Vroeg opstaan is vandaag geen probleem, we liggen al een tijd wakker door de storm. We breken de tenten af en ontdekken dat een van de tentstokken gespleten is. Bij gebrek aan ducktape (je moet altijd ducktape meenemen op vakantie, dat zijn we dit jaar vergeten!) gebruiken we leukoplast om 'm weer een beetje op te lappen. Het is vanochtend bijna 20 graden, een vreemde tegenstelling met de vijf graden van gisterochtend (op dezelfde plek). De lucht ziet er vreemd heiig uit, en we ruiken een soort bbq lucht die bij nader inzien veroorzaakt wordt door een bosbrand. Een heel eind verderop, maar toch prikt het in je neus en ruik je het goed. We zitten om 9.15u volledig ingepakt in de auto, een record! We hebben een hele lange reis voor de boeg, minimaal vijfenhalf uur kale rijtijd. En een heleboel te zien onderweg, dus het zal laat worden voor we op de volgende camping in Radium Hot Springs (in Kootenay national park) zijn. Na 100 km is onze eerste stop, de Athabasca Falls op de Icefields Parkway. Deze weg wordt als een van de mooiste routes ter wereld beschouwd. Helaas blijft het wat heiig, en nu niet meer door bosbrand maar gewoon door het weer, het is warm en er hangt veel vocht in de lucht. De dramatische vergezichten op de Rockies moeten we dus missen. Gelukkig wordt het in de loop van de ochtend wat helderder. De Athabasca Falls zijn prachtig, het melkachtige water stort met donderend geraas omlaag. Het water is zo melkachtig omdat het van de gletsjers komt, er zit allerlei fijn gruis in waardoor het een suspensie is geworden. In de winter ziet het water er juist blauw uit, dan komt het niet van de gletsjers maar is het regenwater en smeltwater van de sneeuw. Er zitten dan geen fijne deeltjes in waardoor het er heel anders uit ziet. Je kunt met een brug over het water heen zodat je de waterval van verschillende kanten kunt bekijken. Na deze stop rijden we 70 km verder, naar het Icefields center bij het Columbia Icefield. Dit is echt een waanzinnig indrukwekkend landschap. Op weg erheen zien we al de enorme bergen (tot 3500 m hoog) met daarop dikke pakken ijs. Het is veel helderder geworden dus we kunnen alles goed zien. We kunnen ons nu wel vinden in de reputatie van deze schitterende route. Het Columbia Icefield is het grootste aaneengesloten Icefield ten zuiden van Alaska. Het heeft een oppervlak van 325 vierkante kilometer en de ijslaag is op sommige plekken ruim 300 meter dik. We maken een wandeling naar de voet van een van de gletsjers van het Icefield, de Athabasca gletsjer. Jawel, dezelfde gletsjer die verantwoordelijk is voor het melkachtige water in de waterval 70 km terug. Het wandelen is zwaar, we zitten op bijna 2000 m hoogte en dat voel je! Er zit een flinke waterstroom tussen het pad en de gletsjer, dus echt erop komen lukt niet. Daarvoor moet je voor 100 dollar per persoon een tour nemen met de icetruck, die je echt midden op de gletsjer brengt. Dat laten we aan de Japanners over. Wij komen op eigen kracht heel dicht bij, en voelen de ijskoude storm van de gletsjer af naar beneden komen. Weer terug bij de auto is het lekker 26 graden, maar boven was het een stuk kouder. Na dit avontuur eten we even wat bij het Icefields center, waar enorm veel toeristen in de rij staan voor dure kaartjes (icetruck, icewalks en skywalk, een glazen hangbrug boven een canyon). Dan rijden we verder, en onderweg naar de volgende stop zien we weer een zwarte beer (etend in de bosjes, hij