Mee in de backpack van Kevlin

NAYPYIDAW: misschien hebben jullie deze naam wel eens voorbij zien komen of kennen jullie de plaats. De hoofdstad van Myanmar is niet het door ons eerdere bezochte Yangon, zoals velen nog denken, maar sinds 2005 het gloednieuwe Naypyidaw. De stad is opgezet door het leger en de overheid van Myanmar die een meer centrale locatie dan Yangon in het land wilden. Vanuit het niets werd Naypyidaw gecreëerd, met de intentie dat het een bruisend centrum zou worden. Veel inwoners, ten opzichte van de grootte, kent deze miljarden stad niet. Als je de ‘spookstad’ inrijdt, zoals wij vanmiddag ook mochten ervaren, kom je in een compleet andere wereld terecht dan alles wat we afgelopen tijd hebben gezien in Myanmar. De stad is surrealistisch, groot, nieuwe enorme gebouwen en het levendige zelf is er amper te ervaren. De wegen waarop we reden zijn super strak en erg breed vergeleken met de afgebrokkelde stukken wegdek of zandwegen die we van eerder Myanmar kennen. Bovendien liggen aan een groot deel van de krankzinnig brede wegen alleen maar enorme hotels, waaronder ook die van ons. Dit is de zogenoemde hotelzone. Woonhuizen of andere gebouwen zie je hier niet en de hotels die er staan zijn maar door enkelen bezet, of staan leeg. Dan te bedenken dat er nog nieuwe hotels bijgebouwd worden momenteel. Naar verluid heeft het miljarden euro’s gekost om deze hoofdstad op te bouwen, waar ze ook nog niet klaar zijn. En dat terwijl wij afgelopen weken zoveel armoede hebben gezien…

Dit is de plek waar wij nu zijn aangekomen. Niet veel toeristen die Myanmar bezoeken hebben Naypyidaw, of Nay Pyi Taw, op hun wensenlijstje staan. Wij willen juist graag eens ervaren hoe het is om op een snelweg van 12 banen breed te kunnen liggen, zonder je zorgen te hoeven maken om aangereden te kunnen worden. Echter kan ik mijn ervaringen over deze stad nog niet delen. Morgen huren we namelijk een scootertje om de stad te verkennen. Ondertussen wel weer een ruime week vol verschillende impressies verder en ja wij zitten dus toch nog steeds in Myanmar. De reden? Pak een koel drankje en ga ervoor zitten, want ik neem je weer mee in mijn backpack. Terug naar 1 November, de dag dat we aankwamen bij het Inlemeer…

