Zo. De meeste (3/4) van de tentamens achter de rug en een weekje rust voor de boeg. Niet dus. Enkele fanatiekelingen van de Universiteit hadden een duikexcursie naar Wilson Promontory gepland en ik had me aangemeld! Wilson Promontory kennen jullie wellicht nog wel van een van onze eerdere avonturen, waarbij we gingen kamperen. Dat was deze keer hetzelfde, maar ditmaal was duiken het doel. Dit verhaal ontleent zijn meeste waarde overigens aan de foto's (en de aftermovie, welke spoedig volgt), dus ik zal het pogen kort te houden.
Voor ik op reis kon, moest ik wel spoedig een nieuwe GoPro aanschaffen, aangezien mijn huidige GoPro helaas gesneuveld was. Een dagje shoppen later prijs ik mijzelf gelukkig met de nieuwe (tweedehands) aanwinst. Iedereen die zijn nieuwe aanwinst voor het eerst gebruikt kent dat gevoel vast wel: Het ''shit, dit ding is nieuw, dus beter ga ik er voorzichtig mee om''-gevoel. Met het gevaar van waterschade wat het duiken met zich meebracht, bestonden de volgende drie dagen vooral uit het duizendmaal checken van de waterdichte hoes en veel billenknijpen. De GoPro heeft het overleefd en de beelden zijn schandalig scherp.
Enfin, het duiken. Na een drie uur lange rit samen met Wolson, mijn nieuwe duikbuddy uit Indonesië, kwamen we in het donker aan in het park. Aangezien ik uiteraard geen tent (of enige vorm van kampeeruitrusting) bezit, leende ik spoedig een tent en doken we ons bedje in. Vroeg in de ochtend werden we wakker om onze eerste boatlaunch uit te voeren. Waar ik normaliter gewend ben om op een (betaalde) vooraf uitgeruste boot te stappen, was dit van een heel ander kaliber. De boot moest eerst naar het strand gereden worden (makkelijk), vervolgens in het water geduwd worden (redelijk onmogelijk), vervolgens met gierende motoren uit de ondiepte geraken (onmogelijk) om tenslotte over de enorme branding heen te denderen (op zijn minst redelijk avontuurlijk). U begrijpt het al: We hebben ons drie dagen de pleuris gewerkt om de beste boot het water in én uit te krijgen. Je was al bekaf, voordat je überhaupt het water in of op was.
November 03, 2017
|
Wilson Promontory
Zo. De meeste (3/4) van de tentamens achter de rug en een weekje rust voor de boeg. Niet dus. Enkele fanatiekelingen van de Universiteit hadden een duikexcursie naar Wilson Promontory gepland en ik had me aangemeld! Wilson Promontory kennen jullie wellicht nog wel van een van onze eerdere avonturen, waarbij we gingen kamperen. Dat was deze keer hetzelfde, maar ditmaal was duiken het doel. Dit verhaal ontleent zijn meeste waarde overigens aan de foto's (en de aftermovie, welke spoedig volgt), dus ik zal het pogen kort te houden.
Voor ik op reis kon, moest ik wel spoedig een nieuwe GoPro aanschaffen, aangezien mijn huidige GoPro helaas gesneuveld was. Een dagje shoppen later prijs ik mijzelf gelukkig met de nieuwe (tweedehands) aanwinst. Iedereen die zijn nieuwe aanwinst voor het eerst gebruikt kent dat gevoel vast wel: Het ''shit, dit ding is nieuw, dus beter ga ik er voorzichtig mee om''-gevoel. Met het gevaar van waterschade wat het duiken met zich meebracht, bestonden de volgende drie dagen vooral uit het duizendmaal checken van de waterdichte hoes en veel billenknijpen. De GoPro heeft het overleefd en de beelden zijn schandalig scherp.
