The Sense of Adventure

Drakensberge, 11.21.2016

Maandag 21-11

We hebben een soort van mogen uitslapen tot zeker een uurtje of 7.30 uur en dat nog wel in een heerlijke hotelkamer. Je leert dat soort dingen waarderen. Vandaag gaan we de Drakensbergen ‘beklimmen’, specifieker het Amfitheater. Norman heeft ons er gisteren over gebriefd en tijdens het ontbijt word ik overhoord:
- ‘What do you need to bring?’
- ‘Sunscreen, hat.’
- ‘And…?’
- ‘Good shoes, towel.’
- ‘And..?’
- ‘.. I don’t know.’
- ‘Your sense of adventure of course!’
- ‘Dude, that comes natural to us.’

Dat jurkje voor vandaag gaat dus even aan de wilgen, want het wordt een sportieve dag. De route van de Backpackers Lodge naar de ingang van het Royal Natal NP is al prachtig, we dalen de bergkam langzaam een stukje af richting het amfitheater. Hier ligt de oorsprong van de Orange River, waar we vrouwen in kleurige kleding hun was zien doen. Note to self, niet in plassen dus.

De eerste stop is een uitzichtpunt bij een meertje met uitzicht op het amfitheater. Deze stop stond eigenlijk voor vanmiddag gepland, maar het begint dicht te trekken over het amfitheater. Een uitgebreide fotoshoot volgt, waarbij ongeveer 18 van de 20 van mijn groepsgenoten in allerlei posities als een kluitje op elkaar het tafereel op zijn mooist proberen vast te leggen. Waar ik dan uiteraard weer een foto van maak. Uitzicht is ook heel mooi hoor trouwens. We waaien wel bijna weg, het is best fris!

Na een toiletstop volgt een wandeling van ongeveer 500 meter omhoog, naar 800 jaar oude tekeningen van bosjesmannen. Deze tours worden georganiseerd door een lokaal bedrijf, uit een dorpje net buiten de parkgrenzen. De naam van het bedrijfje betekent ‘We move forward’. We worden in twee groepen opgedeeld en wij worden begeleid door een enthousiaste jongeman, die duidelijk een cursusje sneltreinvaartEngels heeft gedaan. Zelfs als ik me volledig concentreer op wat hij ons duidelijk probeert te maken, krijg ik ongeveer 25% mee. Tenminste, die 25% denk ik dan in ieder geval te begrijpen. Iets wat overigens niet ongebruikelijk is met de plaatselijke gidsen is me inmiddels wel duidelijk. Maar goed, hij heeft een vriendelijke glimlach en heeft duidelijk passie voor zijn vak, dus het is niet vervelend om naar te kijken.

De beste jongen heeft ons zijn naam al een aantal keer verteld, maar op de een of andere manier heb ik ECHT geen knobbel voor deze taal. Jasper en ik blijven discussiëren over zijn naam.
- “Het is Muzingi.”
- “Volgens mij is het Lugenzhi ofzoiets..”
- “Nee, het is Amazenghi.”
- “Nee, jij bent in de war met de naam van hun dorp: Amazeze.”
- … “Sorry, what was your name again?
Amazeze is trouwens niet de oorspronkelijke naam van het dorp. De bosjesmannen (- vrouwen) die hier woonden vluchtten de bergen in voor Shaka Zulu en toen het eten op raakte, aten ze elkaar op. Bij terugkeer kreeg hun dorp de naam ‘Kannibalen’ in het Zulu. Bleek niet echt bevorderlijk voor het toerisme. Dus werd het dorp omgedoopt tot ‘Amazeze’, lijkend op ‘amazing’.

Muzingi / Amazenghi / Lugenzhi vertelt ons van alles over de natuur om ons heen en hoe de bosjesmannen de lokale flora en fauna gebruikten om van te leven. Zo vertelt hij onder andere over een bruikbare boom, waarvan van het hout iets gemaakt wordt. Jasper verstaat hockeysticks. Hahaha, ja Jasper, daar maakte de bosjesmannen hockeysticks van. Ik denk dat ie walkingsticks zei. Maar ja, aan de andere kant, ik versta die jongen ook niet zo goed.

