Ook vandaag is het weer zonnig en helder als we opstaan. Na het ontbijt snel inpakken want we willen onderweg naar onze volgende stop in Sørvágur nog een fietstocht(je) maken. Bij het inpakken van de auto raakt Kees aan de praat met een Amerikaan die hier met de motor is. Afgaand op zijn kentekenplaat komt hij uit Florida en dat blijkt te kloppen. Hij heeft de motor 7 jaar geleden per boot ‘opgestuurd’ naar Milaan. Zijn kenteken blijft geregistreerd in Florida en hij vliegt ieder jaar naar Europa om met vriendin en motor door Europa te trekken. We hebben van hem begrepen dat er in Europa 3 plekken zijn waar hij zijn motor kan laten staan. Voordat hij hier op de Faeröer kwam is hij in IJsland geweest. Ongetwijfeld ook met de SmyrilLine hier gekomen. Net als ons is het hem opgevallen dat het groen hier groener is dan overal elders in Europa. Zelfs groener dan in Zwitserland. Komt mede door de stand van de zon denk ik. Zie ook onze foto’s, die niet gefotoshopt zijn!
Voordat we weer richting Slættaratindurpas rijden maken we nog een laatste rondje door het dorp. Bovenaan nemen we de afslag naar Funningur en voordat we beneden zijn blijven we nog even een tijdje op een uitwijkplek staan om van het uitzicht te genieten onder het genot van een kopje koffie (voor vertrek zelf gezet). Terwijl we daar staan te genieten horen we opeens een akelige sirene die op z’n minst de indruk wekt of er een afgrijselijk ongeluk is gebeurd, maar dat zou ons dan toch moeten zijn opgevallen op de plek waar we staan. Het blijkt een bestelwagentje te zijn dat bij de kerk parkeert en kennelijk al wordt verwacht in het dorp, want we zien overal de deuren opengaan en de mensen toestromen. Waarschijnlijk komt het de bestellingen van de kruidenier/slager/bakker of alle 3 brengen op deze vroege zaterdagochtend. Als we even later doorrijden komen we langs een parkeerplaats die vol staat met fotograferende (collega)toeristen. Mooi dat wij een veel betere plek hadden!
We vervolgen onze weg terug richting zuiden om in Hvalvik (zie dinsdag de 13e) bij de school te parkeren om van hieruit over weg 53 naar Saksun te fietsen. Terwijl we de fietsen aan het uitladen zijn komen er 2 Nederlandse fietsers, die al terugkomen uit Saksun, even een praatje maken. Zij staan met de camper verderop bij de kerk. De weg naar Saksun loopt langs een riviertje. Het is volgens onze reisgids de enige weg van waar je niet voortdurend de zee kunt zien en dat klopt. Hoewel je richting Saksun steeds omhoog fietst loopt het riviertje 2 kanten op. Ergens halverwege lijkt de stroomrichting om te keren, maar dat komt natuurlijk doordat er halverwege toch ergens een waterscheiding is. Het hele stuk hebben we wind tegen en aan het eind is er een pittig klimmetje, maar dankzij mijn e-bike is dat tegenwoordig niet zo’n probleem meer. Ik ben vandaag zelfs als eerste boven. Dat is me geloof ik nog nooit gebeurd. Saksun had ooit een zelfde soort natuurlijke haven als Gjógv, tot een zware storm de toegang heeft geblokkeerd met zand. Sindsdien is het een soort lagune die alleen bij hoogtij voor kleine bootje toegankelijk is. Er is een kerkje (waar niet op de Faeröer) en een museum annex café, maar dat is pas om 1 uur open (en we zijn hier om 12 uur). We rijden door tot de boerderij aan het eind van de weg en fietsen met de wind in de rug terug naar Hvalvik waar we nog even picknicken op het muurtje bij de school voordat we verder gaan richting Sørvágur. Hoe verder richting zuiden we komen hoe bewolkter het weer wordt, maar de zon laat zich van tijd tot tijd toch zien. We hebben daarom een heel ander uitzicht dan dinsdag toen we deze route noordwaarts reden. Voordat we de Vagatunnel inrijden, gaan we eerst nog even naar Vestmanna waar we nog hopen mee te kunnen op een bootexcursie langs de vogelrotsen. Helaas blijkt alles vandaag al volgeboekt te zijn, maar we krijgen het advies om via internet te reserveren voor een dag in de komende week. Vestmanna zelf is niet veel bijzonders dus rijden we terug. We nemen nog even een kijkje bij de 2 beroemde voetbalvormige vakantiehuisjes van architect Kári Thomsen (www.easydomes.com) die hier sinds 2000 aan de kant van de weg staan. Schitterend uitzicht over de oceaan, maar inmiddels hebben weer en wind hier hun tol geëist. We hebben niet de indruk dat ze nog als vakantiehuisje verhuurd (kunnen) worden. Even verderop bezoeken we Kvivik waar de fundamenten van 2 vikinghuizen uit de 10e eeuw blootgelegd zijn bij bouwwerkzaamheden in 1942. Het moet een rijke familie zijn geweest die hier gewoond heeft volgens de archeologen die het hier onderzocht hebben. Er is o.a. kookgerei en kinderspeelgoed gevonden.
