Stage Tanzania

Eind april hebben Ellen, Lieske en ik onze moed bij elkaar geschraapt en zijn we in de bus gestapt voor een nieuwe rit naar Dar es Salaam. Deze keer hebben we echter het advies van de nonnen opgevolgd en een andere busmaatschappij genomen. Deze busmaatschappij heette ‘Adventure’, of dat nou zo veel goeds beloofde… Maar al zodra we instapten, bleek dat dit een hele andere reis zou worden dan de vorige keer. De bus viel niet half uit elkaar, alle ramen waren nog heel en er was zelfs een stopcontact bij elke stoel! Als kers op de taart kregen we onderweg nog een gratis flesje fris en twee cakejes. Luxer kun je het niet krijgen. Bovendien duurde de reis 27 uur in plaats van 57.
De volgende ochtend waren we dus al in Dar es Salaam. Daar zouden we een paar dagen blijven, waarna we opsplitsten. Ellen kreeg bezoek van haar ouders, broer en zus en ging vakantie vieren op Zanzibar. Lieske ging met haar vriendin Lisa op Safari in Mikumi en daarna ook naar Zanzibar. Ik ben bij hen aangesloten.
Ik keek alweer met hele andere ogen naar Dar es Salaam. Na twee maanden in en rondom Kabanga, kende ik Tanzania als een arm, rustig en achtergesteld land. Dar es Salaam was direct weer erg chaotisch, lawaaierig en druk. Het was armoedig en smerig, maar er was ook een shopping mall en overal reden auto’s. Ik voelde me er, desondanks die chaos, veilig. Ik merkte dat ik al veel meer vertrouwd was aan al die gekte en liep onbezorgd over straat. Tot mijn mobiel uit mijn rugtas gejat werd... We hebben direct aangifte gedaan bij het politiebureau (dat leek trouwens ook een grote grap). ’s Avonds zat ik met Lieske in de tuk tuk naar het vliegveld om Lisa op te halen. Ik had twee seconden haar mobiel in mijn handen om het thuisfront te laten weten dat alles oké was, toen iemand de tuk tuk half indook en haar mobiel uit mijn handen griste. Lieske en ik hebben de rest van de rit in shock stil naast elkaar gezeten. Ik kon wel janken. Dag veilig gevoel.

Ondanks dat het de sfeer behoorlijk beïnvloedde, hebben we geprobeerd de knop snel weer om te zetten en te genieten. De volgende ochtend zijn Lisa, Lieske en ik met de bus vertrokken naar Morogoro, een stad vier uur ten westen van Dar. Vanuit daar werden we opgepikt door een jongen die de Nederlandse studenten in Turiani ons aangeraden had. Hij zou voor ons een safari regelen in Mikumi.
In Morogoro keken we onze ogen uit; wat een mooie stad! Het wordt omringd door bergen, is schoon en komt georganiseerd over. Toen we ook nog eens in een supermarkt onze boodschappen konden doen, konden Lieske en ik onze mond niet meer dichtdoen van verbazing. We hadden een gigantische cultuurshock. Dit was wel wat anders dan de houten kraampjes en stalletjes van Kabanga en Kasulu.
De jongen die met ons op safari zou gaan heette Mike. Hij sprak vloeiend en goed verstaanbaar Engels, ook een zeldzaamheid in Kabanga. Hij had een tijd voor een tourist operator gewerkt, maar wilde nu voor zichzelf gaan beginnen. We gingen eerst langs zijn huis om wat kampeerspullen te halen. Ook daar keken Lieske en ik