Na een serieus afschuwelijke rit met de nachtbus, kwamen we aan in Nyaung Shwe, het backpackers centrum van het Inlemeer. De Birmezen zijn zelf in het bezit van ontzettend veel flexibele ledematen. Ze zitten veelal in kleermakerszit of gehurkt met hun voeten volkomen plat op de grond (dus niet de hakken van de grond) en houden dit voor zeer lange tijd vol. Probeer dit maar eens, ik denk dat weinig Nederlanders ze dit na kunnen doen. Het blijkt ook dat de mensen hier aanzienlijk langere achillespezen hebben dan wij. Mij lukt het in ieder geval niet, maar ik zit dan ook liever op de bank met Netflix en wat lekkers dan dat ik iets aan mijn lenigheid doe. Maar goed, op deze manier zal een busreis voor hen ook stukken makkelijker zijn dan voor lange, stijve Hollanders zoals wij. Het begon al direct met de moeite om onze zitplaats te bereiken. Niet vanwege onduidelijke becijfering, zitplaatsen 8 en 9 waren makkelijk vindbaar, maar om onszelf tussen de al geheel plat liggende stoelen te wurmen. Daarnaast was er geen ruimte om de stoel bij het raam in liggende positie te zetten, omdat er gewoonweg geen ruimte meer voor was. We hebben sneaky andere plekken in de bus in genomen die vrij waren. Deze zaten ruimer en gelukkig werd dit getolereerd. Desondanks hebben we toch weinig kunnen slapen. Ik ben sowieso een doorgewinterde zijslaper en daarnaast rijden de chauffeurs hier echt als malloten. Je zou in Nederland de meest gezochte wegpiraat zijn als je jezelf zo laat gaan. De misselijkmakende ritjes in Thailand waren hier niks bij. God was mis ik Thailand soms. Gelukkig zijn we tot nu toe nog steeds heelhuids en veilig op locatie aangekomen en kan ik nog steeds ervaringen delen. Ergens kijken we ook weer onze ogen uit naar hoe men het toch steeds weet te presenteren en wat je ook onderweg allemaal tegenkomt.
Het was maar een klein stukje lopen naar ons hotel, maar heerlijk om die lange verkreukte benen eens wat beweging te kunnen geven. Wat waren we blij na een weekje ‘scruffy’ Myanmar om weer eens in zo’n fijn, ruim en schoon hotel te kunnen verblijven. Het klinkt wat verwend, maar zo fijn alleen onze eigen leefomgeving in Nederland al is, zo onvoorstelbaar is dat hier. Het plaatsje zelf is een verwaarloosd en een ook wat smerig dorpje, maar het gaf ons wel direct een beter gevoel. Ergens hing er hier een relaxte sfeer en kwam je veel leuke guesthouses en restaurantjes tegen. Eerst wat bijkomen van de 16 uur durende slopende reis, waarbij het ook weer eens tijd was om wat research te doen en praktische zaken uit te zoeken. Daarna besloten we om het dorpje wat te verkennen. We hadden een leuk restaurantje uitgezocht, maar waar we nog geen rekening mee hadden gehouden was dat het in de omgeving van het Inlemeer ‘s avonds veel meer afkoelt dan in de voorgaande plaatsen. Het knusse diner had een wat koude wending waar wij onze warme kleding nog in het hotel ergens onderin de tas hadden liggen.
De volgende ochtend, na het beste ontbijt van Myanmar achter onze kiezen te hebben, besloten we 2 krakkemikkige grijze fietsjes te huren om daarmee de omgeving van het Inlemeer te verkennen. Met een leuk geadviseerde route in ons mandje voorop begonnen we de weg opwaarts. Het was wat pittig op een kleine fiets, aangezien de Birmezen niet zijn berekend op de lange professionele fietsgrage Nederlanders. Ik denk dat hun gemiddelde lengte zo’n 3/5e van onze lengte zal zijn. De fiets zat zeker niet op een fatsoenlijk Gazelle niveau, maar toch op dit goedkope Chineze product kwamen we redelijk vooruit. En dan is het toch ook wel grappig om allerlei vervoersmiddelen uit te proberen hier. Zeggen we dan natuurlijk wel achteraf. Na enkele uitzichtpunten, hoog en laag, besloten we in het dorpje Khaung Daing een willekeurig weggetje in te slaan om een indruk van de lokale bevolking en hun dagelijks leven op te doen. Deze dag hadden we besloten onze Instax camera mee te nemen. Een camera die direct een Polaroid exemplaar uitprint na het maken van de foto. Wij wilden vooral graag de kindjes in dit land op de foto zetten en hen blij maken met het fotootje. Dit werd een geslaagde actie. Al vrij snel fietsten we tegen een bamboe boerderijtje aan, waar 2 zusjes in hun mooie roze kleertjes aan het spelen waren. Af en toe renden ze tussen hun vader door die aan het werk was op het land. De voortuin lag vol bezaaid met zonnebloempitten op grote bamboe platen. Deze lagen te drogen in de zon. Vader was deze aan het ‘omspitten’ om ze van meerdere kanten goed te kunnen laten drogen. Wij bekeken een poosje het dagelijks leven van deze familie en besloten de zusjes samen op de foto te zetten. Ze waren erg verlegen, maar

ewlbraun

14 chapters

15 Apr 2020

De mensen maken het verschil

November 11, 2017

|

Inlemeer, Mandalay & Bagan - Myanmar

NAYPYIDAW: misschien hebben jullie deze naam wel eens voorbij zien komen of kennen jullie de plaats. De hoofdstad van Myanmar is niet het door ons eerdere bezochte Yangon, zoals velen nog denken, maar sinds 2005 het gloednieuwe Naypyidaw. De stad is opgezet door het leger en de overheid van Myanmar die een meer centrale locatie dan Yangon in het land wilden. Vanuit het niets werd Naypyidaw gecreëerd, met de intentie dat het een bruisend centrum zou worden. Veel inwoners, ten opzichte van de grootte, kent deze miljarden stad niet. Als je de ‘spookstad’ inrijdt, zoals wij vanmiddag ook mochten ervaren, kom je in een compleet andere wereld terecht dan alles wat we afgelopen tijd hebben gezien in Myanmar. De stad is surrealistisch, groot, nieuwe enorme gebouwen en het levendige zelf is er amper te ervaren. De wegen waarop we reden zijn super strak en erg breed vergeleken met de afgebrokkelde stukken wegdek of zandwegen die we van eerder Myanmar kennen. Bovendien liggen aan een groot deel van de krankzinnig brede wegen alleen maar enorme hotels, waaronder ook die van ons. Dit is de zogenoemde hotelzone. Woonhuizen of andere gebouwen zie je hier niet en de hotels die er staan zijn maar door enkelen bezet, of staan leeg. Dan te bedenken dat er nog nieuwe hotels bijgebouwd worden momenteel. Naar verluid heeft het miljarden euro’s gekost om deze hoofdstad op te bouwen, waar ze ook nog niet klaar zijn. En dat terwijl wij afgelopen weken zoveel armoede hebben gezien…

