Toen we gisteravond in bed lagen en het gekrijs van het varken maar niet op hield, we dachten aan de drijfnatte badkamer na het douchen en het toch niet zo heel fris uitziende zwembad, hadden we al snel een ander hotel geboekt voor de komende twee nachten. Het eerste wat we 's ochtend doen is onze tas inpakken, uitchecken en aan de wandel. Ons nieuwe hotel, Puri Garden, ligt zo'n 5 minuten lopen vanaf dit hotel. Voor het eerst dat we echt zelf met onze tas moesten lopen, al ging dat niet vanzelf want I Made stond er zo ongeveer op dat hij ons op zou halen en wegbrengen. Onzin natuurlijk voor zo'n klein stukje, dus op een gegeven moment heb ik maar gewoon niet meer gereageerd op zijn berichtjes... Wel weer een goed voorbeeld van hoe zorgzaam en gastvrij de Balinese mensen zijn. In de receptie wanen we ons al gelijk in een oase van rust met een Aziatisch muziekje (normaal niet te harden, maar alles beter dan varkensgekrijs), een vers sapje en koude handdoekjes... Kijk, hier houden we van! Via een mooie groene tuin lopen we langs het zwembad naar onze kamer. Wat bijzonder is, is dat aan de andere kant van de gang de familietempel te zien is. Elke keer als we er langslopen, kijken we even naar binnen. Maar niet te lang, want we weten niet of de mensen dat op prijs stellen. Elke familie heeft in Bali een familietempel waar ze, als ze thuis zijn, zeker drie keer per dag komen om te bidden. Deze tempel staat altijd bij het huis of op het land van de familie en deze wordt ook door de familie zelf gebouwd. Families wonen dan ook vaak met zijn allen bij elkaar op een stuk land. De familietempel bij ons hotel is al versierd met allemaal gele en witte doeken en allerlei offers, klaar voor de dag van morgen, Galungan.
Na onze verhuizing is het tijd om Ubud te verkennen. We lopen door de straten van de stad, die toch veel drukker is dan Bukit Badung. Ook een stuk toeristischer, met allerlei winkeltjes en veel restaurantjes. Toch heeft het niet de toeristische sfeer als Seminyak, want we hebben nu wel het idee dat we echt in Bali zijn. We bekijken allerlei winkeltjes, kopen met wat afdingen armbandjes en een shirt en belanden vervolgens op een markt. Heel druk met allerlei volgebouwde kraampjes, waardoor er nog maar een smal wandelpad is. Allerlei sarongs, etenswaren en souveniertjes kun je op deze markt kopen. De markt loopt op een gegeven moment af naar een soort lager gelegen pleintje. En hoe lager we kwamen, hoe meer het begon te stinken... Wat een lucht! Gauw maar weer naar boven waar het toch wat aangenamer was. Wat de lucht is, is nog steeds een raadsel. Grotendeels zal het te maken hebben met het afval op straat. De Balinesen gooien eigenlijk alles van zich af en je ziet dan ook nauwelijks vuilnisbakken op straat. Wanneer we weer met onze neus open kunnen doorlopen, lopen we de trappen op naar de markt boven. Hier is het een klein doolhof van allerlei ruimtes die dienstdoen als winkeltjes met voornamelijk kleding. Alle ruimtes zijn ook weer met elkaar verbonden en buiten de ruimtes zijn allemaal gangetjes. Gevolg: binnen vijf minuten waren we elkaar al kwijt. Ik moest ook gelijk een beetje aan 'Wie is de mol?' denken. Dit is echt zo'n goede locatie voor een opdracht waarbij je enveloppen moet zoeken ofzo. Gelukkig is onze opdracht snel volbracht en hebben we elkaar algauw weer gevonden.