kijkt ons recht aan) en vijf minuten later weer een in de berm, die daarna de weg oversteekt. De derde dag op rij dat we beren zien. Het blijft heel bijzonder, en we speuren telkens langs de weg tijdens onze autoritten. De volgende stop is net voorbij de Bow pass, op 2100 m hoogte. Er is een korte wandeling naar het uitzichtunt boven Peyto Lake. Kijk, dát is nu echt een heel mooi meer. Je kijkt er van grote hoogte op, het is onbeschrijflijk groenblauw, en later blijkt (het is ons ter plekke niet opgevallen) dat het de vorm heeft van een wolvenkop. Het meer is vernoemd naar Bill Peyto, een van de ontdekkers van deze regio. Nu we dit gezien hebben willen we doorknallen naar de camping, dat is nog een heel eind. We komen langs Lake Lousie, waar we later nog heen zullen gaan, en rijden door tot we bij de afslag naar weg 93 komen die door Kootenay loopt naar Radium Hot Springs. Er staat een mannetje bij een wegblokkade. 'Good day' zegt hij, 'oh well, depends where you're going'. 'Radium', zegt Iwan. 'Oh, not such a good day then. The road is closed indefinetely because of a wildfire'. We moeten een andere afslag nemen, 30 km terug, en de langere route via Golden naar Radium. In totaal 120 km extra! Had de helft kunnen zijn als ze die wegafsluiting eerder hadden aangekondigd. Later horen we dat dit soort zaken direct op www.drivebc.ca staan en dat je als je op weg gaat altijd de roadconditions moet checken in dit land, om onnodige detours te vermijden. Oké, lesje geleerd. Als we na een rit van 550 km eindelijk in Radium aankomen, het is al na zevenen en we hebben honger, willen we even snel wat afhaaleten regelen om dat op de camping op te eten. We komen terecht bij Back Country Jack's Steak, waar ze ook aan 'take out' doen. Bij de counter staat een jongen die uit Nederland blijkt te komen. Hij is al lang geleden weer met zijn moeder teruggekeerd naar Canada. Hij heeft een grappig accent maar spreekt nog wel Nederlands. We moeten volgens hem de burgers nemen, die zijn het lekkerst, maar het duurt wel 20 minuten waarschuwt hij. 'Take out' is dus niet hetzelfde als 'fast food'. De hollander uit Bergen aan Zee zet ons aan een lege tafel en voorziet ons ondertussen van een lokaal biertje en cola. Hij blijft heen en weer rennen, zorgt voor refills, wil het ons duidelijk helemaal naar de zin maken. Na een half uur staan er vier piepschuim dozen met burgers en frietjes en omdat we op een camping staan krijgen we ook nog bakjes mayo en ketchup mee. Hij schudt ons hartelijk de hand en dan kunnen we eindelijk naar Redstreak Campground. Op onze schitterende kampeerplek eten we de burgers op aan de picknicktafel. Dan zetten we snel de tenten op voor het donker wordt. De grote tent staat erg scheef, alsof 'ie nog steeds in de wind hangt van de vorige camping. We snappen het niet, de stokken zijn er in willekeurige richting ingegaan. Zou die storm het einde van onze tent hebben ingeluid? We staan aan de rand van de camping, die op een plateau ligt midden in de bossen. Het is er prachtig maar we zijn wel in bear country, dus er mag niets geurends buiten of in de tent achterblijven. Alles moet in de auto. Zelfs ons afwasbakje dat altijd aan de waslijn hangt te drogen moet in de kofferbak. Gelukkig staan we dicht bij het toiletgebouwtje dus een beer zullen we op dat kleine stukje niet tegenkomen, als tenminste iedereen zich aan de regels houdt van een 'bare campsite' zoals ze dat hier noemen.