Dit is de plek waar wij nu zijn aangekomen. Niet veel toeristen die Myanmar bezoeken hebben Naypyidaw, of Nay Pyi Taw, op hun wensenlijstje staan. Wij willen juist graag eens ervaren hoe het is om op een snelweg van 12 banen breed te kunnen liggen, zonder je zorgen te hoeven maken om aangereden te kunnen worden. Echter kan ik mijn ervaringen over deze stad nog niet delen. Morgen huren we namelijk een scootertje om de stad te verkennen. Ondertussen wel weer een ruime week vol verschillende impressies verder en ja wij zitten dus toch nog steeds in Myanmar. De reden? Pak een koel drankje en ga ervoor zitten, want ik neem je weer mee in mijn backpack. Terug naar 1 November, de dag dat we aankwamen bij het Inlemeer…

Na een serieus afschuwelijke rit met de nachtbus, kwamen we aan in Nyaung Shwe, het backpackers centrum van het Inlemeer. De Birmezen zijn zelf in het bezit van ontzettend veel flexibele ledematen. Ze zitten veelal in kleermakerszit of gehurkt met hun voeten volkomen plat op de grond (dus niet de hakken van de grond) en houden dit voor zeer lange tijd vol. Probeer dit maar eens, ik denk dat weinig Nederlanders ze dit na kunnen doen. Het blijkt ook dat de mensen hier aanzienlijk langere achillespezen hebben dan wij. Mij lukt het in ieder geval niet, maar ik zit dan ook liever op de bank met Netflix en wat lekkers dan dat ik iets aan mijn lenigheid doe. Maar goed, op deze manier zal een busreis voor hen ook stukken makkelijker zijn dan voor lange, stijve Hollanders zoals wij. Het begon al direct met de moeite om onze zitplaats te bereiken. Niet vanwege onduidelijke becijfering, zitplaatsen 8 en 9 waren makkelijk vindbaar, maar om onszelf tussen de al geheel plat liggende stoelen te wurmen. Daarnaast was er geen ruimte om de stoel bij het raam in liggende positie te zetten, omdat er gewoonweg geen ruimte meer voor was. We hebben sneaky andere plekken in de bus in genomen die vrij waren. Deze zaten ruimer en gelukkig werd dit getolereerd. Desondanks hebben we toch weinig kunnen slapen. Ik ben sowieso een doorgewinterde zijslaper en daarnaast rijden de chauffeurs hier echt als malloten. Je zou in Nederland de meest gezochte wegpiraat zijn als je jezelf zo laat gaan. De misselijkmakende ritjes in Thailand waren hier niks bij. God was mis ik Thailand soms. Gelukkig zijn we tot nu toe nog steeds heelhuids en veilig op locatie aangekomen en kan ik nog steeds ervaringen delen. Ergens kijken we ook weer onze ogen uit naar hoe men het toch steeds weet te presenteren en wat je ook onderweg allemaal tegenkomt.
Het was maar een klein stukje lopen naar ons hotel, maar heerlijk om die lange verkreukte benen eens wat beweging te kunnen geven. Wat waren we blij na een weekje ‘scruffy’ Myanmar om weer eens in zo’n fijn, ruim en schoon hotel te kunnen verblijven. Het klinkt wat verwend, maar zo fijn alleen onze eigen leefomgeving in Nederland al is, zo onvoorstelbaar is dat hier. Het plaatsje zelf is een verwaarloosd en een ook wat smerig dorpje, maar het gaf ons wel direct een beter gevoel. Ergens hing er hier een relaxte sfeer en kwam je veel leuke guesthouses en restaurantjes tegen. Eerst wat bijkomen van de 16 uur durende slopende reis, waarbij het ook weer eens tijd was om wat research te doen en praktische zaken uit te zoeken. Daarna besloten we om het dorpje wat te verkennen. We hadden een leuk restaurantje uitgezocht, maar waar we nog geen rekening mee hadden gehouden was dat het in de omgeving van het Inlemeer ‘s avonds veel meer afkoelt dan in de voorgaande plaatsen. Het knusse diner had een wat koude wending waar wij onze warme kleding nog in het hotel ergens onderin de tas hadden liggen.
De volgende ochtend, na het beste ontbijt van Myanmar achter onze kiezen te hebben, besloten we 2 krakkemikkige grijze fietsjes te huren om daarmee de omgeving van het Inlemeer te verkennen. Met een leuk geadviseerde route in ons mandje voorop begonnen we de weg opwaarts. Het was wat pittig op een kleine fiets, aangezien de Birmezen niet zijn berekend op de lange professionele fietsgrage Nederlanders. Ik denk dat hun gemiddelde lengte zo’n 3/5e van onze lengte zal zijn. De fiets zat zeker niet op een fatsoenlijk Gazelle niveau, maar toch op dit goedkope Chineze product kwamen we redelijk vooruit. En dan is het toch ook wel grappig om allerlei vervoersmiddelen uit te proberen hier. Zeggen we dan natuurlijk wel achteraf. Na enkele uitzichtpunten, hoog en laag, besloten we in het dorpje Khaung Daing een willekeurig weggetje in te slaan om een indruk van de lokale bevolking en hun dagelijks leven op te doen. Deze dag hadden we besloten onze Instax camera mee te nemen. Een camera die direct een Polaroid exemplaar uitprint na het maken van de foto. Wij wilden vooral graag de kindjes in dit land op de foto zetten en hen blij maken met het fotootje. Dit werd een geslaagde actie. Al vrij snel fietsten we tegen een bamboe boerderijtje aan, waar 2 zusjes in hun mooie roze kleertjes aan het spelen waren. Af en toe renden ze tussen hun vader door die aan het werk was op het land. De voortuin lag vol bezaaid met zonnebloempitten op grote bamboe platen. Deze lagen te drogen in de zon. Vader was deze aan het ‘omspitten’ om ze van meerdere kanten goed te kunnen laten drogen. Wij bekeken een poosje het dagelijks leven van deze familie en besloten de zusjes samen op de foto te zetten. Ze waren erg verlegen, maar