Had ik Jasper al geïntroduceerd? Drie keer raden waar hij vandaan komt. Jep. Lange, slanke, rossige en hele blanke dertiger. Ook al zo’n hartje van goud, zit geen kwaad in. Houdt van knuffelen, maar is soms íets te enthousiast. Zeg maar, als je hem in zijn zij prikt, pakt ie de kans om even ‘te stoeien’. Ik zou Jasper uit de grond van mijn hart een relatie toewensen, want dat is volgens mij wat hij het allerliefste wil. Gewoon een lief meisje om voor te zorgen. En dat voor hem zorgt natuurlijk.

Anyway, al discussiërend over wat onze gids ons nou precies probeert te vertellen, bereiken we dus de bushmen (oftewel: Sanpeople) drawings. Deze waren voorheen vrij toegankelijk, maar zijn in de loop der jaren hevig gevandaliseerd. Grr, wat word ik daar boos om. Welke idioot vindt het nou zo belangrijk zijn naam over 800 jaar oude bushpaintings te krassen?! Onder andere ene David blijkbaar. Omdat de tekeningen redelijk vaag zijn, is de toelichting van Luzumbeki onmisbaar. We zien o.a. antilopes, een cobra en jagende Sanpeople. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is duidelijk. De mannen zijn langer en slank, de vrouwtjes hooguit 1 meter hoog, met dikke billen en brede heupen. Kenmerken die je nog steeds terug ziet bij Afrikaanse vrouwen. Lukamezi vraagt ons van alles over de tekeningen. Elke keer als iemand een verkeerd antwoord geeft, zegt hij met een glimlach: ‘No, but thanks for trying’. Topvent.

Op de terugweg vraagt Jasper aan onze gids wat zijn naam eigenlijk betekent. ‘Last chance’, zegt ie. Want, zijn ouders stonden op het punt van scheiden, maar besloten nog één kind te nemen, om te kijken of dat zou helpen. Wow, wat een kutnaam heb je dan. ‘Are they still together now?’ ‘Yes.’ Thank God. Wat zou die jongen zijn doopnaam zijn?

Na deze educatieve bezigheid, staat er een wandeling van vier uur door het amfitheater op het programma. Die vier uur is inclusief ingeplande stops bij de Tiger Falls en de Cascades. Norman heeft verteld dat de wandeling vrij pittig is, maar wel te doen. Sarah, Xenna en Andrea haken af. Zij gaan met Louis alleen de kortere wandeling richting de Cascades maken.

Dus moet ik op pad zonder mijn safekeeper. Inmiddels hebben Wilco en Matthew in de smiezen dat ik voor zo’n beetje al mijn voorzieningen afhankelijk ben van Andrea en ze beloven haar plechtig voor mij te zorgen tijdens deze wandeling.

Met de rest van de groep en een deel van de groep van Louis vertrekken we achter Norman aan. Het weer is perfect, want het is een beetje bewolkt en winderig, maar niet al te koud. De uitzichten zijn werkelijk waar a-dem-be-ne-mend mooi. We kijken diep de vallei in, met boven ons het amfitheater uittorenend. Met elke stap die we zetten verandert ons perspectief weer. Ik vind het moeilijk om me tegelijk vrij in de natuur te voelen en van de uitzichten te genieten, en tegelijkertijd me aan te moeten passen aan het tempo van de groep. Jos pakt het wijs aan en loopt helemaal achteraan, op zijn eigen tempo: ‘Dit soort wandelingen moet je niet met een groep maken’. Ik voeg me bij Jos, Jos is een wijs man. Wat dan wel weer betekent dat Jos niet meer alleen is ;).

Op een gegeven moment lopen we langs een vrij steile afgrond, afgezet met een hekje. Grinnikend kijk ik naar Matthew en Wilco: ‘Het is hier wel Sanne-proof gemaakt’. ‘Wist je dat niet?’, zegt Wilco, ‘die heeft Andrea hier speciaal voor jouw komst neer laten zetten’.

Martjan, onze beroepswandelaar, oppert als we ongeveer op de helft zijn een andere route te nemen. Hij heeft een kaartje meegenomen uit het Visitors Centre en andere route gespot, die iets langer is. Volgens mij vraagt hij uit beleefdheid wie er mee wil en niet omdat hij nou perse behoefte heeft aan gezelschap, maar ineens blijkt een groot deel van de groep daar wel oren naar te hebben. Ik vraag hem: ‘Maar Martjan, wat is dan het verschil met deze?’ ‘Nou gewoon, hij is langer’. Hmm, even denken… Nee, dank je. Leonie, Ingrid, Els, Jony, Susan, Ivonne, Wilco en ik besluiten verder met Norman te lopen, terwijl de rest Martjan als gids adopteert. Gelukkig, heb ik nog één safekeeper bij me.

