A F R I C A

Dinsdag, 20 februari 2018
Melkbosstrand Kaapstad – Zuid-Afrika
Van Hwange National Park, Zimbabwe, via Victoria Falls en Botswana naar Kaapstad

Hallo België !

Dit wordt het laatste verhaal over onze reis : we zijn weer terug in Kaapstad !

Na een prachtrit door Zimbabwe en een heel tof verblijf op de Tuskers campsite trokken we noordwaards naar de Victoria watervallen.
We vonden een plaatsje op een goeie campsite, midden in Victoria Falls (het dorp naast de watervallen aan de kant van Zimbabwe; aan de Zambia-kant heet het Livingstone).
We zaten dus op wandelafstand van een goeie coffeshop, winkels, en… het kantoor van Western Union ! Onze kaarten werkten nog steeds niet in Zimbabwe en onze enige overblijvende optie om weer wat US Dollars in handen te krijgen was het opsturen van geld naar onszelf via Western Union. En dat ging heel makkelijk, dus ook dat was weer opgelost.
In afwachting van het langverwachte bezoek aan de beroemde watervallen, zijn we eerst gaan lunchen in het knappe, historische, koloniale Victoria Falls Hotel.
Alles daar ademt geschiedenis en als je er rondwandelt of op het prachtige terras zit (met zicht op de dampen van de watervallen in de verte) kan je zo de sfeer van de oude koloniale tijden voelen. Er lopen ook heel wat dieren in de mooie tuin (wrattenzwijntjes,…) en er zitten véél velvet-aapjes, die de suiker van je tafel stelen als je niet oppast (wat mij dus overkwam). Echt een aanrader voor diegenen onder jullie die ooit de watervallen willen bezoeken : lunch of hightea in het Victoria Falls Hotel ! Zeker doen !
Spijtig genoeg geen foto’s van : ik had die dag geen zin om de grote camera mee rond te zeulen, maar voor de geïnteresseerden : Google !
En dan natuurlijk de watervallen zelf ! Moeilijk te beschrijven met woorden en zelfs moeilijk op foto vast te leggen : de kracht, het gebulder, de grootte, de diepte,…. Het is echt schitterend.
75% van de watervallen ligt op Zimbabwe-grondgebied en daar heb je dus ook het mooiste zicht.
Een wandelpad loopt voor ongeveer 1,5 km langs de overkant, dus er is vanuit verschillende uitkijkpunten een prachtig zicht op de watervallen.
Het park errond is heel tropisch, vanwege de warmte en de constante waterdamp. Het Victoria Falls National Park is in zijn geheel ook een bezoek waard (de Big 5 !), maar vanwege een overdaad aan dieren en parken de voorbije maanden, hebben we dat deze keer overgeslagen.
We waren in ieder geval op de perfecte moment bij de watervallen. Rond december staan ze nog redelijk “droog” en vanaf maart zijn ze zo vol water dat het zicht door de overvloedige waterdamp heel slecht is en je wordt er alleen maar door en door nat van.
Februari was dus ideaal ! Zie foto’s !
In Vic Falls kregen we ’s avonds ook een enorme onweers- en regenbui over ons : de eerste van héél veel buien tot ver in Zuid Afrika (zie verder).