Snel even wat drinken en eten op het terras en weer door! We stuiten op het paleis van de koning van Ubud. Een groot gebouw (denken we) want we kunnen er eigenlijk niks van zien, net als bij de tempels. We kunnen wel het pleintje wat ervoor ligt op en hier staan een aantal mooie standbeelden. De reden dat we her paleis niet van dichtbij kunnen bekijken is dat het paleis nog steeds bewoond wordt. Hierna lopen we rustig aan in de richting van ons hotel, want van al dat geslenter in de warmte word je best moe. Het laatste stuk van de wandeling lopen we langs deMonkey Forest. Zoals de naam al doet vermoeden, is dit inderdaad een bos waar apen wonen. Je kunt bij een balie een kaartje kopen en het bos in gaan, maar aangezien dit ook weer brutale apen zijn, vinden wij (en vooral ik) het ook prima om er gewoon langs te lopen. Overal word je weer gewaarschuwd voor overstekende apen en dat je goed op je spullen moet passen. Langs de kant van het apenbos zien we zo al een stuk of tien apen. Ook is wel duidelijk waar ze vooral op uit zijn: eten! We bekijken en fotograferen ze van een afstandje en maken dan de laatste meters naar het hotel. We maken nog wel een korte tussenstop bij de supermarkt. Je zou denken dat ze hier geld willen verdienen, maar niets is minder waar. Zodra je ook maar één stap over de drempel zet, komt een gejengel van bellen met hysterisch gejammer en schelle klanken je op volume 200 je tegemoet. Oké, snel pakken wat nodig is en weg hier! Ik snap nu wel waardoor al die mensen hier zo klein en dun zijn, geen impulsieve chocolade en chips aankopen voor hun want daar heb je echt geen tijd voor met deze achtergrondmuziek...
Na wat relaxen bij het zwembad gaan we ons opfrissen en wat eten bij een warung verderop in de straat. We bestellen allerlei Indonesische hapjes zoals babi goreng, saté tempé, een soort kaashapjes met tempé en nog een soort hapje met kip. Zo Indonesich, dat we de naam al zijn vergeten zodra we de gerechtjes hebben gekregen. Bij het eten een lekker watermeloensapje (zó lekker!) en een Bintang. Tijdens het eten hebben we nog live entertainment van een stel schoolkinderen die de Barongdans opvoeren. Een aantal kinderen zit in een soort leeuwenpak en loopt voorop. Andere kinderen maken muziek en lopen hier achteraan. Één kind heeft de schone taak om het publiek om donaties te vragen. Opweg naar het hotel horen en zien we nog meer groepen enthousiaste schoolkinderen dit opvoeren. Dit belooft wat voor morgen...
anneliekebouwman
10 chapters
16 Apr 2020
Ubud
Toen we gisteravond in bed lagen en het gekrijs van het varken maar niet op hield, we dachten aan de drijfnatte badkamer na het douchen en het toch niet zo heel fris uitziende zwembad, hadden we al snel een ander hotel geboekt voor de komende twee nachten. Het eerste wat we 's ochtend doen is onze tas inpakken, uitchecken en aan de wandel. Ons nieuwe hotel, Puri Garden, ligt zo'n 5 minuten lopen vanaf dit hotel. Voor het eerst dat we echt zelf met onze tas moesten lopen, al ging dat niet vanzelf want I Made stond er zo ongeveer op dat hij ons op zou halen en wegbrengen. Onzin natuurlijk voor zo'n klein stukje, dus op een gegeven moment heb ik maar gewoon niet meer gereageerd op zijn berichtjes... Wel weer een goed voorbeeld van hoe zorgzaam en gastvrij de Balinese mensen zijn. In de receptie wanen we ons al gelijk in een oase van rust met een Aziatisch muziekje (normaal niet te harden, maar alles beter dan varkensgekrijs), een vers sapje en koude handdoekjes... Kijk, hier houden we van! Via een mooie groene tuin lopen we langs het zwembad naar onze kamer. Wat bijzonder is, is dat aan de andere kant van de gang de familietempel te zien is. Elke keer als we er langslopen, kijken we even naar binnen. Maar niet te lang, want we weten niet of de mensen dat op prijs stellen. Elke familie heeft in Bali een familietempel waar ze, als ze thuis zijn, zeker drie keer per dag komen om te bidden. Deze tempel staat altijd bij het huis of op het land van de familie en deze wordt ook door de familie zelf gebouwd. Families wonen dan ook vaak met zijn allen bij elkaar op een stuk land. De familietempel bij ons hotel is al versierd met allemaal gele en witte doeken en allerlei offers, klaar voor de dag van morgen, Galungan.