heel geweldig om te zien hoe blij ze waren met het resultaat. Als dank kregen we van hun vader een grote hand vol met verse zonnebloempitten van het land. Ik kan je vertellen, dit waren de allerlekkerste zonnebloempitten die ik ooit heb gehad.
Als je hier door dit dorpje verder reed, zag je voornamelijk verscheidene oogst liggen van zonnebloempitten, gele erwten, maïs en andere soorten bonen. Ook lagen er verschillende eigengemaakte producten te drogen wat leek op lasagnebladen en platte bruine crackers. We kwamen deze producten toevallig later de week verpakt tegen bij een shop bij een van de busstops en weten nu dat het bewerkingen van tofu zijn.
Na wat heen en weer gefietst in het dorpje, stuitten we op een ontzettend schattig klein jongetje met een trommeltje. Hij sloeg ‘ritmisch’ op zijn trommeltje, riep van alles en lachte naar ons. Je voelt ‘m aankomen, een prachtig moment voor een fotootje. Zijn broertje en zusje kwamen erbij staan en er kwam een werkelijk prachtig plaatje van deze 3 kinderen uit. Enkele meters achter hen, tussen de schuren, zat de gehele familie samen net te genieten van hun eigen bereide lunch. Wij werden geroepen en uitgenodigd om met hen mee te eten. Dit is een van de mooiste ervaring die wij in Myanmar hebben gehad. Tussen de bewoners het lokale eten en drinken tot ons nemen op een veel te klein plastic krukje. Iedereen even vriendelijk. Oma wilde ook graag op de foto met de

kinderen dus daar rolde nogmaals een polaroidje uit de camera voor deze lieve familie. Toch moesten we uiteindelijk weer afscheid nemen en vervolgden we onze route richting een opstapplaats voor een boot. Niet al te snel gevonden, maar dat zijn we ondertussen wel gewend. Hier werden de fietsen mee in de boot gehesen en konden we zelf plaatsnemen op een mooi bamboe geweven kleedje midden in de boot. We staken dwars het meer over richting Maing Thauk wat is gelegen aan de oostkant van het meer. Vanaf daar zouden we weer noordwaarts richting ons eigen dorpje fietsen, maar niet voordat we een bezoekje hadden gebracht aan Red Mountain Estate. Dit is een wijngaard in de heuvels, waar je tevens een proeverij kon doen. Laat dat nou één van de betere excuses zijn voor een heerlijk wijntje te drinken, of in het geval van een proeverij dus meerderen. Met de zon die zijn prachtige goudkleurige gloed op het heuvelachtige landschap rondom de wijngaard achter liet, zaten wij met 4 wijntjes en wat pindanootjes voor ons te genieten van het moment. Even moest ik denken aan wat lieve vrienden en collega’s van me die gek zijn op wijn en maar wat graag deel uit zouden willen maken van dit moment. Helaas duurde het voor ons te lang om nog tot de

zonsondergang te wachten, anders zou deze plaats een erg mooie gelegenheid zijn. We sloten uiteindelijk de dag af in ons eigen plaatsje met een heerlijke Mexicaanse maaltijd en wat lichte zadelpijn.