Enfin, het duiken. Na een drie uur lange rit samen met Wolson, mijn nieuwe duikbuddy uit Indonesië, kwamen we in het donker aan in het park. Aangezien ik uiteraard geen tent (of enige vorm van kampeeruitrusting) bezit, leende ik spoedig een tent en doken we ons bedje in. Vroeg in de ochtend werden we wakker om onze eerste boatlaunch uit te voeren. Waar ik normaliter gewend ben om op een (betaalde) vooraf uitgeruste boot te stappen, was dit van een heel ander kaliber. De boot moest eerst naar het strand gereden worden (makkelijk), vervolgens in het water geduwd worden (redelijk onmogelijk), vervolgens met gierende motoren uit de ondiepte geraken (onmogelijk) om tenslotte over de enorme branding heen te denderen (op zijn minst redelijk avontuurlijk). U begrijpt het al: We hebben ons drie dagen de pleuris gewerkt om de beste boot het water in én uit te krijgen. Je was al bekaf, voordat je überhaupt het water in of op was.
De volgende uitdaging van deze trip was het vinden van de juiste duiklocatie. Waar je normaliter een vaste vooraf uitgezochte duikspot bezoekt, zijn hier helemaal geen gebaande paden. Op basis van de dieptekaart en sonar zoeken we de bodem af naar plekken die (a) niet te diep zijn om naar te duiken (-/+35m) en (b) niet enorm saai zijn (platte zandbodem). Verder moet je natuurlijk ook niet gaan duiken in de beschermde natuurgebieden. Het resultaat was een vijftal prachtige duiken door enorme onderwater-rots landschappen, met een prachtig koraal, leuke flora- en fauna en tenslotte: Zeehonden.
Ik zal hierbij kort een paar anekdotes opsommen. Ten eerste was het water 16-17 graden wat op zijn zachtst gezegd extreem koud is voor Australië. Bibberen bij een gebrek aan een droogpak. Verder was het duiken vrij uitdagend, navigerend door de nog onverkende grotten (weten we nog waar de uitgang is?) en rots landschappen (is iedereen nog dicht bij elkaar?). Tenslotte komt het vrijelijk duiken met enkele extra uitdagingen: De diepte op locatie is (relatief) onbekend en het kan zo dat je je per abuis veel te diep bevindt, Al met al waren dit mijn vijf meest uitdagende duiken ooit, maar dat werd zoals gezegd beloond.
Ik sluit dan ook graag af met het stellen dat mijn nieuwe favoriete dieren zeehonden zijn. Waar ze op het land (zie: Kangaroo Island blog) erg schattig en onhandig zijn, blijken ze in het water niet alleen reuzesnel, maar ook reuzegroot. De eerste ontmoeting met de zeehonden resulteerde in een spoedige vlucht het zeegras in. Niet alleen waren de beestjes veel te snel om te volgen (waar zitten ze nu? Zitten ze achter ons?), maar ze waren ook nog eens totaal niet bang. Bij onze tweede en derde zeehondenduik hadden we onszelf kundig gemaakt met de gedragingen van de zeehonden: Ze waren gewoon ontzettend nieuwsgierig. Zodra je met de zeehonden rondjes om je as gaat tollen, zien ze je als semi-gelijkwaardig, willen ze spelen en zijn ze inderdaad net zee-''honden''. Al met al een bijzondere ervaring.
Uiteraard kwam het kamperen ook met zijn eigen uitdagingen. 's Nachts hobbelden de wombats onze luchtflessen omver, vraten de wombats ons eten op en overdag waren de papagaaien niet weg te slaan van het kampement. Door de nachtelijke semi-vorst sliep je met je jas in een thermo-slaapzak en vroor je alsnog dood en het eten bestond voornamelijk uit cornflakes en humus met brood. Ik heb dan ook gisteren (dag na aankomst) een volledige dag geslapen.
Voor nu: Nog één tentamen te gaan, dan afscheid van Melbourne en vervolgens Tasmania, East Coast en Nieuw-Zeeland. Tot snel! Dank aan Olga en anderen voor hun foto's!
1.
Chapter 0 - Introduction
2.
Chapter 1 - Goodbye
3.
Chapter 2 - Settle In
4.
Chapter 3 - Homeless
5.
Chapter 4 - Great Ocean Road
6.
Chapter 5 - The Melbournian Lifestyle
7.
Chapter 6 - Wilson Promontory Park
8.
Chapter 7 - Sydney
9.
Chapter 8 - Grampians
10.
Chapter 9 - Adelaide
11.
Chapter 10 - The Outback
12.
Chapter 11 - Study
13.
Chapter 12 - Kangaroo Island
14.
Chapter 13 - Wilson Promontory Dive
15.
Chapter 14 - Tasmania
16.
Chapter 15 - East Coast
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!