sandra schneider
27 chapters
16 Apr 2020
August 07, 2018
|
Jasper national park
Vroeg opstaan is vandaag geen probleem, we liggen al een tijd wakker door de storm. We breken de tenten af en ontdekken dat een van de tentstokken gespleten is. Bij gebrek aan ducktape (je moet altijd ducktape meenemen op vakantie, dat zijn we dit jaar vergeten!) gebruiken we leukoplast om 'm weer een beetje op te lappen. Het is vanochtend bijna 20 graden, een vreemde tegenstelling met de vijf graden van gisterochtend (op dezelfde plek). De lucht ziet er vreemd heiig uit, en we ruiken een soort bbq lucht die bij nader inzien veroorzaakt wordt door een bosbrand. Een heel eind verderop, maar toch prikt het in je neus en ruik je het goed. We zitten om 9.15u volledig ingepakt in de auto, een record! We hebben een hele lange reis voor de boeg, minimaal vijfenhalf uur kale rijtijd. En een heleboel te zien onderweg, dus het zal laat worden voor we op de volgende camping in Radium Hot Springs (in Kootenay national park) zijn. Na 100 km is onze eerste stop, de Athabasca Falls op de Icefields Parkway. Deze weg wordt als een van de mooiste routes ter wereld beschouwd. Helaas blijft het wat heiig, en nu niet meer door bosbrand maar gewoon door het weer, het is warm en er hangt veel vocht in de lucht. De dramatische vergezichten op de Rockies moeten we dus missen. Gelukkig wordt het in de loop van de ochtend wat helderder. De Athabasca Falls zijn prachtig, het melkachtige water stort met donderend geraas omlaag. Het water is zo melkachtig omdat het van de gletsjers komt, er zit allerlei fijn gruis in waardoor het een suspensie is geworden. In de winter ziet het water er juist blauw uit, dan komt het niet van de gletsjers maar is het regenwater en smeltwater van de sneeuw. Er zitten dan geen fijne deeltjes in waardoor het er heel anders uit ziet. Je kunt met een brug over het water heen zodat je de waterval van verschillende kanten kunt bekijken. Na deze stop rijden we 70 km verder, naar het Icefields center bij het Columbia Icefield. Dit is echt een waanzinnig indrukwekkend landschap. Op weg erheen zien we al de enorme bergen (tot 3500 m hoog) met daarop dikke pakken ijs. Het is veel helderder geworden dus we kunnen alles goed zien. We kunnen ons nu wel vinden in de reputatie van deze schitterende route. Het Columbia Icefield is het grootste aaneengesloten Icefield ten zuiden van Alaska. Het heeft een oppervlak van 325 vierkante kilometer en de ijslaag is op sommige plekken ruim 300 meter dik. We maken een wandeling naar de voet van een van de gletsjers van het Icefield, de Athabasca gletsjer. Jawel, dezelfde gletsjer die verantwoordelijk is voor het melkachtige water in de waterval 70 km terug. Het wandelen is zwaar, we zitten op bijna 2000 m hoogte en dat voel je! Er zit een flinke waterstroom tussen het pad en de gletsjer, dus echt erop komen lukt niet. Daarvoor moet je voor 100 dollar per persoon een tour nemen met de icetruck, die je echt midden op de gletsjer brengt. Dat laten we aan de Japanners over. Wij komen op eigen kracht heel dicht bij, en voelen de ijskoude storm van de gletsjer af naar beneden komen. Weer terug bij de auto is het lekker 26 graden, maar boven was het een stuk kouder. Na dit avontuur eten we even wat bij het Icefields center, waar enorm veel toeristen in de rij staan voor dure kaartjes (icetruck, icewalks en skywalk, een glazen hangbrug boven een canyon). Dan rijden we verder, en onderweg naar de volgende stop zien we weer een zwarte beer (etend in de bosjes, hij kijkt ons recht aan) en vijf minuten later weer een in de berm, die daarna de weg oversteekt. De derde dag op rij dat we beren zien. Het blijft heel bijzonder, en we speuren telkens langs de weg tijdens onze autoritten. De volgende stop is net voorbij de Bow pass, op 2100 m hoogte. Er