Lesotho Lightning

Morija, Lesotho, 11.23.2016

Woendag 23-11

We kunnen vandaag een vorm van uitslapen, want we hoeven pas om 08.00 uur te ontbijten. Er zijn een aantal opties vandaag, dus we kunnen kiezen: vanochtend de berg op wandelen met een gids en vanmiddag een toer door het dorp. Of: vanochtend de toer door het dorp en vanmiddag helemaal niks. Nou, Sannetje weet het wel. Een dagje een klein beetje relaxen heb ik wel verdiend heb ik zo bedacht.

Dus, village tour. De manager van het Guesthouse is blijkbaar ook tourguide. Die man is ook van alle markten thuis. Ik ben erg benieuwd naar wat we gaan beleven, want toen we gisteren het dorpje in kwamen rijden vroeg ik me nog af waarom we in hemelsnaam hier verblijven.

Onderweg naar het dorp vanaf onze verhoogde verblijfplaats, vertelt de manager / tourguide / wie weet wat ie nog meer allemaal kan over de geschiedenis van Morija. Het werd gesticht door Franse missionarissen, die hier werden uitgenodigd door de toenmalige koning. Eén van hen werd bruut vermoord door vergiftiging en daar is een boek over geschreven. Wat ie daar verder over vertelt is me een raadsel, dat kan liggen aan zijn slechte Engels of aan… nou ja dat eigenlijk, maar gelukkig versta ik nog wel dat dat boek in het Guesthouse te vinden is. Mooi, ik heb wat te doen vanmiddag.

Als eerste gaan we naar een museum, zo’n streekmuseum, waar je van geologie, naar geschiedenis naar ‘gekke voorwerpen gevonden in Morija’ geleid wordt. We worden rondgeleid door een klein overenthousiast vrouwtje met een felblauwe jurk, kort donker haar en een e-nor-me kont. Het verbaast me dat ze niet omkiepert. Ze behandelt het museum als haar persoonlijke toneelvloer en vertelt theatraal, met een harde stem en af en toe een bulderende lach. Wat een topwijf.

Ze vertelt dat door Shaka opgejaagde Zulu de mannen uit Lesotho verjoegen en met hun vrouwen trouwden. Daardoor komen er nu klinkklanken voor in het Sesotho. Omdat de Besotho alleen een lendendoek droegen, kregen zij deze naam, want Besotho betekent: those who don’t have much.
De Besotho werden steeds meer bedreigd door o.a. de Westerse immigranten in Zuid-Afrika en trokken zich terug in de Drakensbergen. De koning destijds lokte Franse missionarissen naar zijn koninkrijk met de belofte van 100 koeien en een stuk land naar keuze. Ze settelden zich in Morija, omdat het hen deed denken aan een rots in Jeruzalem. Er werd hen gevraagd ‘peace’ te komen brengen, maar in eerste instantie vatte ze dit op als ‘peace of the heart’. Dus gingen ze een kerk bouwen. Leuk hoor, dacht de koning, maar dat bedoelde ik niet. Uiteindelijk hielpen de missionarissen met buitenlandse betrekkingen en zo lukte het het kleine koninkrijkje om hun grenzen lange tijd te beschermen van allerlei enthousiaste landjepikkers. Uiteindelijk werden de Engelsen om hulp gevraagd en werden ze onderdeel van de UK.

Dat leverde vreemde taferelen op. De Besotho moesten ineens belasting betalen en werden opgeroepen in WO I. Stel je voor.. Zo woon je in je hutje, met een paard en een koe, water bij de put halend.. en zo lig je in een loopgraaf. Wat een idioten zijn wij Europeanen ook. Anyway, uiteindelijk herwonnen ze hun onafhankelijkheid en nu zijn ze dus dat kleine bergstaatje.

