In de gloria in St. Lucia

St. Lucia, 11.19.2016

Zaterdag 19-11 (vervolg)

Als we terugrijden van het strand, krijgen we voor we naar het hotel gaan een rondrit door St. Lucia aangeboden van Norman: ‘On the left you see a restaurant.. here you find another restaurant.. on your right hand the restaurant we will eat tonight.. and here on the right side you can buy souvenirs’. Okay, we get it, het is een beetje toeristisch hier.

Verder vandaag nog op het programma: lunch door Dumi, ff chilltijd (uurtje of twee), dan boottrip om nijlpaarden te spotten, dan een uurtje tijd om om te kleden en douchen enzo, want daarna gaan we uit eten voor Garreth’s verjaardag. U begrijpt: we zitten weer nauwelijks een moment stil vandaag. Ik zou dolgraag even teruggaan naar dat strand, maar dat is dan weer 20 minuten lopen. En er is geen taxi te bekennen hier.

Garreth is trouwens de kok van de andere groep, de partner in crime van Louis. Hij heeft gemillimeterd haar en een baardje, altijd t-shirts met een grappige tekst aan en een zwembroek. Garreth is niet bepaald spraakzaam en antwoordt eigenlijk op alles wat je zegt met wat gegniffel en: ‘Ja, ja, ja, ja…’ Samen met Louis is het een soort komisch duo en dat heeft ze al snel de bijnaam ‘Beavis and Butt-head’ opgeleverd. Voor de ouderen onder ons, check YouTube even ;). Garreth is dus vandaag jarig. Vanochtend hebben we voor hem gezongen en vanmiddag had Jony birthday cakejes gekocht met een kaarsje erin, die we op het strand hebben opgegeten. Toen hebben we wéér voor hem gezongen, wat tot uiterst voelbare ongemakkelijkheid bij Garreth leidde.

Anyway, ander plan dus. We installeren ons op onze hotelkamer, die we delen met de broekies van de groep: Xenna en Leonie. We hebben twee tweepersoonskamers en een gedeelde woonkamer. Met Xenna, onze Benjamin, hebben jullie al kennis gemaakt. Leonie is even ouder dan zij, 25, en daarmee de op één na jongste in onze groep. Leonie heeft halflang bruin haar waar ze graag aan friemelt en grote helderblauwe ogen, die vol naïviteit de wereld in lijken te kijken. Ze heeft een lief, en soms lichtelijk irritant, giechellachje, dat ik door mijn gave van het overnemen van accenten / gewoontes, ook nog lichtelijk overneem gedurende de vakantie. Ik schrijf bewust ‘vol naïviteit de wereld in lijken te kijken’, want Leonie windt de mannen in de groep gemakkelijk om haar 25-jarige vingertje.

Leuk om nu eens met deze dametjes een kamer te delen. We drinken met zijn vieren een drankje op onze ‘patio’ met plastic meubilair en bespreken uiteraard, zoals het vrouwen betaamd, ons liefdesleven. Andrea vertelt over haar enigszins complexe liefdesleven voor vertrek en dan wordt uiteraard de vraag gesteld of ze nog contact heeft met die persoon die haar leven even moeilijk heeft gemaakt. Als blijkt van wel, krijgt ze van drie kanten opdracht: ‘Nummer wissen, nu!’ Die broekies geven soms best goede adviezen.

Andrea en ik hebben allebei geen zin om het dorpje in te gaan en dus vertoeven we heerlijk nog een uurtje bij het zwembad met Xenna en Sarah. Later sluiten ook Ardian en Richard aan. Ardian is onze mede-Katwijker in de groep. Hoewel ik hem niet direct ken, ken ik wel zijn hele vriendengroep. Voor we weggingen baalde ik eigenlijk een beetje dat er nog een Katwijker meeging. Zoals Norman het zegt: ‘If you can’t express yourself in Africa, you can’t express yourself anywhere’. Maar ja, Katwijk blijft Katwijk, en met een mede-Katwijker in de groep weet je nooit welke roddels je thuis om je oren krijgt. Ardian is echter helemaal niet uitgesproken aanwezig in de groep en eigenlijk hebben onze wegen elkaar nog maar vrij weinig gekruist deze vakantie.

