We rijden hier in Laos natuurlijk niet alleen maar over glad asfalt. We komen echt alles tegen tussen het eerder genoemde gladde asfalt en de stoffigste gravelwegen met diepe kuilen, wasborden en grof losliggend grind. Dat is ook een deel van het avontuur natuurlijk en daarbij: als je in Laos een beetje van de grote wegen àf wil, dan blijft er niet veel keus over dan af en toe wat ongemakken voor lief te nemen.
Ook bruggen komen we in allerlei uitvoeringen tegen: gewone betonnen varianten zoals we die ook in Nederland kennen, maar vaker zijn het stalen constructies met een planken rijbaan waarover het soms erg lastig fietsen is. Één van die bruggen waren ze net aan het repareren toen we er aan kwamen. Aan beide kanten van de brug een
bavoensibylla
17 chapters
16 Apr 2020
March 10, 2018
|
Midden Laos
We rijden hier in Laos natuurlijk niet alleen maar over glad asfalt. We komen echt alles tegen tussen het eerder genoemde gladde asfalt en de stoffigste gravelwegen met diepe kuilen, wasborden en grof losliggend grind. Dat is ook een deel van het avontuur natuurlijk en daarbij: als je in Laos een beetje van de grote wegen àf wil, dan blijft er niet veel keus over dan af en toe wat ongemakken voor lief te nemen.
Ook bruggen komen we in allerlei uitvoeringen tegen: gewone betonnen varianten zoals we die ook in Nederland kennen, maar vaker zijn het stalen constructies met een planken rijbaan waarover het soms erg lastig fietsen is. Één van die bruggen waren ze net aan het repareren toen we er aan kwamen. Aan beide kanten van de brug een
soort politieagent om het verkeer te regelen. De werkploeg bestond uit een man of tien en vervolgens stonden er nog een man of 6 omheen de zaak te becommentariëren. Ook het feit dat wij langs kwamen leverde al veel gespreksstof op: 'falang' (wit als het water waarin de rijst gekookt is) én op de fiets, en dat dan ook nog een vrouw dit soort dingen doet. De grootte van de fietsen blijft voor hen ook hilarisch.
Je verbaast je er overigens over dat er zoveel zwaar verkeer over dit soort bruggen gaat.
Iets wat zeker voor Sibylla, vanwege haar astma, erg vervelend is, zijn alle vuurtjes langs de weg. Het is hier (maar ook in de landen die we hiervoor bezochten) gewoonte om het vuil langs de kant van de weg te verbranden. Als je dat optelt bij het feit dat alle vervoer hier gemotoriseerd plaatsvindt in, of op voertuigen die vaak slecht zijn afgesteld, of rijden op tweetakt brandstof die met de hand is samengesteld (één tikkie olie op vijf tikkies benzine), maakt dat het de
luchtkwaliteit op de weg niet geweldig is.
Wel een beetje een paradoxale toestand overigens: heel veel mensen rijden hier permanent met een mondkapje op, maar handelen er nauwelijks naar om de luchtkwaliteit te verbeteren. Is ook een kwestie van de middelen hebben natuurlijk.
Laos heeft slechts een paar grotere steden en de meeste daarvan hebben het formaat van voor wat ons een kleine provincieplaats is. Als je weet dat Laos ca. 7 miljoen inwoners heeft bij een oppervlakte van ca. 6x Nederland snap je dus dat de bevolkingsdichtheid erg laag is.
In de stadjes en dorpjes is doorgaans ook niet zoveel te beleven, maar dat is niet zo'n probleem: we genieten enorm tijdens het fietsen en 's avonds is het vooral zaak om een guesthouse te vinden, zien dat we te eten krijgen en soms op de kamer even een wasje doen en het onderhouden van de contacten en bijwerken van het blog. Meestal kruipen we er dan ook redelijk vroeg in.
Tijdens de etappe naar het Bolavenplateau hebben we op verzoek van vrienden even een bezoekje gebracht aan mr. Phorn. Een oude kennis waar zij tijdens hun reizen door Laos een warm contact mee hebben opgebouwd. We kwamen daar al vroeg (rond half negen) aan maar zagen nog geen leven op het aangeduidde adres. Een toevallige passant (de bakker!) kwam al een beetje argwanend informeren wie we zochten. Toen dat duidelijk was werd eens een paar keer naar achteren geroepen en jawel, van achter een schuurtje kwam Phorn aangelopen. Groeten overgebracht en daarna werd alles bij elkaar gescharreld om even een kop koffie te drinken.
