De auto is weer geparkeerd, en dit keer in Hervey Bay. Na een heerlijke nacht slapen in de auto gaat de wekker. We worden opgehaald door een bus die ons brengt naar de haven. Na een uurtje varen over de oceaan is daar het eiland. Frasor island is de naam, het beloven 2 mooie dagen te worden.
De eerste dag. We worden opgewacht door de gids en stappen in een bus. De eerste weg die we zullen betreden wordt ook wel ‘the rollercoaster’ genoemd. De naam doet zijn eer aan, en we worden alle kanten op geschut. We doen een buschwalk, bezoeken een mooi meer en eindigen jawel, in een hottub. Een nacht in een resort is best wel lekker na al dat kamperen!

De tweede dag, een heugelijke dag. De chauffeur is er klaar voor, wij zijn er klaar voor. De chauffeur is niet de voorzichtigste en trapt het pedaal goed in. Door de smalste weggetjes, op en neer, ik houd mijn hart vast. We komen aan op een gekke weg. Het strand hier is een officiële weg. Daar gaan we dan, langs het water. De gids verteld over alle (gevaarlijke) dieren hier. Hij verteld over de Dingo, en nog voordat hij is uitgepraat zien we er een, wat een geluk! De dingo lijkt op een doodnormale hond chillend op het strand. Maar niets is wat het lijkt, deze dingo komt uit een wolvenfamilie. Als we naar rechts kijken zien we daar de oceaan, maar water is niet alles wat we zien, zo nu en dan komt er een walvis tevoorschijn.
In tegenstelling met de afgelopen dag, zo blauw en zonnig, moeten we het vandaag doen met een grijze lucht en regen. Wat een leuke zwempartij opleverde, met regen in de rivier. We rijden verder en komen aan bij een berg die Indian Head wordt genoemd. Na een klim bereiken we de top, een prachtig uitzicht. En als we naar beneden kijken zien we daar dolfijnen, schilpadden, pijlstaartroggen en zelfs een haai. Geweldig.
De dag is alweer voorbij, de boot brengt ons weer terug naar het land. Ik slaap als een prinses die nacht. In een tent, dat dan wel.