eslyklein

20 chapters

16 Apr 2020

Cultuurshock

May 11, 2016

|

Dar es Salaam, Morogoro, Mikumi NP en Zanzibar

Eind april hebben Ellen, Lieske en ik onze moed bij elkaar geschraapt en zijn we in de bus gestapt voor een nieuwe rit naar Dar es Salaam. Deze keer hebben we echter het advies van de nonnen opgevolgd en een andere busmaatschappij genomen. Deze busmaatschappij heette ‘Adventure’, of dat nou zo veel goeds beloofde… Maar al zodra we instapten, bleek dat dit een hele andere reis zou worden dan de vorige keer. De bus viel niet half uit elkaar, alle ramen waren nog heel en er was zelfs een stopcontact bij elke stoel! Als kers op de taart kregen we onderweg nog een gratis flesje fris en twee cakejes. Luxer kun je het niet krijgen. Bovendien duurde de reis 27 uur in plaats van 57.
De volgende ochtend waren we dus al in Dar es Salaam. Daar zouden we een paar dagen blijven, waarna we opsplitsten. Ellen kreeg bezoek van haar ouders, broer en zus en ging vakantie vieren op Zanzibar. Lieske ging met haar vriendin Lisa op Safari in Mikumi en daarna ook naar Zanzibar. Ik ben bij hen aangesloten.
Ik keek alweer met hele andere ogen naar Dar es Salaam. Na twee maanden in en rondom Kabanga, kende ik Tanzania als een arm, rustig en achtergesteld land. Dar es Salaam was direct weer erg chaotisch, lawaaierig en druk. Het was armoedig en smerig, maar er was ook een shopping mall en overal reden auto’s. Ik voelde me er, desondanks die chaos, veilig. Ik merkte dat ik al veel meer vertrouwd was aan al die gekte en liep onbezorgd over straat. Tot mijn mobiel uit mijn rugtas gejat werd... We hebben direct aangifte gedaan bij het politiebureau (dat leek trouwens ook een grote grap). ’s Avonds zat ik met Lieske in de tuk tuk naar het vliegveld om Lisa op te halen. Ik had twee seconden haar mobiel in mijn handen om het thuisfront te laten weten dat alles oké was, toen iemand de tuk tuk half indook en haar mobiel uit mijn handen griste. Lieske en ik hebben de rest van de rit in shock stil naast elkaar gezeten. Ik kon wel janken. Dag veilig gevoel.

Ondanks dat het de sfeer behoorlijk beïnvloedde, hebben we geprobeerd de knop snel weer om te zetten en te genieten. De volgende ochtend zijn Lisa, Lieske en ik met de bus vertrokken naar Morogoro, een stad vier uur ten westen van Dar. Vanuit daar werden we opgepikt door een jongen die de Nederlandse studenten in Turiani ons aangeraden had. Hij zou voor ons een safari regelen in Mikumi.
In Morogoro keken we onze ogen uit; wat een mooie stad! Het wordt omringd door bergen, is schoon en komt georganiseerd over. Toen we ook nog eens in een supermarkt onze boodschappen konden doen, konden Lieske en ik onze mond niet meer dichtdoen van verbazing. We hadden een gigantische cultuurshock. Dit was wel wat anders dan de houten kraampjes en stalletjes van Kabanga en Kasulu.
De jongen die met ons op safari zou gaan heette Mike. Hij sprak vloeiend en goed verstaanbaar Engels, ook een zeldzaamheid in Kabanga. Hij had een tijd voor een tourist operator gewerkt, maar wilde nu voor zichzelf gaan beginnen. We gingen eerst langs zijn huis om wat kampeerspullen te halen. Ook daar keken Lieske en ik

onze ogen uit. Mike woonde samen met twee vrienden in een gigantisch huis. Er was een bar, fitnessapparatuur, een platscherm televisie en ze hadden een hond als huisdier. De jongens waren allemaal hoog opgeleid en spraken goed Engels. Ze kwamen zo westers over in hun doen en laten. Lieske en ik moeten idioot hebben geleken, zo verbaasd waren we over de wereld waar we in terecht gekomen waren. Was dit Tanzania? We wisten dat we in het armste gebied van Tanzania woonden, maar beseften ons nu pas hoe groot die verschillen waren.
Met een volgestouwde auto zijn we uiteindelijk met zijn vijven naar Mikumi gereden. Mike nam een vriend mee die geen woord tegen ons zei. Lieske en Lisa vonden hem een beetje vreemd, maar ik dacht dat hij gewoon nauwelijks Engels sprak.
Al voordat we in het park waren zagen we overal langs de weg zebra’s, giraffen, bavianen en zelfs olifanten. Ook in het park wemelde het van de dieren. Heel mooi, maar ook wel een beetje jammer. Het was

spannender geweest als je echt moest zoeken naar de dieren vind ik. In het park stond zelfs een bordje naar de ‘hippo pool’.
’s Nachts hebben we gekampeerd in het kamp. Honderd meter verder op stonden de olifanten en giraffen en wij sliepen in een simpel binnententje (die niet waterdicht was). We konden zelfs de leeuwen horen brullen.
Rondom een kampvuur hebben we wat flessen konyagi (Tanzaniaanse vodka) geopend en de jongens leren bussen. De vriend van Mike bleek na een paar glaasjes eigenlijk prima Engels te kunnen. Hij kwam helemaal los en kletste en giechelde ons de oren van de kop. Hij heette Tommy, maar wilde geen Tommyboy genoemd worden. Tommygirl mocht wel. Oké dan! Hij begon zelfs over zijn girlfriend, de zeep. Ze waren beste vriendjes onder de douche… Mike noemde hij inmiddels Magic Mike XL en ook Fifty Shades of Grey bleek hij te kennen. Opnieuw een cultuurshock bij Lieske en mij.
De volgende ochtend vertrokken we weer op tijd om door het park te rijden. Tommygirl had waarschijnlijk een beetje last van de konyagi, want die heeft de hele rit liggen slapen. Ook de verlegenheid was terug, want hij heeft verder nauwelijks nog iets tegen ons gezegd.
De safari was heel chill, omdat het zo ongeorganiseerd was. We deden

waar we zin in hadden en reden als een stelletje ongeregeld rond. Ik heb nog een tijd rond gereden, terwijl de rest op het dak van de auto zat te genieten van het uitzicht. Ik heb het natuurlijk ook weer gepresteerd om ons bijna te verongelukken. Iets te enthousiast reed ik op een bocht af. Daarachter bleek plots een smal bruggetje te zitten en de rem deed het niet goed… Met een noodgang zijn we daar op af gereden. Gelukkig heb ik dankzij mijn geweldige rijskills ons de natte voeten bespaard.