Inmiddels is het tijd om ons hotel op Vágar bij de enige ‘luchthaven’ van de Faeröer op te zoeken. Het heeft ons verbaasd dat dit voor ons is gereserveerd, maar het blijkt erg mee te vallen. Van buiten ziet het er uit als een aantal aan elkaar gekoppelde zeecontainers, maar van binnen is het comfortabel en met Deense design-smaak ingericht. In het restaurant van het hotel waar we ’s avonds prima eten hebben we een riant uitzicht op het vliegveld dat bijna idyllisch gelegen is tussen de groene heuvels. De hekken die het omgeven dienen vooral om de schapen van de start- en landingsbaan af te houden. Het vliegveld is in de 2e wereldoorlog hier aangelegd door de Britten op het enige vlakke stuk van de Faeröer dat hier geschikt voor was. Er stijgen en landen hier dezer dagen 5 tot 7 vliegtuigen per dag. Er wordt door de nationale luchtvaartmaatschappij Atlantic Airways vooral op Kopenhagen gevlogen, maar ook op Edinburgh en een aantal Zuid-Europa-bestemmingen. De Faeröerders willen natuurlijk ook wel eens zonnebaden! Vanuit het restaurant kunnen we alles gadeslaan en de passagiers die hier de nacht voor hun vertrek logeren lopen in minder dan 5 minuten van het hotel via een paadje zo naar de vertrekhal! Kom daar maar eens om in onze contreien.
June 17, 2017
|
Sørvágur
Ook vandaag is het weer zonnig en helder als we opstaan. Na het ontbijt snel inpakken want we willen onderweg naar onze volgende stop in Sørvágur nog een fietstocht(je) maken. Bij het inpakken van de auto raakt Kees aan de praat met een Amerikaan die hier met de motor is. Afgaand op zijn kentekenplaat komt hij uit Florida en dat blijkt te kloppen. Hij heeft de motor 7 jaar geleden per boot ‘opgestuurd’ naar Milaan. Zijn kenteken blijft geregistreerd in Florida en hij vliegt ieder jaar naar Europa om met vriendin en motor door Europa te trekken. We hebben van hem begrepen dat er in Europa 3 plekken zijn waar hij zijn motor kan laten staan. Voordat hij hier op de Faeröer kwam is hij in IJsland geweest. Ongetwijfeld ook met de SmyrilLine hier gekomen. Net als ons is het hem opgevallen dat het groen hier groener is dan overal elders in Europa. Zelfs groener dan in Zwitserland. Komt mede door de stand van de zon denk ik. Zie ook onze foto’s, die niet gefotoshopt zijn!
Voordat we weer richting Slættaratindurpas rijden maken we nog een laatste rondje door het dorp. Bovenaan nemen we de afslag naar Funningur en voordat we beneden zijn blijven we nog even een tijdje op een uitwijkplek staan om van het uitzicht te genieten onder het genot van een kopje koffie (voor vertrek zelf gezet). Terwijl we daar staan te genieten horen we opeens een akelige sirene die op z’n minst de indruk wekt of er een afgrijselijk ongeluk is gebeurd, maar dat zou ons dan toch moeten zijn opgevallen op de plek waar we staan. Het blijkt een bestelwagentje te zijn dat bij de kerk parkeert en kennelijk al wordt verwacht in het dorp, want we zien overal de deuren opengaan en de mensen toestromen. Waarschijnlijk komt het de bestellingen van de kruidenier/slager/bakker of alle 3 brengen op deze vroege zaterdagochtend. Als we even later doorrijden komen we langs een parkeerplaats die vol staat met fotograferende (collega)toeristen. Mooi dat wij een veel betere plek hadden!
