Hamba Hamba

Pretoria - Blyde River Canyon, 11.11.2016

Vrijdag 11-11

Chaos. Overal liggen stapels spullen die mee moeten, ik moet nog de laatste dingen kopen en tussendoor ook nog even dag zeggen tegen de kids van Frouk. Gelukkig word ik pas om half 4 opgehaald..

15.25 Uur staat dan op de valreep alles klaar en sta ik nog even in het zonnetje op mijn balkon. Het gaat gewoon beginnen nu! In mijn hoofd neem ik alles nog een keer door, ben ik Afrika proof? Ondanks de chaos van de dag tot nu toe, ben ik nog nooit zo voorbereid op reis gegaan. Ik ben er klaar voor, bring it on!

Op het vliegveld staat een deel van de groep al verzameld. We hebben in aanloop naar de reis al een whatsapp groep gehad en ‘kennen’ elkaar dus al een beetje. Leuk om er nu ook echt gezichten bij te zien. We hebben héél veel Brabo’s. Kan niet anders dan gezellig worden ;).

Na de incheck gaan Andrea en ik traditiegetrouw nog even een Chai Tea Latte drinken bij de Starbucks. Zitten we dan. Het besef dat we morgen in Zuid Afrika zijn is er nog niet helemaal.

De eerste vlucht gaat naar Istanbul. Daar aangekomen hebben we 2,5 uur overstaptijd. De groep blijft een beetje bij elkaar hangen, Andrea en ik hebben een barretje gespot. Ik roep richting de groep dat wij bier gaan drinken en het duurt niet lang of Matthew en Wilco volgen. Uiteraard is eerste onderwerp van gesprek welke reizen er al zijn gemaakt in het verleden. Ik kom er al gauw achter daar deze manier van reizen, één keer per jaar zo'n groepsreis, een lifestyle voor deze mensen is en dat ik bovendien de enige Afrika maagd ben.

Zaterdag 12-11

De volgende vlucht brengt ons naar Johannesburg. Onderweg kijk ik Finding Dory en the Shallows (over een chick die aangevallen wordt door een haai) en dan ga ik toch ineens twijfelen of ik dat zwemmen met haaien bij Kaapstad wel wil doen ;). We worden opgepikt door een beetje chaotische / zenuwachtige Louis, namens Shoestring. Er blijken wat mensen te missen van de lijst. Er wordt geteld, gewacht op mensen die naar de wc zijn gegaan tijdens het tellen, weer geteld, random mensen gevraagd of ze misschien bij de groep horen, weer geteld.. Uiteindelijk blijken we alleen de mysterieuze Jozef Johannes Maria (we staan met onze doopnamen op de lijst) te missen, maar blijkbaar is dat geen probleem?

Eerst pinnen (2000 rand, ongeveer 130€), dan eten (serveerster heeft veel moeite om 80 en 36 bij elkaar op te tellen) en sigaretje doen. Meteen worden we aangesproken, of we wat geld over hebben of anders een sigaretje? Kunnen we misschien even een koud drankje regelen voor ze? Slik, dit had ik even niet zien aankomen.

Na alles geregeld te hebben maken we kennis met ons vervoermiddel voor de komende weken. Een hele vette 4x4 truck met grote ramen. We gaan naar ons hotel in Pretoria, de administratieve hoofdstad van Zuid Afrika.

We zijn behoorlijk moe, dus aangekomen in het hotel nemen we een douche en gaan een dutje doen. Als we fris en fruitig weer naar beneden gaan, horen we dat een deel van de groep in de kroeg verderop in de straat zit. En… go.

De groep neemt het halve terras in beslag en er zijn een paar (redelijk dronken) locals aangeschoven. Als die zien dat ik geen stoel heb, wordt er in allerijl iets voor me geregeld, tussen hen in. Er worden hele verhalen tegen me opgehangen en ik heb werkelijk waar geen idee waar het over gaat. Knikken en lachen. De jongen naast me heeft een gouden tand en een tablet in zijn zak, maar vraagt mij of ik geen biertje voor hem kan kopen, net nadat hij over apartheid is begonnen. Ik word er een beetje ongemakkelijk van.

Binnen no time hebben we het woord voor vriend geleerd, want dat zijn we nu allemaal, dikke vrienden. Het duurt ook niet lang of het verhaal gaat dat Richard, die naast me zit en die ze vanwege zijn gespierdheid tot (Jean-Claude) van Damme hebben gedoopt, en ik getrouwd zijn. Prima, lekker rustig ;). Richard heeft ook meteen een nieuwe bijnaam voor me: vrouwtje.

