Stage Tanzania

Na anderhalve week stage te hebben gelopen, vonden Lieske, Ellen en ik dat we wel toe waren aan een weekendje weg. We gooiden onze tassen weer vol om drie dagen naar Kigoma te gaan. Kigoma is een vrij grote stad aan Lake Tanganyika. Dit meer is het één na oudste en één na diepste meer ter wereld. Vanuit Kigoma kun je ook makkelijk naar Gombe NP en de Mahale Mountains. Deze parken staan bekend om de chimpansees die daar te zien zijn en trekken redelijk wat toeristen (al is het niets vergeleken met de Serengeti). In Kigoma merken we dat ze wat meer aan buitenlanders gewend zijn, we worden minder aangestaard en nageroepen. Het hele weekend zien we denk ik in totaal wel tien wazungu!!

We vertrokken vrijdag op tijd vanuit Kabanga met British Airways (het is heus waar!) naar Kasulu. Dit is een ritje van ongeveer twintig minuutjes. De dalla dalla’s hebben hier altijd hilarische namen, zoals British Airways, Thank God en Cape Town. Dalla dalla’s zijn busjes waar je in Nederland ongeveer met zijn tienen in zou zitten. De meesten zijn erg versleten en vallen half uit elkaar (geregeld valt de deur er bijvoorbeeld uit). De dalla dalla vertrekt zodra hij

eslyklein

20 chapters

16 Apr 2020

Weekend Kigoma

March 05, 2016

|

Kigoma

Na anderhalve week stage te hebben gelopen, vonden Lieske, Ellen en ik dat we wel toe waren aan een weekendje weg. We gooiden onze tassen weer vol om drie dagen naar Kigoma te gaan. Kigoma is een vrij grote stad aan Lake Tanganyika. Dit meer is het één na oudste en één na diepste meer ter wereld. Vanuit Kigoma kun je ook makkelijk naar Gombe NP en de Mahale Mountains. Deze parken staan bekend om de chimpansees die daar te zien zijn en trekken redelijk wat toeristen (al is het niets vergeleken met de Serengeti). In Kigoma merken we dat ze wat meer aan buitenlanders gewend zijn, we worden minder aangestaard en nageroepen. Het hele weekend zien we denk ik in totaal wel tien wazungu!!

We vertrokken vrijdag op tijd vanuit Kabanga met British Airways (het is heus waar!) naar Kasulu. Dit is een ritje van ongeveer twintig minuutjes. De dalla dalla’s hebben hier altijd hilarische namen, zoals British Airways, Thank God en Cape Town. Dalla dalla’s zijn busjes waar je in Nederland ongeveer met zijn tienen in zou zitten. De meesten zijn erg versleten en vallen half uit elkaar (geregeld valt de deur er bijvoorbeeld uit). De dalla dalla vertrekt zodra hij

vol zit, dat is meestal bij een persoon of vijftien. Onderweg komen er regelmatig nog wat mensen bij in, waardoor er al meerdere malen een Tanzaniaan het genot had om onder mijn okselzweet te zitten. Ik douche hier vanwege het koude water ongeveer twee keer in de week. De weg naar Kasulu is van zand, zoals praktisch alle wegen hier in West Tanzania. Er zitten altijd veel gaten in. Het is maar goed dat we zo opgepropt zitten, anders stuiterden we het hele busje door.
In Kasulu zijn we op zoek gegaan naar de volgende dalla dalla die ons naar Kigoma zou brengen. We konden ook met de bus, maar de dalla dalla is veel goedkoper en we zijn maar arme studenten. Een ticket kost 6000 Tanzaniaanse Shilling, wat in euro’s uitkomt op een schamele 2,50.
We worden door allerlei mannetjes naar hun dalla dalla getrokken om daar in te stappen, iedereen wil ons wel naar Kigoma brengen. We stappen bij de eerste de beste in, die blijkt al goed vol te zitten. Zodra we zitten kunnen we direct vertrekken. De rit is weer een groot avontuur. Op het hoogtepunt zitten we met 25 man en kip in het busje (stel het je voor als de Beilenbusjes, alleen dan verrotter). Er hangt iemand half uit de bus. Aan het eind van het weekend staat er op de terugweg zelfs een tijdje iemand op de trekhaak om mee te rijden. Onderweg maken we een aantal korte stops bij gehuchten. Daar staan mensen langs de weg te wachten met hun verbouwde groenten en fruit. Trossen vol met rode uien en stokjes met geroosterd vlees worden de bus in geduwd om verkocht te worden. Tot mijn verbazing niet zonder succes.
Ik zat in de bus naast een vrouw en man waarmee ik leuk een beetje Engels en Swahili kon praten. De vrouw wees me onderweg telkens heel enthousiast op de cementen brokken langs de weg. Volgens mij waren dit een soort dammen ofzo, ja knap staaltje techniek hier hoor!
Na twee uur reizen begon mijn been te slapen. Bewegingsruimte had ik niet en mijn been stond helemaal klem tussen wat tassen en de rug van de persoon voor mij. Net op tijd waren we in Kigoma. Ik had geen gevoel meer in mijn been en ik kon mijn tenen niet meer bewegen. Een amputatie was niet ver weg.