Met zo’n klein groepje blijkt het lastiger om een stukje achterop te lopen, want het valt meer op als je achterblijft en dan wordt er op je gewacht enzo. Hoe hoger we komen, hoe meer bebossing er komt. Sommige van de bomen dragen prachtige rode en roze bloemen, met op de achtergrond het opvallende groen van de bergen en uitzicht op de Tugela Waterfall, volgens Norman de hoogste waterval op aarde. Hmm, waar heb ik dat eerder gehoord? Anyway, deze wandeling is de moeite meer dan waard!

Uiteindelijk treffen we niet ver voor we de Tiger Falls bereiken het andere deel van de groep weer. ‘En hoe was het?’ .. ‘Langer’. We lopen gezamenlijk naar de waterval. Gisterenavond heeft Norman

ons verteld dat je daar onder kunt staan en geadviseerd zwemkleding mee te nemen, maar dat heeft bijna niemand gedaan. Ja, het is vrij koud, en ja, het water is fucking freezing, maar fuck it, als ik onder een waterval kan gaan staan, dan doe ik dat. Richard Bokito heeft zijn zwembroek al aan en springt er als eerste onder. Ik heb een hekel aan mijn bikini aanhebben onder mijn kleren en moet me dus nog omkleden. Dat blijkt nogal een uitdaging te zijn, aangezien overal mensen zijn. Ik klim zo ver mogelijk omhoog richting de waterval en vindt een grote rots waar ik achter kan gaan staan. Jasper zit het meest dichtbij, die vraag ik om mijn rugzak vast te houden. Daarna probeer ik zo goed en kwaad als het gaat op oneffen terrein mijn kleren uit- en mijn bikini aan te trekken. Ondertussen ben ik er vrij zeker van dat ik een peepshow weggeef, zeker aan Jasper. Ach ja.
Als ik mijn bikini eindelijk aan heb weten te krijgen, glibber ik over de natte rotsen richting de waterval. Dit gedeelte bestaat uit een grote overhellende rots, waar het water over een breedte van ongeveer 25 meter vanaf stort. Het water is zooooooooooo koud. Echt rustig ff genieten van het moment is er niet bij, want er zit beneden me een groep van meer dan 20 man te kijken naar wat ik aan het doen ben. Het zijn schatjes hoor, maar op dit soort momenten kan ik er niets aan doen en dwaalt mijn geest terug naar Australië. Waar ik bij de meest afgelegen watervallen kwam, mijn kleren uittrok en een douche nam. Gewoon omdat het kon. Dan wel weer spinnen en slangen ontwijkend, daar heb ik hier geen last van. Behalve eenogige slangen misschien ;). Ik weet niet of Matthew het al van plan was, of zijn kans grijpt, maar die staat ineens in zijn zwembroek naast me. Verder heeft er niemand genoeg ballen. Waar is nou die ‘sense of adventure’?!

Ik trek mijn kleren over mijn natte bikini aan, knoop mijn handdoek aan mijn rugzak en vervolg onze wandeling. Na een tijdje vrij vlak gelopen te hebben, begint daarna de afdaling richting de cascades. Inmiddels is het zonnetje doorgebroken en is het best warm. En, ik moet toegeven, dit gedeelte is best pittig, want het pad is behoorlijk steil. Misschien toch geen slecht idee van Andrea om deze even over te slaan.

Als we aankomen bij de Cascades kijk ik mijn ogen uit. Het is hier echt te gek. Het water komt via verschillende plateaus naar beneden en als ik via de Cascades naar boven kijk heb ik uitzicht op de prachtige bergen. Wowwieeeee!! En kouhoud. Martjan ligt er als eerste in. Ff doorbikkelen. Kleding uit en hop erin duiken. Brrrr…. Als de mannen dat zien kunnen ze natuurlijk niet achterblijven, dus Matthew, Wilco en smalle Richard besluiten ook een duik te nemen.
Uiteindelijk vermaken we ons zeker een half uur. Heerlijk, 6-jarige Sanne kan hier wel uren blijven. Als we in een van de kleinere ‘meertjes’ op één van de plateaus aan het zwemmen zijn, grap ik tegen Martjan: ‘bommetje!’. Waarop ie dat ook gewoon doet. In water dat hooguit een meter hoog is. Ten opzichte van Martjans twee meter. Hij is gek. En geniaal.

