Hoezo vakantie?!

Swaziland, 11.17.2016

Woensdag 16-11 (vervolg)

We hebben nog een lange rit voor de boeg vandaag, met o.a. een grensovergang naar Swaziland. Ik ben vanochtend wakker geworden met keelpijn en heb eigenlijk moeite met praten, maar Yvonne komt naast me zitten en dan kan ik natuurlijk niet zwijgend voor me uit gaan zitten staren. Yvonne is met haar bijna twee meter een bezienswaardigheid voor de mensen hier. Ik heb veel respect voor haar, want ondanks dat ze veel opmerkingen te verwerken krijgt over haar lengte, komt ze gewoon lekker zelfverzekerd en intelligent over. Ze werkt thuis als begeleider en dat betekent dat we natuurlijk raakvlakken hebben, want zij heeft ontzettend veel met gemeentes te maken. Interessant om zo ervaringen en werkwijzen uit te wisselen. Interessant en pijnlijk, want mijn keel gaat steeds meer dienst weigeren. Oh, oh... gelukkig weet ik zeker dat ik voor eeuwig van de keelontstekingen verlost ben.

We rijden een prachtige route door bergachtig gebied en gelukkig wordt het gaandeweg steeds zonniger. Onderweg verruilt iedereen dankbaar zijn lange, warme, kleren voor korte broeken en t-shirts. Kijk, hier kwamen we (onder andere) voor. Omdat we laat zijn vertrokken en lang onderweg zullen zijn, stelt Norman onderweg voor om niet Dumi te vragen lunch klaar te maken, maar ergens in de supermarkt lunch zelf lunch te kopen en dit onderweg (in de truck) op te eten. Yvonne spreekt zich als eerste duidelijk uit: ‘Nou, als we dit iedere dag gaan doen, heb ik daar niet echt zin in..’ Norman is er gevoelig voor: ‘Okay, lunch it is’. Again, er komt geen weerwoord.

Stiekem vind ik het jammer. Veel liever nu doorrijden, broodje in de truck en op tijd in Swaziland, dan nu uitgebreid lunchen en vanavond weer in het donker de tent opzetten. Maar hey, lunch it is. Ik moet zeggen, de kippetjes smaken dan wel weer goed. De restjes gaan naar de werknemers van het benzinestation waarnaast we lunchen. Dat voelt toch weer een beetje gek. Tuurlijk, we gooien niks weg en ze vinden het lekker, maar ze zitten wel onze restjes te eten.

Norman geeft ons de laatste instructies voor de grensovergang. Geen foto’s, bij de groep blijven, vriendelijk zijn.. En, geen idee hoe lang het duurt. We kunnen in een half uur door zijn, maar het kan net zo goed drie uur duren.

Hoewel ik graag mijn ogen open zou kunnen houden en meer van de route zou willen zien, valt er niet tegen de slaap te vechten. Tegen de middag word ik wakker en bereiken we de grensovergang. Overal langs de weg staan / zitten mensen die vriendelijk naar ons zwaaien, terwijl hun kleurige was aan waslijntjes wappert. We zijn hier nog niet zo heel lang, maar ondertussen is me wel opgevallen dat er heel veel mensen heel vaak gewoon alleen of in een groepje langs de weg of voor hun huis zitten of liggen te.. Nou ja, gewoon zitten of liggen eigenlijk. Met m’n mindfulness cursusje zou ik hier geen voet aan de grond krijgen denk ik. Hoezo te druk en te veel aan mijn hoofd? Gewoon zitten of liggen. Voor het zitten of liggen.

We gaan eerst Zuid-Afrika uít, dus paspoort moet gestempeld worden. Vervolgens lopen we door ‘niemandsland’, het stuk tussen de twee grenzen, een zandweg afgesloten door hekken en prikkeldraad aan beide kanten. Dan gaan we Swaziland ín en moet het paspoort weer gestempeld worden. Geloof dat mijn paspoort aardig opgevuld gaat worden deze vakantie. Vet, lijkt het net alsof ik in mega veel landen ben geweest, terwijl ik gewoon alleen voor 2 dagen de grens van Swaziland en Lesotho overgestoken ben.