De volgende dag had Kevin weer een werkdagje ingelast en besloot ik nog even de fiets te pakken om terug te gaan naar Maing Thauk, waar een Forest Monastery zou zijn. Hier zou je een mooi uitzicht hebben over het Inlemeer. Echter was de route hier naartoe niet zo makkelijk, want met een klein en krakkemikkig fietsje kan je niet voor een langere tijd opwaarts fietsen. Ik besloot de fiets achter te laten en het laatste stuk te lopen, waar dit ook al zwaar genoeg was. Het uitzicht was niet fantastisch, aangezien veel begroeiing mijn zicht onderbrak. Ik was ‘s middags hierdoor weer sneller terug dan gepland en besloot wat relaxt aan te doen. Deze avond stond een bezoekje aan het bekende Taunggyi festival op de planning. Dit was de gehele week al bezig, maar wij wilden graag deze dag, aangezien het volle maan was. Het festival staat bekend om de grote zelfgemaakte luchtballonnen die ze oplaten. Onder de ballon monteren ze een grote bak inclusief véél vuurwerk. Hoe groter en gekker hoe beter. Wij hadden zelf onze hoop te veel gevestigd op het Loy Krathong in Thailand, het licht festival met alle wensballonnen. Op plaatjes ziet alles er toch altijd zo fantastisch uit… Dit festival kwam nergens mee overeen, uitgezonderd de overvolle crowd. Het viel wat tegen. Om er te komen was al een eerst probleem. Alle taxi’s waren compleet uitverkocht en wij wilden het liefst niet met een tuktuk. Echter hadden wij geen keuze wilden we toch een bezoekje brengen aan het bekende festival. Samen met 2 Nederlandse meiden en een Zwitserse hadden we een tuktuk gecharterd. Neem daarbij in je hoofd dat Taunggyi normaal gesproken ook een ruim uur rijden van Nyaung Shwe vandaan ligt. Ook deze rit was voor de verandering weer eens zeer oncomfortabel en duurde daarbij erg lang. Toch maak je dan onderweg gezellige kletspraatjes, boven het helse kabaal van de draaiende motor uit. Zo'n anderhalf uur later kwamen we volledig geblenderd uit de laadbak van de tuktuk met tientallen blauwe plekken rijker. We besloten direct met z’n allen om toch maar een taxi terug proberen te regelen. Het festivalterrein was overvol. Het verkeer er naartoe stond volledig vast. Maar het begon rond 21:30 uur uiteindelijk dus we waren nog ruim op tijd. Eerst even een hapje gegeten, waarna we ons als een van de weinige toeristen tussen de Birmezen in het veld mengden. We hebben maarliefst 2 ballonnen op zien gaan waarna we moesten besluiten terug te gaan. De tijd tussen de ballonnen door was al gemiddeld 45 minuten en daarbij was het steenkoud. Iedere verstandige Birmees stond in een winterjas, waar ik in een jurkje en vestje stond. In een zoektocht naar fleecedekentjes kregen we onverwachts een taxirit naar huis aangeboden van een stel lokale bewoners van Taunggyi. Te lief voor woorden, de hele familie werd wakker geschud door oma om ons allen te kunnen helpen. Wij, een ieder in een eigen dikke fleece deken van oma gewikkeld zaten verdeeld in de warme auto. De mannelijke bewoner van het huis bracht ons terug naar Nyaung Shwe. Hij nam zijn vrouw mee voor de veiligheid en gezelligheid op de terugreis aangezien het een eindje rijden was. Deze vrouw was zo gul naar ons dat ze zelf plaats nam in de kofferbak. Dan voel je je schuldig hé, maar dit doen ze hier gewoon. Ze ‘tolereren’ ze geen tegenspraak, want zij voelde zich prima. Ongelooflijk! Snap je nu waar ik heen wil gaan met de titel van het hoofdstuk… En weer zijn we veilig terug gekomen.