Als ik uitgespeeld ben en besluit nog héél even op een van de rotsen in het zonnetje te gaan liggen, vraag ik Wilco mijn rug in te smeren. Hij is bíjna klaar als Norman wakker wordt uit zijn dutje en aangeeft dat we weer verder gaan lopen. Neeeeeeeee!!! FML.

Ik loop met Martjan achteraan de groep terug richting de parkeerplaats. Overigens een heerlijke, rustgevende wandeling door een bos met naast ons het kabbelende water. ‘Jij bent ook gek hoor, dat je dat bommetje nog ging maken ook!’ Martjan vertelt dat ie een echte waterrat is. Gaat waar hij vandaan komt in Zeeland in de zee zwemmen of in het kanaal. We hebben het over hoe mooi het daar is en over zijn familie, met alleen maar broers. Over mijn broers en zus, ouders. We maken de afspraak eens een kijkje te gaan nemen in elkaars kustplaats. Mooie dingen. We verdwalen wel bijna ;).

Terug bij de lodge tref ik Andrea, Xenna en Sarah op een slaapmatje in het gras, zonnebadend met een biertje erbij. Top idee. Ik trek ook een matje uit de bus en ga liggen. Het lukt me nog net een half biertje weg te werken, maar daarna kan ik mijn ogen echt niet meer open houden. Inmiddels heeft een groot deel van de groep ons vergezeld. Ik geef wat over is van mijn biertje aan Ardian, draai me om en sluit mijn oogjes.

Heerlijk dutje in het zonnetje. Als ik wakker word is het al bijna etenstijd, dus ik spring snel nog even onder onze regendouche. Heerlijk. Wat een leven. Om half 7 staat er weer een briefing door Norman gepland, dit keer over ons bezoek aan Lesotho. Precíes de tijd dat de zon ondergaat. Maar hey, tijd is tijd. Dus zijn we netjes om half 7 in de keuken. Om te ontdekken dat de halve groep nog ontbreekt, inclusief Norman. Als ik tien minuten heb gewacht denk ik fuck this shit, ik ga de zonsondergang kijken. Ik ben nog niet eens het halve grasveld overgelopen richting het geweldige uitzicht over het amfitheater als ik geroepen word door Norman: ‘Sanne, come on, it’s time!’ Boos draai ik me: ‘Noooo, why now?! Fuck my life’. Verbaasd kijkt ie me aan. ‘Sorry, but the sunset is amazing right now.’ ‘I know, it’s so beautiful here right?’ Samen kijken we even zwijgend naar het uitzicht. En dan is het briefing time. Vooruit dan maar.

Morgenochtend vertrekken we dus naar Lesotho. Norman vertelt dat Lesotho het hoogste land ter wereld is en ontzettend arm. Ze zijn afhankelijk van de export van water en arbeid naar Zuid-Afrika, dat Lesotho volledig omringd. Hij vraagt ons door de armoede heen te kijken en de schoonheid van het land en de vriendelijkheid van de mensen te zien. Want, zo geeft Norman aan, ondanks de enorme armoede, zie je vrolijke gezichten in Lesotho en word je overal met een glimlach ontvangen.

Verder loopt Norman alvast grofweg de optionele activiteiten voor het laatste deel van de reis met ons door. Ok, hier was ik nog even niet op voorbereid.
- ‘Wie wil er skydiven?’
- ‘Ik!’
- ‘Wie wil er shark cage diven?’
- ‘Ik!’
- ‘Wie wil er bungyjumpen?’
- ‘No fucking way!’
Verbaasd kijkt smalle Richard me aan:
- ‘Nee?’
- ‘Nee, ik ben hyperflexibel. Dan kom ik met twee armen uit de kom weer boven.’
- ‘Maar anders was je wel gegaan?’
- ‘Denk het wel ja.’
- ‘Jij had echt ballen moeten hebben.’
Ok, eerlijk toegeven, op een skydive had ik ook niet helemaal gerekend, maar… Yooolllloooooo!!

