Na een gezellige laatste avond op het terras van de Chai Lai Orchid, met heerlijk eten, koude biertjes en goed gezelschap, slapen we de laatste nacht in onze junglekamer. Iwan ziet een tokeh en 's nachts horen we hem ook (een soort felgekleurde leguaan die tokeh, tokeh roept), we zien ook de boommuis of was het toch het spookdiertje? En 's nachts loopt er iets van flink formaat over ons dak. Dan begint het ook te regenen en het houdt niet meer op. Een mooi moment om afscheid te nemen. Floor en Tim vertrekken om 10 uur, wij een half uurtje later. We beloven te app-en en na de vakantie bij elkaar langs te gaan.
Met een song taew worden we naar het vliegveld van Chiang Mai gebracht. Het is een wilde rit en ondanks het reispilletje voelt Tinka zich erg beroerd. Maar op het vliegveld, na een zakje chips, komt het helemaal goed. We lunchen wat, en door de rij bij de dameswc's boarden we pas bij de 'final call' en stappen we als laatste in het vliegtuig. Anderhalf uur later landen we 1200 kilometer zuidelijker, in Surat Thani.
Onze chauffeur staat al te wachten met een bordje Khanom Hill Resort. We worden in een luxe auto gezet en rijden in anderhalf uur naar Khanom. Dat is een landtong ten zuiden van Surat Thani, met mooie zandstranden en weinig toerisme. Er zijn wat resorts en het is beroemd om de speciale dolfijnen, een soort rose albino dolfijn.
We worden naar onze poolvilla gebracht, een huisje (eigenlijk 1 kamer met een badkamer en een terrasje) in een tuin met een paar kleine zwembadjes. Aan de overkant van de weg is het restaurant (al weer alles zonder smaakversterker!) en het strand. We zijn van plan hier een paar dagen te niksen maar ze hebben al meteen allerlei voorstellen voor excursies, naar tempels, watervallen, grotten en natuurlijk de dolfijnen. We willen alleen de dolfijnen zien dus boeken een privétourtje voor over twee dagen. Verder is het hier: lekker eten, veel lezen, beetje zwemmen in het zwembad en in de zee, nog meer lekker eten en heerlijk slapen in de airco.