Aangekomen in Swaziland is het alweer eind van de middag. Sarah stelt voor, in samenspraak met Jos, om ergens onderweg een biertje te gaan doen op een mooi uitzichtpunt, ‘want we zijn toch al laat’. Jos is ook een Brabo, onze topdog Brabo kun je wel zeggen. Lang, goede coupe blonde krullen en het woord ‘pretbek’ lijkt voor hem uitgevonden. Koning Carnaval. Het is niet gek dat Sarah en Jos elkaar vinden als het gaat om het opzoeken van een kroeg. Mijn kop staat er ondertussen eigenlijk helemaal niet naar, maar ja, tegen een koud biertje op een mooi uitzichtpunt zeg ik ook niet gauw nee.

We rijden verder en ondertussen heeft Yvonne me verlaten. Hmmm, lekker rustig denk ik, eindelijk mijn keeltje een beetje rust. Ik heb het nog niet gedacht of MJ duikt naast me. MJ is m’n held hoor, echt, maar ik kan écht niet meer praten. Ik wil gewoon ff lekker met mijn muziek op naar buiten staren en genieten van het uitzicht. Want dat is hier werkelijk waar waan-zin-nig. We rijden door groene bergvalleien die qua niveaus een beetje doen denken aan de rijstvelden op Bali (nooit gezien overigens ;)). Met het licht van de ondergaande zon er op, zijn ze adembenemend. Verder worden we overal vriendelijk toegezwaaid door de bevolking.

Gelukkig wil MJ mijn favorieten playlist doorspitten, want hij is op zoek naar nieuwe inspiratie. Ik begin met Coffee and Cigarettes van Otis Redding, waarvoor hij nog net de beleefdheid kan opbrengen om hem uit te zitten, en ga door met Happy People van Sven Hammond Soul, waar hij héél snel klaar mee is. Als ik verder ga met Follow the Sun van Xavier Budd is hij diep onder de indruk. Ja, dat nummer kende hij natuurlijk al wel, maar MJ heeft met veel interesse de uitzending van KRO Kruispunt gevolgd en de afgelopen avonden bij het kampvuur heb ik ook mijn verhaal verteld. Als ik hem uitleg wat dit nummer voor mij betekent, krijgt het ook voor hem ineens een andere lading. Mooi om te zien!

Dan gooit ie zijn oortje uit. ‘MJ, wat doe je?’ ‘Nou, ik dacht we kunnen ff lullen’. ‘Sorry, maar ik heb vette keelpijn en heb niet zo’n zin om te kletsen’. ‘Oh..’ MJ kijkt om zich heen en vindt een ander slachtoffer: ‘Hey, heb jij zin om ff te lullen of niet..?’

Aangezien we toch al laat zijn, besluit Norman te stoppen bij een uitzichtpunt over een vallei. Hier zouden we een biertje drinken. Helaas (gheghe) is de kroeg dicht. Wat-is-het-hier-mooi!! Matthew, onze huisbelg, leert me nog een vette fototrick. Panorama laten schieten en dan eerst aan de ene kant gaan staan, achter de fotograaf langs rennen en dan aan de andere kant van de foto weer verschijnen. Uiteraard gaat het op zijn ‘Sannes’ en verpest ik de eerste vier tot vijf foto’s door te vroeg te gaan lopen, door het beeld heen te rennen en de fotograaf om te stoten (grapje), maar gelukkig levert de fotoshoot toch één geslaagde versie op.

Daarna voor het laatste deel van de reis terug de truck in. Oortjes in en blik naar buiten. De truck is nog steeds niet op zijn best en rijdt graflangzaam de bergen hier op. Sowieso dat we niet voor het donker gaan aankomen. Maar, het gebied is echt geweldig mooi en ik vermaak me prima met het uitzicht. Laat mij lekker zitten hier.