Dit is eigenlijk de eerste keer dat we elkaar echt spreken. We hebben het o.a. over de feestweek in Katwijk Binnen. ‘Ben je nog naar die 90’s party geweest??’ vraag ik enthousiast. ‘Nee’, zegt Ardian, ‘die dag overleed mijn moeder’. Slik. Holy fuck, die komt ff binnen. ‘Wow, dat is dus nog geen twee maanden geleden?’ ‘Ja, maar ze was al lang ziek..’ Man, soms wordt alles weer even in perspectief gezet.

Ardian heeft ons dus samen met Richard vergezeld. Die twee zijn inmiddels dikke matties en voor mij een wonderlijke combinatie. We hebben twee Richards in onze groep, Richard mijn ‘echtgenoot’ (a.k.a. Silverback / Jean-Claude van Damme) en deze Richard, ‘smalle Richard’. Ook hem heb ik eigenlijk nog maar weinig gesproken tot nu toe. Op de eerste dag zat hij voor ons in de truck en hebben we even gekletst, maar door mijn permanente gehoorbeschadiging als gevolg van te veel feestjes kon ik hem nauwelijks verstaan en voerde Andrea dus voornamelijk het gesprek.

Richard heeft een rustige, kalme manier van praten en een beetje ondeugende twinkeling in zijn helderblauwe ogen. Hij heeft redelijk wat uitgespookt in zijn leven (zoveel heb ik dan wel weer opgepikt uit het gesprek in de truck), komt uit een klein dorp en heeft een vaste vriendengroep om zich heen, die hij nu al erg mist. We hebben het zo samen een beetje over wat we thuis missen. Dit is zijn tweede groepsreis en hoewel hij het wel naar zijn zin heeft, mist hij vooral zijn vrienden heel erg. Tsja, ik heb natuurlijk Andrea bij me.. dat scheelt al een beetje. Maar verder, tsja.. als je eenmaal 9 maanden van huis bent geweest, is zo’n reisje peanuts. Richard moet vooral om me lachen: ‘jij bent echt zo’n type dat gewoon doet waar je zin in hebt.. Jij wilt ook echt geen kinderen volgens mij?!’ Nou voorlopig niet nee.. thanks.

’s Middags gaan we dus een toertje maken op een bootje, door een rivier waar nijlpaarden te spotten zijn. Iedereen moet netjes aan de zijkant van de boot gaan zitten, op een plastic stoeltje. Jos (koning Carnaval), Richard (Bokito) en ik stappen als laatste op.. en mogen hoog gaat zitten, op de voorkant van de boot. Dat leidt meteen tot veel genoegen bij een aantal groepsgenoten, die óók daar willen zitten, maar streng teruggefloten worden door onze schipper. Best een lekker plekje dit.

Onze schipper, die er duidelijk uitermate veel geen zin in heeft, geeft ons nog wat safety instructions. Handjes binnenboord enzo, voor de krokodillen. In het noodlottige geval dat de boot mocht zinken is het ieder voor zich. Jos en Richard bespreken meteen even een noodplan: ik ga als eerste overboord mocht het zover komen. Hoewel ik misschien een iets te klein hapje ben, meer een ‘bitterbal’. Ze weten niet zeker of dat ze genoeg tijd geeft om naar de kant te zwemmen.

