Faeröer - 2017

Het leven in de Gjáargardur start op tijd en dat is ook wel begrijpelijk want er is hier in de omgeving veel te doen, het dorp ligt aan de rand van het eiland en de af te leggen afstand tot je volgende bestemming is dus 'groot'. Althans voor Faeröerse begrippen dan. Thórshavn, 2 eilanden verderop, ligt op 65 km. Dat kun je ook hier binnen een uur wel halen, maar toch. Het ontbijt is om 7:30 uur en het blijkt zonnig te zijn als we de gordijnen opendoen. Na het ontbijt direct op pad dus. We nemen het voetpad dat achter het hotel begint en lopen naar boven. Vanaf hier kunnen we de mooie foto’s maken van het haventje zoals die ook in de toeristenfolders staan. We lopen zo ver mogelijk naar boven. Het is niet nat, maar wel erg steil. Even later gaat het pad over in een soort door voetstappen uitgesleten ‘trap’. Ik durf op een gegeven moment niet verder omdat de ervaring geleerd heeft dat naar beneden nog lastiger is dan naar boven. Kees gaat in z’n eentje verder en komt een tijdje terug om mij –met enige dwang- toch ook naar boven te krijgen. Gelukkig heb ik mijn in de Auvergne gekochte prikstok bij me en lukt het me met enig kunst en vliegwerk om ook boven te komen. Gelukkig dat Kees me gedwongen heeft want het uitzicht is adembenemend en we spotten ook hier weer een paar puffins. De afdaling blijkt minder lastig dan ik gevreesd had en moe maar voldaan keren we terug naar de Gjáargardur waar we koffie maken op onze kamer en op ons balkon (wij hebben een van de 2 kamers met een eigen balkon) kijken we de bedrijvigheid van vertrekkende gasten een tijdje aan.

Kees gaat vandaag fietsen, omhoog, langs de afslag naar Funningur en verder omhoog de pas langs de Slættaratindur over en aan de andere kant richting Eiði weer naar beneden. Ik rijd met de Transit voor hem uit en achter hem aan (al naar gelang het pas op of pas af gaat). Inmiddels is het bewolkt geworden en hier boven staat een harde en vooral koude wind. In Eiði laden we de fiets weer in de bus en rijden nog een blokje om. We missen nog een stukje ‘buttercup route’ naar Hellur en Oyndarfjørður en dat kan natuurlijk niet. In Hellur is het uitgestorven. Op de richtingaanwijzer langs de weg is het dorp zelfs doorgestreept, d.w.z. zoveel mogelijk onzichtbaar gemaakt. Ons maakt dat natuurlijk extra nieuwsgierig, maar het blijkt inderdaad niet de moeite waard te zijn. Oyndarfjørður daarentegen blijk wel weer aardig te zijn. Er staan hier zelfs een paar bomen en dat scheelt alles hier. We bekijken het kerkje bij de haven, waar er een bejaard Engels stel op het bankje zit te genieten van een zelf meegebrachte 'packed lunch'. Ze passen perfect in de ambiance! We bekijken de kerk weer door de raampjes en zien later op de foto’s die we door het raam heen gemaakt hebben dat er ook hier een boot aan het plafond hangt. Typisch Faeröerse gewoonte blijkbaar! De plaatselijke ‘supermarkt’ (meer een soort Kolonialwaren-winkel zoals we die van Noorwegen van vroeger kennen) is ’s middags open en we kopen hier wat lekkers voor straks bij een glaasje wijn. We raken aan de praat met de mevrouw die aan de kassa zit en vragen haar of ze met de winkel in het levensonderhoud kan voorzien. De winkel blijkt van haar vader te zijn die vandaag naar het ziekenhuis moest en zij ‘past’ er vanmiddag ‘op’. Het zal voor Opa geen vetpot zijn, maar waarschijnlijk een leuke aanvulling op zijn pensioen. Terug in het hotel is het al snel tijd voor het diner en inmiddels is het weer in Gjógv weer prima. We maken een avondwandeling naar de camping waar de helft van de plaatsen vanavond bezet blijkt te zijn. Aan het eind van het pad bellen we nog even met Koen en keren dan terug naar het hotel. We drinken nog een glaasje (zelf meegebrachte) wijn en werken het reisblog bij!

