America

Iedereen was alweer vroeg wakker vandaag, at een ontbijtje op de kamer en pakte daarna de spullen weer in de auto. We checkten uit het motel en gingen richting Joshua National Tree park, een park die beroemd staat om de gelijknamige bomen die veel in het natuurpark groeien. Het ritje ernaartoe koste ongeveer twee uurtjes en het weer begon alweer flink warmer te worden.

Bij Joshua Tree Park aangekomen hadden we al het gevoel dat we midden in de woestijn beland waren: overal zand, hoge bergen met alleen maar grote rotsblokken en kale vlaktes met dorre struiken en de beroemde Josua trees. We hadden een National Park Ticket voor 35 euro op marktplaats gekocht die normaal 80 dollar kost in Amerika. Hiermee kan je voor vier personen alle National Parks in die Amerika heeft. Toen we bij wilde betalen voor de vijfde persoon zeiden de Park Rangers ons dat de pas ook goed was voor vijf mensen, dus we hadden alweer flink wat geld bespaard. We kregen een kaartje mee met de route van het park met dieren die in het park te spotten waren, waaronder berggeiten, kangarooratten, ratelslangen en schildpadden. Leroy spotte al snel de eerste berggeit bij de ingang en later waren al snel meer hagedisjes te zien, die samen met de ratjes over de wegen heen renden. Verder dan dat was het park wel een grote leegte met veel rotsblokken en zand. We reden door naar Keys View: het uitkijkpunt over het park zelf. Aangekomen op de View kon er niks anders gezegd worden dan dat dit inderdaad het uitkijkpunt was. Je stond op de piek van de ‘berg’ en keek eindeloos ver de vallei in, een super gaaf gezicht.

Na Keys View reden we door richting Laughlin, het voorstadje van Las Vegas en de Grand Canyon. Onderweg vulden Ruth en ik de tijd met autobingo en was de rest aan het wegdommelen. Ik zwoer dat ik op een gegeven moment bliksem zag verderop in de woestijn maar Ruth hield vol dat ik me verbeelde, misschien toch iets meer water drinken dan maar. Later zagen we verderop ontzettend veel zand opwaaien en moest ik flink tegensturen om de auto recht op de weg te houden. We grapten even over tornado’s toen kim een weeralarm bericht op haar telefoon kreeg met een overstromingswaarschuwing die gold voor het gebied waar we doorheen reden. Al snel vonden we de oorzaak van de eventuele overstromingen aangezien het flink begon te waaien, regenen en uiteindelijk storm met veel water en bliksem. Uiteindelijk viel het allemaal reuze mee en na een klein uurtje waren we alweer

thijs_kolthof

24 chapters

Day 4: Desert, sandstorms and the little city that never sleeps

Joshua Tree Park - Laughlin (Nevada)

Iedereen was alweer vroeg wakker vandaag, at een ontbijtje op de kamer en pakte daarna de spullen weer in de auto. We checkten uit het motel en gingen richting Joshua National Tree park, een park die beroemd staat om de gelijknamige bomen die veel in het natuurpark groeien. Het ritje ernaartoe koste ongeveer twee uurtjes en het weer begon alweer flink warmer te worden.

Bij Joshua Tree Park aangekomen hadden we al het gevoel dat we midden in de woestijn beland waren: overal zand, hoge bergen met alleen maar grote rotsblokken en kale vlaktes met dorre struiken en de beroemde Josua trees. We hadden een National Park Ticket voor 35 euro op marktplaats gekocht die normaal 80 dollar kost in Amerika. Hiermee kan je voor vier personen alle National Parks in die Amerika heeft. Toen we bij wilde betalen voor de vijfde persoon zeiden de Park Rangers ons dat de pas ook goed was voor vijf mensen, dus we hadden alweer flink wat geld bespaard. We kregen een kaartje mee met de route van het park met dieren die in het park te spotten waren, waaronder berggeiten, kangarooratten, ratelslangen en schildpadden. Leroy spotte al snel de eerste berggeit bij de ingang en later waren al snel meer hagedisjes te zien, die samen met de ratjes over de wegen heen renden. Verder dan dat was het park wel een grote leegte met veel rotsblokken en zand. We reden door naar Keys View: het uitkijkpunt over het park zelf. Aangekomen op de View kon er niks anders gezegd worden dan dat dit inderdaad het uitkijkpunt was. Je stond op de piek van de ‘berg’ en keek eindeloos ver de vallei in, een super gaaf gezicht.