Vanuit Vic Falls zijn we in Kazungula de grens van Botswana weer overgestoken om de “long way down” naar Kaapstad te beginnen.
De weg van Vic Falls naar Kazungula en van Kazungula naar Nata was er eentje met een overdaad aan olifanten.
Elke 10 km stond er wel een of meer grote exemplaren op of naast de weg, zodat we met de nodige voorzichtigheid moesten passeren. Hun reactie is redelijk onvoorspelbaar : van totaal negeren, tot imposant oorgeflapper, lawaai en schijnaanvallen als je te dicht passeert.
We waren ook getuige van de restanten van een vreselijk ongeval op die weg.
Enkele uren voordien (net voor zonsopgang) had een grote toeristenbus twee olifanten frontaal aangereden.
Allebei de olifanten op slag dood en de bus perte-totale natuurlijk (wonder boven wonder niemand gewond).
Toen we passeerden was de politie volop bezig om de restanten (vooral een enorme berg darmen en ingewanden – ik bespaar jullie de foto’s) van de olifanten op te kuisen. Het vlees zelf was al versneden (om op te eten) door lokale mensen en/of was opgegeten door roofdieren.
Echt een gruwelijk zicht ! En het bewijst maar weer dat ’s nachts (te snel) rijden in Afrika echt niet verstandig is : de olifanten zijn in het donker op de weg zo goed als onzichtbaar.
De parken in noord Botswana (Chobe), grenzend aan de parken in noordwest Zimbabwe (Hwange) zitten overvol beschermde olifanten; we hoorden ter plaatse dat het problematisch wordt, dus we zijn wel eens benieuwd hoe ze dat gaan aanpakken in de toekomst.
We kampeerden onderweg naar Nata bij Elephant Sands en ook daar olifanten alom : tientallen exemplaren die rond en tussen de kampeerders passeren om te gaan drinken.
Toch wel spectaculair weeral en zéér indrukwekkend als ze soms wat té dichtbij komen !
Persoonlijk had ik er eentje die op 2 meter van mijn stoeltje passeerde toen ik naast de auto zat. Een zeer nederig momentje !
De weg van Nata naar Maun was slecht en onvoorspelbaar : veel potholes in de weg en hele stukken overstroomd.
Het regenseizoen was nu echt begonnen in Botswana, dus onze offroad trips naar Kubu Island en Baines Baobabs (allebei unieke afgelegen“eilanden”met veel wildlife in een immense zoutvlakte) vielen dus letterlijk in het water.
De zoutkorst waar je op moet rijden is niet toegankelijk na veel regen, want dan zak je er gewoon door en het duurt hééél lang voor iemand je er kan komen uithalen (dagen als je pech hebt). Maar dat houden we in gedachten voor een volgende trip.
Dan maar verder naar Maun, het safaricentrum van Botswana : daar komt iedereen samen om voorraden in te slaan voor trips naar Chobe National Park en de Okovango-Delta. Voor ons een reis terug door de tijd, want in Maun hebben we in 2010 al veel tijd doorgebracht bij The Old Bridge Campsite, dus het was wel leuk om daar nog eens terug te komen en de sfeer op te snuiven.
Spijtig genoeg is Maun ondertussen uitgegroeid van een gezellig safaristadje tot een heuse stad met veel verkeer en alles wat daarbij komt. Maar The Old Bridge was nog niet veel veranderd, dus dat was zeker een bezoek waard.
En ook in Maun véél regen, we konden er niet meer aan ontsnappen.

Van Maun zijn we verder naar het zuiden gereden, richting Ghanzi en Kang, aan de rand van de Kalahari woestijn en het Kalaghadi Transfrontier Park (het gebied waar de San – de Bosjesmannen – wonen).
Daar zijn we via Kang en Zutschwa de woestijn ingereden voor onze laatste echte lange 4X4 rit.
Het was fantastisch ! 150 km diep zand, prachtige landschappen, veel oryxen en impala’s, zoutpannen,… en geen mens te zien.
We kampeerden tussendoor achter de Kaa Gate van het Botswana gedeelte van het Kalaghadi park en dat hebben we geweten.
Het was echt snikheet (om en bij de 40 graden) en de hitte bleef opbouwen toen we ons kamp maakten.
Gelukkig was er wel een toffe openlucht douche waar we verschillende keren zijn gaan onderstaan om wat af te koelen.
Er zijn geen hekken rond de afgelegen kampeerplekken en dit park is gekend voor de vele grote katten (veel leeuwen, luipaarden, hyena’s en cheeta’s), dus het was altijd uitkijken geblazen.
Uiteraard moest er een vuur gemaakt worden (geeft de zwakke kampeerder wat meer zelfvertrouwen en houdt de dieren echt wel op afstand).
Die avond lagen we (zoals het hoort in een park met gevaarlijke dieren) na valavond in onze tent en toen barstte de hel los.
Het begon met wat licht en gedonder in de verte, maar al snel sloeg de bliksem ongenadig in het rond. In Europa kunnen we ons dit soort onweer echt niet voorstellen. Het duurt uren, waait af en aan, de bliksemflitsen zijn heel dichtbij en oogverblindend en de donder is oorverdovend. Er is ook regen, maar niet altijd, en àls het regent is het een enorme stortbui.
Maar die nacht bleef het dikwijls droog, zodat het onweer iets griezelig electrisch kreeg.
Die nacht waren we allebei doodsbang in onze daktent. We lagen daar weerloos alles te ondergaan, in de hoop dat de bliksem niet op onze tent zou inslaan.
We realiseerden ons toen ook de oorzaal van de ontelbare “ontplofte” en zwartgebakende bomen die we onderweg waren tegengekomen.
Weinig geslapen die nacht dus.
Tot overmaat van ramp, toen we ’s morgens nog heel moe wakker werden, lag er een leeuw te brullen op 20 meter van onze tent.
Nog meer stress dus, want we moesten ons kamp nog opbreken. Met onze ogen constant gericht op de bosjes rondom ons, waar het gebrul onverminderd doorging (google maar eens : gebrul van een mannetjesleeuw), hebben we alles opgeruimd en zijn we uiteindelijk opgelucht verdergereden.
Het is uiteraard een onvergetelijk deel van het avontuur en die leeuwen zijn er niet op uit om kamperende mensen aan te vallen (het gebrul is blijkbaar een roep naar een vrouwtje), maar het is toch een spannend gevoel om te weten dat enorme leeuwen zonder omheining dichtbij zitten.