Phorn woont in een erg simpel huisje op een stukje land met een vis-/eendenvijver samen met zijn dementerende en fysiek gehandicapte vrouw. Uit alles wat we om ons heen zien blijkt dat ze het niet breed hebben, maar alles wordt uit de kast getrokken om het ons naar de zin te maken. Bijna voelen we ons ongemakkelijk, maar hij is zo enthousiast en blij met ons bezoek dat dit snel van ons af valt. Hij leidt ons rond over zijn landje en langs zijn huis en vertelt dat wat er in onze ogen redelijk idyllisch uitziet, in de regentijd in 'no time' kan onderstromen. Zijn huis staat niet voor niets op palen zoals de meeste hier. Hij is nu met beperkte middelen bezig op een hoger gelegen stuk een nieuw huis
aan het bouwen.
Zodra we vertrekken worden we hartelijk omhelsd en uitgezwaaid, maar niet veel later weer ingehaald door Phorn op zijn oude brommer :hij gaat in het volgende dorp bamboepanelen (vlechtschermen) bestellen voor de wanden van zijn huis in aanbouw. Als we in dat dorpje aankomen staat hij bij een winkeltje aan de kant van de weg ons op te wachten: nog even een foto, die zijn nichtje vervolgens maakt.
Die dag rijden we verder naar Salavan, een stadje dat tijdens de Vietnamoorlog volledig verwoest is maar vanaf de jaren 70 herbouwd. Het is een stadje waar vooral veel overheidspersoneel woont, maar het maakt een beetje troosteloze indruk. Door deze tussenstap konden we de volgende dag wel op tijd in Tad Lo zijn. Twee uurtjes fietsen en vervolgens heerlijk vertoeven aan het riviertje met zijn idyllische watervallen. Lekker een beetje gebaddert en als kers op de taart waren we getuige van het baden van de twee olifanten
die bij een plaatselijke lodge beschikbaar zijn voor een ritje op hun rug. Ook hier weer ambivalente gevoelens: olifanten zijn intelligente dieren die niet geketend horen te zijn om toeristen te vermaken, maar toen we zagen hoe liefdevol ze tijdens het badgebeuren behandeld werden door de kinderen uit het dorp en hun begeleiders (van de olifanten) gingen we toch twijfelen.
De nacht in Tad Lo hebben we niet geweldig geslapen door de dierengeluiden om ons heen: gekko's en honden. Nooit geweten dat die eersten zoveel lawaai kunnen maken. Het lijkt een beetje op een ouderwetse claxon en met een beetje fantasie hoor je ze hun naam ook roepen.
Bij de afdaling vanaf het Bolavenplateau rijden we naar Pakse, de tweede stad van Laos qua inwoners : ca 90.000! Tijdens de rit komen we door een landschap met veel cassave- en koffieteelt. Beide teelten wel bijzonder om te zien : de cassave wordt nu geoogst, gehakseld en gedroogd. Het is een houtig gewas (struikachtig) met knolvormige wortelstokken. De houtige takken worden opgeslagen en opnieuw gepoot waarna deze opnieuw uitschieten en voor de oogst van het volgende seizoen zorgen.
De koffie van het Bolavenplateau schijnt een van de betere te zijn in Laos. Mooie struiken ook wanneer ze in bloei staan.
Maar wat hier ook opvalt is dat er veel 'ruige gronden' platgebrand worden om zo ruimte voor landbouw te krijgen.
1.
Voorbereidingen ....
2.
Aankomst en de eerste etappes
3.
Van Jianshui naar Lao Cai
4.
Vietnamees/Chinees nieuwjaar
5.
Ha Noi....
6.
Van Hanoi naar Vinh Loc
7.
Van Vinh Loc naar Laos
8.
De eerste dagen in Laos
9.
Sabaidee!
10.
Onderweg in Laos
11.
Van Pakse naar Cambodja
12.
Cambodja...
13.
Phnom Penh
14.
A japanese performance ...
15.
Siem Reap, Angkor Wat en verder...
16.
Thailand
17.
De laatste dagen...
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!