BRIEVEN UIT HET HOGE NOORDEN

Een grote wens is in vervulling gegaan: van 6 t/m 10 juni heb ik een reisje gemaakt naar Solovki, waar het wemelde van de vlindertjes, kleine witte, hemelsblauwe, grotere in allerlei kleuren.

SOLOVKI
Eerst even wat onderricht.
Voor de Pietjes Preciezen onder jullie: de officiële benaming is Solovetski eilanden, het hoofdeiland heet Bolsjoj Solovki, een Fins-Karelisch woord dat 'geheel bedekt met bos' betekent. En dat klopt aardig, het is ook het enige eiland dat bewoond is.
Het is een eilandengroep in de Witte Zee, een archipel van een paar honderd eilanden waarvan de meeste niet groter zijn dan een flinke stenen heuvel in het water. Er zijn zeven grotere eilanden waar Bolsjoj Solovki er een van is. Ze zijn ontstaan aan het eind van de ijstijd en vormen eigenlijk het eind van een morene waar grote brokken steen, graniet, bleven liggen. De eilanden bestaan dan ook geheel uit stenen, enorme brokken van vele tonnen elk en miljoenen kleinere. Groot Solovki is door zijn grootte wat hoger dan de anderen, daardoor warmer en

rina.hilarius

33 chapters

16 Apr 2020

RINA IN VLINDERLAND

June 12, 2001

|

Solovki eilandengroep

Een grote wens is in vervulling gegaan: van 6 t/m 10 juni heb ik een reisje gemaakt naar Solovki, waar het wemelde van de vlindertjes, kleine witte, hemelsblauwe, grotere in allerlei kleuren.

SOLOVKI
Eerst even wat onderricht.
Voor de Pietjes Preciezen onder jullie: de officiële benaming is Solovetski eilanden, het hoofdeiland heet Bolsjoj Solovki, een Fins-Karelisch woord dat 'geheel bedekt met bos' betekent. En dat klopt aardig, het is ook het enige eiland dat bewoond is.
Het is een eilandengroep in de Witte Zee, een archipel van een paar honderd eilanden waarvan de meeste niet groter zijn dan een flinke stenen heuvel in het water. Er zijn zeven grotere eilanden waar Bolsjoj Solovki er een van is. Ze zijn ontstaan aan het eind van de ijstijd en vormen eigenlijk het eind van een morene waar grote brokken steen, graniet, bleven liggen. De eilanden bestaan dan ook geheel uit stenen, enorme brokken van vele tonnen elk en miljoenen kleinere. Groot Solovki is door zijn grootte wat hoger dan de anderen, daardoor warmer en

daarom kon daar bos op groeien, een mengeling van berken, sparren en nog een soort die zelfs nu nog kaal was, een typisch toendrabos, zegt men. Verspreid over het eiland liggen tussen de bomen enkele honderden meren, grote en kleine.
De andere eilanden zijn kaal met taiga begroeiing, mos en hele lage struikjes waar bessen aan komen en struikjes niet hoger dan 1 meter. Daar wonen weinig of geen mensen.
Sinds de tweede helft van de 15e eeuw zijn er monniken naar toe getrokken, die er uiteindelijk een klooster hebben gesticht. Het is een gigantisch bouwwerk, bijna een kasteel. De muren zijn opgebouwd uit de stenen die op het eiland lagen. 's Winters versleepten ze die over de bevroren sneeuw en met een soort hijsinstallatie hebben ze zo de muren en de torens gebouwd. Ze zijn enorm groot, je realiseert je pas hoe groot ze zijn als je ernaast staat, sommigen wel meer dan een kubieke meter.
Aan de binnenkant zijn van dikke boomstammen gebouwen gebouwd en een galerij over de gehele lengte van de muren. Op het terrein een trapeznaja (soort eetzaal voor monniken) en een enorme kerk die overal bovenuit steekt, een klokkentoren en allerlei werkplaatsen en een kloosterhof met gebouwen rondom, waar de monniken wonen.
Vanaf 1552 heeft de technisch begaafde abt Philippus Kolytsjev veel nuttige dingen gemaakt van die stenen. Zo heeft hij een dam laten bouwen, waardoor er een binnenzee ontstond waar vis in kon gedijen. Hij heeft een dam laten maken van Groot Solovki naar een