Van Kaa reden we verder door het prachtige landschap naar de Nossob rivier, aan de Zuidafrikaanse kant van het park. Vandaar leidt er een hele mooie en lange weg naast de rivier zuidwaards tot in het meest zuidelijke puntje van Botswana. Onderweg veel dieren : wildebeest, oryx, impala, struisvogels,… Echt een uniek landschap en veel te weinig bezocht door Europese toeristen, die meestal alleen het noorden van Botswana doorkruisen.
We kampeerden halverwege op een ruime, comfortabele campsite waar veel eekhoorntjes, meerkatjes en jakhalzen rondliepen tussen de enorme kampeertrailers van de Zuidafrikanen.
Onze eenvoudige, stoffige Landrover en daktent staken echt af tegen de volledig geëquipeerde kampeerwagens. En tegen 18 u ’s avonds gingen alle barbeques tegelijk aan : de Zuidafrikanen zijn echt verslaafd aan hun “braai”.

Na weer een schitterende rit naast de Nossob rivier kwamen we aan het einde van het park en daar staken we echt de Zuidafrikaanse grens over. Kaapstad kwam nu echt in zicht. Nog een dikke week tijd om naar het zuiden te rijden.
We besloten door te steken door het “bushveld” en de Karoo (soort ruig woestijngebied in het noorden van Zuid Afrika). Vele kilometers oneindige, barre woestijn met hier en daar een stoffig stadje met een lokale pub.
Een van de nachten kampeerden we op het domein van een boerderij en daar kregen we opnieuw een zware onweersbui over ons (het onweer en de regenbuien hadden ons ondertussen al helemaal gevolgd door Botswana).
We zijn wijselijk in de auto blijven zitten, tot we tegen middernacht, half slapend en stijf van het zitten, toch maar in onze daktent gekropen zijn, ondanks bliksem en donder. We zijn er zelfs bij in slaap gevallen en ’s morgens leefden we nog, ha !
Na die vermoeiende nacht besloten we eens een kamer te nemen om wat bij te komen en toen we aanklopten bij Tarantula Guesthouse in Calvinia, kregen we warempel een complete prachtige villawoning met privé zwembad ter beschikking voor de luttele prijs van omgerekend 50 euro !
Alles was er : airco, zalig bed, tv met 360 kanalen, superbadkamer,…. We waren helemaal in de wolken en hebben die dag dus doorgebracht met zwemmen, lang douchen, lekker koken (zonder insecten rond onze kop voor de verandering), dutjes doen en films kijken.
Van het ene uiterste in het andere.
En de regen was ons alweer gevolgd, tot groot plezier van de mensen in Calvinia, want die snakten naar de regen na een periode van heftige droogte.
Het onweer was fel, maar wij zaten er lekker droog in ons luxe-huizeke naar te kijken.
Het landschap vanop het tuinterras was ook adembenemend : de Karoovlakte en de bergen op de achtergrond waren na het onweer schitterend verlicht door de zon. Prachtig ! Daar willen we zeker ooit nog eens terug wat dagen gaan spenderen.
Calvinia is ook een klein leuk stadje met een gezellig centrum.
Maar onze tijd begon te korten, dus we moesten verder zuidwaards, richting Kaapstad.