‘Hoe is het nou?’ Ik zit nog geen vijf minuten alleen of ik heb Michiel naast me. Nóg zo’n Brabo ;). Hij opent elk gesprek met ‘Hoe is het nou?’. Heerlijk mannetje. Niet veel groter dan ik, kleín beetje zwaarlijvig, kort zwart haar en een brilletje. Onder dat brilletje verschuilen een paar prachtige, kleine, bruine ogen met een paar goede pretlichtjes erin. Michiel heeft een beetje last van ADHD en als ie een verhaal begint, weet je dat je nog wel even zoet bent. Normaal heb ik daar geen probleem mee, maar nu zat ik toch nét even te wachten op ‘me time’. Gelukkig spot ik op zijn telefoon dat hij net naar Qlimax aan het luisteren was.

‘Hey, Qlimax!’ ‘Vind je dat wat?!’ ‘Nou, af en toe een beetje lekkere stampmuziek vind ik helemaal niet vervelend’. Dus luisteren we, terwijl ondertussen de duisternis invalt, een paar uur nummers uit Michiel zijn afspeellijst. Eigenlijk is dit heel leuk, zo een beetje met iedereen zijn muziek meeluisteren.

We komen uiteindelijk pas om 21.30 uur aan op onze campground. Hell. En dan moet er nog gekookt worden. Als we uitstappen roept Norman ons bijeen voor een briefing. Onderweg is al gesproken over de mogelijkheid van een upgrade, niet kamperen, maar gewoon lekker in een kamer. Een aantal mensen hebben hier wel oren naar. Als we zo samen staan, spreekt Norman Sarah aan, ‘so Sarah, here’s the key to your private room. I’ve got two more keys left, these are dorms’. Uh, wat?! Sarah heeft een tijdje voorin gezeten bij Norman in de truck vandaag. Heeft die gewoon ff een privékamer voor zichzelf geregeld? Nou ja, niet helemaal privé, want Xenna weet niet hoe ze snel ze in moet springen: ‘Ik slaap bij jou, Sarah!’

Xenna is een 23-jarige halve Surinaamse uit Rotterdam. Het broekie uit onze groep. Goedlachs en van top tot teen verzorgd. Nep wimpertjes en laknagels. Niet meteen het type dat je zou bedenken bij een groeps/ deels kampeerreis door Zuid Afrika. Zij en Sarah hebben elkaar inmiddels al behoorlijk gevonden. Hoewel Sarah haar naam nog niet helemaal onder die knie heeft, haar uitspraak varieert van ‘Eksena’ naar ‘Xiena’, maar gewoon ‘Xenna’ heb ik nog niet gehoord.

De privékamer is al vergeven, maar er is nog wel minstens één dorm met vier bedden beschikbaar. Ik kijk Andrea aan.. en die kijkt met dezelfde blik terug. Deze is voor ons. No fucking way dat we nu nog een tent gaan opzetten. Ik ris de sleutel nog net niet uit Normans handen. Leonie en Els sluiten bij ons aan vanavond, wat betekent dat hun tentmaatjes (wel bikkels? ;)) alleen slapen.

Als we de koffers in de kamer hebben geïnstalleerd, lopen we terug naar de camp kitchen, die we met de groep in beslag hebben genomen. Dumi heeft voor ons ‘Afrikaanse pap’ gemaakt vanavond. Niemand heeft eigenlijk echt meer trek op dit tijdstip, behalve onze grote eters misschien (MJ en Jony ;)), maar op een lege maag naar bed is ook geen optie. Ondertussen zitten Louis enthousiast in het Afrikaans tegen ons aan te lullen. Ik zweer het je, ik heb werkelijk waar géén idee waar die gast het over heeft. De rest lijkt zijn verhaal goed te kunnen volgen, want ze knikken enthousiast, dus het zal wel aan mij liggen. Ondertussen ben ik wel de enige die reageert… hmm.