Zodra de boot de kant verlaten heeft, staat iedereen op om rond te lopen en is ons VIP plekje geen knip voor de neus meer waard. Sarah staat als eerste bij ons: ‘Biertje?’ Welja joh. Hoe kan het ook anders als je in het gezelschap bent van Haagse Sarah en Koning Carnaval. Een biertje it is. En dan nog één of twee. Het wordt steeds gezelliger aan boord. Sarah regelt ook nog ff met de schipper dat ze achterop de boot een sigaretje mag doen. Dus loopt ze terug naar de voorkant van de boot: ‘we mogen achterop de boot roken, heb ik ff geregeld!’. Waarop we met zijn vieren met haar meelopen en de schipper nóg geïrriteerder kijkt dan hij al deed: ‘I said YOU can smoke at the back of the boat, not EVERYONE’. Sarah regelt gelukkig altijd, alles, met iedereen en dus staan we binnen no time met zijn vieren achterop die boot.

Trouwens, de tocht zelf is ook best leuk hoor. We zien super veel nijlpaarden. Gave beesten, groot ook. Er hebben een paar gevoel voor showbizz, die trekken hun bek even wagenwijd voor ons open om te laten zien we er nou eigenlijk de baas is. Nice.

Als we van de boot zijn afgestapt, volgt de zeer hoognodige pitstop bij de openbare toiletten aan de kant. Zonder licht of toiletpapier. Inmiddels sta ik bekend om mijn babydoekjes, die ik áltijd bij me heb, voor het geval van nood. Er is verbazingwekkend genoeg nog niemand die deze gewoonte heeft overgenomen, maar er wordt wel dankbaar gebruik van gemaakt.

Als we de weg omhoog lopen vanaf het water terug naar het hotel, worden we omringd door tientallen mannen en vrouwen in de meest prachtige kledij. Overal staan kriskras auto’s over de weg geparkeerd, sommige met de deuren open en harde muziek op. Rechts van de weg staat een bus geparkeerd, met daarvoor een lange rij prachtige donkere vrouwen in kleurrijke jurken. Als we met de groep de meute doorkruisen, begint Sarah op de maat van de muziek met haar heupen te schudden, waarop de mannen beginnen te joelen en de vrouwen spontaan mee beginnen te dansen. Ik zweer het je, die Sarah krijgt altijd, alles, bij iedereen, voor elkaar. Heerlijk!!

Na de boottocht zouden we eigenlijk nog iets minder dan een uurtje hebben om ons klaar te maken voor vanavond, maar Norman en Louis hebben ook nog even ‘Zulu dancing’ tussendoor voor ons geregeld. Dus we hebben maar een half uurtje om ons klaar te maken voor vanavond. Ik spring snel ff onder de douche, smeer een make-upje op, gooi wat mouse in mijn haar en doe mijn lenzen in. Jurkje aan en hup snel naar buiten, want de groep staat al klaar voor de Zulu dansers. Als ik een paar groepsleden begroet krijg ik eerst een ‘hey’ terug, dan een seconde niks en dan een verbaasde blik: ‘hey!’. Wonderbaarlijk toch dat mensen me dan ineens niet meer herkennen als ik een beetje mijn best doe ;).

De dansgroep bestaat uit vijf tienerjongens in traditionele kleding, die een soort van krijgerdans uitvoeren op het ritme van een trommel. Vet. En super intensief, die gastjes moeten echt een mega conditie hebben. Ze staan trouwens op de parkeerplaats van ons hotel en er sluiten andere hotelgasten bij ons aan om te kijken. Naast me staat een Afrikaanse vrouw en haar echtgenoot opgewonden mee te dansen. Damn, they’ve got swag. Ik zou willen dat ik zulke losse heupen had. Dan worden wij uitgenodigd om bij ze aan te sluiten en mee te dansen. Andrea drukt geniepig d’r snor, stinkerd. Gelukkig wordt een groot deel van onze groep naar voren getrokken. Eerst worden ons een paar van hun dansmoves aangeleerd. Die zijn voor mij zowel qua lenigheid als qua gammelheid onmogelijk, want er schieten benen en armen alle kanten op. Dan mogen we om de beurt zelf ons momentje pakken. Fijn. Ik kom na de Afrikaanse familie, die me uiteraard vet outshinen. Even denk ik erover om een polonaise te beginnen, maar dat lijkt me dan ook weer niet zo gepast. Dus draai ik even snel een rondje met mijn armen in de lucht en ga dan weer zitten. Zo, dat hebben we ook weer gehad.

