De Derde Wereld

Morija, Lesotho, 11.22.2016

Dinsdag 22-11

Ondanks de korte nacht word ik nog vrij fris wakker. Mijn voornemen om de truck verder te slapen kan ik het raam uitgooien, het lukt me gewoonweg niet. Uiteindelijk is dat ook helemaal niet erg, want de rit door de Drakensbergen is fe-no-me-naal! Na een paar uur stopt Norman bij een uitzichtpunt en grijp ik mijn kans: ‘Dibs!’ Voor iemand anders ook op het idee komt, claim ik mijn plekje voorin. Deze trip moet ik gewoon vanuit de cabine zien. Ondanks dat ik Jos en Richard beloofd heb vandaag mee te kaarten…

Sarah kruipt er gezellig bij en begint lekker te roddelen over alles en iedereen. Inclusief Norman. Dat ie met zijn zonnebril op best sexy is, maar als ie hem af doet ineens niet meer zo doable lijkt. Wat me dan toch weer een beetje ongemakkelijk maakt, want volgens mij volgt ie alles prima.

Het feit dat ik psycholoog ben is binnen de groep niet onopgemerkt gebleven en er wordt regelmatig aan gerefereerd. Sarah vraagt me een analyse van haar te

geven. Dus dat doe ik. En dan vraagt ze me een analyse van Norman te geven. Norman die nooit iets over zichzelf los laat. ‘Well, I think that right now you are in your tourguide role and you’re acting all responsible, but as soon as you can let go, you are a totally different person’. Dat klopt wel, zegt ie, stille wateren hebben diepe gronden. Hij vertelt dat ie als ie thuis is eigenlijk met heel weinig mensen contact heeft en nooit veel over zichzelf vertelt. Norman is one big mystery.

Het is een lange rit richting de grens met Lesotho en dus besluiten we in plaats van ergens uitgebreid te lunchen, even allemaal iets te halen en door te rijden. Terug in de truck komt Jos met een taart op de proppen. Ik had namelijk een wedje met hem gelegd dat Els écht niet met ze mee zou gaan kaarten, met taart als inzet, en die heb ik vergeten. Ik was die hele weddenschap natuurlijk alweer glad vergeten, maar Jos heeft er gelukkig aan gedacht. Inmiddels is naast ‘laatste kaart’ ook ‘verplichte afname!’ een veelgehoord ‘Josje’. Dat begon met deodorant en breidt zich nu uit naar taart.

Die deo is trouwens geen overbodige luxe. Inmiddels meuren we met z’n allen die bus uit. Als je even bent uitgestapt en weer instapt, moet je gewoon even je adem inhouden en acclimatiseren. De geur van bepaalde lichaamssappen heeft zich vermengd met de muffigheid van natte tenten, modderige schoenen en drogende handdoeken.

De grensovergang naar Lesotho is indrukwekkender dan ik had gedacht. Wij worden de truck uit gebonjourd en moeten een stempeltje halen bij een soort container, terwijl Norman de truck het land in loodst. Dan moeten we een minuut of vijf lopen door opnieuw niemandsland, over een grote brug, naar een gebouw aan de overkant waar we ons Lesotho stempeltje halen. Het is bloedheet als ik met Martjan de wandeling maak. ‘Hoe oud ben je eigenlijk?’ vraagt ie me. ‘Hoe oud denk je?’ – rotvraag natuurlijk. ‘Ergens in de 30?.’ FOUT. Ineens bedenk ik me dat ik eigenlijk geen idee heb hoe oud Martjanneke is. Die blijkt toch al mid-30 te zijn. Lekker wel, dat ik me zo’n jonkie voel in deze groep.

Niet lang nadat wij allemaal weer toegelaten zijn in een voor ons nieuw land, volgt Norman al. De grensovergangen gaan tot nu toe lekker soepel, ff afkloppen. Aangezien dit zoveel sneller ging dan verwacht, vindt Norman dat we wel een koud biertje verdiend hebben, dus we duiken de eerste de beste kroeg in. Nou ja, kroeg is een groot woord. Het is een stenen gebouwtje, met binnen wat plastic tafels en stoelen en een soort loket dat afgezet is met een metalen afrastering waar je door een opening van 20x20 cm een drankje kunt bestellen. Oh ja, en er is een jukebox! Binnen wordt er door één van de bezoekers heel enthousiast gedanst, wij zitten buiten met wat Zuid-Afrikaanse chauffeurs. Die rijden twee keer per week op en af. We oefenen wat Zulu, maar opnieuw blijkt wat een onwijze sukkel ik op dat gebied ben. Ze lachen me keihard uit. Ons gesprek over Nederlandse voetballers verloopt véél beter. Mijn buurman geeft me nog wat tips over waar we zeker heen moeten in Lesotho, onder andere een diamantmijn. Big business hier. Ik vraag me af of ik het verhaal goed begrijp, maar volgens mij wordt me verteld dat wanneer je hier een vis vangt, eerst gecheckt wordt of die geen diamant heeft ingeslikt ofzoiets. Ik sluit een dealtje met mijn gesprekspartner, als ik door zijn tip een diamant vind en rijk word, krijgt hij 50%. Jammer dat we hier maar één dag zijn…

Na ons biertje / cidertje weggetikt te hebben, rijden we Lesotho in. Ik zit nog steeds voorin en kan goed om me heen kijken. En schrik. Ondanks dat Norman ons hier op had voorbereid, vind ik de armoede stuitend. Waar je in Zuid-Afrika nog door ‘ontwikkelde’ steden en gebieden rijdt, is het hier gewoonweg overal armoedig. Als de truck op kruispunten of bij stoplichten even stil staat, komen er van alle kanten mensen om ons dingen (meestal fruit) te verkopen, in mandjes die ze boven hun hoofd houden. Overal zien we lage stenen gebouwtjes en hutjes. En dan rijden we het eerste gedeelte nog door de hoofdstad!