Na nog een paar nachtjes kamperen (de tent is de laatste keer gebruikt in Citrusdal) en een prachtige rit langs Franschhoek in de Westkaap, kwamen we aan in Betty’s Baai, waar we twee dagen bleven logeren bij vrienden die daar een heel tof strandhuis hebben.
We zijn er, zoals gewoonlijk, verwend met lekkere hapjes en een paar heel relaxe dagen aan het strand.
En dat was dan ook ineens onze laatste slaapplaats voor Kaapstad.

De laatste rit ging langs de prachtige bergachtige kust tot Gordon’s Baai, via Stellenbosch naar Kaapstad, waar we nu al een paar dagen zijn.
Jack staat sinds vanmorgen weer in een container, klaar voor verscheping naar Antwerpen en wij genieten nog een paar dagen van het prachtige weer en het mooie Kaapstad ! Maandag, 26 februari vliegen we terug naar huis.
Er staat hier nog een dagje wellness op het programma met 3 vriendinnen, een vernissage van een vriend, een picknick aan Cape Point, strandwandelingen, een bezoekje aan Houtbaai en de Waterfront en zoveel mogelijk terrasjes bij Melkbosstrand (onze favoriete plek aan het strand hier vlakbij).
Er heerst nog steeds ernstige droogtte in Kaapstad en het waterverbruik is sterk aan banden gelegd, maar het blijft hier super. En misschien dat de regen ons toch nog volgt tot Kaapstad de komende dagen en weken.

Het was een geweldige trip.
Soms vermoeiend en hard, soms adembenemend mooi en spannend, we hebben enorm veel gezien, veel geleerd, veel zalige mensen ontmoet (lokaal of reizigers zoals wij), hartverwarmende hulp gehad, zelf mensen uit de nood geholpen, nieuwe vrienden gemaakt die we zeker nog gaan zien, 7 landen doorkruist in prachtige uiteenlopende landschappen met enorm veel dieren en net geen 12.000 km gereden in onze sterke, dappere grote witte Jack ! Hij heeft het schitterend gedaan ! Behalve de kapotte ECU hebben we zelfs geen lekke band gehad.
Door heel diep zand, oneindige stoffige gravelwegen, wasborden van kilometers lang, steile hellingen en zware afdalingen, urenlang ploeteren in grote hitte, door water….. hij deed het allemaal zonder een kik te geven !
En wij zijn weer een ervaring rijker.
We hopen dat jullie er mee van genoten hebben en dat we iedereen hebben kunnen inspireren om de platgetreden paden te verlaten en eens aan een groot avontuur te beginnen.
Het is in ieder geval meer dan de moeite waard !
Veel liefs, tot snel in België en bedankt voor het meeleven !
Edith, Peter en Grote Jack

PS : Wat de hulp aan Sam in Malawi betreft. Iedereen die nog wil helpen om materiaal te verzamelen : stuur me effe een mailtje op [email protected]
Zodra ik thuis ben, begin ik aan een verzamel- en verzendplan !
Alvast dikke merci !
Het is niet omdat de reis nu voorbij is, dat we onze beloftes moeten laten verwateren !

PS2 : Effe nog een speciaal dankwoordje voor Pascale en Hans, onze superburen, die zo goed voor ons huis hebben gezorgd en die ons op ontelbare manieren geholpen hebben met allerlei lastige kopzorgjes tijdens onze reis. Dikke pluim !
Ook grand merci aan Guy en Marleen voor de toffe ontvangst in Betty’s Baai en aan Elleke en Keat, voor onze ondertussen tweede thuis in Kaapstad.

edith.de.nef1

18 chapters

16 Apr 2020

Van Hhwange National Park Zimbabwe, via Vic Falls en Botswana, naar Kaapstad

February 21, 2018

|

Melkbosstrand, Kaapstad

Dinsdag, 20 februari 2018
Melkbosstrand Kaapstad – Zuid-Afrika
Van Hwange National Park, Zimbabwe, via Victoria Falls en Botswana naar Kaapstad

Hallo België !