Goed, genoeg geschiedenis. We bedanken onze gids, die trouwens Engels heeft gestudeerd (aaahhh, vandaar, ze spreekt het prachtig!), en lopen verder naar het Art Center. Dat is opgezet door Zuid-Afrikanen om werkgelegenheid te creëren, maar die Morijanen blijken er helemaal niet zo’n zin in te hebben. Loopt dus niet zoals gehoopt. We worden als eerste naar het winkeltje toe geleid en kijken daarna rond in het atelier, waar drie vrouwen bezig zijn met schilderen. Leuk hoor. Denk ik.

Als we weer naar buiten lopen, zit er een vrouw naast een kruiwagen vol stront, met een hoop stront ernaast, die ze aan het .. tsja.. kneden is ofzoiets. Richard Bokito merkt terecht op dat je dan pas echt een schijtbaan hebt en tilt me daarna op om me drie centimeter boven de kruiwagen te laten hangen. Gelukkig is hij niet motorisch gestoord.

Op onze weg terug naar het guesthouse komen we langs twee scholen. De ene is de privé school, met enthousiaste kindjes in uniform, de tweede is de publieke school, met ook heeeeeeeel veeeel enthousiaste kindjes in iets minder nette uniformpjes. Dit is de school voor de kinderen die niet naar de privé school kunnen. Sommige lopen elke dag twee uur heen en twee uur terug (de berg op en af) naar school. Wow.

Ze zijn dolenthousiast als we de speeltuin in komen lopen en rennen op ons af. Ik doe er voor de lol met ééntje de zweefmolen, maar dat was uiteraard een miscalculatie. 35 Zweefmolens later, en wonderbaarlijk geen enkele schouder uit de kom, ben ik kapot, maar wel blij. Wat een schatjes. Sarah heeft bellenblazen voor ze meegenomen en daar raken ze van afgeleid. Ze hebben het te druk met achter de bellen aanrennen. Daarna worden er nog een paar liedjes voor ons gezongen, onder andere slaap kindje slaap. Huh?!

Het is inmiddels pittig warm en de wandeling terug naar het guesthouse blijkt al een uitdaging. In principe was er nog de mogelijkheid om vanmiddag de berg op te lopen, maar nu staat mijn besluit helemáál vast. Mevrouw gaat vanmiddag met haar verwende Europese kontje in het zonnetje liggen en zich storten op ‘A murder in Morija’ (niet te lezen blijkt). Bij het guesthouse. Wat dan toch ook weer enigszins ongemakkelijk is, want er is hier een ‘laundry service’. Maar die blijkt te bestaan uit drie mensen die in groene teiltjes, met water uit een tuinslang, in de brandende zon, op het terras, onze onderbroeken staan te wassen. Die ze vervolgens o-ver-al op het terras uithangen. Dat is dan wel weer humor.

Ik zit ’s middags samen met Ivon op het terras te praten met een lokaal meisje dat in het lokale youth center werkt. Ze is 25 jaar en is

leerling bij een kunstenares. Ze richt zich op boetseren voornamelijk. Vorig jaar werd ze geselecteerd om als afgevaardigde van Lesotho naar een bijeenkomst voor jonge artiesten in China te gaan. Ze vertelt dat ze afwijkt van wat gebruikelijk is in Lesotho, want eigenlijk had ze al jong uitgehuwelijkt moeten worden met een jongen uit het dorp. Stoppen met school. Ze boeit me ongelooflijk. Ik vraag me altijd af of ik me ook had vrijgevochten als ik niet alle vrijheid van de wereld had gehad. En hoe fijn is het om alle vrijheid van de wereld te hebben!

Ditzelfde meisje regelt dat de meisjes en jongens van het jeugdcentrum ’s avonds een lokale dans voor ons komen presenteren. Een groepje van vier meisjes van een jaar of 12 / 13 hebben een wit t-shirtje aan en een schelpenrokje. Hun dans bestaat uit het naar achteren duwen van hun kont, waardoor de schelpen omhoog komen en geluid maken. Het is allemaal een beetje… gek. De meisjes hebben al borstjes, maar geen behaatjes aan, en alles schudt en rammelt tijdens de dans.
De jongens dragen regenlaarzen waarop ze met hun handen in verschillende ritmes klappen, terwijl ze hun benen voor of achter hun lichaam bewegen.