Na Keys View reden we door richting Laughlin, het voorstadje van Las Vegas en de Grand Canyon. Onderweg vulden Ruth en ik de tijd met autobingo en was de rest aan het wegdommelen. Ik zwoer dat ik op een gegeven moment bliksem zag verderop in de woestijn maar Ruth hield vol dat ik me verbeelde, misschien toch iets meer water drinken dan maar. Later zagen we verderop ontzettend veel zand opwaaien en moest ik flink tegensturen om de auto recht op de weg te houden. We grapten even over tornado’s toen kim een weeralarm bericht op haar telefoon kreeg met een overstromingswaarschuwing die gold voor het gebied waar we doorheen reden. Al snel vonden we de oorzaak van de eventuele overstromingen aangezien het flink begon te waaien, regenen en uiteindelijk storm met veel water en bliksem. Uiteindelijk viel het allemaal reuze mee en na een klein uurtje waren we alweer

uit de storm. Hierna volgde nog even een kleine zandstorm, waarin je echt helemaal niks meer kon zien, maar dit wat net zo snel weg als dat het gekomen was.

We reden route 66 op om het laatste uurtje door te rijden naar Laughlin, tankten bij een pompstation wat precies was zoals in de films waarin je een verlaten pompstation ziet. Bij het stations waren een paar motorrijders uit Zwitserland die de route 66 hadden gereden de afgelopen drie weken en waren erg gezellig tijdens ons praatje. Ze gaven tips over hoe we hotels moesten boeken in Las Vegas, klaagden over het lichte Amerikaanse bier en wensten ons een fijne reis. Als bedankje gaf ik ze een flesje Heineken mee, waar ze erg om moesten lachen.
Na nog een uurtje rijden kwamen we aan in Laughlin, wat echt Las Vegas in het klein is. Overal borden met casino’s, aanbiedingen voor Prime Ribs, en veel neonletters op de hotels. Ons hotel zelf zag er super mooi uit, als een oude boot met een groot waterrad wat ook nog op het water gebouwd was. Bij het inchecken bleek dat we niet zelf in de boot sliepen maar in het pand ernaast, verassend. Ook de wifi was tien dollar per apparaat per 24 uur, dus moest iedereen een dagje afkicken van het internet. De hele begane grond van het hotel zelf was een groot casino waar mensen gokten, mochten roken en zijgangen in kunnen gaan voor de restaurantjes die ook op de hotelfloor aanwezig waren. Wij aten het buffetje, wat goedkoop en prima te eten was,

ten koste van mensen die achteraf last van de maag hadden.

Na nog even met Ruth mee te zijn geweest naar buiten om wat foto’s te maken gingen we nog even de casino floor op. Ikzelf had alles behalve geluk, wist wel een gratis drankje eruit te slaan door een spelletje te spelen aan de bar maar de rest had heel veel geluk. Kim had vijf dollar gewonnen, Gerwin tien dollar en Leroy wel 60 dollar! Kim en Gerwin doken snel het bed in, Ruth, Leroy en ik bleven nog even hangen aan de bar waar ik een super lekker homebrewed biertje had en Ruth en Leroy nog een margarita namen voor we om 11 uur het bed in doken. Morgenvroeg de spullen inpakken en gaan we snel door naar Flagstaff en de Grand Canyon!