Nadat we woensdag aankwamen in Shanghai, moesten we natuurlijk gelijk de skyline bewonderen. Daarom gingen we naar de Bund, de plek waar de gigantische gebouwen staan en vanwaar je uitkijkt op de overkant van de rivier met ook een indrukwekkende skyline. Zeker omdat het inmiddels als donker was, leverde het een heel gaaf uitzicht op met alle lichtjes.

Nog onder de indruk van alle hoogbouw, liepen we donderdag wat door de French Consession. Dit is de oude Franse wijk waar nu heel veel grote winkels gevestigd zijn (net als in vele andere delen van de stad eigenlijk). Tussen de middag had Daan afgesproken met Koen om in zijn restaurant te lunchen. Deze Spaanse tapas smaakte heerlijk en ook het Westerse eten deed onze buik goed. In de avond mocht Daan meedraaien en had ik tijd voor mezelf. Aan het eind van de avond werden we nog meegenomen naar een fancy Koreaans restaurant, wat bijzonder was om mee te maken.

Op vrijdag draaide Daan nog een dagje mee in de keuken van El Willy en bezocht ik de Jing'an Tempel, waar een speciale ceremonie gaande was en er daarom heel veel mensen (en wierook) waren. Daarna wandelde ik nog wat rond en bezocht wat warenhuizen en een fake market met allerlei namaak- producten. In de middagpauze bezochten we samen Yunnan garden en aten we een hele grote Xiaolong bao (dumpling met bouillon erin) wat we opslurpten met een rietje. In de avond gingen we naar El Ocho. Een hippe bar met Japanse cocktailshakers, die lekkere drankjes maakten!

Op zaterdag gingen we er weer samen op uit en nog even snel langs de Jing'an Tempel. Deze tempel staat tussen de wolkenkrabbers, wat een hele bijzondere gewaarwording is. Ook gingen we naar Pudong, de wijk aan de overkant van het water, om een rondje te lopen en de skyline van de andere kant te bekijken. De tip om bij het Park Hyatt hotel naar binnen te lopen en te doen alsof je er hoort, hebben we opgevolgd. Zo dronken we in de bar op de 87e verdieping een biertje, waar je alleen nog maar toppen van de gebouwen kon zien, in plaats van het uitzicht vanaf de onderkant. Helaas was er veel smog en was het zicht beperkt, maar toch was het zeker een leuke ervaring! Na een typische Chinese maaltijd met wontons, dumplings, rijst met ei, groenten en kip in rijstwijn, dronken we nog een biertje in een bruin studentencafé.

Op zondag bezochten we het Shanghai Museum waar we de hele dag doorbrachten. We zagen jade, kledendracht, (porselein) servies, beelden en nog veel meer onderdelen van de Chinese geschiedenis. 's Avonds gingen we samen met Lisanne, een Nederlands meisje uit het hostel, eten en een biertje drinken. We sloten de avond af in Bar Rouge, een club met een geweldig uitzicht op de skyline van Shanghai, maar de club was helaas niet erg boeiend op de zondagavond.

Maandag namen we afscheid van Shanghai, een stad met heel veel luxe winkels, restaurants en clubs. Een moderne superstad, wat niet snel bij je opkomt als je aan China denkt. Er waren alleen nog maar staanplaatsen in de trein naar Hangzhou, maar die twee uurtjes staan was prima. De treinreis alleen al was een hele ervaring op zich, met karretjes die maar voorbij blijven komen, terwijl er overal mensen in het gangpad stonden. Eenmaal aangekomen in Hangzhou verkenden we een beetje de schattigere straatjes en hingen we 's avonds wat rond bij het meer (The West Lake). Het voelde niet als een stad waar zes miljoen mensen wonen.

Op dinsdag huurden we fietsjes, want zo verplaats je je het makkelijkst in Hangzhou. Nadat we de treinkaartjes voor vrijdag hadden gescoord, begonnen we onze fietstocht rondom het meer. Er hing een heel relaxt en leuk sfeertje en het was fijn om even uit de drukke 'stad' te zijn in een groenere omgeving. Onderweg bezochten we de Leifeng Pagode, waar je uitzicht had over het hele meer. Een lekker dagje rond fietsen!

Woensdag gingen we op de fiets naar het thee museum. Het was wat moeilijk om er te komen, maar de mensen waren behulpzaam en vriendelijk en uiteindelijk kwamen we in een heel idyllisch klein 'dorpje' met verschillende huisjes. Eén van deze huisjes was het museum waar informatie te vinden was over de manier van thee maken en de wijze waarop je het drinkt. Daarna gingen we op zoek naar het thee dorp (Longjing Well Tea Village) waarvoor we een flinke klim moesten maken. Dit was het helemaal waard, want het leverde veel mooie uitzichten op en het was een mooie tocht door de theevelden. Best moe van het fietsen (op te kleine fietsjes), maar voldaan gingen we na een afzakkertje in de lokale Jazz Club naar bed.