Spanje

Daar zit ik weer, weer in een andere positie. Nu op de grond met een kussen onder mijn billen. Een duur kussen want in dit hostel moest je betalen voor je dekbedovertrek en alles wat daar zo'n beetje bijhoort. Ik heb net foto's van de afgelopen vier steden op mijn computer gezet en toen ik ze ging doorbladeren (kan niet op een computer maar het klinkt gewoon lekkerder en leuk ouderwets), zag ik dat ik weer behoorlijk wat gezien heb in een week tijd. Bilbao viel me eigenlijk een beetje tegen. Alleen het Guggenheim trekt mensen aan naar de stad, in ieder geval mij want de rest was nou niet heel erg bijzonder te noemen. De laatste nacht dat ik in het hostel sliep waren er maar liefst drie personen inclusief ikzelf. Geen snurkkoor dit keer, waar vijf mensen tegelijkertijd voor solliciteerden. De oordopjes waren vijf treden te ver weg om drie uur 's nachts. Ik had twee volle dagen daar maar wilde wel nog heel graag de zee zien. Kostte me een metro retourtje naar Getxo, wat half een eigen plaatsje is of nog steeds bij Bilbao hoort, dat weet ik niet precies. Het leek er eerst op dat mijn handdoekje en picknick spulletjes iets te enthousiast waren toen ik uit de metro kwam en alleen maar wolken om me heen zag en mijn sjaal nog een slag om mijn nek deed. Op de kaart lijken sommige steden uit drie blokjes om te bestaan maar uiteindelijk elk streepje op de kaart een half uur duurt voordat je aan het einde van de straat bent. Nou zo was Getxo. Uiteindelijk heb ik wel met mijn hemdje op het strand gelegen, gelukkig maar want anders was mijn tochtje voor niks geweest. Tot slot nog een jetset-life wijntje met uitzicht op de zee gedronken op het terras. Met vermoeide voeten ben ik terug naar Bilbao gegaan.
Na drie nachten heb ik Bilbao ver achter me gelaten om door te gaan naar San Sebastian, waar mijn Spaanse moeder ontzettend enthousiast over was geweest, dus bedacht ik daar een dagje langer te blijven. Ze had wel gelijk, San Sebastian is echt een leuke stad. Het heeft alles: Strand, Groen, mooie gebouwen en goede tapas (of eigenlijk pintxos). De eerste avond daar in het hostel werd er een Paella en Sangria avond gehouden. In het piepkleine eetgedeelte zaten 15 mensen aan een grote onhandige tafel. Daar sprak een Turkse jongen mij aan met de openingszin: "Hé, jij zat toch ook in hetzelfde hostel als in Bilbao?". Mijn hersenen waren blanco maar toch kreeg ik een vaag beeld van een zelfde jongen die inderdaad in de badkamerruimte in Bilbao zijn tanden stond te poetsen en 'hallo' zei. Best lullig dat ik hem niet herkende maar hij was heel aardig en na een aantal minuten bekroop me steeds meer het gevoel dat hij homo was, waar ik nooit achter ben gekomen. Ook was daar Tobi, een Duitse jongen die na San Sebastian ook naar Pamplona ging, alleen een dagje eerder dan ik. De volgende dag ben ik op pad gegaan, precies toen het begon te stormen en regenen. Ik hield vol dat het allemaal wel mee viel en dat ik helemaal geen paraplu nodig had, die ik ook niet mee had genomen. Uiteindelijk gaf ik op en ging ik een van de vele bars binnen die niet helemaal vol stond met mensen. Ik zag daar iets raars gebeuren. Een van de meisjes aan de bar pakte haar