Als we allemaal ons dansje hebben gedaan, naar het slotakkoord hebben gekeken en uiteraard fooi hebben gegeven, bewegen we ons naar het restaurant waar we gaan eten voor Garreths verjaardag. Terwijl ze ons vanmiddag op de boot gedumpt hadden, is onze crew alvast wat drankjes gaan doen. En dan is best gezellig geweest zo te merken. Ze zijn al aardig jolig ;).

Het eten gaat op zijn Afrikaans. We hebben allemaal uren van te voren onze bestellingen al doorgegeven aan Norman, want dat zou makkelijker zijn voor de organisatie van de keuken. Nou, we hadden het beter drie dagen van te voren kunnen doen geloof ik.
Voorgerechten komen niet of tegelijk met het hoofdgerecht, hoofdgerechten komen niet of dubbel.. Het is weer één grote chaos. Maar hey joh, het is gezellig. En er wordt nóg een keer gezongen voor Garreth, die inmiddels zo lam is dat ie het nu wel kan waarderen.

Na een flesje wijn (gedeeld met Andrea en Els hoor!) ben ik inmiddels ook best in mijn hum. Een deel van de groep is het restaurant al uitgelopen en staat op de loopbrug bij de uitgang te wachten op de rest. Ik zoek een mooi plekje bij de deur en aangezien ik een beetje lollig ben, spreek ik alle andere vertrekkende gasten aan alsof ik hier werk: ‘Dag meneer, mevrouw, heeft u een fijne avond gehad? Lekker gegeten? Fijn! Nou, dankuwel voor uw bezoek en we hopen u gauw nog eens te zien!’ Ik houd nog net mijn hand niet op voor een fooitje. Er staan een paar groepsleden me grinnikend aan te kijken. Hele andere Sanne vanavond ;).

Garreth komt ook het restaurant uitgestrompeld en slaat zijn arm om me heen. ‘Do you need help?’ ‘Ja, ja, ja…’ En zo sleep ik ineens Garrath voort door St. Lucia, richting de kroeg. Want, er gaat gestapt worden vanavond. Jeej!! We gaan naar een cocktailbar, waar het compleet uitgestorven is, maar hey, er wordt muziek gedraaid en er is drank. Sarah en ik doen gezellig een dansje samen. Lekkerrrrr, ff weer de heupjes los. Naarmate de avond vordert, wordt het ook nog een beetje drukker.

Ondertussen is Garreth op een missie. Om een vrouw te zoenen. Ik ben één van zijn doelwitten. En ik kan je vertellen, hij is aardig volhardend. Ik heb hem al een paar keer afgewimpeld. ‘Ain’t going to happen Garreth, find somebody else’. ‘Okay..’ Vijf minuten later is ie weer terug, zelfde liedje. Op een gegeven moment word ik er een beetje gek van. Jos merkt het en zegt dat ik er wat van moet zeggen. ‘Ik probeer het echt Jos, maar ik kom niet door’. Dus de eerstvolgende keer dat Garreth in mijn buurt komt, gaat Jos tussen ons in staan. Maar op de één of andere manier wurmt Garreth zich binnen een paar seconden achter hem langs en staat ie alweer met een arm om me heen. Het is natuurlijk ook wel weer een vorm van grappig dit. Jos spreekt Dumi erop aan: ‘Dumi, you have to watch Garreth, he’s trying to kiss Sanne all the time’. Waarop Dumi begint te lachen. Jos: ‘It’s not funny’. Dan kijkt Dumi me serieus aan: ‘Please don’t tell anyone, he’ll get fired’. Bij dezen;).