Na de safari in Mikumi hebben we de boot genomen naar Zanzibar. In Dar es Salaam en Zanzibar lopen er continu mannetjes (touts) aan je te trekken en tegen je te praten, omdat ze je iets aan willen smeren. Ik kan daar helemaal gek van worden en moet me soms echt inhouden om niet om me heen te gaan snauwen of slaan. Het helpt dat we een beetje Swahili spreken en daarmee duidelijk kunnen maken dat we inmiddels een beetje weten hoe het hier werkt.
We hebben de eerste nacht in Stonetown geslapen. Echt een prachtige stad. Overal oude gebouwen en knusse steegjes waar je kunt verdwalen.
Ellen en haar zus waren op dat moment ook in Stonetown en samen zijn we op stap geweest. Het was ontzettend leuk. Wat kan iedereen hier dansen! Sommige van ons hebben de Tanzaniaanse bevolking erg goed leren kennen. Verdere details hou ik wel voor me…

Na Stonetown zijn Lieske, Lisa en ik naar Kendwa, een dorpje in het noordelijke puntje van Zanzibar gegaan. Daar sliepen we een paar dagen in een mooi huisje op het strand. Het was regenseizoen en dat hebben we gemerkt ook. Het heeft twee-en-een-halve dag keihard gestortregend. Desondanks hebben we af en toe ook wel mooi weer gehad en gezwommen in de zee en gesnorkeld.
Het strand was precies zoals je het ervan voorstelt bij Zanzibar. Tropisch wit met palmbomen en de zee was helderblauw. Tijdens het snorkelen hebben we veel koraal en velgekleurde vissen gezien, was erg mooi. We hebben ons makkelijk drie uur onder water vermaakt, tot onze kapitein ons riep omdat we nu echt weer terug moesten.

Waar ik me op Zanzibar wel echt rot aan geïrriteerd heb, waren de mannen daar. Als strontvliegen kwamen ze op je af (ik heb de vakantie wel elke dag gedoucht hoor) om je iets aan te smeren of omdat ze je wilden versieren. Als we aan de bar zaten hoefde je maar naar links, rechts of vooruit te kijken of je had al oogcontact met iemand die dat zojuist gemaakte oogcontact direct benutte om op je af te stappen. Deze mannen noemden we musquito’s. Lieske heeft een katapult gekocht waarmee we ze een beetje op afstand konden

houden, normale deet hielp niet bij deze musquito’s. Gewoon nee zeggen of vriendelijk vertellen dat we er geen behoefte aan hadden, had geen zin. Ze bleven plakken. We zijn zelfs tijdens een beach party eerder naar huis gegaan, omdat we het zo zat waren.
Gelukkig hebben we ook veel vriendelijke mensen ontmoet.

Na vijf dagen Zanzibar zijn we weer terug gegaan naar het vasteland. In Dar es Salaam had de Nederlandse ambassade namelijk een feest georganiseerd vanwege Koningsdag: the Orange Party. We twijfelden of we wel heen zouden gaan, maar er waren meer bekenden en het leek ons wel leuk om weer eens wat Nederlanders te zien. Voor het feest waren we uitgenodigd bij mensen thuis die we via via kenden en die ook naar het feest gingen. We kwamen aan bij gigantisch luxe huizen waarin allemaal Europese expats bleken te wonen. Ze waren van top tot teen in het oranje gekleed, terwijl wij alleen maar een oranje hawaiketting droegen. Volgens hen was de Orange Party hét feest van het jaar en ook de dagen daarna hoorden we meerdere mensen dat zeggen.
Al snel bleken al deze expats stinkend rijk te zijn. Een aantal had een eigen goudmijn in Tanzania en weer een ander zat in het vastgoed of was ingenieur. Allemaal lieten ze graag blijken hoeveel geld ze hadden en pochten stuk voor stuk over de hoge huur die ze moesten betalen. Lieske en ik voelden ons niet helemaal op ons gemak, vanwege het gigantische contrast met de rest van het land. Ik kon me boos maken om het extravagante leven dat die mensen leken te leiden, maar omdat we daar bij hen op bezoek waren, wilde ik niet onbeleefd zijn en er te veel over in discussie gaan.
Na heel wat flessen konyagi, gin en wiskey zijn we vertrokken naar het feest. Het werd gehouden in een duur hotel in de stad. In de tuin van dat hotel was een grote festivaltent neergezet waarin een band aan het optreden was. In die tent waren 1500 oranje mensen aan het feesten. Ze serveerden Heineken (iel) én blokjes jong belegen kaas!!! KAAS. Een van de expats had een grote stok mee met een vlag eraan. Ik heb ergens een Nederlandse vlag vandaan geduikeld, die aan de stok geknoopt en daar heel erg trots mee rond lopen zwaaien. Het is een wonder dat niemand een hersenschudding heeft opgelopen, want mijn hand-oog coördinatie was door de konyagi nog minder dan dat het überhaupt al was.
Het was een erg leuk feest en we werden als een van de laatsten de tent uitgeveegd. Het had eigenlijk wel iets weg van een tentfeest in Dwingeloo.