We hadden nog niet echt besloten waar we zouden overnachten, kozen op de gok voor Mji Mwema Lodge. Dit was ons aangeraden door de vorige Nederlandse studenten in Kabanga. We kregen een mooie kamer met twee tweepersoonsbedden én EEN WARME DOUCHE. Heerlijk. In totaal hebben we hier voor twee nachten 22 euro betaald, ontbijt inbegrepen. Nou, daar kunnen we vaker heen.

We hadden van meerdere studenten de tip gekregen om naar Jakobsen Beach te gaan, dat scheen een paradijsje te zijn. Na onze spullen bij de lodge te hebben gedumpt zijn we met de tuk tuk (een overdekte driewieler met motor) daarheen gereden. We reden al vlot de stad uit en kwamen langs armoedige huisjes waar de kinderen in het stof aan de weg speelden. Ik vond het geen fijn gevoel, wij lieten ons daar vervoeren om een dagje naar het strand te gaan, terwijl zij niks hadden. De kinderen hadden er geen last van, die renden luid schreeuwend met ons mee: “What’s my name? Mzungu! What’s my name?” Dit roepen kinderen overal naar ons. Het is blijkbaar blijven hangen van de Engelse lessen op school en zo proberen ze achter onze namen te komen. Af en toe zwaai ik wat als de Koningin in de gouden koets tijdens Prinsjesdag.
We worden bij een bosrijke camping eruit gezet. Jakobsen Beach is een camping met Noorse eigenaren. Je kunt er zelf je tentje opzetten, of daar een lodge of tent huren. Je ziet niet dat het een camping is. Het is alsof er een paar mensen her en der hebben besloten te gaan kamperen. Misschien leuk om later hier een paar nachten te blijven.
We betalen een paar euro voor het strand en worden dan via een smal paadje naar beneden naar een baaitje geleid. Er zijn twee kleine strandjes en één daarvan hebben we voor onszelf. Het zand is wit en er staan allemaal tropische bomen. Ter versiering ligt er een bootje op het strand en staan er een aantal hutjes waar je je kunt verbergen voor de zon. We trekken snel onze kleren uit en springen het meer in. Lake Tanganyika is een van de weinige meren in Tanzania waar je veilig kunt zwemmen, op andere plekken loop je een groot risico om een enge ziekte te krijgen.
We zijn nog geen halfuur op het strand, of de lucht begint te betrekken. Er komen grijze onweerswolken achter de bomen vandaan. Om de regen voor te zijn (en omdat we honger hebben en geen eten mee hebben) besluiten we om maar terug te gaan. Onderweg naar boven komen we zebra’s en aapjes tegen, leuk!!! Ik probeer zo dichtbij mogelijk te komen. Ellen vraagt waarschuwend of dit wel een goed idee is. Ach, ze lopen hier los rond bij de camping, zo gevaarlijk zullen ze niet zijn. We hangen een half uur rond bij de beesten en kunnen ze nog net niet aaien. Als we besluiten verder te gaan en ons omdraaien, verandert er plots iets in de blik van de zebra’s. Terwijl wij met de rug naar ze toe van ze vandaan lopen, komen ze keihard op ons afgestormd. Ik roep naar Ellen en Lieske dat ze niet moeten rennen, maar mijn hart zit in mijn keel. Een meter voor me houden ze stil, draaien ze zich om en rennen dan weer op ons af. We proberen daar weg te komen, terwijl de zebra’s als dolle paarden op ons af blijven stormen. We schijten alledrie zeven kleuren. Gelukkig weten we te ontsnappen en zijn we op het nippertje aan die bloeddorstige zebra’s ontsnapt.
Met de taxi en een bonkend hart gaan we naar Coast View Hotel, waar we wat kunnen eten. Coast View zit op de hoogst gelegen plek van Kigoma en we hebben een prachtig uitzicht over het meer. Het is heel fijn om daar te zitten. Er zitten wat meer toeristen en het voelt aan als een Frans terras. We zijn ons niet continu bewust van het feit dat we anders zijn en hebben niet het idee ons erg aan te moeten passen. Dat is afgelopen drie weken wel anders geweest. Het is eerlijk gezegd een opluchting om alle ellende en armoede waarmee we telkens overspoeld worden, ook even niet te hoeven zien.