naburig eiland, die nu nog gebruikt wordt en hij heeft tussen een aantal meren kanalen laten graven, waardoor er een verbinding ontstond tussen de meer noordelijk gelegen meren en het klooster.
Zo konden ze over water allerlei dingen vervoeren, vooral hout. In 1566 is hij door Iwan de Verschrikkelijke terug geroepen, is uit zijn priesterambt gezet en uiteindelijk vermoord. Als dank voor het goede werk!
Na de revolutie werd het orthodoxe geloof verboden en kerken en kloosters gesloten, zo ook op Solovki. In 1923 werd op dit eiland door de sovjetmachthebbers het eerste Goelag kamp gevestigd in en om het klooster (als gevangeniseiland functioneerde het gebied al meer dan honderd jaar). Dat heeft geduurd tot 1939. Het heeft gediend als een soort proeftuin voor alle andere kampen die later hier in het noorden zijn gevestigd, in die zin dat men hier heeft uitgevonden hoe men mensen het beste kon martelen en doden zonder teveel uiterlijke schade. Gevangen zetten en uithongeren is heel makkelijk op een eiland. Ook de duizenden muggen deden hun werk. Goelag-Archipel slaat ook niet op de eilandengroep maar op het feit dat er zoveel kampen waren verspreid over het hele moerassige noorden van Rusland. GULag betekent Glavnoe Upravlenie LAGerej, zoiets als hoofdbestuur van de kampen.

Dat wist ik dus allemaal en ik verwachtte daar iets bijzonders aan te treffen, een sfeer van ingetogenheid en spiritualiteit. Kan het niet

precies onder woorden brengen, maar na mijn ervaringen met de authenticiteit in de dorpen en de vriendelijkheid in Kargopol had ik een bepaalde verwachting van de sfeer hier, hoe het zou zijn als er ook nog zo'n bijzonder klooster was, die prachtige natuur en zo'n bijzondere geschiedenis.
Maar niets van dat alles, op het eiland heerst een sfeer van keiharde commercie.
Er komen blijkbaar redelijk veel toeristen, Russen en ook buitenlanders en men heeft besloten daar geld aan te gaan verdienen. Op zich niets op tegen maar ze doen het wel op een heel grove manier. Vorig jaar kostte entree tot het klooster 10 rbl. voor een Rus en 40 rbl. voor een buitenlander. Dit jaar heeft de directeur van het museum (en heel Solovki is een museum, zelfs de heuvels en de eilanden er omheen als er iets bijzonders te zien is) besloten de prijzen te verhogen met een factor 6. De entree kost nu resp. 65/250 rbl. (12 rbl. is fl. 1,--) alleen om op de binnenplaats te mogen wandelen, want kerk en trapeznaja worden gerestaureerd. Voor een tentoonstelling binnen de muren betaal je nog eens 200 rbl. De prijzen van de excursies lopen uiteen van 350,-- tot meer dan 1000 rbl. De eerste avond zat ik met wat mensen aan tafel (mensen van het hotel, gidsmeisjes, e.d.) en ze waren allemaal geschokt. Maar goed, niks aan te doen. Ik heb me er een avond kwaad over lopen maken en toen uitgerekend hoeveel geld ik kon uitgeven aan excursies en daarmee een programma gemaakt.