Na onze verhuizing is het tijd om Ubud te verkennen. We lopen door de straten van de stad, die toch veel drukker is dan Bukit Badung. Ook een stuk toeristischer, met allerlei winkeltjes en veel restaurantjes. Toch heeft het niet de toeristische sfeer als Seminyak, want we hebben nu wel het idee dat we echt in Bali zijn. We bekijken allerlei winkeltjes, kopen met wat afdingen armbandjes en een shirt en belanden vervolgens op een markt. Heel druk met allerlei volgebouwde kraampjes, waardoor er nog maar een smal wandelpad is. Allerlei sarongs, etenswaren en souveniertjes kun je op deze markt kopen. De markt loopt op een gegeven moment af naar een soort lager gelegen pleintje. En hoe lager we kwamen, hoe meer het begon te stinken... Wat een lucht! Gauw maar weer naar boven waar het toch wat aangenamer was. Wat de lucht is, is nog steeds een raadsel. Grotendeels zal het te maken hebben met het afval op straat. De Balinesen gooien eigenlijk alles van zich af en je ziet dan ook nauwelijks vuilnisbakken op straat. Wanneer we weer met onze neus open kunnen doorlopen, lopen we de trappen op naar de markt boven. Hier is het een klein doolhof van allerlei ruimtes die dienstdoen als winkeltjes met voornamelijk kleding. Alle ruimtes zijn ook weer met elkaar verbonden en buiten de ruimtes zijn allemaal gangetjes. Gevolg: binnen vijf minuten waren we elkaar al kwijt. Ik moest ook gelijk een beetje aan 'Wie is de mol?' denken. Dit is echt zo'n goede locatie voor een opdracht waarbij je enveloppen moet zoeken ofzo. Gelukkig is onze opdracht snel volbracht en hebben we elkaar algauw weer gevonden.
Snel even wat drinken en eten op het terras en weer door! We stuiten op het paleis van de koning van Ubud. Een groot gebouw (denken we) want we kunnen er eigenlijk niks van zien, net als bij de tempels. We kunnen wel het pleintje wat ervoor ligt op en hier staan een aantal mooie standbeelden. De reden dat we her paleis niet van dichtbij kunnen bekijken is dat het paleis nog steeds bewoond wordt. Hierna lopen we rustig aan in de richting van ons hotel, want van al dat geslenter in de warmte word je best moe. Het laatste stuk van de wandeling lopen we langs deMonkey Forest. Zoals de naam al doet vermoeden, is dit inderdaad een bos waar apen wonen. Je kunt bij een balie een kaartje kopen en het bos in gaan, maar aangezien dit ook weer brutale apen zijn, vinden wij (en vooral ik) het ook prima om er gewoon langs te lopen. Overal word je weer gewaarschuwd voor overstekende apen en dat je goed op je spullen moet passen. Langs de kant van het apenbos zien we zo al een stuk of tien apen. Ook is wel duidelijk waar ze vooral op uit zijn: eten! We bekijken en fotograferen ze van een afstandje en maken dan de laatste meters naar het hotel. We maken nog wel een korte tussenstop bij de supermarkt. Je zou denken dat ze hier geld willen verdienen, maar niets is minder waar. Zodra je ook maar één stap over de drempel zet, komt een gejengel van bellen met hysterisch gejammer en schelle klanken je op volume 200 je tegemoet. Oké, snel pakken wat nodig is en weg hier! Ik snap nu wel waardoor al die mensen hier zo klein en dun zijn, geen impulsieve chocolade en chips aankopen voor hun want daar heb je echt geen tijd voor met deze achtergrondmuziek...
Na wat relaxen bij het zwembad gaan we ons opfrissen en wat eten bij een warung verderop in de straat. We bestellen allerlei Indonesische hapjes zoals babi goreng, saté tempé, een soort kaashapjes met tempé en nog een soort hapje met kip. Zo Indonesich, dat we de naam al zijn vergeten zodra we de gerechtjes hebben gekregen. Bij het eten een lekker watermeloensapje (zó lekker!) en een Bintang. Tijdens het eten hebben we nog live entertainment van een stel schoolkinderen die de Barongdans opvoeren. Een aantal kinderen zit in een soort leeuwenpak en loopt voorop. Andere kinderen maken muziek en lopen hier achteraan. Één kind heeft de schone taak om het publiek om donaties te vragen. Opweg naar het hotel horen en zien we nog meer groepen enthousiaste schoolkinderen dit opvoeren. Dit belooft wat voor morgen...
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!
© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.