is een korte wandeling naar het uitzichtunt boven Peyto Lake. Kijk, dát is nu echt een heel mooi meer. Je kijkt er van grote hoogte op, het is onbeschrijflijk groenblauw, en later blijkt (het is ons ter plekke niet opgevallen) dat het de vorm heeft van een wolvenkop. Het meer is vernoemd naar Bill Peyto, een van de ontdekkers van deze regio. Nu we dit gezien hebben willen we doorknallen naar de camping, dat is nog een heel eind. We komen langs Lake Lousie, waar we later nog heen zullen gaan, en rijden door tot we bij de afslag naar weg 93 komen die door Kootenay loopt naar Radium Hot Springs. Er staat een mannetje bij een wegblokkade. 'Good day' zegt hij, 'oh well, depends where you're going'. 'Radium', zegt Iwan. 'Oh, not such a good day then. The road is closed indefinetely because of a wildfire'. We moeten een andere afslag nemen, 30 km terug, en de langere route via Golden naar Radium. In totaal 120 km extra! Had de helft kunnen zijn als ze die wegafsluiting eerder hadden aangekondigd. Later horen we dat dit soort zaken direct op www.drivebc.ca staan en dat je als je op weg gaat altijd de roadconditions moet checken in dit land, om onnodige detours te vermijden. Oké, lesje geleerd. Als we na een rit van 550 km eindelijk in Radium aankomen, het is al na zevenen en we hebben honger, willen we even snel wat afhaaleten regelen om dat op de camping op te eten. We komen terecht bij Back Country Jack's Steak, waar ze ook aan 'take out' doen. Bij de counter staat een jongen die uit Nederland blijkt te komen. Hij is al lang geleden weer met zijn moeder teruggekeerd naar Canada. Hij heeft een grappig accent maar spreekt nog wel Nederlands. We moeten volgens hem de burgers nemen, die zijn het lekkerst, maar het duurt wel 20 minuten waarschuwt hij. 'Take out' is dus niet hetzelfde als 'fast food'. De hollander uit Bergen aan Zee zet ons aan een lege tafel en voorziet ons ondertussen van een lokaal biertje en cola. Hij blijft heen en weer rennen, zorgt voor refills, wil het ons duidelijk helemaal naar de zin maken. Na een half uur staan er vier piepschuim dozen met burgers en frietjes en omdat we op een camping staan krijgen we ook nog bakjes mayo en ketchup mee. Hij schudt ons hartelijk de hand en dan kunnen we eindelijk naar Redstreak Campground. Op onze schitterende kampeerplek eten we de burgers op aan de picknicktafel. Dan zetten we snel de tenten op voor het donker wordt. De grote tent staat erg scheef, alsof 'ie nog steeds in de wind hangt van de vorige camping. We snappen het niet, de stokken zijn er in willekeurige richting ingegaan. Zou die storm het einde van onze tent hebben ingeluid? We staan aan de rand van de camping, die op een plateau ligt midden in de bossen. Het is er prachtig maar we zijn wel in bear country, dus er mag niets geurends buiten of in de tent achterblijven. Alles moet in de auto. Zelfs ons afwasbakje dat altijd aan de waslijn hangt te drogen moet in de kofferbak. Gelukkig staan we dicht bij het toiletgebouwtje dus een beer zullen we op dat kleine stukje niet tegenkomen, als tenminste iedereen zich aan de regels houdt van een 'bare campsite' zoals ze dat hier noemen.
1.
Op weg naar Canada
2.
Vancouver verkennen
3.
Nog meer Vancouver
4.
Stanley Park en UBC
5.
Op naar Vancouver Island
6.
Campbell River
7.
Whale watchen
8.
Strathcona provincial park
9.
Douchen
10.
Ucluelet en Tofino
11.
WiFi, zwembad en een wasmachine
12.
Sea to Sky highway
13.
Onderweg naar Sicamous
14.
Een rustig dagje
15.
Twee national parks op één dag
16.
Shortcut naar Clearwater
17.
Achter de waterval
18.
Kamperen is ...
19.
Beren!
20.
Maligne canyon
21.
Icefields parkway
22.
In en op het water
23.
Yoho yoho
24.
On-Canadese temperaturen
25.
Banff national park
26.
Calgary
27.
Naar huis
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!