Eigenlijk heb ik wel geboft.
Ik heb een maandlang half Archangelsk de kop suf gezeurd over hoe ik het beste naar Solovki kon gaan, totdat er tenslotte twee mensen overbleven met goede contacten op het eiland. Een studente, Nadja, en een jongeman wiens vader het hotel heeft waar ik uiteindelijk in gelogeerd heb.
Nadja moest voor een paar dagen naar Solovki en stelde voor om samen met de trein te reizen naar het stadje Kem' in de ZW-hoek van de Witte Zee en vandaar met een bootje over te steken naar Solovki. En zo geschiedde. Op 6 juni zijn we vertrokken, weer een reis van 14 uur in de nachttrein, 's middags om 2 uur waren we in Kem'. Nadja kent alle kapiteins en ging iedereen langs om te polsen wie het eerste weg zou varen en wat het zou kosten. Om 5 uur vertrokken we. Boot was type klein slepertje of vissersboot. De tocht was prachtig, duurde 2 uur, het was schitterend weer, zon op het water, mooie wolkpartijen. Links en rechts overal die kleine eilandjes.
Ik heb echte luchtspiegelingen gezien. Wonderlijk. In een luchtlaag boven de horizon zie je eilanden en bomen die steeds van vorm veranderen en uiteindelijk verdwijnen. Het is de weerspiegeling tegen de lucht van wat zich daar op de grond bevindt. Ik zag ook het klooster op z'n kop staan. Het is ook een fascinerend gezicht om het eiland met daarop het imposante kloostercomplex langzaam te zien opdoemen uit de nevel en groter worden totdat je aanlegt aan de

steiger vlak voor de muren.
De ontvangst in het hotel door Viktor was heel vriendelijk maar er was een probleem – er was helemaal geen stromend water. De eerste dagen hebben we ons met water uit een emmer moeten behelpen. Ik werd gehuisvest in de wagontsjik, een nieuw aanbouwtje waar nog geen enkele voorziening was, toilet en wasbak waren nog niet aangesloten, geen gordijnen. Maar de jongeman had mijn verblijf in het hotelletje goed geregeld, ik mocht daar Russenprijs betalen. Het was er primitief maar gezellig, het eten was gewoon wat de pot schafte, heel Russisch maar smakelijk, geen gebakken vis of macaroni 's morgens maar lekkere huisgemaakte tvorog. En heel veel thee de hele dag. Vanuit mijn kamertje had ik uitzicht op het klooster, ik heb er om 24.00 uur 's nachts een aquarel van zitten maken, de zon gaat hier niet meer onder.

SEKIRNAJA GORA
Na kennismaking met andere gasten en lange beraadslagingen ben ik de volgende dag op pad gegaan met drie Fransen die een tocht gingen maken met een roeibootje over de meren en door de kanalen met als einddoel de Sekirnaja Gora, beruchte heuvel uit de Goelagtijd. De Fransen waren expert in extreme reizen naar bijv. Kamtsjatka, tenminste Philip, een soort Indiana Jones. Verder bestond het gezelschap uit een plaatselijke gids, Valentin, en Svetlana, een soort tolk/begeleidster, die zo'n 5 jaar geleden nog op expeditie was geweest met Louwrens Hacquebord.

's Morgens om half 12 vertrokken we, het was 9 km roeien, laatste stuk naar de heuvel lopen en weer 9 km terugroeien. Gelukkig hadden we sterke mannen aan boord. We waren om half 12 's avonds weer thuis. Svetlana stapte halverwege aan land om iets te gaan regelen en ik heb toen de verdere dag getolkt, Russisch – Engels en een beetje Frans. En dat ging. Het probleem was niet het Russisch maar het Engels en zeker het Frans. Gelukkig kende de Franse dame wat Engels.
Onderweg water, zon en stilte. Enorme meren van 24 – 50 ha verbonden door de kanalen van Philippus, wonderen van technisch vernuft. Rondom de meren alleen maar bos, in de meren weer eilanden met soms daarin weer een meer met daarin een eiland, net een matrjosjka. Veel vogels, ook broedende. Opeens zagen we een Noordse stern. Het vrouwtje zat te broeden op een boomstronk in het water, het mannetje hield de wacht. De Fransen waren in alle staten en wilden fotograferen, zo dichtbij als mogelijk was. De vogels gingen

