Zuid-Afrika

We konden eens uitslapen tot 7u en namen een heerlijk Engels ontbijtje met saucisses, bacon en eggs. Er was ook een ruime keuze uit fruit, yoghurt en kaas. Na deze lekkere verwennerij werd de auto opnieuw gepakt en trokken we richting Swaziland, een koninkrijk dat sinds 1969 onafhankelijk is. De weg naar Jeffe’s reef, de grensovergang, lag vol ‘potholes’ en we konden dus niet echt doorrijden. Wat verderop waren ze aan de baan aan het werken en moesten we regelmatig stoppen omdat het verkeer slechts om beurten langs kon. Uiteindelijk kwamen we aan de grensovergang en schoven we aan in de rij om onze paspoorten te laten stempelen. Wat verderop moesten we een fee betalen en onze auto laten keuren. Daarna mochten we Swasiland binnen. We stopten al iets verderop bij een craftshop op aanraden van onze Engelse gastvrouw van Komatipoort. Swaziland is heel arm en de plaatselijke bevolking maakt mooie rieten manden, juweeltjes en houtsnijwerk dat ze dan verkopen voor de commune. We kochten er een rieten potje en vervolgden onze weg. Er was een afslag net voorbij Pigg’s peak, om richting Madura dam te rijden. Dit was een krachtwatercentrale dat de hele omgeving voorzag van water en stroom. Het landschap via deze weg was supermooi en de vergelijking met Zwitserland ging inderdaad op. Onderweg kwamen we heel wat scholen tegen waar de kinderen in uniform net buiten kwamen om naar huis te gaan. Dit land kent zeer veel weeskinderen omdat 1/3e van de bevolking aids heeft en veel ouders zeer vroeg sterven. Vervolgens gingen we richting Newjernsey glass farm. We konden het verwerkingsproces van bij het smelten van oud glas tot het blazen en verwerken tot nieuwe glazen bijwonen, in een gloeiend hete fabriek. We kochten er mooi glaswerk en namen ook een saladelunch in het aanpalende restaurant waar de pauwen mee over het terras liepen. Na het eten zetten we onze tocht verder en reden de autosnelweg op tot voorbij de hoofdstad Mbabane. Alhoewel, een echte autosnelweg kan je het niet noemen want er zijn verschillende bushaltes langs de kant en er lopen soms nog mensen over de weg. Ter hoogte van Lobamba verlieten we de snelweg om naar het Mlilwane national park door te steken. Na de nodige registraties ging de gate open en reden we het park van de antilopen, nijlpaarden, wrattenzwijnen en krokodillen in. De eerste nacht was voorzien in Riley’s rock, een huis met annex van de tijd van Livingstone. Wij hadden geluk en hadden het originele huis voor ons alleen, met een living (met open haard) een eetkamer, twee slaapkamers met elk een eigen badkamer en een terras dat helemaal rond het huis liep. We waanden ons net ontdekkingsreizigers en genoten van de groene omgeving waar de antilopen en waterbokken tot aan het huis kwamen. Eindelijk namen we eens een rustige namiddag met een goed boek. Stephanie ging zich als eerste klaar maken voor ’s avonds en liet de groene badkuip vol water lopen. Al gauw bleek dat dit bruin water was waar zelfs zand bij zat. De buizen bleken niet in al te goede staat en we hadden wel geen zin in een bruin bad. Dus iedereen verfriste zicht maar wat aan de lavabo en er werden geen haren gewassen. Bij valavond konden we de bush baby’s’ eten geven. Dit zijn kleine soort makaki’s die stukjes banaan uit je hand komen eten. Als avondeten hadden we een ‘braai’ buiten aan het open vuur, tesamen met nog twee koppels Duitsers. Als voorgerecht kregen we een erwtensoep terwijl we in onze topjes rond het hete vuur zaten. Het is wat ze hier ‘winter’ noemen. De kokkinnen kwamen met het vlees, de warme groenten en couscous in hoge potten op hun hoofd. Zowel de lamsstoverij, de kip en de varkenskoteletten waren overheerlijk. Als dessert was er nog een bolletje ijs met chocoladesaus. Nog een koffie en theetje in de grote zaal met alle trofeeën en we gingen terug naar ons huisje voor een heerlijke nacht. Deze keer zonder airco maar met authentieke ventilators aan het plafond. Al snel waren alle lichtjes uit en was er geen geluid meer te horen.

stepha_nieteke

22 chapters

16 Apr 2020

Swaziland, Zwart Zwitserland.