We vervolgen onze weg terug richting zuiden om in Hvalvik (zie dinsdag de 13e) bij de school te parkeren om van hieruit over weg 53 naar Saksun te fietsen. Terwijl we de fietsen aan het uitladen zijn komen er 2 Nederlandse fietsers, die al terugkomen uit Saksun, even een praatje maken. Zij staan met de camper verderop bij de kerk. De weg naar Saksun loopt langs een riviertje. Het is volgens onze reisgids de enige weg van waar je niet voortdurend de zee kunt zien en dat klopt. Hoewel je richting Saksun steeds omhoog fietst loopt het riviertje 2 kanten op. Ergens halverwege lijkt de stroomrichting om te keren, maar dat komt natuurlijk doordat er halverwege toch ergens een waterscheiding is. Het hele stuk hebben we wind tegen en aan het eind is er een pittig klimmetje, maar dankzij mijn e-bike is dat tegenwoordig niet zo’n probleem meer. Ik ben vandaag zelfs als eerste boven. Dat is me geloof ik nog nooit gebeurd. Saksun had ooit een zelfde soort natuurlijke haven als Gjógv, tot een zware storm de toegang heeft geblokkeerd met zand. Sindsdien is het een soort lagune die alleen bij hoogtij voor kleine bootje toegankelijk is. Er is een kerkje (waar niet op de Faeröer) en een museum annex café, maar dat is pas om 1 uur open (en we zijn hier om 12 uur). We rijden door tot de boerderij aan het eind van de weg en fietsen met de wind in de rug terug naar Hvalvik waar we nog even picknicken op het muurtje bij de school voordat we verder gaan richting Sørvágur. Hoe verder richting zuiden we komen hoe bewolkter het weer wordt, maar de zon laat zich van tijd tot tijd toch zien. We hebben daarom een heel ander uitzicht dan dinsdag toen we deze route noordwaarts reden. Voordat we de Vagatunnel inrijden, gaan we eerst nog even naar Vestmanna waar we nog hopen mee te kunnen op een bootexcursie langs de vogelrotsen. Helaas blijkt alles vandaag al volgeboekt te zijn, maar we krijgen het advies om via internet te reserveren voor een dag in de komende week. Vestmanna zelf is niet veel bijzonders dus rijden we terug. We nemen nog even een kijkje bij de 2 beroemde voetbalvormige vakantiehuisjes van architect Kári Thomsen (www.easydomes.com) die hier sinds 2000 aan de kant van de weg staan. Schitterend uitzicht over de oceaan, maar inmiddels hebben weer en wind hier hun tol geëist. We hebben niet de indruk dat ze nog als vakantiehuisje verhuurd (kunnen) worden. Even verderop bezoeken we Kvivik waar de fundamenten van 2 vikinghuizen uit de 10e eeuw blootgelegd zijn bij bouwwerkzaamheden in 1942. Het moet een rijke familie zijn geweest die hier gewoond heeft volgens de archeologen die het hier onderzocht hebben. Er is o.a. kookgerei en kinderspeelgoed gevonden.
Inmiddels is het tijd om ons hotel op Vágar bij de enige ‘luchthaven’ van de Faeröer op te zoeken. Het heeft ons verbaasd dat dit voor ons is gereserveerd, maar het blijkt erg mee te vallen. Van buiten ziet het er uit als een aantal aan elkaar gekoppelde zeecontainers, maar van binnen is het comfortabel en met Deense design-smaak ingericht. In het restaurant van het hotel waar we ’s avonds prima eten hebben we een riant uitzicht op het vliegveld dat bijna idyllisch gelegen is tussen de groene heuvels. De hekken die het omgeven dienen vooral om de schapen van de start- en landingsbaan af te houden. Het vliegveld is in de 2e wereldoorlog hier aangelegd door de Britten op het enige vlakke stuk van de Faeröer dat hier geschikt voor was. Er stijgen en landen hier dezer dagen 5 tot 7 vliegtuigen per dag. Er wordt door de nationale luchtvaartmaatschappij Atlantic Airways vooral op Kopenhagen gevlogen, maar ook op Edinburgh en een aantal Zuid-Europa-bestemmingen. De Faeröerders willen natuurlijk ook wel eens zonnebaden! Vanuit het restaurant kunnen we alles gadeslaan en de passagiers die hier de nacht voor hun vertrek logeren lopen in minder dan 5 minuten van het hotel via een paadje zo naar de vertrekhal! Kom daar maar eens om in onze contreien.
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!