H. Prins

14 chapters

16 Apr 2020

Gjogv en wijde omgeving

June 16, 2017

|

Gjogv

Het leven in de Gjáargardur start op tijd en dat is ook wel begrijpelijk want er is hier in de omgeving veel te doen, het dorp ligt aan de rand van het eiland en de af te leggen afstand tot je volgende bestemming is dus 'groot'. Althans voor Faeröerse begrippen dan. Thórshavn, 2 eilanden verderop, ligt op 65 km. Dat kun je ook hier binnen een uur wel halen, maar toch. Het ontbijt is om 7:30 uur en het blijkt zonnig te zijn als we de gordijnen opendoen. Na het ontbijt direct op pad dus. We nemen het voetpad dat achter het hotel begint en lopen naar boven. Vanaf hier kunnen we de mooie foto’s maken van het haventje zoals die ook in de toeristenfolders staan. We lopen zo ver mogelijk naar boven. Het is niet nat, maar wel erg steil. Even later gaat het pad over in een soort door voetstappen uitgesleten ‘trap’. Ik durf op een gegeven moment niet verder omdat de ervaring geleerd heeft dat naar beneden nog lastiger is dan naar boven. Kees gaat in z’n eentje verder en komt een tijdje terug om mij –met enige dwang- toch ook naar boven te krijgen. Gelukkig heb ik mijn in de Auvergne gekochte prikstok bij me en lukt het me met enig kunst en vliegwerk om ook boven te komen. Gelukkig dat Kees me gedwongen heeft want het uitzicht is adembenemend en we spotten ook hier weer een paar puffins. De afdaling blijkt minder lastig dan ik gevreesd had en moe maar voldaan keren we terug naar de Gjáargardur waar we koffie maken op onze kamer en op ons balkon (wij hebben een van de 2 kamers met een eigen balkon) kijken we de bedrijvigheid van vertrekkende gasten een tijdje aan.

Kees gaat vandaag fietsen, omhoog, langs de afslag naar Funningur en verder omhoog de pas langs de Slættaratindur over en aan de andere kant richting Eiði weer naar beneden. Ik rijd met de Transit voor hem uit en achter hem aan (al naar gelang het pas op of pas af gaat). Inmiddels is het bewolkt geworden en hier boven staat een harde en vooral koude wind. In Eiði laden we de fiets weer in de bus en rijden nog een blokje om. We missen nog een stukje ‘buttercup route’ naar Hellur en Oyndarfjørður en dat kan natuurlijk niet. In Hellur is het uitgestorven. Op de richtingaanwijzer langs de weg is het dorp zelfs doorgestreept, d.w.z. zoveel mogelijk onzichtbaar gemaakt. Ons maakt dat natuurlijk extra nieuwsgierig, maar het blijkt inderdaad niet de moeite waard te zijn. Oyndarfjørður daarentegen blijk wel weer aardig te zijn. Er staan hier zelfs een paar bomen en dat scheelt alles hier. We bekijken het kerkje bij de haven, waar er een bejaard Engels stel op het bankje zit te genieten van een zelf meegebrachte 'packed lunch'. Ze passen perfect in de ambiance! We bekijken de kerk weer door de raampjes en zien later op de foto’s die we door het raam heen gemaakt hebben dat er ook hier een boot aan het plafond hangt. Typisch Faeröerse gewoonte blijkbaar! De plaatselijke ‘supermarkt’ (meer een soort Kolonialwaren-winkel zoals we die van Noorwegen van vroeger kennen) is ’s middags open en we kopen hier wat lekkers voor straks bij een glaasje wijn. We raken aan de praat met de mevrouw die aan de kassa zit en vragen haar of ze met de winkel in het levensonderhoud kan voorzien. De winkel blijkt van haar vader te zijn die vandaag naar het ziekenhuis moest en zij ‘past’ er vanmiddag ‘op’. Het zal voor Opa geen vetpot zijn, maar waarschijnlijk een leuke aanvulling op zijn pensioen. Terug in het hotel is het al snel tijd voor het diner en inmiddels is het weer in Gjógv weer prima. We maken een avondwandeling naar de camping waar de helft van de plaatsen vanavond bezet blijkt te zijn. Aan het eind van het pad bellen we nog even met Koen en keren dan terug naar het hotel. We drinken nog een glaasje (zelf meegebrachte) wijn en werken het reisblog bij!

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.