Swaziland

We konden eens uitslapen tot 7u en namen een heerlijk Engels ontbijtje met saucisses, bacon en eggs. Er was ook een ruime keuze uit fruit, yoghurt en kaas. Na deze lekkere verwennerij werd de auto opnieuw gepakt en trokken we richting Swaziland, een koninkrijk dat sinds 1969 onafhankelijk is. De weg naar Jeffe’s reef, de grensovergang, lag vol ‘potholes’ en we konden dus niet echt doorrijden. Wat verderop waren ze aan de baan aan het werken en moesten we regelmatig stoppen omdat het verkeer slechts om beurten langs kon. Uiteindelijk kwamen we aan de grensovergang en schoven we aan in de rij om onze paspoorten te laten stempelen. Wat verderop moesten we een fee betalen en onze auto laten keuren. Daarna mochten we Swasiland binnen. We stopten al iets verderop bij een craftshop op aanraden van onze Engelse gastvrouw van Komatipoort. Swaziland is heel arm en de plaatselijke bevolking maakt mooie rieten manden, juweeltjes en houtsnijwerk dat ze dan verkopen voor de commune. We kochten er een rieten potje en vervolgden onze weg. Er was een afslag net voorbij Pigg’s peak, om richting Madura dam te rijden. Dit was een krachtwatercentrale dat de hele omgeving voorzag van water en stroom. Het landschap via deze weg was supermooi en de vergelijking met Zwitserland ging inderdaad op. Onderweg kwamen we heel wat scholen tegen waar de kinderen in uniform net buiten kwamen om naar huis te gaan. Dit land kent zeer veel weeskinderen omdat 1/3e van de bevolking aids heeft en veel ouders zeer vroeg sterven. Vervolgens gingen we richting Newjernsey glass farm. We konden het verwerkingsproces van bij het smelten van oud glas tot het blazen en verwerken tot nieuwe glazen bijwonen, in een gloeiend hete fabriek. We kochten er mooi glaswerk en namen ook een saladelunch in het aanpalende restaurant waar de pauwen mee over het terras liepen. Na het eten zetten we onze tocht verder en reden de autosnelweg op tot voorbij de hoofdstad Mbabane. Alhoewel, een echte autosnelweg kan je het niet noemen want er zijn verschillende bushaltes langs de kant en er lopen soms nog mensen over de weg. Ter hoogte van Lobamba verlieten we de snelweg om naar het Mlilwane national park door te steken. Na de nodige registraties ging de gate open en reden we het park van de antilopen, nijlpaarden, wrattenzwijnen en krokodillen in. De eerste nacht was voorzien in Riley’s rock, een huis met annex van de tijd van Livingstone. Wij hadden geluk en hadden het originele huis voor ons alleen, met een living (met open haard) een eetkamer, twee slaapkamers met elk een eigen badkamer en een terras dat helemaal rond het huis liep. We waanden ons net ontdekkingsreizigers en genoten van de groene omgeving waar de antilopen en waterbokken tot aan het huis kwamen. Eindelijk namen we eens een rustige namiddag met een goed boek. Stephanie ging zich als eerste klaar maken voor ’s avonds en liet de groene badkuip vol water lopen. Al gauw bleek dat dit bruin water was waar zelfs zand bij zat. De buizen bleken niet in al te goede staat en we hadden wel geen zin in een bruin bad. Dus iedereen verfriste zicht maar wat aan de lavabo en er werden geen haren gewassen. Bij valavond konden we de bush baby’s’ eten geven. Dit zijn kleine soort makaki’s die stukjes banaan uit je hand komen eten. Als avondeten hadden we een ‘braai’ buiten aan het open vuur, tesamen met nog twee koppels Duitsers. Als voorgerecht kregen we een erwtensoep terwijl we in onze topjes rond het hete vuur zaten. Het is wat ze hier ‘winter’ noemen. De kokkinnen kwamen met het vlees, de warme groenten en couscous in hoge potten op hun hoofd. Zowel de lamsstoverij, de kip en de varkenskoteletten waren overheerlijk. Als dessert was er nog een bolletje ijs met chocoladesaus. Nog een koffie en theetje in de grote zaal met alle trofeeën en we gingen terug naar ons huisje voor een heerlijke nacht. Deze keer zonder airco maar met authentieke ventilators aan het plafond. Al snel waren alle lichtjes uit en was er geen geluid meer te horen.