MJ roept ons: ‘Moet je kijken!’ Die gek heeft een slang gespot. Op de rits van zijn tent. Hij had in eerste instantie de hulp van Louis ingeroepen, maar was even vergeten te zeggen dat het om een slang ging. Dus die greep in plaats van aan de rits van de tent, bíjna in een slang. Het is gelukkig maar een klein, zwart slangetje. Ik weet niet al te veel van de slangen hier, maar deze ziet er niet al te gevaarlijk uit. Volgens Louis komt deze hier niet voor en is ie waarschijnlijk dus meegekomen in onze tenten, vanuit Kruger. Brrrrrr, die tip bij het opvouwen van de tenten ga ik nóg beter in mijn oren knopen.

Na het eten gaan Andrea en ik en onze nieuwe kamergenoten tegelijk naar bed en dus lopen we gezamenlijk naar het toiletgebouw. Had ik al verteld dat we in een wildlife reserve slapen? Mlilwane Wildlife Sanctuary. Terwijl we zo over de camping banjeren, schijn ik af en toe heen en weer met mijn zaklamp en kijk ik goed voor me op de grond. Trekje dat ik heb over gehouden aan de trip in Australië, nadat ik bijna op een dodelijke slang was gaan staan. Nu ook hier een slang gespot is en na de info die ik heb gekregen over zwarte mamba’s en hoeveel pijn een schorpioenenbeet doet, loop ik toch redelijk voorzichtig met mijn teenslippers door de berg bladeren waar we doorheen moeten. Terwijl ik zo om me heen schijn, valt mijn licht ineens op iets onbekends, ongeveer 20 meter van ons af. ‘Hey, kijk dat nou, een zebra!’ Ik kan met mijn hand op mijn hart beloven dat dit de eerste keer is dat ik een zebra tegenkom onderweg naar de douche. Dit is ook de eerste keer dat een zebra mij tegen komt trouwens.

Donderdag 17-11

We mogen vandaag uitslapen!!! Ja, ja, ja, ja!!! Ontbijt is pas om 08.00 uur, want een genot. We ontbijten met wentelteefjes. Tijdens het ontbijt spuwt Sarah haar gal. Blijkbaar is Norman niet goed geïnformeerd, de kamer was maar voor één nacht beschikbaar. Aangezien we hier vanavond ook nog verblijven, zullen Sarah en Xenna vanavond gewoon moet kamperen. Stiekem gniffelen we een klein beetje in ons vuistje. Ik wil wel zien hoe die twee hun tent opzetten ;).

Na het ontbijt verzamelen we voor een wandeling door het reservaat, met Norman als onze gids. Voor we van start gaan, verzamelt Norman ons. ‘I’ve got some bad news.. 1) the laundry machine is broken, so no washing today and 2) .. the dorms are also booked for tonight.’ Waattt?!! Fucking hell. God straft meteen. Het ziet er naar uit dat we ook in een tentje liggen vanavond. We krijgen nog vijf minuten van Norman om onze spullen bij elkaar te pakken. Dit-is-gewoon-ruk.

Als we ingepakt zijn en onze spullen in de truck hebben gedumpt, beginnen we aan een bushwalk van ongeveer 7 kilometer, met een deel van de twee families samen. De omgeving is mooi hoor, maar ik vind het werkelijk waar he-le-maal niks om met zo’n grote groep te lopen. Ik wil bloemetjes ruiken, 20 minuten blijven staan om één mooie foto te schieten, het water in duiken waar mogelijk… Op mooie plekjes blijven zitten en naar de vogeltjes luisteren.. Maar dat kan niet, want we zijn met zijn allen. En dus wachten we op elkaar én moeten we doorlopen. Hoewel ik de groep echt heel leuk vind enzo, mis ik af en toe Australië zó hard. Gewoon, elk moment lekker doen waar je zin in hebt! Het is trouwens wel echt mooi hoor, we zien bee-eaters (prachtige vogels) en hun holen in de rots en we lopen langs een krokodil. Hoewel de bordjes zeggen dat we niet te dicht bij de waterrand mogen komen, doet Norman het wel.. dus ik ook. Toch even spannend of ik niet zo meteen een paar krokodillentanden in mijn been heb staan.