Volgens ons gemaakte planning zouden we de volgende dag eigenlijk doorreizen naar Mandalay. Ik had mezelf regelmatig verdiept in de omgeving van het Inlemeer en ik wilde eigenlijk toch wel erg graag de trekking richting het bergdorpje Kalaw doen. Dit werd door zoveel mensen en internetsites aangeraden en mijn nieuwsgierigheid was daardoor gegroeid. Na wat navraag bij meerdere organisaties in het plaatsje en na overleg met Kevin besloot ik mijn wens te vervullen. Wij hadden recht voor ons hotel een kleine ‘agency’ staan die ons al bij veel dingen had geholpen. Hier had ik besloten de trekking te boeken en er werd me verteld dat ik dit samen met 4 andere zou doen. Kevin had diep in zijn hart ook heel graag deze trekking willen doen, maar voor hem was dit ook een perfect moment om 2 dagen lang aan het werk te gaan. En dit zonder gestoord te worden door zijn af en toe vervelende en eigenwijze vriendin. Hij besloot dit laatste dan ook te doen. Het hotel waar we al 2 nachtjes verbleven beviel ons super goed, dus 2 extra nachten waren bijgeboekt. Ik was blij dat ik bij deze trekking niet de enige zou zijn, aangezien ik het ook altijd leuk vind om nieuwe mensen te ontmoeten. Helemaal in deze setting.

De volgende ochtend, tevens de ochtend na het laat thuiskomen van het Taunggyi festival, stond ik netjes om half 9 paraat. Mijn luxe taxi werd voorgereden, wat weer zo’n tuktuk met laadbak was. Twee andere diehards waren hierin al voor mij opgehaald. Met hen zou ik de trekkingsdagen delen, waar de andere 2 wegens omstandigheden waren uitgevallen. Dit waren Garazia en (.. ik ben heel slecht in namen, zijn naam ben ik vergeten), beiden uit Spanje en beiden toevallig ook verpleegkundigen. Ik nam tijdelijk afscheid van Kevin, waar ik het toch wel heel jammer vond voor hem dat hij niet met mij mee kon. Het was wel direct gezellig in de tuktuk en de 45 minuten rijden naar de beginplaats van de trekking waren dan ook zo voorbij.
Het eerste deel van de trekking, met in het bijzonder het eerste uur, was écht zwaar. Wij hadden een leuke gids met een goed vlot wandeltempo. Ik wilde niet direct het eerste deel achterblijven, dus heb ik weer het uiterste gevraagd van mezelf. Het was namelijk alleen maar bergopwaarts met de zon al vol brandend in de rug. Er werd ons verteld dat dit dan ook wel het heftigste deel van de route zou zijn, wat ons als geruststelling weer extra kracht gaf. Je herstelt na zo'n moment klimmen wel weer snel. Even wat rekken en strekken op advies van onze zuster Garazia en we vervolgden de trekking weer door het prachtige landschap liggende tussen het Inlemeer en Kalaw. Ik heb onbeschrijfelijk mooie en leuke momenten beleefd en beeldschone natuur gezien. Je liep afwisselend door de bossen en rijstvelden, over zandpaden of aangereden kleigrond. Je kwam plantages tegen van chili pepers, tomaten, aardappels, gember, koffiebonen, maïs, sinaasappels en je kan het je zo gek niet bedenken. Je zag de lokale bevolking hard werken op het land met koeien en oude houten karren, zoals wij zouden herkennen van oma’s fotoboek van tientallen jaren terug. De eerste dag wandelden we ca 6,5 uren. Tussendoor hadden we stops en halverwege een onwijs lekkere uitgebreide lokaal eigengemaakte lunch. Eind van de middag kwamen we aan in het bergdorpje waar we onze overnachting hadden. Na zo’n fikse wandeling kan je je niks beters wensen dan een schone warme douche, maar dat zat er natuurlijk niet in hier. Met wat babydoekjes van Garazia in de weer dan maar. De wc was

daarnaast ook zeer primitief, dus op die details zal ik maar niet ingaan. Overigens koelde het in het bergdorpje ‘s avonds ook erg af, maar gelukkig was ik deze keer wel zo verstandig geweest om extra warme kleren mee te nemen. Zelfs deze boden mij niet voldoende warmte, dus deelde ik mijn avond weer met een extra fleece deken. De warme maaltijd was weer uitstekend verzorgd. Elk bordje, van de 10, waren netjes op. Dat verklaard dat het goed gesmaakt heeft. Hierna hebben we nog gezellig de avond gedeeld met goede verhalen en drankjes. Ook onze gids deed de avond gezellig mee. We sliepen op een houten onderstel met daarop een flinterdun matje, wat wij in Nederland een matig tuinstoelkussen zouden noemen. Wel een flinke dosis aan fleece dekens waren achter gelaten, dus met wat improvisatie werk hebben we nog een prima nachtje kunnen slapen. Het deed me even denken aan schoolkamp of clubkamp van vroeger. Dan sliep je vaak in een herberg in lange houten bakken met daarin allemaal matjes of op een matje in een tentje.
De tweede dag wandelen startten we rond 9 uur. We liepen deze dag samen op met het Duitse koppel Jane en Tim en hun gids. Wij hadden hen de dag tevoren ook al meerdere keren gezien en gesproken bij de lunch en stops. Dit maakte de tweede dag weer zo gezellig. Ook de omgeving was weer adembenemend mooi. Echter was iedereen deze dag wel wat moe, maar gelukkig duurde de dag iets korter. Na een goede lunch bereikten we Kalaw halverwege de middag. In 2 dagen tijd hebben we ongeveer 55 km gewandeld. Ik zou deze trekking zeker aanraden, ik had het niet willen missen. We namen met een kopje koffie afscheid van elkaar en ik was de enige die weer met een bus terug naar Nyaung Shwe moest, terug naar Kevin. Anderhalf uur later was ik opgelucht en blij om Kevin weer even te kunnen knuffelen en uit te kunnen rusten in het heerlijke bed op de hotelkamer.

