's Ochtends vertrekken we met een taxi naar Hua Lampong, het treinstation van Bangkok. We worden keurig in het Engels aan de juiste kaartjes geholpen. Het is ongeveer anderhalf uur met de trein naar Ayuthaya, maar we vertrekken al meteen een half uur te laat. Als we 500 meter hebben afgelegd stopt de trein weer en worden er smerig uitziende maaltijden uitgedeeld die we onaangeroerd even later weer teruggeven. In Ayuthaya blijken geen taxi's te zijn, alleen tuk-tuks en een soort pickup-truck variant van de tuk-tuk. Die laatste nemen we, met onze bagage passen we niet in een normale tuk-tuk. Het pension blijkt prachtig aan de rivier te liggen, en een echte familie-business te zijn. We hebben twee kamers naast elkaar. We lunchen Thais in het pension en lopen dan naar het historisch centrum van Ayuthaya. We bezoeken Wat Pra Mahathat. Ruïnes van een tempelcomplex, met een Boeddhahoofd van zandsteen dat in de wortels van een boom terecht is gekomen. Niemand weet hoe. Het is heet en we zijn moe, dus we gaan terug naar het pension om bij te komen in de airco. In de Lonely Planet wordt een restaurant aanbevolen dat om de hoek zit, met een terras boven de
sandra schneider
14 chapters
15 Apr 2020
July 19, 2015
|
Ayuthaya
's Ochtends vertrekken we met een taxi naar Hua Lampong, het treinstation van Bangkok. We worden keurig in het Engels aan de juiste kaartjes geholpen. Het is ongeveer anderhalf uur met de trein naar Ayuthaya, maar we vertrekken al meteen een half uur te laat. Als we 500 meter hebben afgelegd stopt de trein weer en worden er smerig uitziende maaltijden uitgedeeld die we onaangeroerd even later weer teruggeven. In Ayuthaya blijken geen taxi's te zijn, alleen tuk-tuks en een soort pickup-truck variant van de tuk-tuk. Die laatste nemen we, met onze bagage passen we niet in een normale tuk-tuk. Het pension blijkt prachtig aan de rivier te liggen, en een echte familie-business te zijn. We hebben twee kamers naast elkaar. We lunchen Thais in het pension en lopen dan naar het historisch centrum van Ayuthaya. We bezoeken Wat Pra Mahathat. Ruïnes van een tempelcomplex, met een Boeddhahoofd van zandsteen dat in de wortels van een boom terecht is gekomen. Niemand weet hoe. Het is heet en we zijn moe, dus we gaan terug naar het pension om bij te komen in de airco. In de Lonely Planet wordt een restaurant aanbevolen dat om de hoek zit, met een terras boven de
rivier. We eten er Thais/Vietnamees, luisteren naar een slechte one-man-band en zien en horen de ene na de andere karaokeboot voorbij varen. Er zijn hier vooral heel veel Thaise toeristen, en hele families vieren feest op zo'n lawaaiboot. Na het eten nemen Boris en Iwan nog even de ferry naar de overkant, waar een mooie tempel te zien is. Er blijken vleermuizen van een meter groot rond te vliegen. 's Nachts slapen we niet fantastisch, door het lawaai van de rivier en van de honden. Het ontbijt in het pension is apart, vooral omdat het omaatje dat het voor ons neerzet alleen in het Thais communiceert. We hebben geen idee wat ze allemaal zegt maar er wordt veel gelachen. Alles wat hier op het bord blijft liggen wordt bij het afruimen zo de rivier in geschoven, en een indrukwekkende meute vissen vecht erom. Zelfs de bananenschillen verdwijnen op die manier. De bagage laten we achter in het pension, die halen we vanavond op voordat we naar de nachttrein gaan. We nemen een tuk-tuk naar weer wat ruïnes en een tempel, de Wat Phra Si
Sanphet. Daar treffen we een enorme bronzen Boeddha, die ter gelegenheid van de 60e verjaardag van een prinses helemaal met bladgoud is belegd. We zijn getuige van allerlei Boeddhistische rituelen waar we weinig van begrijpen maar die hier zeer serieus worden genomen. Dan zien we ineens een heleboel olifanten, met een circuskleedje op hun rug en grote stellages, waar toeristen in zitten. Ze sjokken door de straten en maken een rondje langs de ruïnes. Op hun nek zit een mahout, een traditionele Thaise olifantenverzorger. Al hebben we onze twijfels over dat verzorgen hier. Even verderop is de thuisbasis van de olifanten, er worden showtjes opgevoerd en je kunt de olifanten voeren en met ze op de foto. We kijken toe van een afstandje maar nemen niet deel aan dit verderfelijke toeristenvermaak. We hebben het een en ander gelezen over de mishandeling van olifanten en andere wilde dieren in de toeristenindustrie. Al blijft het lastig om op dit punt goed van kwaad te onderscheiden.