Dit wordt het laatste verhaal over onze reis : we zijn weer terug in Kaapstad !

Na een prachtrit door Zimbabwe en een heel tof verblijf op de Tuskers campsite trokken we noordwaards naar de Victoria watervallen.
We vonden een plaatsje op een goeie campsite, midden in Victoria Falls (het dorp naast de watervallen aan de kant van Zimbabwe; aan de Zambia-kant heet het Livingstone).
We zaten dus op wandelafstand van een goeie coffeshop, winkels, en… het kantoor van Western Union ! Onze kaarten werkten nog steeds niet in Zimbabwe en onze enige overblijvende optie om weer wat US Dollars in handen te krijgen was het opsturen van geld naar onszelf via Western Union. En dat ging heel makkelijk, dus ook dat was weer opgelost.
In afwachting van het langverwachte bezoek aan de beroemde watervallen, zijn we eerst gaan lunchen in het knappe, historische, koloniale Victoria Falls Hotel.
Alles daar ademt geschiedenis en als je er rondwandelt of op het prachtige terras zit (met zicht op de dampen van de watervallen in de verte) kan je zo de sfeer van de oude koloniale tijden voelen. Er lopen ook heel wat dieren in de mooie tuin (wrattenzwijntjes,…) en er zitten véél velvet-aapjes, die de suiker van je tafel stelen als je niet oppast (wat mij dus overkwam). Echt een aanrader voor diegenen onder jullie die ooit de watervallen willen bezoeken : lunch of hightea in het Victoria Falls Hotel ! Zeker doen !
Spijtig genoeg geen foto’s van : ik had die dag geen zin om de grote camera mee rond te zeulen, maar voor de geïnteresseerden : Google !
En dan natuurlijk de watervallen zelf ! Moeilijk te beschrijven met woorden en zelfs moeilijk op foto vast te leggen : de kracht, het gebulder, de grootte, de diepte,…. Het is echt schitterend.
75% van de watervallen ligt op Zimbabwe-grondgebied en daar heb je dus ook het mooiste zicht.
Een wandelpad loopt voor ongeveer 1,5 km langs de overkant, dus er is vanuit verschillende uitkijkpunten een prachtig zicht op de watervallen.
Het park errond is heel tropisch, vanwege de warmte en de constante waterdamp. Het Victoria Falls National Park is in zijn geheel ook een bezoek waard (de Big 5 !), maar vanwege een overdaad aan dieren en parken de voorbije maanden, hebben we dat deze keer overgeslagen.
We waren in ieder geval op de perfecte moment bij de watervallen. Rond december staan ze nog redelijk “droog” en vanaf maart zijn ze zo vol water dat het zicht door de overvloedige waterdamp heel slecht is en je wordt er alleen maar door en door nat van.
Februari was dus ideaal ! Zie foto’s !
In Vic Falls kregen we ’s avonds ook een enorme onweers- en regenbui over ons : de eerste van héél veel buien tot ver in Zuid Afrika (zie verder).

