Nog voor we ons op zondagavond naar het ‘Simmer Dim’ restaurant hebben kunnen begeven voor ons in februari tegelijk met de overtocht al gereserveerde diner, laat staan dat er al van enig ‘land in zicht’ spake kan zijn, worden we al opgetrommeld om onze hut een uur voor de verwachte aankomsttijd te verlaten. De hutten moeten schoongemaakt en de bedden weer opgemaakt worden, vandaar. We hebben al ontdekt dat het er bij de SmyrilLine niet zo efficiënt aan toegaat als bij de ColorLine (laat staan de Corsica Ferries). Een uur voor aankomst zitten we met z’n allen bepakt en bezakt dus al te wachten op de trappen die toegang geven tot het cardeck. Als de deuren eindelijk opengaan blijkt het zoals we al verwacht hadden, niet mogelijk om de auto’s te bereiken omdat die zo strak tegen elkaar aan geparkeerd staan dat je er niet tussendoor kunt lopen. Wachten dus maar weer tot de onderste cardecks ontscheept zijn en wij rij voor rij ook weg kunnen rijden. Dat heeft wel als voordeel dat we aan de praat raken met een aantal Nederlandse medereizigers. Zij blijken zonder uitzondering allemaal op doorreis te zijn naar IJsland en een stop van een paar dagen te maken op de Faeröer. Vanavond gaat de Nörröna weer terug naar Denemarken om woensdag weer terug te keren en vervolgens door te varen naar Seyðisfjörður aan de oostkust van IJsland. Wij zijn in het groepje op ons cardeck de enigen die 11 dagen op de Faeröer blijven.
Als we na veel gedoe het schip kunnen verlaten is het inmiddels ver na elven. Ik had via de lokale agent die onze accommodatie geboekt had al aan onze gastvrouw en gastheer laten doorgeven dat het na 11 uur zou worden voor we zouden aankomen, maar het wordt dus nog later. Eenmaal aan land blijkt de navigatie van de Transit de Faeröer niet in het bestand te hebben zitten, maar gelukkig heb ik mijn offline kaartenapp (erfenis uit de Nokia Communicator tijd) die in combinatie met de GPS van mijn telefoon ons B&B adres I Svanga 28 prima weet te vinden. We zitten ‘bovenaan’ in de stad en onze gastheer, Tórleivur M. Mikkelsen en zijn vrouw (beiden reeds op leeftijd) staan al voor het raam op de uitkijk naar ons. Zelf wonen ze boven en de begane grond is voor de gasten. Er zijn 2 kamers, een huiskamer, een gezamenlijke badkamer en een keukentje waar een koelkast staat en je koffie en thee kunt maken. En er is zelfs een 2-pits elektrische kookplaat. De andere kamer is ook verhuurd en ook daar worden Nederlandse gasten verwacht. Zij arriveren een stuk later omdat ook hun navigatie de Faeröer niet kent en zij geen offline kaartenapp hebben. Rond deze tijd van de dag zijn er ook niet meer zoveel mensen op straat om de weg aan te vragen. De
June 12, 2017
|
Tórshavn
Nog voor we ons op zondagavond naar het ‘Simmer Dim’ restaurant hebben kunnen begeven voor ons in februari tegelijk met de overtocht al gereserveerde diner, laat staan dat er al van enig ‘land in zicht’ spake kan zijn, worden we al opgetrommeld om onze hut een uur voor de verwachte aankomsttijd te verlaten. De hutten moeten schoongemaakt en de bedden weer opgemaakt worden, vandaar. We hebben al ontdekt dat het er bij de SmyrilLine niet zo efficiënt aan toegaat als bij de ColorLine (laat staan de Corsica Ferries). Een uur voor aankomst zitten we met z’n allen bepakt en bezakt dus al te wachten op de trappen die toegang geven tot het cardeck. Als de deuren eindelijk opengaan blijkt het zoals we al verwacht hadden, niet mogelijk om de auto’s te bereiken omdat die zo strak tegen elkaar aan geparkeerd staan dat je er niet tussendoor kunt lopen. Wachten dus maar weer tot de onderste cardecks ontscheept zijn en wij rij voor rij ook weg kunnen rijden. Dat heeft wel als voordeel dat we aan de praat raken met een aantal Nederlandse medereizigers. Zij blijken zonder uitzondering allemaal op doorreis te zijn naar IJsland en een stop van een paar dagen te maken op de Faeröer. Vanavond gaat de Nörröna weer terug naar Denemarken om woensdag weer terug te keren en vervolgens door te varen naar Seyðisfjörður aan de oostkust van IJsland. Wij zijn in het groepje op ons cardeck de enigen die 11 dagen op de Faeröer blijven.