Een deel van de groep is 's middags de stad in geweest, o.a. naar het parlementsgebouw. Omdat ik me niet heb voorbereid, had ik daar helemaal niet aan gedacht en bovendien twijfelde ik of het veilig was met zijn tweeën de straat op te gaan. Omdat hier een deel van de geschiedenis van Mandela ligt, baal ik een beetje dat ik er niet aan heb gedacht om de stad in te gaan. Aan de andere kant, dat dutje was best lekker ;).

Terug in het hotel krijgen we eerst een briefing van Louis. Heerlijk stereotype surf/bushdude: coupe ‘zo ben ik uit bed gestapt’, slobbertrui, zwembroek eronder en een paar teenslippers. Hij heeft een aantekeningboekje waaruit hij een beetje zenuwachtig voordraagt, wat best schattig is. Pas als hij voorbeelden geeft van dingen die hij onderweg heeft meegemaakt komt ie los en zie je hem opbloeien. Hij moet vooral ook zelf hard lachen om zijn eigen verhalen.

Het blijkt dat er twee groepen zijn die bijna helemaal dezelfde reis doen, de singlesreis en de 'gewone’ reis (want wij zijn niet gewoon ;)).
Wij zijn met 20, zij met .. 6. Klein verschilletje qua mensendichtheid in de truck. Louis blijkt de gids van de andere groep, onze gids sluit later op de avond aan.

Er wordt veel info op ons afgevuurd, maar het belangrijkste is dat we vanaf nu een family zijn en dus goed voor elkaar moeten zorgen. Daarnaast krijgen we te horen dat we dieren absoluut niet mogen voeren, onze paspoorten in de cookie jar (/kluis) kunnen maar geld niet (want Louis is een keer beschuldigd van stelen), bij grensovergangen het maken van foto's not done is en vriendelijk lachen vooral heel belangrijk is, de rit soms bumpy kan zijn en een sportbeha geen overbodige luxe is (Louis grinnikt)... Te veel om te onthouden. Maar het belangrijkste: wij als groep maken of breken de reis en 'it’s about the journey, not the destination’.

Nu we gedebriefd zijn kunnen we met zijn allen aan het diner in het hotel. Toch een beetje ongemakkelijk met zoveel nieuwe mensen aan één tafel. Ik ben blij dat ik hier samen met Dre ben.

Het blijkt nogal een gedoe om af te rekenen. Er lopen drie obers, die om de beurt komen vragen wat ons kamernummer is: ‘613’, 'ok, I’ll bring you the bill’. Om vervolgens of niet terug te komen of met een heel ander kamernummer en dan weer drukdoende (met wat? geen idee) weg te lopen en niet meer terug te komen. Lekker, we gaan nu al van standje 'altijd haast’ naar 'akuna matata’. Rustig aan hoor, ik hoef toch nergens heen.

Zondag 13-11

Behalve naar bed dan. De volgende ochtend verschijnt de mysterieuze Jozef Johannes Maria alias Jos ineens aan het ontbijt. Die heeft een héél duur dutje gedaan in Istanbul..

Koffers mogen vanaf 7.45 de truck in, 8.15 worden we geacht te gaan rijden. Dat lukt niet helemaal, Xenna verslaapt zich en als eindelijk iedereen zit, moet Sarah er weer uit voor een toiletbezoek. Dit belooft wat ;).

We maken voor het eerst echt kennis met onze gids/chauffeur Norman. Een goedlachse Zuid Afrikaan, die ons in het Engels aanspreekt, maar ook heel goed Nederlands verstaat blijkt gauw genoeg. We hebben ook een kok mee, Dumi. Je spreekt het uit als 'do me’, wat wat mij betreft een geniale openingszin oplevert voor in de kroeg: 'Hi.. do me’. Blijft ook raar om hem iets te vragen: 'Hey, do me!’

De eerste rit is meteen een pittige. We rijden in de bloedhitte van Pretoria naar Sabi, een rit van een paar uur. Er is iets mis met de truck, waardoor hij bergop bijna niet vooruit komt. Aangezien we door nogal bergachtig gebied rijden, duurt het dus een eeuwigheid. Maar, aangezien het niet om de bestemming gaat, maar om de reis, maken we daar mooi gebruik van om elkaar beter te leren kennen. Het geklets is niet van de lucht.

Achter ons zit Sarah, een hoogblonde op en top Haagse van 36, geheel gehuld in een tijgerprint. Sarah was al voor de reis begon erg actief op Facebook en whatsapp en ik had me zo van te voren bedacht dat ze vast niet in mijn straatje zou passen. We blijken al heel snel heel goed te klikken. Zo zie je maar weer! Ondertussen geniet de hele groep mee van mijn afspeellijst (weet iedereen ook maar meteen dat ik van happy hardcore, naar de Backstreet Boys, Otis Redding en the Foo Fighters ga), waar vooral feestbeest Sarah blij van wordt. Dit kan nog wel eens heel gezellig gaan worden.

