilde lopen, kreeg ik een beetje het idee dat de angst voor deze dingo’s ons enigszins aangepraat werd. Waarschijnlijk omdat er veel mensen vaak eigenwijs zijn en bijvoorbeeld (toch) dingo’s gaan voeren. Mijn idee is dat ze daarom een mini (Hitchcock) horror over deze dieren verspreiden: DINGO’S…!!! (tumtumtum)
Na de zonsondergang – die ik niet heb gezien omdat ik lekker op m’n dooie gemakje alles voor de nacht gereed wilde hebben en

niets in het donker wilde doen – stond het eten klaar. Een heerlijke barbecue met de aller-, allerlekkerste runderworstjes!! Ik kon er geen genoeg van krijgen! En zelfs nu ik dit schrijf loopt het water me weer in de mond. Maar gelukkig waren er ook groenten en aardappelen; waar ik heel blij mee was. Het kan nogal lastig kan zijn, als je alleen op reis bent, hierin te voorzien. Toen iedereen de buikjes had rondgegeten werden we door Troy meegenomen naar het strand wat pal achter het kamp lag. En daar werden we getrakteerd op een kijkje in het heelal. Troy had namelijk een tijd op zee gevaren en wist heel veel van de sterren. Met een laser wees hij diverse sterrenstelsels aan en werden we door onze “meester” onderricht in sterrenkunde. Ik vond het heel interessant! En of het allemaal nog niet genoeg was, bleek er in het water ook nog lichtgevend plankton te zitten. Het was niet veel, maar als met je voeten over het zand schoof (of de moonwalk deed) leek het zand net glow-in-the-dark. Wat een prachtige afsluiting van de dag!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.