Er staat pizza op de kaart die we alledrie gauw bestellen. Manon waarschuwt me via de whatsapp net te laat; de pizza is niet zoals we verwacht hadden. De bodem is gemaakt van chapati en de topping is ook niet wat ik gehoopt had. Het smaakt naar goedkope macaroni, maar we genieten ervan, net als van onze biertjes en het uitzicht.

De volgende dag struinen we eerst wat door de stad en de markt en gaan daarna weer naar Jakobsen Beach. Verder is er niet zo veel te doen. We liggen nog geen vijf minuten in het water als het begint te regenen. De rest van de middag schuilen we in een van die hutjes, hopend op wat zonneschijn. Helaas delen we deze keer het strand met een Tanzaniaanse basisschoolleraar, die maar al te graag een praatje wil maken. Wij willen gewoon even lezen en luieren, maar zijn te aardig om hem dat duidelijk te maken. Na twee uur wachten en vriendelijk blijven naar de leraar besluiten we om maar weer terug te gaan.
Wachtend op de taxi spreken we nog twee mannen die allebei apart door Oost-Afrika reizen. We praten wat over de oorlog in Burundi en of het wel verstandig is om daarheen te gaan. De Nederlandse overheid waarschuwt al om in Tanzania niet te dicht bij het grensgebied van Burundi te verblijven als dat niet noodzakelijk is. Laat Kabanga nou net in dat gebied liggen. Gelukkig merken we niks van de oorlog, behalve dat er veel vluchtelingen in het ziekenhuis liggen.
’s Avonds willen we weer naar Coast View lopen, maar kunnen het hotel niet vinden. We komen een hele horde jongens in pak die net uit de kerk komen tegen en zij begeleiden ons via allerlei kleine paadjes en omweggetjes naar het hotel. Bedankt! Aan het eind vraagt een van de jongens mijn nummer, hij vindt het leuk om contact te hebben met buitenlanders. We worden regelmatig om ons telefoonnummer gevraagd, ook als we twee minuten met iemand gekletst hebben. Ik kan slecht nee zeggen, dus ik ben een beetje de telefoonslet geworden.
De laatste dag halen we ’s ochtends een nieuwe pan en mes op de markt (Ellen heeft op legendarische manier de koekenpan gesloopt) gekocht en gaan daarna weer met de dalla dalla naar huis. Dit is een helse rit, ik vind het verschrikkelijk. De chauffeur rijdt als een idioot over de weg. Ik zit helemaal klem en schud telkens keihard tegen de deur aan. Ik kan me niet bewegen en zit dus drie uur in dezelfde rotpositie. Ik ben zo blij als we in Kasulu zijn.

Ondanks alle regen was het een heerlijk weekend en hebben we echt het gevoel gehad even op minivakantie geweest te zijn.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.