Zo ver vooruit had ik ook niet gedacht, maar nu ik me hiervoor opgegeven heb, moet ik toch even een rekensommetje maken. Ik heb namelijk een sollicitatiegesprek tijdens één van onze laatste dagen hier, bij Kaapstad. Een wat? Jaja. Een sollicitatiegesprek.
Twee weken voordat we weg gingen, werd ik benaderd door een oud-collega, die een vacature doorgestuurd had gekregen voor basispsycholoog. Of ik daar interesse in had? En oh ja, het was wel in Zuid-Afrika. Nou, geen idee, maar toevallig ging ik daar over twee weken naar toe! Dus belde ik met de contactpersoon van mijn oud-collega, die in ZA werkt als GZ-psycholoog. Vacature dus in een afkickkliniek voor Nederlanders, niet ver buiten Kaapstad. Voor een half jaar tot een jaar. Ik kwam daar toch op vakantie tot en met drie december? Kon ik dan meteen blijven. Holy shit, hart in mijn keel.
Nee, meteen blijven ging niet lukken besloot ik. Omdat de vacature ook per 1 januari ingevuld kon worden, vroeg ze me of ik dan zou kunnen beginnen. Nou enig overleg met mijn ouders en vrienden bedacht ik me dat ook dat niet mogelijk was. Sowieso zou dat praktisch moeilijk worden, maar daarnaast zou ik dan na thuiskomst drie weken hebben om afscheid te nemen, alles te regelen en me psychisch voor te bereiden. Nee, ook dat zag ik niet zitten.

Dus stuurde ik een mail dat ik op deze termijn niet zou kunnen komen, maar ik wel graag op de hoogte gehouden wilde worden van toekomstige vacatures. En toen werd ik uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. In Somerset, dat tussen Stellenbosch en Kaapstad in ligt. Volgens Norman moet dit geen probleem zijn, ik kan gewoon een taxi nemen vanaf Stellenbosch, dat is maar 20 minuten. Maar kan dat dan gezien alle activiteiten die nu gepland staan? Ja hoor. Norman blijft lekker vaag, as always als het op onze planning aankomt. Ik heb er niet 100% vertrouwen in, maar laat het maar even zo.

We eten trouwens giraffe (geen giraffe spareribs helaas ;)). Wat echt mega taai is. Uiteraard moet ik het geproefd hebben, maar ik geef het merendeel aan Matthew. Geniet ervan man. Na het eten gaan we met zijn allen richting de bar, bij het kampvuur zitten. Een serieus gesprek met Richard Silverback volgt. Want, hij is van mening dat ik toch wel erg veel vreemd ga. De andere mannen worden erbij betrokken: ‘Wie van jullie heeft ze allemaal al gehad?’ We bespreken bepaalde voorwaarden voor ons huwelijk (ik mag wel vreemdgaan en hij niet) en hoe onze familie zal reageren als we getrouwd terug komen. Richard wil graag nog officieel toestemming vragen aan Koos en Niels.

Het wordt weer een lange, gezellige avond. Ik beland aan de bar met Jasper en smalle Richard. Die hebben een gesprek over daten en rampzalige dates die ze hebben gehad. Over het verkeerd opvatten van bepaalde signalen of te snel vooruit willen als je aan het daten bent. OMG, het zijn net vrouwengesprekken, hilarisch. Uiteindelijk taait iedereen af, behalve Louis, ik en een héle dronken Michiel, die een monoloog houdt van ongeveer een half uur en er daarna op staat me veilig thuis te brengen. Ik moet tenslotte een grasveld van 50 meter oversteken ;).

Als ook Michiel opgeeft, blijf ik alleen over met Louis. Inmiddels kan ik zijn Afrikaans al iets beter verstaan, hoewel ik na het merendeel van zijn uitspraken ‘he?!’ moet blijven zeggen. Heeft ook een irritant trekje opgeleverd, want inmiddels gooi ik er tegen iedereen die ik niet kan verstaan een beetje dommige: ‘huh?’, in plaats van ‘wat zeg je?’ uit. Anyway, Louis vindt me ‘uwlijk’. ‘He?!’ Cute. Okee, dat klinkt beter. En, ‘hij houdt van me’. ‘Huh?!’ Dat is, ik vind je leuk. Pfieuw, ok, veeeeeeeeeeeeeeel beter. Die taalbarrière zou toch zomaar tot vette misverstanden kunnen leiden, als ik niet braaf ‘huh?’ zou vragen na elke zin ;).

Om 02.00 uur worden we de bar uitgeveegd en loop ik over een muisstille camping terug naar de kamer. Ik ga nog heel even in het gras liggen, met mijn blik op de sterrenhemel, want die is hier waanzinnig helder. Mag ik hier nog even blijven? Zucht. Morgen 5.30 weer ontbijt, op naar de volgende bestemming. Welterusten.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.