elinejoelle

31 chapters

16 Apr 2020

Van País Vasco tot Cataluña

March 10, 2017

|

Zaragoza

Daar zit ik weer, weer in een andere positie. Nu op de grond met een kussen onder mijn billen. Een duur kussen want in dit hostel moest je betalen voor je dekbedovertrek en alles wat daar zo'n beetje bijhoort. Ik heb net foto's van de afgelopen vier steden op mijn computer gezet en toen ik ze ging doorbladeren (kan niet op een computer maar het klinkt gewoon lekkerder en leuk ouderwets), zag ik dat ik weer behoorlijk wat gezien heb in een week tijd. Bilbao viel me eigenlijk een beetje tegen. Alleen het Guggenheim trekt mensen aan naar de stad, in ieder geval mij want de rest was nou niet heel erg bijzonder te noemen. De laatste nacht dat ik in het hostel sliep waren er maar liefst drie personen inclusief ikzelf. Geen snurkkoor dit keer, waar vijf mensen tegelijkertijd voor solliciteerden. De oordopjes waren vijf treden te ver weg om drie uur 's nachts. Ik had twee volle dagen daar maar wilde wel nog heel graag de zee zien. Kostte me een metro retourtje naar Getxo, wat half een eigen plaatsje is of nog steeds bij Bilbao hoort, dat weet ik niet precies. Het leek er eerst op dat mijn handdoekje en picknick spulletjes iets te enthousiast waren toen ik uit de metro kwam en alleen maar wolken om me heen zag en mijn sjaal nog een slag om mijn nek deed. Op de kaart lijken sommige steden uit drie blokjes om te bestaan maar uiteindelijk elk streepje op de kaart een half uur duurt voordat je aan het einde van de straat bent. Nou zo was Getxo. Uiteindelijk heb ik wel met mijn hemdje op het strand gelegen, gelukkig maar want anders was mijn tochtje voor niks geweest. Tot slot nog een jetset-life wijntje met uitzicht op de zee gedronken op het terras. Met vermoeide voeten ben ik terug naar Bilbao gegaan.
Na drie nachten heb ik Bilbao ver achter me gelaten om door te gaan naar San Sebastian, waar mijn Spaanse moeder ontzettend enthousiast over was geweest, dus bedacht ik daar een dagje langer te blijven. Ze had wel gelijk, San Sebastian is echt een leuke stad. Het heeft alles: Strand, Groen, mooie gebouwen en goede tapas (of eigenlijk pintxos). De eerste avond daar in het hostel werd er een Paella en Sangria avond gehouden. In het piepkleine eetgedeelte zaten 15 mensen aan een grote onhandige tafel. Daar sprak een Turkse jongen mij aan met de openingszin: "Hé, jij zat toch ook in hetzelfde hostel als in Bilbao?". Mijn hersenen waren blanco maar toch kreeg ik een vaag beeld van een zelfde jongen die inderdaad in de badkamerruimte in Bilbao zijn tanden stond te poetsen en 'hallo' zei. Best lullig dat ik hem niet herkende maar hij was heel aardig en na een aantal minuten bekroop me steeds meer het gevoel dat hij homo was, waar ik nooit achter ben gekomen. Ook was daar Tobi, een Duitse jongen die na San Sebastian ook naar Pamplona ging, alleen een dagje eerder dan ik. De volgende dag ben ik op pad gegaan, precies toen het begon te stormen en regenen. Ik hield vol dat het allemaal wel mee viel en dat ik helemaal geen paraplu nodig had, die ik ook niet mee had genomen. Uiteindelijk gaf ik op en ging ik een van de vele bars binnen die niet helemaal vol stond met mensen. Ik zag daar iets raars gebeuren. Een van de meisjes aan de bar pakte haar

bord om meer pintxos van de bar te pakken, die daar mooi opgesteld stonden. Ik dacht: 'Dat hoort niet' dus ik vroeg aan de meisjes hoe het hier werkte. "Gewoon, je vraagt om een bord en dan kan je pakken wat je wil, laat je het even aan de barman zien en uiteindelijk reken je af". Zo gezegd zo gedaan met een halve liter bier op het plankje naast me heb ik een real pintxo gegeten. En toen nog twee. De bui was opgehouden en ik kon de groene heuvel gaan beklimmen, waarbij ik mijn jas gerust uit kon doen. Ineens was er weer blauwe lucht. Een magisch beeld doemde op: Bomen op een heuvel met zee op de achtergrond. Daar moest ik de timer op mijn camera weer voor zetten om mij en de natuur vast te leggen.
De volgende dag ging ik vroeg op pad, te vroeg eigenlijk want ik slenterde wat rond langs het strand al wachtende tot mijn afspraak bij de spa! En die spa lag aan het strand! Ze hadden bubbelbaden, twee sauna’s, bubbels die je rug masseerden en waterbedden. Ik durfde het aan. Ik durfde de zee in te gaan, het was bewolkt weer maar ik dacht: Het is nu of nooit in de Golf van Biskaje te zwemmen. Met mijn bikini liep ik over het brede strand tussen de mensen met winterjassen die hun hond uitlieten. Heel voorzichtig ben ik de zee ingegaan, even onderdompelen, het water prikte van de kou en toen ben ik maar gouw teruggelopen naar het warme bubbelbad. Twee uur lang kon ik me daar vermaken. In de avond nam ik dus bus naar Pamplona, waar ik in de avond in het hostel met mijn benen opgetrokken en een mega mok thee met een Spaans meisje uit Benidorm aan het kletsen was op de bank. Best wel schattig als ik er zo aan terugdenk. Pamplona staat bekent om het feest San Fermín; een feest dat er zeven dagen achterelkaar in juli elke ochtend stieren door de straten rennen met voor hen echte personen, die ze dan leiden naar de Plaza de Toros waar dan weer een stierengevecht plaats vindt. Ja het is echt waar, Google maar eens! En als je een keer naar Pamplona wilt gaan, ga dan rond die tijd, want verder is de stad niet veel aan. Het regende de twee dagen dat ik daar was, nou ja, een dagje was ik er écht. Want de eerste dag heb ik de bekendste straatjes en parkjes gezien met als stop een chocolademelk waar geen melk in zat. Ik zat pure chocola te ‘drinken’ en uit te zoeken wat ik in godsnaam die volgende dag wilde gaan doen. Nou dat werd dit verhaal: Met de middag-bus vertrok ik naar Lekunberri, een ieniemienie dorpje met wandelpaden en fietstourtjes. Mijn plan: Naar de tourist office om daar te vragen om een fietstour. Alleen waren de openingstijden nogal karig. Ik was te laat, na 14.00 uur gesloten. Stond ik daar om 15.00 uur en de bus terug had ik vier uur later gepland. Dan maar weer een wandeltocht doen met bordjes en kleurtjes. Ik deed er een die naar een ander dorpje zou leiden totdat ik onder een tunnel door moest van 235 meter waar het einde niet van in zicht was. De lampen in de tunnel kon je normaal gesproken aanzetten maar die deden het al heel lang niet meer geloof ik. Ik keerde me weer om en deed mijn capuchon nog maar een keer op toen het wat harder begon te regenen. Langs de schaapjes liep ik een ander pad op die leidde naar een ander dorp, die ik wel bereikt heb. Terug naar Lekunberri liep er een schapenkudde voorbij, waar ik een super leuk filmpje van heb, maar die kan ik helaas niet in de blog zetten. Ik heb wel schapenbilletjes voor jullie in de aanbieding.
Bijna helemaal natgeregend ging ik in het eerste de beste café zitten die ik weer terug in het dorp tegenkwam. Een thee en tortilla maakte me weer warmpjes en bij het afrekenen

