Naar de haaien

Gansbaai / Somerset / Kaapstad, 11.30.2016

Hop hop, half 5 op. Alles went, behalve een vent, toch? Niet echt.
Alle daredevil haaienduikers zitten 05.00 uur brakkig in de truck, ready to go, op tijd en alles. Behalve eentje dan. Van de andere familie. Van wie niemand het kamernummer weet. Grr. Garreth en Louis, gidsen van de andere familie, worden opgetrommeld, maar die weten het ook niet. Uiteindelijk vertrekken we om 05.30 uur, haastig, zonder onze uitslaper. Bummer voor Norman, want die heeft voorgeschoten voor iedereen. Is nog maar de vraag of ie dat geld gaat terugzien.

Eenmaal beetje wakker beginnen de kriebels, want dit is voor mij een bizarre dag. Vanochtend ga ik met haaien duiken, vanmiddag door naar mijn sollicitatiegesprek. Als dat een beetje goed verloopt, kan ik zomaar in januari voor een half jaar of een jaar hier naartoe vertrekken en dat is toch een redelijk bizarre gedachte. Ik probeer me maar op één ding tegelijk te focussen. Het is een uurtje rijden naar de baai, dus ik zoek gepaste ‘ik ga zo met haaien duiken muziek’ en richt m’n blik op het voorbij schietende landschap.

Aangekomen in Gansbaai gaat alles tamelijk relaxed. We beginnen met een ontbijtje en dan teken we de papieren. Die van ‘niet onze schuld als je per ongeluk opgegeten wordt’. Vervolgens de te verwachten verbale instructies: ‘handjes en voetjes binnenboord en goed luisteren naar wat de crew zegt, anders word je opgegeten’. Yo, got it.

Dan op naar de boot, waar ik meteen naar het bovendek storm. Beste uitzicht enzo, snap je. Ardian en Martjan volgen m’n voorbeeld. Die hebben óók geen last van zeeziekte, één van de weinigen van de groep. Blijkbaar helpen lollies tegen de onrustige maag en die zijn dan ook niet aan te slepen. Ik heb gelukkig nergens last van. We moeten onze wetsuits al tijdens het varen aantrekken en dat is dan weer een pittige uitdaging op zo’n schommelende boot. Zo mooi ook weer hier trouwens!

Eenmaal aangekomen op het open water, wordt de boot stilgelegd en dan is het wachten op de haaien. Kooitje wordt naast de boot gesleept, aas in het water gelegd en … Ik ga met de eerste groep de kooi in. Volle bak, met zijn achten. De instructies zijn duidelijk: binnenin de kooi zitten twee balken, een voor je voeten en een voor je handen. Belangrijk ze daar ook te houden, want haaitjes vinden vingertjes en teentjes lekker. Verder, pas met je hoofd onder water duiken als er ‘down’ wordt geroepen, want dan is er een haai in de buurt. Makkelijk toch?

Cha-os! M’n wetsuit trekt me naar beneden en ik heb de grootste moeite m’n hoofd boven water te houden en m’n vingertjes en teentjes binnen de kooi. Mijn duikbril beslaat binnen de korste keren. Verder schommelen we allemaal lekker tegen elkaar aan in de drukbevolkte kooi, wat het vasthouden niet makkelijker maakt. Bovendien ben ik gewoon niet zo’n waterrat, dat mag erbij gezegd worden ;).

Bij de eerste ‘down!’ wurmen we ons allemaal tegelijk naar beneden. Ik zie vooral armen en benen van groepsgenoten en dan nog héél even een staart van een haai voorbij komen. M’n volgende twee downs zijn ook niet echt succesvol. Oftewel: ik zie geen reet. Klein beetje teleurstellend vind ik het wel.

Eenmaal terug bovenop de boot, beetje rillerig, maar gelukkig breekt het zonnetje door, blijkt het uitzicht van bovenaf veel beter. En, wow. Er komen een paar dajakkers voorbij, wat een indrukwekkende wezens! Eentje komt héél dicht bij de kooi en schiet voor Norman langs, die helemaal rechts in de kooi zit. Norman, die ook voor het eerst met haaien duikt, komt een klein beetje groen de kooi weer uit. ‘Toch een beetje zeeziek’, aldus Norman. Ja hoor vriend ;).