Vanuit Vic Falls zijn we in Kazungula de grens van Botswana weer overgestoken om de “long way down” naar Kaapstad te beginnen.
De weg van Vic Falls naar Kazungula en van Kazungula naar Nata was er eentje met een overdaad aan olifanten.
Elke 10 km stond er wel een of meer grote exemplaren op of naast de weg, zodat we met de nodige voorzichtigheid moesten passeren. Hun reactie is redelijk onvoorspelbaar : van totaal negeren, tot imposant oorgeflapper, lawaai en schijnaanvallen als je te dicht passeert.
We waren ook getuige van de restanten van een vreselijk ongeval op die weg.
Enkele uren voordien (net voor zonsopgang) had een grote toeristenbus twee olifanten frontaal aangereden.
Allebei de olifanten op slag dood en de bus perte-totale natuurlijk (wonder boven wonder niemand gewond).
Toen we passeerden was de politie volop bezig om de restanten (vooral een enorme berg darmen en ingewanden – ik bespaar jullie de foto’s) van de olifanten op te kuisen. Het vlees zelf was al versneden (om op te eten) door lokale mensen en/of was opgegeten door roofdieren.
Echt een gruwelijk zicht ! En het bewijst maar weer dat ’s nachts (te snel) rijden in Afrika echt niet verstandig is : de olifanten zijn in het donker op de weg zo goed als onzichtbaar.
De parken in noord Botswana (Chobe), grenzend aan de parken in noordwest Zimbabwe (Hwange) zitten overvol beschermde olifanten; we hoorden ter plaatse dat het problematisch wordt, dus we zijn wel eens benieuwd hoe ze dat gaan aanpakken in de toekomst.
We kampeerden onderweg naar Nata bij Elephant Sands en ook daar olifanten alom : tientallen exemplaren die rond en tussen de kampeerders passeren om te gaan drinken.
Toch wel spectaculair weeral en zéér indrukwekkend als ze soms wat té dichtbij komen !
Persoonlijk had ik er eentje die op 2 meter van mijn stoeltje passeerde toen ik naast de auto zat. Een zeer nederig momentje !
De weg van Nata naar Maun was slecht en onvoorspelbaar : veel potholes in de weg en hele stukken overstroomd.
Het regenseizoen was nu echt begonnen in Botswana, dus onze offroad trips naar Kubu Island en Baines Baobabs (allebei unieke afgelegen“eilanden”met veel wildlife in een immense zoutvlakte) vielen dus letterlijk in het water.
De zoutkorst waar je op moet rijden is niet toegankelijk na veel regen, want dan zak je er gewoon door en het duurt hééél lang voor iemand je er kan komen uithalen (dagen als je pech hebt). Maar dat houden we in gedachten voor een volgende trip.
Dan maar verder naar Maun, het safaricentrum van Botswana : daar komt iedereen samen om voorraden in te slaan voor trips naar Chobe National Park en de Okovango-Delta. Voor ons een reis terug door de tijd, want in Maun hebben we in 2010 al veel tijd doorgebracht bij The Old Bridge Campsite, dus het was wel leuk om daar nog eens terug te komen en de sfeer op te snuiven.
Spijtig genoeg is Maun ondertussen uitgegroeid van een gezellig safaristadje tot een heuse stad met veel verkeer en alles wat daarbij komt. Maar The Old Bridge was nog niet veel veranderd, dus dat was zeker een bezoek waard.
En ook in Maun véél regen, we konden er niet meer aan ontsnappen.