Het laatste stuk richting de camping loop ik rustig op mijn eigen tempo terug. Ik kan toch niet meer verdwalen ;). We lopen over een vlakte, waar het stikt van de zebra’s, impala’s en bokken. Vlakbij de camping lopen we langs een boom BEZAAID met ibissen die daar hun nesten hebben. Voor de ingang van de camping staat een rek met daaraan maar een klein deel van alle ijzeren die hier gebruikt zijn om dieren te vangen. Dit gebied was namelijk voorheen een private boerderij, met een gegoede Engelse familie als eigenaar. Toen zij zich bewust werden van het uitsterven van verschillende diersoorten en het belang van conservatie, drongen zij bij de koning aan op het creëren van bescherming en stonden zij hun land af om hiervan een park te maken. Kijk, dat vind ik nou kicken. Dat heeft pas een paar knaken gekost.

Terwijl ik zo rustig aan terug loop samen met Jasper en Matthew, struikelen we over een paar zebra’s die rustig over de camping banjeren. Zo leuk! We kunnen echt heel dichtbij komen. Verder snuffelen de pumba’s hier gewoon rond (met kleintjes, te schattig) en als je goed oplet, vind je in de bomen kleurrijke hagedissen.
Tegen het middaguur zijn we terug op de camping. Ditmaal een camping met zéér aantrekkelijk uitziend zwembad. En het is héét. Een middagje bij het zwembad klinkt dus he-le-maal niet verkeerd. Maar.. We hebben vanmiddag ook de optie van een village tour. En we zijn maar één dag in Swaziland. En ik kan toch moeilijk alleen 7 km jungle hebben gezien, terwijl ik een land bezoek.

Dus, na de wandeling hup hup lunchen, bikini aan, duik in het zwembad, drie seconden bij het zwembad liggen, douchen, omkleden en klaarstaan voor de volgende excursie. Hoezo vakantie?! ;)
Het dorp dat we bezoeken ligt maar zo’n drie kilometer van het park waar we verblijven. Bij aankomst krijgen we van onze gids, een enigszins verveelde goed Engelssprekende twintiger in klederdracht (een rood doek met de foto van de koning er op), instructies. Nou ja, we moeten achter hem aan lopen en we mogen zoveel foto’s maken als we willen, dat is het ongeveer. De vrouwen krijgen allemaal ook zo’n doek om.

We worden het dorpje ingeloodst, waar voor de sier wat lemen hutjes staan. De ontvangst wordt gedaan door een oudere vrouw in traditionele kledij en een rijtje kids. Van onze gids hebben we het woord voor hallo geleerd en we geven ons ontvangstcomité allemaal een hand, vriendelijk zo goed mogelijk hallo uitsprekend in het Swazi. Ik heb duidelijk geen knobbel voor deze taal en heb geen idee waar ik deze kids voor uitmaak, maar ze lachen vriendelijk terug, dus het zal wel meevallen. Dan worden we gedirigeerd om te gaan zitten en spreekt de stamoudste ons toe. Ze heeft er duidelijk lol in ons een beetje rond te commanderen.

Er worden meer kindjes opgetrommeld, blijkbaar weeskindjes die hier opgevangen worden. Ze moeten liedjes voor ons zingen en een showtje opvoeren over hoe het dorp traditioneel gezien fungeert. Wij worden ook nog uitgenodigd om mee te zingen en dansen. Eerst de vrouwen en dan de mannen. Staan onze mannen dan, op een rijtje, een liedje te zingen in het Swazi, terwijl ze proberen een beetje in de maat te dansen. Wat een schatjes zijn het toch ook ;). Verder laten ze ons zien hoe ze slapen en MJ werpt zich op als vrijwilliger om ‘in het bed’ te gaan liggen.. Waarop de kindjes ‘slaap kindje slaap’ beginnen te zingen?!