Natuurlijk geeft de rit ook de kans meteen iets van het landschap en de dorpen te zien. Van de natuur ben ik nog niet perse onder de indruk. Het is wat rotsachtig en groen, de aarde heeft een rode kleur. Doet me een beetje denken aan de outback van Australië. We komen vooral veel boerderijen tegen, met kleine stenen huizen op het terrein. Op veel plekken langs de weg verkopen mensen spullen vanaf een kleedje, variërend van fruit tot handwerk. Ik vraag me af hoeveel brood daarin zit, soms zitten ze op plekken waar van je denkt: wie komt hier langs?! In de dorpen zijn de wegen onverhard en winkels hebben geen uithangbord, er staat ergens op het pand met graffiti gespoten op de muur wat er wordt verkocht. De truck trekt veel bekijks en veel mensen zwaaien vriendelijk naar ons.

Aan het einde van de middag gaan we naar Blyde River Canyon. Volgens Norman is dit de op twee naar grootste canyon van de wereld, na de Grand Canyon. Hmm.. waar heb ik dat eerder gehoord? ;) Het uitzicht is werkelijk waar prachtig en uiteraard staat er 20 man te proberen de mooiste foto te maken. Gekke wezens zijn we ook. We zien trouwens ook onze eerste aapjes :).

We worden 16.40 terug verwacht bij de bus. Als de laatsten van ons om 16.37, na het nog éven schieten van die perfecte foto, terug lopen, volgt er voor een aantal nog de hoognodige plaspauze. Als we dan eindelijk weer terug zijn in de truck, zucht Norman: 'we’ll need to have a talk about time management’.

Onze volgende stop zijn de potholes, een soort rotsplateaus van rood/geel steen waar de Trier en de Blyde rivier in watervallen samenvallen. Overal lopen prachtig uitgedoste Afrikaanse families, de vrouwen in kleurrijke jurken en de mannen in pak. Zondagse traditie? Mooi gezicht in ieder geval.

De potholes zijn indrukwekkend. We krijgen drie kwartier om er rond te kijken. Hup, hup, lopen en schieten (foto's hè) dus. What the hell am I doing?! Ik schop m'n slippers uit, klim over wat rotsen weg van de groep en ga op een plekje naast het kabbelende water zitten, met het geluid van vogels op de achtergrond. Mooi! Maar de inner peace wil niet echt komen, ik zit tenslotte op mijn klokje te kijken. Op tijd weer terug in de truck!

Er staan eigenlijk nog twee dingen op het programma vandaag: God’s window, een uitzichtpunt, en het bezoeken van een oude goudmijn.

Dat laatste gaat qua tijd met geen mogelijkheid meer lukken en onderweg naar het uitzichtspunt trekt het helemaal dicht, dus ook die wordt verschoven naar morgen. Ondertussen is het alweer 18.30 en zijn we nog niet op de camping. Vanavond kamperen we, Norman stelt voor in een restaurant te eten ipv Dumi te vragen te koken, vanwege de lange dag en het tijdstip. Klinkt wat mij betreft prima, maar Jony, een iets jongere Haagse, roept meteen dat ze het veel gezelliger vindt om te koken en we best wel kunnen helpen. ‘Maar als iemand iets anders wil, moet je dat ook maar zeggen hoor’. Er gaan wat stemmen op voor het restaurant, maar niet echt uitgesproken. Dus wordt gevraagd wie er naar een restaurant wil en als er maar vier handen worden opgestoken wordt het dus koken. Ik weet zeker dat meer mensen naar een restaurant willen, ook voor arme Dumi, maar gewoon niet stemmen vanwege Jony's grote mond. Grrrr, als dit drie weken zo gaat, ga ik huilen.

We komen in het donker aan op de camping, zetten in de regen de tenten op (gelukkig zijn ze niet zo ingewikkeld om op te zetten) en eten daarna in een halve cirkel ons maaltje. Koken kan die Dumi wel :). Dan moet er opnieuw gestemd worden, morgen wel of niet de goudmijn alsnog doen of doorrijden naar Kruger NP, zodat we daar meer tijd hebben. Ook nu heeft Jony meteen het hoogste woord, maar er komt gelukkig al wat meer tegenspraak. In overleg besluiten we niet te gaan, kost ons wel ongeveer een half uur ;), hoewel sommigen dat wel jammer vinden.