op een geweldige manier in de aanval, het was wel een beetje eng, maar fascinerend om te zien.
Onderweg werd er gepicknickt – wat wil je met drie Fransen en een Rus – met een kampvuur. We hebben de Sekirnaja Gora beklommen, vanaf de top had je een geweldig uitzicht over de eindeloze bossen van het eiland. Met in het achterhoofd dat dit de bossen waren waarin zoveel mensen de dood hebben gevonden door honger, dorst en muggensteken. Ook was de trap er nog van waaraf de gevangen naar beneden werden gegooid met hun armen achter hun rug om een balk gebonden. Dat overleefde je niet, maar leek op een ongeluk of zelfmoord.

's Avonds met Nadja de banja in, de volgende dag zou zij weer naar Archangelsk terugreizen. Ze heeft maandag een examen. Ze vroeg me weer om 250 rbl. voor de boot terug. Ik heb ook haar treinkaartje

hierheen betaald. Eerst vond ik het raar dat ze dat zo vanzelfsprekend liet gebeuren. Nu heb ik er geen spijt van. Ze heeft zoveel voor me gedaan en geregeld.

BOTANISCHE TUIN
De volgende dag heb ik in m'n eentje een wandeling gemaakt naar de botanische tuin ergens in het bos. Ook aangelegd door de monniken. Ze hadden een systeem van buizen met warm water waardoor daar planten konden groeien die niet in een Poolgebied thuishoren. Dat buizensysteem werkt niet meer, maar er stonden nog steeds prachtige tulpen, narcissen, diverse planten die het in onze tuin niet doen. Na het nodige gesoebat mocht ik met een grazjdanskij biljet de tuin in, heb er ook thee gedronken. Onderweg nog een afslagje gemaakt naar de kust waar ik een hele tijd heb gezeten bij de dam van Philippus. Het was overal heel stil, geen mens te zien, warm, de hele dag zon en wind, heerlijk. Al met al was ik de hele middag op

pad. Eerst vond ik het wel spannend. De eerste avond was ik bij een wandelingetje meteen lastig gevallen door een soort zwerver die me hinderlijk achtervolgde en geld wou hebben. Iedere keer als er iemand aankwam, verstopte hij zich. Ik voelde me daar niet prettig bij en het heeft twee dagen geduurd voor het over was.

HAZENEILAND
De derde dag heb ik me aangesloten bij een groep Moskovieten die met een grote boot naar een ander eiland gingen, het Zajatsji Ostrov (Hazen eiland) waar een soort labyrint te zien was, gemaakt van naast elkaar gelegde keien en dat uit de 2e eeuw voor Chr. zou dateren. Men weet niet wie ze heeft gemaakt en waar ze voor dienden maar het schijnt heel bijzonder te zijn.
Het eilandje is onbewoond, er staat een klein kerkje, er is een stenen 'vluchthaven', ook weer van Philippus voor gestrande zeelieden.
Het was leuk om op zo'n kaal eiland rond te kijken en nog een

boottochtje te maken. En weer zon, zee en wind.
Bij terugkomst moest ik verhuizen vanwege een nieuwe groep die in de wagontsjik wilde. Ik kreeg een kamer met een gedeelde douche, heel primitief met aan weerszijden deuren met veel schuifjes die je aan alle kanten dicht kon doen, maar wel lekker.