De kindjes zijn echt enorme schatjes, met geweldige glimlachjes, maar ik voel me zó enorm ongemakkelijk. Die arme weesjes worden opgeroepen om weer voor zo’n groepje toeristen een showtje op te voeren. Pas als er een paar van de groep samen met ze op de foto gaan nadat de show afgelopen is, komen ze los. Ze duiken over ons heen, willen alle knopjes op onze telefoons en camera’s proberen, doen ‘cheessseeeeee’ voor de camera en willen daarna checken hoe ze op de foto staan. Er wordt een grote schaal neergezet waarin we wat geld kunnen doneren en bij elk briefje dat in de schaal verdwijnt, klappen en joelen de kinderen. Ok, this just feels weird.

Als we tegen het einde van de middag terug zijn op de camping… moeten we onze tent nog opzetten. Okee, meteen maar doen dan. Terwijl we zo bezig zijn, komt er een auto aanrijden met een ranger achter het stuur.. en Xenna in de bijrijdersstoel. ‘Kun je me alsjeblieft helpen?’, waarop ze in huilen uitbarst. Compleet oververhit geraakt tijdens de paardrijtocht vanmiddag blijkbaar. Het is ook vet warm vandaag en onze lichamen zijn er volgens mij nog niet helemaal aan gewend. We zetten haar op een stoel, geven haar wat fris, leggen een natte doek op haar hoofd, voorzien haar van ORS en ibuprofen… Ja, en dan? Gelukkig springen er een paar verpleegkundigen uit de andere groep in die haar op een matje leggen en bij haar blijven. Ze is echt compleet overstuur.

Nu onze zorgtaak overgenomen is, gaan wij verder met de tent en ruimen onze koffers opnieuw in. Als alle duties gedaan zijn, trekken we een cidertje open (jaja, ook hier te krijgen, lekkerrrr!) en pakken allebei ons dagboek erbij om nog even te schrijven voor het eten. Onze dagboeken trekken veel bekijks en het is zelfs een uitdaging om erin te komen. Dus, als we gegeten hebben en er moet afgewassen worden, bieden Jasper en Matthew aan dat samen met mij te doen. Golden ticket into my diary ;). Nou, bij dezen jongens! Geeft Jasper en mij ook mooi de kans om even te roddelen over onze

groepsgenoten. Zo een paar dagen into the trip hebben we elkaar al wat beter leren kennen en het is leuk om onze inzichten uit te wisselen.

’s Avonds wordt er nog een traditionele dans georganiseerd op de campground, maar aangezien ik vanmiddag mijn portie lokaal al heb gehad, besluit ik achter te blijven. Andrea denkt er hetzelfde over. We drinken gezellig nog een drankje met Norman, Louis en Garreth en als de groep terug is, gaan we nog even met ze bij het kampvuur zitten. Ik heb echter al de hele avond een kloppende hoofdpijn, ook een beetje uitgedroogd waarschijnlijk, en ben eigenlijk wel klaar met deze dag, dus ik duik lekker op tijd in mijn bed. Slapen is echter een uitdaging, want bij het kampvuur zit óók een internationale reisgroep, die volkomen schijt heeft aan álle andere mensen op de camping. Gewoon lekker muziek aan tot 03.00 uur en keihard door elkaar roepen. Daarnaast gaat het ook nog héél hard onweren. Ik twijfel om de tent uit te kruipen en te gaan kijken, maar tegen de tijd dat ik ein-de-lijk moed heb verzameld… gaat het regenen. Fuck it, ik ga slapen. Morgen weer een dag.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.