Op de terugweg raak ik aan de praat met een blanke Zuid-Afrikaan, uit Kaapstad. Overal ter wereld geweest, zou nergens anders willen wonen dan in Kaapstad. Af en toe lekker de outdoors in, zoals ff met haaien duiken. En oh ja, een shoulder replacement, want ongelukje met rugby. Die gasten doen me af en toe zo denken aan Aussies. I love it. En krijg steeds meer zin in mijn sollicitatiegesprek. Nou ja, zin om hier eventueel te gaan wonen dan, niet zozeer in het gesprek. Mijn knietjes gaan al trillen bij het idee. Bovendien heb ik qua logistiek nog geen idee, want hoewel ik het een aantal keer heb aangekaart bij Norman, begrijp ik het nog steeds niet. De groep gaat namelijk wijn proeven in Stellenbosch en daarna door naar Kaapstad. Ik kan vanaf Stellenbosch volgens Norman wel met een taxi naar Somerset West en dan na het gesprek met een taxi naar Kaapstad. Maar hoe kom ik dan aan een taxi?! Ach, hakuna matata.

Eerst terug aan wal maar even douchen. Gelukkig is er een douche! Anders had ik helemaal in m’n, zoals smalle Richard het noemt, hippie style naar een sollicitatiegesprek gemoeten. Daarna krijgen we lasagna voorgeschoteld. Teleurstellende ervaring in de kooi of niet, alles is goed geregeld.

Terug in de truck hangen we allemaal onze bikini’s, zwembroeken en handdoeken te drogen. Het is nogal een grappig gezicht. Volgens Matthew creëren we onze eigen ‘Ronnie’s sexshop’ ín de truck. Nadat de high van de ochtend is weggeëbd, haalt iedereen wat gemiste uurtjes slaap in.

Ergens onderweg treffen we de andere helft van onze familie weer. Die hebben bij de vriend van Norman en Louis, voorheen gids en nu werkend op een wijnfarm, een rondleiding over het terrein gehad, inclusief een proeverij. En die was best gezellig af te meten aan de joligheid van het gezelschap ;). Nu komt het punt dat ik de groep moet gaan verlaten wel heel dichtbij en weer poog ik bij Norman een plan van aanpak te smeden. In mijn eentje verdwalen in dit gebied vind ik niet zo’n aantrekkelijk idee. Ondertussen hebben smalle Richard en Jony aangeboden mee te gaan, want die hebben ook andere plannen dan naar Stellenbosch gaan.

Norman tekent in het zand de beoogde route, maar ik word er niet veel wijzer van. Gelukkig ziet Louis ons gehannes en biedt hij aan mij naar Somerset te rijden en daar weer op te pikken, terwijl de groep gaat wijn proeven. Thank you, thank you, thank you. Ik kleed me om voor het gesprek, gelukkig heb ik nog een soort van degelijk jurkje mee en mag ik van Andrea beschaafde sandalen lenen, en dan terug in de truck richting Stellenbosch.

Na daar de groep te hebben afgezet, mooi terrein trouwens, jammer dat ik niet kan gaan proeven!, zet Louis het adres van het terrein in de TomTom en off we go. Ik ben zoo blij dat hij mee is, want Rustenburgh blijkt moeilijk te vinden. Na wat rondgevraagd te hebben bij de buren, Louis welteverstaan, vinden het we dan uiteindelijk gelukkig nog net op tijd. Dan blijkt het hek ook nog eens alleen maar op auto’s te reageren (om te voorkomen dat cliënten er uit kunnen!), dus ik had er zonder de truck sowieso niet in gekund, en loop ik ineens de lange laan af richting het hoofdgebouw. Met de telefoon van Louis op zak, zodat ik hem kan bellen mocht er iets mis gaan of iets dergelijks.