Geen dag rust, want de volgende ochtend ging de wekker weer op tijd om nu wel door te reizen naar Mandalay. Mandalay is de op een na grootste stad van Myanmar en ligt centraal. Toch zijn de reistijden tussen de plaatsen lang en zoals eerder benoemd de wegen soms zeer beroerd. Op de reisdagen kun je de hele dag er wel voor weg rekenen. Vooral een dag zoals deze reisdag waarop onze bus 2 uur later dan geplande tijd arriveerde. Ik moet wel zeggen, je raakt er vanzelf gewend aan en kijkt er niet meer van op. Er is altijd wel iemand bij de busstop die je wil helpen of de busorganisatie even voor je opbelt en in goed en duidelijk Birmees een woordje doet, waar wij niet verder in de taal komen dan Mingalabar, wat de Birmese begroeting is. Ook deze chauffeur had een flinke chilipeper in zijn achterwerk. We zullen niet weten of dit in het aard van het beestje zat of dat hij de tijd van arriveren wilde inhalen. Wel was hij zo vriendelijk om ons na flink wat uren rijden ons voor het hotel in Mandalay afzette. Een prima hotel middenin het centrum. Gratis leenfietsen brachten ons op verschillende plekken in de stad. Ook in Mandalay is het verkeer weer als vanouds overladen jachtig. Ondanks dat voelden we ons op de fietsen, zonder überhaupt gemonteerde lampen te bezitten, geen moment onveilig. Mandalay deed erg gezellig aan bij avond. We hadden maar 1 volle dag hier en dat was de volgende dag. We hadden besloten hier kort te blijven als doorreis locatie. Deze volle dag besloten we wederom ons favoriete vervoersmiddel te huren, de scooter. Hiermee zijn we langs de plaatsjes Innwa (Ava), Sagaing en Amarapura gereden. Bij dit laatste plaatsje hebben we de bekende U Bein-Brug bezocht, welke met 1,2 km de langste teakhouten brug van de wereld is. Zo speciaal dat nu doet klinken, zo was deze brug niet. Het teakhout was door alle toeristen niet meer zichtbaar. Als je plaatjes op Google hierover zoekt, zo zal je de brug niet aantreffen. Maar het was wel de moeite waard om geweest te zijn. Daarnaast bezorgde het toeren zelf ons weer een heerlijke ontspannen dag.