Op een gegeven moment komt Norman, onze altijd verantwoordelijke, nooit drinkende, gids, hem uit de kroeg ophalen. Tijd om naar bed te gaan. Wij trekken met zijn allen ons volgende drankje open, we hoeven er tenslotte morgen pas weer om 4.30 uur uit, en zien vervolgens… Garreth weer terug de kroeg inkomen. Uh.. he?! Whatever. We zitten ook nog even te kletsen met Louis, die altijd wel mooie verhalen heeft over gekke dingen die hij onderweg heeft meegemaakt (in het Engels gelukkig ;)). Het gekste wat hij kan bedenken is dat hij een keer een collega bij de grens van Malawi had laten staan, omdat ie dacht dat die bij een andere collega in de truck was gestapt. Daar kwam hij 40 kilometer later achter, toen zijn baas hem belde. Die andere collega was ook doorgereden, want die dacht dat ie bij Louis in de truck zat… Leuk verhaal hoor, maar SOWIESO niet het gekste wat hij onderweg heeft meegemaakt. No way.

Om half 1 komt Sarah terug de kroeg in, die is even sigaretten gaan halen ergens. ‘Er zit hiernaast ook echt een leuke kroeg, gaan jullie mee daarheen?’ Ik kijk Dre aan. Mijn hart is er in principe goed voor, maar we moeten serieus over vier uur op. Gelukkig is mijn wijze grote zus bij me: ‘Nee, we gaan terug naar het hotel’. ‘Heel goed plan!’ Sarah, Jos en Wilco gaan nog wel verderop.

Ons hotel is ongeveer aan de overkant van de straat. Het schijnt dat de nijlpaarden hier ’s nachts over straat lopen, maar die komen we niet tegen. Helaas! Als we de parkeerplaats oplopen, daagt Louis ons uit. ‘Come on, let’s go swim!’ Die stinkerd weet natuurlijk dondersgoed dat Andrea en Michiel, die ook met ons meegekomen is, dat écht niet gaan doen. En als ik uitgedaagd wordt om ’s nachts in een zwembad te springen.. ja, dan doe ik dat. ‘Okay, if you go now, I’ll put on my bikini and jump in’. Dat laat ie zich geen twee keer zeggen. Dus hop, die ligt er al in voor ik met mijn ogen heb geknipperd. Oke, oke, ik ga mijn bikini wel aandoen. Brrrr….. koud!! En ondertussen tikt het klokje lekker door en wordt mijn nachtje slaap steeds korter. Ik snap ook niet hoe Louis dat doet, want die moet morgen gewoon weer rijden. Gelukkig zit ik in de andere truck ;).

Zondag 20-11

De volgende ochtend zitten we allemaal redelijk suf aan het ontbijt, behalve Xenna, want die is vroeg gaan slapen. Garreth sliep in de kamer boven ons en Xenna is zich vannacht de tering geschrokken toen er ineens iets langs het raam kwam zetten. Garreth. Terug naar de kroeg. Blijkbaar hadden ze hem ingesloten op zijn kamer en is hij over het balkon geklommen en langs een boomstam naar beneden gegleden. Hahahaha.

Ik ben nog niet bekomen van dit verhaal of Wilco komt met kleine oogjes aan het ontbijt, waarop Patrick, zijn kamergenoot, heel hard in de lach schiet. Die heeft hem vanochtend gevonden op de grond van de woonkamer, tegen zijn backpack aan geknuffeld… met een vuilniszak om zijn voeten. Waarop Wilco grappend aanvult dat ie normaal naakt slaapt… Ik kom niet meer bij. Zo beleef je nog eens wat. Zijn er ook nog een paar apen ons eten uit de truck aan het stelen. Het belooft weer een mooie dag te worden.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.