Het terrein is prachtig. Gelegen tussen de groene bergen, wijnvelden (ironisch genoeg) en bezaaid met oude, witte gebouwen. Ik meld me in het hoofdgebouw bij de receptioniste, voor mijn gesprek met Roger, de hoofdbehandelaar. Met verse zenuwen die zich in mijn onderbuik, handen en knieën nestelen. Dat de tijd langzaamaan weg tikt helpt niet mee. Roger meldt zich 25 minuten na de afgesproken tijd. Geeft me wel even de tijd om de receptioniste de oren van het hoofd te vragen over hoe het is om hier te wonen.

Uiteindelijk meldt Roger zich samen met Koen, de teamleider, met wie ik eerder contact heb gehad over de vacature en om een gesprek af te stemmen (wat overigens pas gisterenavond rond half 8 eindelijk definitief was, hakuna matata it is). Met hem heb ik besproken dat het gesprek meer een soort oriëntatiegesprek zal zijn, omdat het nog niet helemaal duidelijk is of ze iemand kunnen aannemen. Terwijl we over het terrein lopen krijg ik alvast een idee van de functie van de verschillende gebouwen op terrein en het behandelprogramma.

Als we eenmaal zitten, hebben we nog 25 minuten voor het gesprek. Niet echt ontspannen. Mezelf voorbereidend hebbend op een oriëntatie-/kennismakingsgesprek, komt het gesprek nogal rauw op mijn dak. Roger vuurt de ene vraag na de andere op me af en niet de gemakkelijkste. Aangezien ik al een tijdje niet heb behandeld, ben ik een beetje roestig en dat pikt ie haarfijn op. Bovendien krijg ik de indruk dat het team nogal streng voor elkaar kan zijn. Ik krijg niet echt een heel fijn gevoel bij het team, wel bij de plek en bij de manier van behandelen. Roger eindigt het gesprek met een opsomming van mijn pre’s ten opzichte van die van de andere kandidaat (andere kandidaat?!). Die heeft namelijk meer ervaring en kan in januari al beginnen. Ik heb dan weer net een opleiding gedaan in een behandelvorm waar zij in geïnteresseerd zijn en heb in mijn huidige functie huisbezoeken afgelegd bij (ex-)verslaafden en LVB’ers, waardoor ik kennis heb van hun thuissituatie en dagelijks leven. Maar ja, ik moet wel snel kunnen beginnen. Nou, wat denk ik ervan?

Uhm… mijn hoofd tolt. ‘Goed als ik er thuis een weekje over na denk en dan contact op neem?’. Prima. En zo nemen we afscheid. Gehaast en verward loop ik de lange laan richting het hek weer af. Ff ademhalen San. Bij het hek aangekomen blijk ik er natuurlijk ook weer niet uit te kunnen zonder auto. Gelukkig rijdt er een auto langs en glip ik het hek uit, waar ik braaf op Louis en zijn familie wacht om me op te halen. Niet helemaal op mijn gemak, Louis is laat en het is hier verlaten. Af en toe komen er mensen te voet langs me, van wie ik me af vraag wat ze hier op een verlaten weg lopen te doen. Tijdens het wachten stoppen er twee mogelijk toekomstige collega’s om me een lift aan te bieden. Gelukkig, best lieve mensen dus. Maar ik probeer Louis te bellen en krijg hem niet te pakken, dus ik moet wel blijven wachten.

Ongeduldig loop ik de weg een stukje omhoog, om te kijken of ie misschien om de hoek staat. Ook niet. Ondertussen staat er een groepje jongens op de hoek naar me te kijken. Denk ik dan, want ik kan me door de hele situatie ook wat achterdochtig voelen. Gelukkig komt de groundskeeper van Rustenburg net langs rijden en die doodt de tijd door een praatje met me te maken.

