Vandaag was eigenlijk het plan om naar Wyndham te rijden en te verblijven aan Parry Creek, maar de weg daar naartoe was ‘unsealed but accessible with 2WD’ en daar dachten wij anders over. We zijn nog even kort Wyndham binnen gereden, waar inderdaad een hele lelijke te grote nepkrokodil staat, maar daar leek niet heel veel te doen dus besloten we vandaag al de Great Highway te nemen richting Hals Creek. Gelukkig hadden we de dag daarvoor al gekeken wat we in dit gebied wilden doen en wisten we dat we een tour moesten boeken bij de Visitor’s Centre. We reden snel voorbij de Bungle Bungle, een prachtig natuurverschijnsel, maar niet te bereiken zonder 4WD, en als we de verhalen mogen geloven is het zelfs met een 4WD een ruim 50 km lange ‘bumpy ride’. De 500 euro die een vlucht kost om over het gebied heen te vliegen hadden we er niet voor over… maybe next time ??.
Eenmaal aangekomen bij de Visitor’s Centre om onze tour voor de volgende dag te boeken én de camping voor die nacht, bleken ze vandaag om 15u dicht te gaan vanwege ‘maintenance’. Stonden we daar na ruim 400 km rijden zonder slaapplek met enkel wifi om ons verder te helpen. Gelukkig kwam er nog een vrouw naar buiten met een folder en het telefoonnummer van de Visitor’s Centre aan de andere kant van het gebied. Telefonisch boekten we onze slaapplek en na ruim 650 km rijden en een prachtige sunset in onze face, kwamen we, net in het donker, aan bij de Campground van Mimbi Caves. Dit keer een kleine ‘bumpy ride’ van 4 km. We zagen niet veel behalve een prachtige hemel met wel duizenden sterren, voordat de volle maan ongeveer een uur later bloedrood langzaam opkwam.
Na weer een uitstekend maaltje gekookt in slechts 2 pannen, al zeg ik het zelf, doken we vroeg ons bed in. Deze dag ging de boeken in als ‘a day of stone’, en om het nog erger te maken was er een groep van zo’n 25 schoolgaande kinderen die zaten te gillen op de achtergrond. ’s Ochtends werden we dan ook al om 5:30u gewekt door muziek op standje 100. Gelukkig begon onze tour om 8:00u dus waren wij ook al vroeg uit de veren.
De tour in de Mimbi Caves werd gedaan door Ronny, één van de Aboriginals die daar nog steeds leven. We kregen wat verhalen over hun cultuur en een kleine rondleiding door een aantal grotten. Om het land te mogen betreden en ons respect voor het land en de cultuur te laten zien, moesten we een groet brengen aan The Rainbow Serpent. Hiertoe moest je een steen van de grond pakken, deze flink onder de oksel wrijven en dan in het water gooien. Zo raakt het land gewend aan je onbekende, maar o zo frisse geur met 35 graden, en weten ze dat je komt in vrede.