Ons Mandalay-avontuur was maar kort, want in de vroege ochtend van 8 November zaten we in de opkomende ochtendzon op een roze plastic stoeltje bij het Pyi Gyi Myet Shin Highway Bus Station te wachten op onze bus richting Bagan. Onze volgende bestemming. Dit was overigens de eerste locatie waar het wat meer moeite kostte om een redelijk betaalbaar en prettig hotel/hostel te vinden. Na weer een dag uitgetrokken te hebben voor het reizen, zette ook deze buschauffeur ons weer netjes voor het motel af. De meeste mensen die in Bagan komen zullen direct op pad gaan om een glimp op te vangen van de duizenden oude tempels, stupa’s of pagodas die hier over zo’n ca. 42 km2 verdeeld staan. Wij daarentegen vermaakten ons de eerste dag weer met de laptop in een Indiaas restaurantje in Nyaung-U. Het restaurantje hadden we de avond van aankomst gegeten en beviel ons uitstekend. Nyaung-U is ook in dit gebied het bekendere en meer gezellige toeristische gedeelte van Bagan. Bij dit motel konden we ook weer gratis fietsen lenen om wat dichter in het centrum te komen. Krakkemikkig, dat waren ze zeker weer. Er zaten wonderbaarlijk versnellingen op de fiets, die de terugweg richting het hotel bergopwaarts niet heel verkeerd waren. Helaas was dit meer sier dan functioneel. Dus besloten we op onze werkdag 2 mountainbikes te huren voor een eurootje per stuk. 1 mountainbike zonder trapper en 1 zonder versnellingen. Ja, we waren beter af met de fietsjes van de vorige avond. Weer van die momenten die je achteraf niet meer zal vergeten en wat gegrinnik met zich meebrengt. De 2e volle dag begon onze dag erg vroeg voor de standaard reis begrippen. De wekker ging namelijk 4:45 uur. En dit is geen typfout, nee dit omdat we de zonsopgang op de Law Ka Ou Shaung hebben bewonderd. Een van de 2200 tempels in Bagan. Een echte aanrader en dat was het vroege opstaan meer dan waard. Weer een van de mooiste momenten uit onze reis. Natuurlijk waren we niet de enigen, wij deelden dit moment met zo'n 30 andere toeristen alleen al op deze tempel. Toch hadden wij een magnifiek plekje veroverd en was het ook gezellig met wat mensen om je heen. Wel was ik ontzettend verbaasd toen ik plots recht in het gezicht van de duitse Jane keek, die ik kende van de trekking van een week geleden. Dikke toeval dat je een bekende juist op een wat onbekende tempel tegenkomt. Na de zonsopgang reden we terug naar het motel voor een ontbijtje en wat rusten. De middag hebben we de tempeltour vervolgd. Op onze dikke E bike door de landschappen van Bagan, een en al geluksmomentjes. Wat is het prachtig in Bagan. Veruit het mooiste wat we hebben gezien en ervaren van het land. Het is zo zonde dat dit gebied met de prachtige tempels nog niet op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. Rond een uurtje of 5 in de middag hebben we ook de

prachtige zonsondergang op de Bulethi tempel bekeken. Het is een herinnering die me altijd zal bijblijven, wat hebben wij genoten in Bagan.

Nu ik hier lig op bed en de herinneringen van Myanmar terug haal, dan besef ik me wel dat de tijd voor mij in dit land voorbij is. Het uitgaande vliegticket staat dan ook al vast. 14 November vliegen wij door naar Hanoi in Vietnam. Myanmar heeft helaas niet de allermooiste natuur en mooi ontwikkelde plaatsen en wordt dan ook aanzienlijk verpest door het afval dat overal bezaaid ligt. Je wordt soms onpasselijk van de geuren die op de straten hangen. Veel delen van het land zijn erg arm en daar doet het dan ook vaak erg smerig aan. Iedereen gooit en spuugt alles van zich af en de riolen lopen hier soms langs de straten op. Een dagje rust in de buitenlucht van Myanmar is ook onvoorstelbaar soms, want de

toeters worden hier continu meermaals gebruikt bij elke inhaalmanoeuvre van elk vervoermiddel op de weg. Het is voornamelijk in de steden één grote valse orkestbak aan loeiende claxons. Daarnaast na een dagje toeren op de scooter of fiets kan je ook nog eens een vieze laag aan uitlaatgassen en stof van je lijf schrapen. Het reizen tussen de bezienswaardigheden in het land kost veel tijd en moeite als je dit op normaal/goedkoop budget wil doen en is daarbij meestal niet comfortabel. Het eten in Myanmar tref je soms uitstekend, maar veelal ook zeer matig. Ze gebruiken ontzettend veel suiker, zout en olie in hun producten. We hebben al 3 weken lang verscheidene darmprobleempjes, maar echt ziek zijn we hier gelukkig niet geweest. Dit alles vertel ik er vaak niet bij, maar werkelijk elke dag zie en beleef je dit wel. Dat maakt je hoofd en lichaam soms ook wel sneller moe. Daarbij doet het wel heel wat met ons grotendeels om dat te zien en mee te maken. Maar ondanks dit en hoogstwaarschijnlijk nog wel meer, vind ik toch de hele ervaring hier en vooral die ik met de bevolking heb gehad onbeschrijflijk mooi. Ik heb veel geleerd van dit land en ik denk dat dit land bij mij de meest bijzondere impressie heeft los gebracht. Ik denk dat wij dit in geen ander land zullen ervaren van de landen die we nog gaan bezoeken. Iedereen is zo vriendelijk en vrolijk naar ons. Iedereen wil je helpen en is daarbij zo zichzelf, dat wij als Nederlanders daarin een voorbeeld aan kunnen nemen. Ik kan niet omschrijven hoe dat hier is, je moet het eens ervaren hebben. Ik kan alleen maar vertellen dat het een prachtige herinnering bij mij teweeggebracht heeft, die ik voor geen goud had willen missen. Myanmar was een aanvulling op onze reis.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.