Als ik voor het eten nog even een biertje zit te doen op het terras, word ik geroepen door Martjan. ‘Kom eens kijken, dit is echt mooi!’ Met Martjan altijd even spannend, want het kan variëren van een kikker in een bosje tot een maansverduistering. Het blijkt onweer te zijn, de bliksems schieten achter elkaar uit de hemel aan het einde van het dal. Tussendoor ff snel eten en dan weer naar buiten, want het is echt spectaculair!!

Het begon al aan het einde van de avond, maar om een uurtje of 21.00 komt het ineens op ons af. We zien het onweer én een regenfront hard op ons afkomen. Inmiddels sta ik aan de zijkant van het guesthouse met Martjan, Richard Bokito en Leonie (en een drankje uiteraard ;)). Als het ineens harder gaat waaien, roept Martjan: ‘We moeten hier weg hoor’. ‘Nee joh, even nog’. ‘Nee echt, we moeten gaan.’ Lesje geleerd, je moet luisteren naar Martjan. BAM, ineens komt het regenfront keihard over ons heen. En we kunnen niet door de zijdeur naar binnen.

We hoeven nog geen 20 meter af te leggen naar de ingang, maar ik ben drijf- en drijfnat. De stroom is inmiddels ook uitgevallen en het onweer bevindt zich recht boven ons. We rennen naar boven, waar we door de raampjes denken de bliksems goed te kunnen zien. Richard biedt me aan een trui van hem aan te trekken en dus volg ik hem naar zijn kamer. ‘Hmm, dit is wel de roddels voeden he..’ knipoog ik naar hem. Uiteraard trek ik met veel haast de trui aan, want ik wil niks van het onweer missen, en.. trek m’n arm uit de kom. Arrghh, ik ga kapot. Richard weet niet wat hem overkomt. ‘Moet ik iets doen?!’ ‘Nee hoor, schiet vanzelf weer terug.’ Gheghe.

We besluiten dat het vanuit de keuken misschien toch beter te zien is. Wow, dit is echt het meest waanzinnige onweer dat ik ooit heb gezien. Terwijl we zo in het donker staan te turen, blijkt de stroom weer terug en doet de nachtwaker nietsvermoedend het licht in de keuken aan, waarop drie gezichten (Jasper vergezelt ons) in één keer verbaasd zijn kant opdraaien. ‘Oh.., sorry’. Licht weer uit.

Tsja, binnen is leuk. Maar buiten is nóg leuker. Richard en ik rennen door de regen het terras op en gaan onder een parasol staan. Is dit dom? Best wel. Is het vet? Ja! De flitsen schiet voor, achter en naast ons urenlang door de lucht. Richard staat achter me. Ineens zegt ie: ‘Weet je wat grappig zou zijn, als ik ineens weg zou zijn.’ ‘Neeeee joh, ik zat net hetzelfde te denken, maar durfde het niet te zeggen, want ik wilde je niet op ideeën brengen!’ Dan verzinnen we allemaal leuke moordcomplotten. De stroom is weer uit. We zijn met zijn tweeën, exclusief de verdwaalde nachtwaker (van wie nou nét vanavond de batterijen van zijn zaklamp én telefoon leeg zijn, no joke) , en de rest slaapt. Wie is er morgen verdwenen en wie heeft het gedaan?

Als het onweer een beetje wegsterft, is het tijd om naar bed te gaan. En daar lig ik te denken aan al die arme mensen in hun hutjes beneden. Waar het nu waarschijnlijk blank staat en het dak bijna weggewaaid is.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.