Zo’n drie kwartier later dan gepland zit ik dan eindelijk voorin de truck bij Beaves and Butthead, die uiteraard nieuwsgierig zijn naar het resultaat van het gesprek. Ik weet het niet guys, ik ben zó in de war nu. Garreth is uiteraard enthousiast, gezien het feit dat hij hier vandaan komt en zijn moeder hier nog woont. Die wil me dan best wel weer helpen met het vinden van een huis eventueel, aangezien zij real estate agent is. Might be helpful!

Ik schop Andrea’s sandalen uit, leg mijn voetjes op het dashboard en concentreer me op de gekke verhalen van de jongens. Chillmodus: aan. Terwijl we richting de stad rijden probeer ik me voor te stellen deze route dagelijks af te leggen richting Rustenburg. Mits ik natuurlijk over nog geen twee weken slaag voor mijn rij-examen. Als dat niet lukt heb ik so-wie-so een probleem. Louis reisgidst ondertussen richting zijn groep over de bezienswaardigheden van de omgeving. Niet zonder hulp van de Lonely Planet overigens, wat ik dan wel weer grappig vind.

Eenmaal in de stad lijk ik net zo’n aapje met zijn handen voor ogen, oren en mond. Wát een chaos. Ik ben diep onder de indruk van Louis’ driving skills, die de truck door de smalle straatjes met aan beide kanten geparkeerde auto’s weet te manoeuvreren. Er blijkt een probleem te zijn bij de dichtstbijzijnde parkeergarage en dus parkeren we vier blocks bij het hotel vandaan. Een niet zo blije groep sleept álle bagage, de truck moet nu écht leeg, richting het hotel. Niet het hotel overigens waar onze groep slaapt, dus ik heb nog een klein avontuurtje voor de boeg. De niet zo blije familie was al niet zo blij over het mij ophalen en het parkeerprobleem, en daar komt nu nog eens bij dat het hotel de data verkeerd heeft en dus nog kamers moet gaan regelen voor vanavond. Pff. Ik wil gewoon naar mijn hotel!

Als alles dan uiteindelijk geregeld is, loopt Louis met me mee naar buiten om een taxi te regelen richting ons hotel. Terwijl we iets staan af te spreken met een taxichauffeur, op een drukke weg, hoor ik ineens iemand vanuit een auto aan de overkant: ‘Heey, heeyyy!!’ roepen. Verdwaasd kijk ik op en zie mensen naar me kijken. Als ik me omdraai, staan er twee jongens achter me, waarvan er één mijn telefoon in zijn handen heeft. ‘You should put that in a safer place’. De jongen duwt de telefoon terug in mijn handen en dan draaien ze zich om en lopen weg. What the fuck just happened?!

Ik heb mijn hoofd er écht niet meer bij eenmaal in de taxi. Voordat ik terug ben bij het hotel is het half 7 ofzo, véél later dan gepland. Daar zitten op de trappen wat nieuwsgierige groepsgenoten, natuurlijk ook benieuwd naar het gesprek. ‘Pff, ik weet het ff niet jongens, kan niet meer nadenken’. Boven op onze kamer wacht een lieve Andrea me op. Die haar sandalen graag aan wil vanavond. Die ik in allerijl ergens tussen de taxi en het hotel ben kwijt geraakt. Shit, wat kut. Sorry, sorry, sorry! Lieve Andrea stelt me gerust en laat me vooral ff rustig douchen en me klaarmaken voor het eten vanavond.

Aangekomen op onze laatste halte is het een beetje ieder voor zich en dus nemen we met Xenna en Sarah een taxi naar Waterfront. Een beetje toeristisch gebied aan de haven, met een winkelcentrum en verschillende restaurants overkijkend op het water. Waar je trouwens alleen tegen Europese prijzen kunt eten. We hebben een gezellige avond, mede te danken aan twee flessen wijn, en gaan dan terug naar het hotel. Waar ik in slaap val zodra ik mijn kussen ruik. It’s been an eventful day. En nu wil ik alleen maar slapen.

Begin vandaag nog!

Waar wacht je nog op? Leg je avonturen vast in een digitaal dagboek dat je kan delen met vrienden en familie. Wissel op elk moment tussen verschillende apparaten. Ga aan de slag in onze online applicatie.