Dan lopen we naar het Tourist Center, een museum over de cultuur en geschiedenis van Ayuthaya, waar al gauw blijkt dat Tinka de allergrootste bezienswaardigheid is. Sandra en Tinka zitten in een museumzaal uit te rusten als er een hele grote groep studenten langskomt. Ze zijn erg aan het giebelen en we betrappen er een paar op het stiekum maken van een foto van ons. Als ze zien dat we het doorhebben stappen ze over hun gène heen, en de een na de ander gaat onbeschaamd naast Tinka zitten en er worden vele foto's gemaakt. Die vindt het wel grappig maar het is ook erg ongemakkelijk. Ze bedanken ons allemaal heel lief terwijl er geen einde komt aan de stroom studenten. Als er even wat hapert in de toestroom gaan we er snel vandoor en zoeken we Boris en Iwan weer op. En onze schoenen. Want je doet hier blijkbaar niet alleen in een tempel je schoenen uit, maar ook in een museum. Heel raar om de hele tijd op je blote voeten rond te moeten lopen. Bij de wc's staan slippers die je daar kunt gebruiken. Vreemd idee van hygiëne hebben ze hier.
We nemen weer een tuk-tuk (voor 60 baht = €1,80 gaan we niet dat hele eind lopen in die hitte), en laten ons bij Tony's Place afzetten, een zeer bekend backpackers hostel waar je ook goed kunt lunchen. Een kamer met ventilator en gedeelde badkamer kost hier €6,= en dat trekt heel wat jonge backpackers uit alle windstreken. We nemen allemaal een lekkere hamburger en een lemon shake en boeken een boottripje voor later in de middag. We moeten tenslotte de hele dag volmaken tot we met de nachttrein gaan, hebben geen hotel meer om nog even een paar uur te relaxen. We hangen wat rond tot het 16u is en we met een tuk-tuk naar ons bootje worden gebracht. Het is een soort longtailboot, iets breder, waar we met nog vijf andere toeristen in gaan. We worden twee uur lang rondgevaren, zien veel van het dagelijks leven langs de rivier en bezoeken onderweg drie tempels waar we steeds 20 minuten de tijd hebben om rond te kijken. Ook nu weer vallen we van de ene verbazing in de andere. Grote Boeddha's, kleine, heel veel bij elkaar, heel erg veel goud, maar ook een prachtige oude liggende Boeddha in een ruïne. En de armste mensen die van alles kopen om Boeddha en de monniken te eren. In een van de tempels is het afgeladen vol met Thai die grote stapels goudgele doeken kopen, die vervolgens via een aantal monniken naar boven worden gegooid, halverwege een twintig meter hoge Boeddha, waar ze als een lange sjerp overheen worden gehangen. De mensen staan te dringen om die doeken te kunnen kopen. Ook
worden er volop lootjes gekocht en aan de voeten van weer een ander Boeddhabeeld op de grond gegooid. Een monnik veegt elke paar minuten de rotzooi bij elkaar en dan begint het weer opnieuw. Ergens in een hoekje van een tempel zit een "waarzegster", je wijst een nummertje aan en krijgt een briefje waar heel belangrijk info op staat (zo lijkt het, alles is hier in het Thais dus we maken dit op uit de reacties van de mensen). Het is zo'n totaal andere wereld... Al die rituelen, al dat geld dat wordt gespendeerd, door de armste mensen die zelf in een krotje wonen. Wat wij als souvenirs zien, blijken prullen te zijn die je rond een Boeddhabeeld neerzet bij een tempel, als een soort offer. Sommige spullen zitten gewoon nog in het cellofaan. Die kunnen aan het eind van de dag weer teruggezet worden in het kraampje en de volgende dag opnieuw verkocht worden. Je kunt ook hulppakketten voor de monniken aanschaffen, met tandpasta en koekjes en thee erin.
Wij sponsoren de lokale economie wel met onze tuk-tuk ritjes. We
dingen niet eens meer af. We gaan weer naar hetzelfde restaurant als gisteren, en dezelfde one-man-band zorgt voor een romantische noot. Hij zingt Glenn Madeiros en John Denver, en wat Thaise tranentrekkers. Na het eten halen we de bagage op en na weer een grote spraakverwarring in ons voormalig pension worden we met spullen en al in een tuk-tuk gepropt (het past toch met bagage, vraag niet hoe) en naar het station gebracht voor de volgende etappe.
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!