Van Maun zijn we verder naar het zuiden gereden, richting Ghanzi en Kang, aan de rand van de Kalahari woestijn en het Kalaghadi Transfrontier Park (het gebied waar de San – de Bosjesmannen – wonen).
Daar zijn we via Kang en Zutschwa de woestijn ingereden voor onze laatste echte lange 4X4 rit.
Het was fantastisch ! 150 km diep zand, prachtige landschappen, veel oryxen en impala’s, zoutpannen,… en geen mens te zien.
We kampeerden tussendoor achter de Kaa Gate van het Botswana gedeelte van het Kalaghadi park en dat hebben we geweten.
Het was echt snikheet (om en bij de 40 graden) en de hitte bleef opbouwen toen we ons kamp maakten.
Gelukkig was er wel een toffe openlucht douche waar we verschillende keren zijn gaan onderstaan om wat af te koelen.
Er zijn geen hekken rond de afgelegen kampeerplekken en dit park is gekend voor de vele grote katten (veel leeuwen, luipaarden, hyena’s en cheeta’s), dus het was altijd uitkijken geblazen.
Uiteraard moest er een vuur gemaakt worden (geeft de zwakke kampeerder wat meer zelfvertrouwen en houdt de dieren echt wel op afstand).
Die avond lagen we (zoals het hoort in een park met gevaarlijke dieren) na valavond in onze tent en toen barstte de hel los.
Het begon met wat licht en gedonder in de verte, maar al snel sloeg de bliksem ongenadig in het rond. In Europa kunnen we ons dit soort onweer echt niet voorstellen. Het duurt uren, waait af en aan, de bliksemflitsen zijn heel dichtbij en oogverblindend en de donder is oorverdovend. Er is ook regen, maar niet altijd, en àls het regent is het een enorme stortbui.
Maar die nacht bleef het dikwijls droog, zodat het onweer iets griezelig electrisch kreeg.
Die nacht waren we allebei doodsbang in onze daktent. We lagen daar weerloos alles te ondergaan, in de hoop dat de bliksem niet op onze tent zou inslaan.
We realiseerden ons toen ook de oorzaal van de ontelbare “ontplofte” en zwartgebakende bomen die we onderweg waren tegengekomen.
Weinig geslapen die nacht dus.
Tot overmaat van ramp, toen we ’s morgens nog heel moe wakker werden, lag er een leeuw te brullen op 20 meter van onze tent.
Nog meer stress dus, want we moesten ons kamp nog opbreken. Met onze ogen constant gericht op de bosjes rondom ons, waar het gebrul onverminderd doorging (google maar eens : gebrul van een mannetjesleeuw), hebben we alles opgeruimd en zijn we uiteindelijk opgelucht verdergereden.
Het is uiteraard een onvergetelijk deel van het avontuur en die leeuwen zijn er niet op uit om kamperende mensen aan te vallen (het gebrul is blijkbaar een roep naar een vrouwtje), maar het is toch een spannend gevoel om te weten dat enorme leeuwen zonder omheining dichtbij zitten.

Van Kaa reden we verder door het prachtige landschap naar de Nossob rivier, aan de Zuidafrikaanse kant van het park. Vandaar leidt er een hele mooie en lange weg naast de rivier zuidwaards tot in het meest zuidelijke puntje van Botswana. Onderweg veel dieren : wildebeest, oryx, impala, struisvogels,… Echt een uniek landschap en veel te weinig bezocht door Europese toeristen, die meestal alleen het noorden van Botswana doorkruisen.
We kampeerden halverwege op een ruime, comfortabele campsite waar veel eekhoorntjes, meerkatjes en jakhalzen rondliepen tussen de enorme kampeertrailers van de Zuidafrikanen.
Onze eenvoudige, stoffige Landrover en daktent staken echt af tegen de volledig geëquipeerde kampeerwagens. En tegen 18 u ’s avonds gingen alle barbeques tegelijk aan : de Zuidafrikanen zijn echt verslaafd aan hun “braai”.

Na weer een schitterende rit naast de Nossob rivier kwamen we aan het einde van het park en daar staken we echt de Zuidafrikaanse grens over. Kaapstad kwam nu echt in zicht. Nog een dikke week tijd om naar het zuiden te rijden.
We besloten door te steken door het “bushveld” en de Karoo (soort ruig woestijngebied in het noorden van Zuid Afrika). Vele kilometers oneindige, barre woestijn met hier en daar een stoffig stadje met een lokale pub.
Een van de nachten kampeerden we op het domein van een boerderij en daar kregen we opnieuw een zware onweersbui over ons (het onweer en de regenbuien hadden ons ondertussen al helemaal gevolgd door Botswana).
We zijn wijselijk in de auto blijven zitten, tot we tegen middernacht, half slapend en stijf van het zitten, toch maar in onze daktent gekropen zijn, ondanks bliksem en donder. We zijn er zelfs bij in slaap gevallen en ’s morgens leefden we nog, ha !
Na die vermoeiende nacht besloten we eens een kamer te nemen om wat bij te komen en toen we aanklopten bij Tarantula Guesthouse in Calvinia, kregen we warempel een complete prachtige villawoning met privé zwembad ter beschikking voor de luttele prijs van omgerekend 50 euro !
Alles was er : airco, zalig bed, tv met 360 kanalen, superbadkamer,…. We waren helemaal in de wolken en hebben die dag dus doorgebracht met zwemmen, lang douchen, lekker koken (zonder insecten rond onze kop voor de verandering), dutjes doen en films kijken.
Van het ene uiterste in het andere.
En de regen was ons alweer gevolgd, tot groot plezier van de mensen in Calvinia, want die snakten naar de regen na een periode van heftige droogte.
Het onweer was fel, maar wij zaten er lekker droog in ons luxe-huizeke naar te kijken.
Het landschap vanop het tuinterras was ook adembenemend : de Karoovlakte en de bergen op de achtergrond waren na het onweer schitterend verlicht door de zon. Prachtig ! Daar willen we zeker ooit nog eens terug wat dagen gaan spenderen.
Calvinia is ook een klein leuk stadje met een gezellig centrum.
Maar onze tijd begon te korten, dus we moesten verder zuidwaards, richting Kaapstad.