Als we na veel gedoe het schip kunnen verlaten is het inmiddels ver na elven. Ik had via de lokale agent die onze accommodatie geboekt had al aan onze gastvrouw en gastheer laten doorgeven dat het na 11 uur zou worden voor we zouden aankomen, maar het wordt dus nog later. Eenmaal aan land blijkt de navigatie van de Transit de Faeröer niet in het bestand te hebben zitten, maar gelukkig heb ik mijn offline kaartenapp (erfenis uit de Nokia Communicator tijd) die in combinatie met de GPS van mijn telefoon ons B&B adres I Svanga 28 prima weet te vinden. We zitten ‘bovenaan’ in de stad en onze gastheer, Tórleivur M. Mikkelsen en zijn vrouw (beiden reeds op leeftijd) staan al voor het raam op de uitkijk naar ons. Zelf wonen ze boven en de begane grond is voor de gasten. Er zijn 2 kamers, een huiskamer, een gezamenlijke badkamer en een keukentje waar een koelkast staat en je koffie en thee kunt maken. En er is zelfs een 2-pits elektrische kookplaat. De andere kamer is ook verhuurd en ook daar worden Nederlandse gasten verwacht. Zij arriveren een stuk later omdat ook hun navigatie de Faeröer niet kent en zij geen offline kaartenapp hebben. Rond deze tijd van de dag zijn er ook niet meer zoveel mensen op straat om de weg aan te vragen. De
volgende ochtend ontbijten we om 8 uur gezellig met deze familie Harkema uit Velp. Doorgaans gaan zij op fietsvakantie in de buurlanden van Nederland: met de tandem heen en met de trein terug. Ook zij zijn op doorreis naar IJsland.
Het is vandaag fantastisch weer: zonnig, windstil en aangenaam. Overal hangt de was buiten aan de lijn te drogen. We gaan lopend op pad naar Hotel Føroyar dat een ‘verdieping’ hoger ligt aan Oyggjarvegur, het begin van de ‘oude’ bergweg 10. We lopen er over een steil voetpad naartoe en ontmoeten onze eerste schapen. Volgens de papieren die we van IJslandTours hebben gekregen start onze voor vanochtend geboekte city tour-excursie hier om 10 uur. Bij de receptie van het hotel zegt het ze niks. We verwachten dat er een grote bus zal komen en er staan nog meer mensen te wachten, maar die blijken bij nader inzien allemaal opgepikt te worden door airport-taxi’s. Om 10 over 10 bellen we maar eens met lokale organisatie GreenGate die het hebben over een bus met pech of zoiets en we wachten nog maar even af. We maken hier direct al kennis met de enorme behulpzaamheid van de Faeröerders want als wij als enigen overgebleven zijn komt de receptioniste naar buiten gelopen om ons te melden dat ze gebeld is en gevraagd om ons te zeggen dat we ons beneden in de stad moeten melden bij de busterminal. Omdat dit niet helemaal klopt met hetgeen wij door de telefoon te horen hebben gekregen wachten we nog maar even af en jawel, even later komt er een niet meer zo heel jonge Volvo 740 sedan ‘Royal Executive’ de parkeerplaats opscheuren en maken we kennis met Arnold en zijn vrouwelijke ‘manager’ annex chauffeur, die ons onverwijld meenemen richting startpunt van de tour, het ‘stadspark’ dat ter plaatse bekend staat als ‘De Plantage’. Arnold is net als onze B&B gastgevers de 70 reeds gepasseerd en oud-zeeman die Nederland uiteraard kent van de vele keren dat hij Rotterdam heeft aangedaan met zijn schip. We brengen een genoeglijke ochtend met hem door en lopen in straf tempo van De
Plantage richting Tinganes, het oude stadsdeel met houten huisjes dat in oude tijden de plek was waar recht gesproken werd en wetten werden aangenomen. Gelukkig heb ik in mijn reisgids ook al het een en ander over Tórshavn gelezen, want Arnold heeft zo zijn eigen stokpaardjes. Op Tinganes komt mevrouw de manager (helaas weten we haar voornaam niet) ons weer oppikken met de Royal Executive (kenteken ‘KRONE 12’) waar naar verluidt Koningin Margrethe nog in rondgereden is, om ons vervolgens af te zeten op een bedrijventerrein in een buitenwijk bij een vestiging van supermarkt FK, waar we boven in de kantine de lunch gebruiken samen met de werknemers van bedrijven in de omgeving. Volgens Arnold wordt het restaurant gerund door mensen met een -zoals dat in Nederland tegenwoordig heet- afstand tot de arbeidsmarkt. Na afloop worden we keurig afgezet op ons B&B adres.
Inmiddels is het weer wat betrokken, maar dat belet ons niet om naar Kirkjubøur te rijden, de oude bisschopszetel, met o.a. de ruïne van de Sint Olavskathedraal; het oudste nog bewoonde houten huis ter wereld en tegenwoordig ook het Noma van de Faeröer, restaurant Koks, dat vandaag niet open is en trouwens begin mei al volgeboekt zat voor de dagen dat wij hier op de Faeröer zijn. Beroemde plek, maar wij vonden het niet zo heel erg inspirerend. Kees stapt hier op de fiets om naar Syðradalur te rijden. Inmiddels is het vrij fris geworden. Ik rijd met de Transit mee en dat is maar goed ook, wat op een gegeven moment gaat het asfalt over in een pad dat met een dunne-bandenfiets niet meer te berijden is. We rijden uiteraard met de bus wel door tot we niet verder kunnen. Het valt ons op dat de wegen hier uitstekend zijn. Even smal, maar een stuk beter dan de wegen op Corsica toen wij daar voor het eerst waren. ’s Avonds lopen we naar beneden de stad in om te gaan eten. Valt nog niet mee om op maandagavond wat te vinden, maar bij ‘Marco Polo’ lukt het dan toch uiteindelijk. Moe maar voldaan duiken we na onze eerste dag op de Faeröer in bed.
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!