TERUGREIS
De vierde dag heb ik een fiets gehuurd om via de dam naar het andere eiland, Bolsjaja Muksalka, te fietsen. Het pad was een soort bospad met enorme hobbels en diepe kuilen vol water en blubber. De fiets had geen versnelling, geen remmen, hele brede banden, laag zadel. Ik ben een eind gekomen op dat pad, maar na de tiende plas hoorde ik van een tegenligger dat je verderop tot aan je knieën in het water kwam te staan en dat het nog dik anderhalf uur fietsen was tot aan de dam. Ik ben gestopt en heb nog wat rond gefietst rondom de nederzetting. Heb een tijdje op een prachtig plekje in het bos in de zon gelegen en moest tenslotte terug omdat we 's middags zouden vertrekken.
Dat had aanvankelijk ook nog wat voeten in de aarde gehad. Ik wilde terug per vliegtuig maar kon in Archangelsk geen kaartje kopen voor de vlucht Solovki-Archangelsk. De jongeman had me verzekerd dat het geen probleem was om daar een kaartje te kopen. Pogingen tot opbellen om toch zekerheid te hebben mislukten, want er was eenvoudigweg geen telefoonverkeer mogelijk vanuit Archangelsk.

Toen Nadja en ik hier donderdagochtend bij het kantoortje aankwamen, zei een norse dame “er is geen plaats meer, alle kaartjes zijn gereserveerd door PomorTour”. Nadja ging meteen weg. “Ik zal wel eens wat gaan bellen”, zei ze. Toen ik 's avonds terugkwam, lag mijn biljet op tafel. Zij en Viktor hadden wat rondgevraagd, wat mensen gebeld en uiteindelijk bleek dat er plaatsen over waren. Maar daar moet je zelf achter komen. Typisch Russisch. Gek genoeg heb ik me helemaal niet druk gemaakt. Russen zijn meesters in het regelen. Via allerlei kennissen van kennissen komt uiteindelijk alles voor elkaar. Ik heb wel veel aan Nadja te danken.

Het vliegtuigje was voor 19 personen. Ik heb nog nooit in zo'n klein vliegtuigje gezeten, maar ook dat blijft gewoon in de lucht hangen. In een uurtje waren we in Archangelsk. Onderweg prachtig uitzicht, eerst over de eilanden, later over het gebied hier ten westen van Archangelsk – veel bos, moerassen, (die er vanuit de lucht ook echt

gestreept uitzien zoals op landkaarten) en rivieren.

Alles bij elkaar was het een heerlijk uitstapje maar niet met een speciale Russische authenticiteit. Of ik ben al zo aan Russische situaties gewend dat ik dat niet meer als zodanig ervaar. Het klooster was natuurlijk puur Russisch, maar daar ben ik maar anderhalf uur geweest. De natuur is prachtig, groots, het noordelijke licht is heel bijzonder. En het eiland heeft een heel schuldige geschiedenis. Maar boottochtjes kan je ook elders maken en het merengebeuren deed me een beetje aan Friesland denken, de veenafgravingen bij Garijp in de buurt. Alleen was het hier veel groter en vooral: er waren verder helemaal geen andere mensen.
Wat me vooral zo trof, was dat er vrijwel nergens nog iets was dat aan de Goelagtijd herinnerde. Pas de laatste dag heb ik een heel eenvoudige gedenksteen ontdekt waarop stond 'voor hen die op

Solovki gevangen hebben gezeten'. Maar er waren al voor de 19e eeuw mensen in het klooster gevangen gezet, geen enkele verwijzing naar de sovjettijd. Wel vertelde iemand in het hotel me dat ze werken aan een boek met foto's uit de Goelagkampen, maar of dat ooit gepubliceerd zal worden?

Maar in ieder geval heb ik een bruin verbrande kop en bijna wit haar.
Hier in Archangelsk is het ook heel mooi weer. Dik boven de 20 graden, volop zon. Donderdagavond vertrek ik voor een weekje naar Moskou, daarvoor en daarna spullen opruimen, boeken naar de bieb brengen, nog wat laatste dingen regelen voor de studenten die naar Nederland komen deze zomer en afscheid nemen van alles en iedereen. 29 juni kom ik naar Nederland. Als er geen vertraging is, sta ik om 13.40 uur op Nederlandse bodem.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.