De volgende ochtend was helaas iets minder leuk. We hadden ver van te voren al besloten dat we ’s ochtends vroeg naar een eiland vlakbij Dar es Salaam zouden gaan (nee, niet Zanzibar, een kleiner eilandje). Dus om tien uur zaten we op een bootje daar naartoe. Ik werd een beetje misselijk en de boot ging ontzettend langzaam en leek niet vooruit te komen. Na een half uur meerden we aan voor het eiland,

maar voor mij was het net te laat. Over de reling heb ik de konyagi van de avond ervoor eruit gegooid. Vissenvoer.
Het eiland was mooi en we hebben een dagje strand gehad. Ik kon er pas eind van de middag van genieten, omdat toen mijn eetlust weer een beetje terugkwam.
De hele vakantie hebben we trouwens heerlijk gegeten. Verse vis, pizza, lasagne, goed gevulde chapati’s, salades en nog meer vis. Het was goddelijk. De rijst bij de nonnen is lekker, maar het was heel fijn om een keer iets anders te eten.
In Dar es Salaam hebben we een shopping mall gevonden waar ik flink wat kleren heb gekocht. De meeste kleren die in Tanzania te koop zijn, zijn tweedehands of worden met de hand voor je gemaakt. Alle kleren die ik meegenomen heb, zijn inmiddels rood van al het stof en zand hier, dus het was fijn om wat nieuws te kopen. Weer een gekke ervaring, zo'n luxe shopping mall te midden van die ongeorganiseerde chaos en armoede. Het meest bijzondere vond ik

nog de kledingwinkel waar ze alleen maar kleren van spijkerstof verkochten. De winkel was zo hip en vintage mogelijk ingericht met oud hout en naaimachines. Die naaimachines worden verder overal in Tanzania nog gebruikt, dus echt vintage is het hier niet. Aan de muur hingen posters van schaars geklede, blanke vrouwen en mannen met grote, woeste baarden. De posters waren van slechte kwaliteit, ze hadden heel weinig pixels. Er werd geprobeerd om hier een stijl na te bootsen die in Europa populair is, maar het paste absoluut niet bij dit land. Buiten en binnen die winkel liepen heel veel vrouwen gekleed in burka (Dar es Salaam is vrij islamitisch). Een goed contrast met die korte spijkershorts waar je billen nog onder te zien zijn.
Hierna hebben we nog een supermarkt helemaal leeg gekocht met eten dat we meenamen naar Kabanga. Met tassen vol met noodles, soepjes, kruiden, chips en mayonaise konden we gaan.
Toen was het feest echt voorbij en moesten wij weer terug naar Kabanga en Lisa weer naar Nederland. Ik had best weer zin om terug te gaan naar Kabanga en weg te zijn van al die drukte, chaos en toeristisch gezeur. Tijdens dit schrijven zijn we inmiddels alweer een week terug, maar ik moet eerlijk zeggen dat in Kabanga alles een beetje tegenvalt. Ik heb geen zin meer in stage, want ik heb niet het gevoel dat ik daar veel leer of iets bij kan dragen. Het eten smaakt minder goed en de lusteloosheid slaat wat toe. Ik kijk er naar uit om weer te gaan reizen, daar heb ik de smaak inmiddels wel van te pakken. Er is nog zo veel te zien en doen in Tanzania!
Gelukkig gaan we volgende week een weekje naar de Nederlandse studenten Mwanza, om mee te lopen in het Bugando hospital en om leuke dingen te doen natuurlijk. Mijn volgende reisverslag zal daar wel over gaan.
Oja, ik heb nog weinig foto’s van Zanzibar zelf of van de dieren tijdens de safari, maar dat komt omdat ik niet echt een camera mee had en mijn mobiel dus gejat was. Dat komt de volgende keer wel.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.