kreeg ik van de barvrouw zelf gebrouwen rosé die een vriend uit de buurt maakte: Een man die aan de andere kant van de bar luidruchtig stond te praten. Hij begon tegen mij in het Engels te kletsen en ik begon beleefd in het Spaans terug te praten maar toen hij nog een keer in het Engels begon snapte ik de hint, hij wilde oefenen. Ik deed mee en het standaard praatje begon: ‘Waar kom je vandaan?’, ‘ben naar Santiago aan het lopen?’ en hij vroeg zelfs ‘Ben je door Baskenland aan het reizen?’ Ja, door heel Spanje, antwoordde ik, maar hij bedoelde echt alleen Baskenland. Een Baskische nationalist dus. Ik liet de wijn voor wat het was en pakte mijn spullen om weer te gaan, zodat ik niet de hele middag daar nog zou zitten. Hij was blijkbaar naar buiten gelopen en kwam terug met een fles rode wijn en gaf die aan mij. Met zijn kaartje en zei: “Als je ooit problemen hebt in Baskenland kun je me bereiken.” Super lief een gratis fles zelf gebrouwen uit Lekunberri, nu nog maar eens zien of het wat is. Ik besloot om nog wat van het plaatsje te zien maar toen het 18.00 uur was, was ik daar ook wel klaar mee. Ik zwierf rond op zoek naar een droge plek om te staan, aangezien alles al zeiknat was van de miezer de hele dag. Daar stond ik klungelig onder een garage dak mijn boekje te lezen om de tijd verdrijven. Toen vergiste ik me in de tijd van de bus, die 20 minuten later vertrok dan dat ik dacht en nog eens 20 minuten later kwam hij pas echt. Rampscenario's gingen al door mijn hoofd. Misschien kon

ik nog wel terecht bij het hostel aan de overkant of liften terug naar Pamplona. Eindelijk was hij daar, vol op de rem kwam hij tot stilstand waarna ik een boze preek kreeg dat ik een busstation verder had moeten staan. Sjezus, ik had gewoon een van de vier vage stationnetjes gekozen die alle vier geen teken gaven welke bus er zou stoppen. Het maakte me allemaal niks meer uit, ik zat bibberend in de bus en allang blij dat hij er eindelijk was. Die avond ging ik uit eten met Tobi, die uit San Sebastian. Het werd een simpel dagmenu waar ik de beste gerechten van gekozen had.
En toen was ik in Zaragoza. Een stad die me alles meeviel. Mooie gebouwen en pleinen en niet achterlijk groot. De must see uit mijn Lonleyplanet was op het moment dat ik er aankwam voor de hele dag gesloten vanwege een of ander congres. De drie meisjes van de tourist office zeiden giechelend dat ik wel naar de Origami tentoonstelling kon gaan. Het was best leuk. Ik kreeg een origami vlinder. Ernaast lag een park, de weersvoorspellingen hadden het goed dus lag ik daar in de koudste kleren die ik had in het gras te lezen in 22 graden.

Inmiddels zit ik in de bus naar Barcelona. Ik hoor alweer gesnurk om me heen maar het mag, het is nog vroeg. De komende week is het bezoek week. Eerst Tanne voor drie dagen en na nog drie dagen komt Sofie naar Tarragona voor drie dagen. Ik hoop met heel mijn hart dat ik nog een reactie op mijn Workaway berichtjes krijg. Dat zou wel leuk zijn.

Oh ja, ik heb een vlucht naar Amsterdam geboekt op vrijdag 7 april.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.