Lesotho spreek je uit als Lesutu trouwens. En de bewoners zijn de Basotho, oftewel de Basutu. Ze spreken Sesotho (Sesutu). Dat je het ff weet. Het land is niet zo groot en het duurt niet lang voor we aankomen in Morija, het dorp waar we verblijven. Zo om me heen kijkend is het me een raadsel waarom we nou juist híer verblijven. Louis’ familie verblijft ergens anders de komende twee nachten op een volgens hen ‘magische plek op enorme berghoogte’. Wij moeten zoeken naar onze verblijfplaats, want Norman weet het ook niet. We krijgen de tip ‘follow the white stones’. Die spotten we uiteindelijk aan weerszijden van een smalle dirtroad. Ik zit met ingehouden adem voorin te kijken hoe Norman die truck manoeuvreert. Norman zelf is er vrij nuchter over, die truck is inmiddels zijn ‘tweede natuur’. Als hij ons en de truck op de ‘oprijlaan’ van onze guesthouse heeft weten te krijgen, willen Sarah en ik iets tegen hem zeggen, maar hij stopt ons: ‘wait for it…’ En dan begint het applaus uit de truck haha.

We worden ontvangen door de manager, die ons vertelt dat we het volledige guesthouse hebben afgehuurd en met een papiertje in zijn handen staat vol gekrast met kamernummers en namen. Een beetje chaotisch gesprek volgt, waarin de manager vraagt aan Norman hoe de kamers ingedeeld moeten worden, Norman aan de manager vraagt hoe de verdeling van de kamers is, omdat hij hier nog nooit is geweest, en de manager ons vervolgens vraagt hoe we de kamers willen indelen en… Uiteindelijk vraagt ie ons of er stelletjes zijn. ‘Why’, vraag ik, ‘is there a honeymoon suite?’, knipogend naar Richard.

Uiteindelijk besluiten we zonder de aanwezigheid van de manager de discussie voort te zetten, binnen. Het hotel ligt vrij hoog en het blijkt dat er een aantal tweepersoonskamers en meerpersoonskamers ín het guesthouse zijn en een aantal kamers benéden. Een hele pittige afdaling / klim van en naar het guesthouse naar beneden. Norman stelt aan de mannen voor dat zij beneden gaan slapen en wij stellen als wederdienst voor om de komende twee avonden de afwas te doen. Deal. Toppers, die mannen.

Het guesthouse heeft een grote eetkamer en woonkamer met daarvoor een groot terras. Boven ons torent een bergketen uit en onder ons kijken we uit over het dorp. Dat bestaat uit lemen hutjes met daken van ijzerplaten, waarop stenen liggen om te zorgen dat ze niet wegwaaien. Er zijn alleen dirtroads in het dorp. Hier en daar loopt een verdwaalde koe, paard of ezel.

Buiten het aankomen in Lesotho hebben we geen programma vandaag, dus ik ga even bijkomen van de lange rit. Met mijn oogjes dicht. Daarna neem ik een douche (alles is hier energiebewust trouwens, super cool) en dan is het tijd om te eten. Aan de megalange tafel in de eetkamer, smullen we van Dumi’s overheerlijke Boboti. Serieus, alsof er een engeltje op je tong piest. Volgende verrassing is dat hier personeel is. Dat ook voor ons afwast. Gheghe.

Na het eten bel ik eerst even met mijn ouders, die errug blij zijn met een teken van leven ;). Ook leuk om hun stem weer even te horen! Alhoewel dit waarschijnlijk het duurste telefoontje ooit wordt. Daarna moet ik onder dwang kaarten met Jos en Richard Bokito, want dat heb ik vandaag in de truck verzaakt. Vooruit. Ardian doet ook mee en zo wordt het Katwijkers tegen de Brabo’s. Ik houd het erop dat het gelijkspel is uiteindelijk.

De sterrenhemel is hier trouwens ook fenomenaal (weinig lichtvervuiling uiteraard) en aan het einde van een terras is er een mooi plekje, waar je op een rotsblok with a view kan zitten. Richard Bokito en ik gaan samen sterren kijken en hebben een goed gesprek over eerdere relaties en onze families. Aangezien we sowieso al veel geinen over het feit ‘dat we getrouwd’ zijn en nu ons samen terugtrekken, wordt er natuurlijk meteen geroddeld.

Een deel van de groep heeft overigens meteen na aankomst de eerste biertjes opengetrokken en is inmiddels meer dan gezellig. Norman is er wel bij, maar drinkt niks. Uit zelfbescherming zegt ie, want als ie begint met drinken, stopt ie niet. Hij heeft wel zelfdiscipline, aandringen op één biertje heeft geen enkele zin. Richard en ik sluiten uiteindelijk ook bij ze aan en Andrea (ook erg gezellig inmiddels ;)) stelt een potje ‘never have I ever’ voor. Een drankspelletje waarbij jij aangeeft dat je ‘nog nooiiittt..’, verzin maar iets geks, en als iemand dat dan wel gedaan / meegemaakt heeft, moet ie drinken. U begrijpt, dat gaat al snel over seks. En, aan Sarah valt echt niet te tippen. Iets met onder andere iemand aankleden als ‘Vietnamees poppetje’. Ik geloof dat ik niet genoeg gedronken heb en dat ook niet meer ga inhalen.. Ik ga naar bed ;).

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.