Na nog een paar nachtjes kamperen (de tent is de laatste keer gebruikt in Citrusdal) en een prachtige rit langs Franschhoek in de Westkaap, kwamen we aan in Betty’s Baai, waar we twee dagen bleven logeren bij vrienden die daar een heel tof strandhuis hebben.
We zijn er, zoals gewoonlijk, verwend met lekkere hapjes en een paar heel relaxe dagen aan het strand.
En dat was dan ook ineens onze laatste slaapplaats voor Kaapstad.

De laatste rit ging langs de prachtige bergachtige kust tot Gordon’s Baai, via Stellenbosch naar Kaapstad, waar we nu al een paar dagen zijn.
Jack staat sinds vanmorgen weer in een container, klaar voor verscheping naar Antwerpen en wij genieten nog een paar dagen van het prachtige weer en het mooie Kaapstad ! Maandag, 26 februari vliegen we terug naar huis.
Er staat hier nog een dagje wellness op het programma met 3 vriendinnen, een vernissage van een vriend, een picknick aan Cape Point, strandwandelingen, een bezoekje aan Houtbaai en de Waterfront en zoveel mogelijk terrasjes bij Melkbosstrand (onze favoriete plek aan het strand hier vlakbij).
Er heerst nog steeds ernstige droogtte in Kaapstad en het waterverbruik is sterk aan banden gelegd, maar het blijft hier super. En misschien dat de regen ons toch nog volgt tot Kaapstad de komende dagen en weken.

Het was een geweldige trip.
Soms vermoeiend en hard, soms adembenemend mooi en spannend, we hebben enorm veel gezien, veel geleerd, veel zalige mensen ontmoet (lokaal of reizigers zoals wij), hartverwarmende hulp gehad, zelf mensen uit de nood geholpen, nieuwe vrienden gemaakt die we zeker nog gaan zien, 7 landen doorkruist in prachtige uiteenlopende landschappen met enorm veel dieren en net geen 12.000 km gereden in onze sterke, dappere grote witte Jack ! Hij heeft het schitterend gedaan ! Behalve de kapotte ECU hebben we zelfs geen lekke band gehad.
Door heel diep zand, oneindige stoffige gravelwegen, wasborden van kilometers lang, steile hellingen en zware afdalingen, urenlang ploeteren in grote hitte, door water….. hij deed het allemaal zonder een kik te geven !
En wij zijn weer een ervaring rijker.
We hopen dat jullie er mee van genoten hebben en dat we iedereen hebben kunnen inspireren om de platgetreden paden te verlaten en eens aan een groot avontuur te beginnen.
Het is in ieder geval meer dan de moeite waard !
Veel liefs, tot snel in België en bedankt voor het meeleven !
Edith, Peter en Grote Jack

PS : Wat de hulp aan Sam in Malawi betreft. Iedereen die nog wil helpen om materiaal te verzamelen : stuur me effe een mailtje op [email protected]
Zodra ik thuis ben, begin ik aan een verzamel- en verzendplan !
Alvast dikke merci !
Het is niet omdat de reis nu voorbij is, dat we onze beloftes moeten laten verwateren !

PS2 : Effe nog een speciaal dankwoordje voor Pascale en Hans, onze superburen, die zo goed voor ons huis hebben gezorgd en die ons op ontelbare manieren geholpen hebben met allerlei lastige kopzorgjes tijdens onze reis. Dikke pluim !
Ook grand merci aan Guy en Marleen voor de toffe ontvangst in Betty’s Baai en aan Elleke en Keat, voor onze ondertussen tweede thuis in Kaapstad.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.