De meesten duiken na het eten in bed, ik ga nog even douchen en blijf daarna plakken onder de luifel bij de truck met een wijntje. Daar staat onder andere Martjan. Een Zeeuw van bijna twee meter, met donker krullend haar, bruine ogen met pretlichtjes erin en een hart van goud. Hij komt ook uit een vissersdorp, met maar 5000 inwoners. MJ heeft een aantal jaar geleden besloten te breken met de tradities van zijn vrienden uit het dorp en te gaan reizen. ‘Gewoon’, omdat hij ‘dat leuk vindt, nieuwe dingen zien en mensen ontmoeten enzo’. Eens per jaar doet hij zo'n groepsreis als deze en hij vertelt hilarische verhalen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Zo zwaaide hij met zijn hand boven een krokodil omdat die niet wilde bewegen en zag hij hem niet veel later twee meter opspringen om een levende kip te verorberen en tikte hij een olifant met een bamboestok op z'n slurf om eens te kijken hoe sterk die eigenlijk was. Na wat heen- en weer getrek won de olifant: 'Best sterk nog zo'n beest’.

We vragen Norman ook nog even naar de risico's hier, want daar heeft ie dan weer niks over gezegd. Nou ja, er zijn wel wat giftige spinnen, schorpioenen en slangen dus. Gekke larven die in stilstaand water zitten en onder je huid kruipen ook. Hmm, liep ik daar vanmiddag niet op blote voeten doorheen?
Valt allemaal wel mee hoor. In vergelijking met de leeuwen en luipaarden enzo dan natuurlijk.

Norman is geen uitslaper en morgen moeten we om 5.30 ontbijten. 'That means that your tents and bags must be in the truck before that time’. Ik heb nergens in de reisbenodigdheden 'ochtendmens’ gezien, maar als dit zich voortzet zal ik toch mijn normale ritme drastisch moeten aanpassen.

Ik doe nauwelijks een oog dicht, kan m'n draai niet vinden in m'n slaapzak en heb het koud. Mn tas staat aan m'n voeteneinde en daardoor kan ik eigenlijk nét niet lekker liggen. Als ik eindelijk een beetje mijn draai heb gevonden, m'n ogen sluit en concludeer dat die paar uur slaap er nu echt gaan komen… gaat m'n wekker. Huilen. Wel een voordeel: ik heb geen kans gehad om te gaan slaapwandelen in de pikdonkere tent.

Maandag 14-11

In de regen breken we de natte tenten af. Op zich is dat niet ingewikkeld: het tentdoek zit met haakjes aan de 4 tentstokken vast, dus die moeten los gehaald worden. Dan het doek strak trekken op de grond, stokken uit elkaar halen (2 lange en één korte), de tent opvouwen, oprollen en in de zak terugdoen. Dus.

Wat een gekloot. Alles is nat. We zitten onder de modder en roestplekken van de tentstokken. Mn vest is meteen al vergeven. We weten de volgorde niet meer en krijgen die fucking tent niet goed opgevouwen. Waar hebben we dit aan verdiend?! Gelukkig zijn er een paar mannen zo lief om ons te helpen en kunnen we toch nog 5.30 aan het ontbijt. Prima prakkie op een klapstoeltje. In de regen. Om 5.30. We leren ook meteen Zulu voor opschieten, Dumi jaagt ons op: 'Hamba, hamba!' Dat gaan we vaker horen....

Eerste stop vandaag: God's Window. Ik ben eigenlijk voornemens nog ff door te tukken, maar MJ, die achter me zit, begint tegen me aan te kletsen. Het gesprek begint met de betekenis van m'n tattoo en gaat over naar rivaliserende dorpen in Zeeland, waar ze eerst een paar biertjes doen in de kroeg en elkaar daarna lens slaan. Zo leer je nog eens wat.

We zijn onderweg al dat het kneiter mistig is. We stoppen hoe dan ook bij het uitzichtspunt, maar niet iedereen stapt uit. Op een goede dag kun je vanaf hier Mozambique zien. Vandaag zie je nog net een hand voor ogen.

Uiteraard stap ik wel uit. Wandelinkje door wat lijkt op een jungle landschap en dan langs een rotswand kijken in het niets. Eigenlijk is dit perfect, want deze plek heet niet voor niets God's window. Norman vertelt ons dat in de film 'the Gods gone mad’ het verhaal vertel wordt van een arme stam, bij wie ineens een colaflesje uit de hemel komt zetten. Dat brengt in eerste instantie voorspoed, maar dat verandert al snel in rampspoed. Om te voorkomen dat de fles nog meer schade aanricht willen ze hem terug geven aan de Goden. Dus wordt het einde van de wereld gezocht, het mistige God's window, en wordt de fles daar achtergelaten. Misschien nog maar eens kijken als ik thuis ben.

Anyway, het pad is glad en m'n teenslippers ook, maar gelukkig mag ik bij Jasper inhaken en zo kom ik weer veilig (en drijfnat: regen, regen en nog eens regen) weer bij de bus. Als Richard, m'n bodyguard / echtgenoot, dat ziet, roept hij: 'ga jij nou vreemd?!’ Tsja jij hielp me niet he.

Als die stop er weer op zit, begint het grote werk: Paul Kruger National Park. Big five, here we come.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.