Zoals in het vorige hoofdstuk werd gemeld, stond een zevendaags avontuur op het programma. Strak ingepland, tussen de reguliere colleges en de tentamens in, gingen Ellie en ik richting Adelaide om Kangaroo Island te bezoeken.
Gelijk even wat introductiewoorden over Kangaroo Island. Kangaroo Island is een eiland van 150x50km, gelegen naast Adelaide, en bevat een dichte populatie van wildleven en natuurparken. Doorgaans is de bijnaam van het eiland ietwat luguber ''roadkill-island'', omdat de grote populatie kangaroo's, wallabies en possums bijna niet te ontwijken is met 110km/h. Wat verder leuk is om te noemen is dat ik de eerste twee dagen Ellie in Melbourne gelaten had en ik in Adelaide Jochem, mijn huisgenoot en deelnemer aan de Solar Team Challenge, oppikte. Effectief betekende dit vooral bijpraten (in het Nederlands) en lekker rondtouren in onze campervan gedurende de eerste twee dagen.
Laat ik jullie ook maar gelijk even bijpraten over onze campervan. Mathilda (ja, ze heeft een naam) is een 3-berth Toyata Hi-Ace, relatief op leeftijd, maar zeker nog in staat om al de niet-geasfalteerde (!) bergweggetjes op Kangaroo Island te bestormen. Met een geluidssysteem uit de jaren '80, een relatief onzichtbare derde versnelling, de bewegingsruimte welke duidelijk niet gemaakt is voor lange Nederlanders en een relatief onbetrouwbaar vergrendelingssysteem, beloofde Mathilda ons veel plezier op te leveren.
October 18, 2017
|
Kangaroo Island, Adelaide
Zoals in het vorige hoofdstuk werd gemeld, stond een zevendaags avontuur op het programma. Strak ingepland, tussen de reguliere colleges en de tentamens in, gingen Ellie en ik richting Adelaide om Kangaroo Island te bezoeken.
Gelijk even wat introductiewoorden over Kangaroo Island. Kangaroo Island is een eiland van 150x50km, gelegen naast Adelaide, en bevat een dichte populatie van wildleven en natuurparken. Doorgaans is de bijnaam van het eiland ietwat luguber ''roadkill-island'', omdat de grote populatie kangaroo's, wallabies en possums bijna niet te ontwijken is met 110km/h. Wat verder leuk is om te noemen is dat ik de eerste twee dagen Ellie in Melbourne gelaten had en ik in Adelaide Jochem, mijn huisgenoot en deelnemer aan de Solar Team Challenge, oppikte. Effectief betekende dit vooral bijpraten (in het Nederlands) en lekker rondtouren in onze campervan gedurende de eerste twee dagen.
Laat ik jullie ook maar gelijk even bijpraten over onze campervan. Mathilda (ja, ze heeft een naam) is een 3-berth Toyata Hi-Ace, relatief op leeftijd, maar zeker nog in staat om al de niet-geasfalteerde (!) bergweggetjes op Kangaroo Island te bestormen. Met een geluidssysteem uit de jaren '80, een relatief onzichtbare derde versnelling, de bewegingsruimte welke duidelijk niet gemaakt is voor lange Nederlanders en een relatief onbetrouwbaar vergrendelingssysteem, beloofde Mathilda ons veel plezier op te leveren.
Na een tocht van drie uur in de bus, de ferry en wederom de bus, konden we met Mathilda naar onze eerste bestemmingen: Kangaroo Island Wildlife Park (kangaroo's voeren, dat hebben we weleens eerder gedaan), Beyeria Conservation Park Walk (in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, bevatte dit geen wildleven, maar wilde unieke planten en bomen. Vet interessant.). Zoals menig backpacker of campervan-bestuurder in Australië weleens overkomt, waren we bij ons laatste bezoek aan Pennington Bay ''vet moe na de wandeling''. ''Noodgedwongen'' moesten we onze ''toevlucht zoeken'' en een nacht in deze prachtige baai kamperen. Dat mag niet, maar ''nood breekt wet'''. Een prachtige zonsonder- en opgang later konden we op weg naar onze Ocean Safari Tour. Met twee dolfijnenscholen en een verdwaalde zeehond hadden we helaas geen geluk met het wildleven (doorgaans zie je nog veel meer, we raken een beetje verwend), maar anderhalf uur uitwaaien op een snel bootje was op zich best welkom na maanden in het klamme, warme en muffe Melbourne. Een leuke Kelly Hill Walk met uitzichten op onze eerste kuddes wilde wallabies later, besloten we te overnachten in Lashmar Conservation Park. In dit natuurpark kwamen we er spoedig achter dat de platte papieren kaart erg verraderlijk was en erg slecht weergaf dat sommige wegen onmogelijk steil en slecht onderhouden waren. Wat ook duidelijk werd is dat Mathilda, hoewel op leeftijd, over een degelijke motor en doorzettingsvermogen beschikt.
Aangekomen in de baai gooiden we onze hengel uit, we konden de verschillende scholen vis letterlijk zien zwemmen, en vingen we slechts bot. Veel verspild aas en enkele verloren uurtjes werden gepasseerd en we aten dan toch maar gewoon normale soep.
Noemenswaardig hierbij was dat Ellie onze maaltijden van tevoren had besteld door een boodschappenlijst door te geven aan de campervanorganisatie, opdat zij onze campervan zouden bevoorraden. Het nadeel hiervan is echter wel dat je echt geen enkel idee hebt waar en welk voedsel er precies in je auto ligt. Gecombineerd met onze waardeloze kookkunsten hebben we twee dagen overleefd op matig voedsel. Dag 3. Ellie komt ons redden.
Maar ho! Voordat we echt konden slapen, moesten we wel onze slaapzakken uit de bovenkant van de auto toveren. Aldaar had zich tevens een lokale
Huntsman Spider genesteld. Voor wie niet bekend is in de spinnenwereld, zoals wij: Google dat ding maar eens. Stel je eens voor. Twee ''volwassen'' mannen, een relatief kleine camper en een relatief grote harige spin. Een enerverende ervaring. ''Wow, die is wel groot heh?'' ''Hoe de f*ck komt die in onze auto?'' ''Hoe de f*ck krijgen we die uit onze auto?'' Crisisoverleg. ''Is die spin gevaarlijk?'' ''Gast, we zitten in Australië. Dat ding is vast dodelijk''. Tijd voor de oude en vertrouwde ''transparante-beker-en-hopen-dat-hij-niet-springt-tactiek. Ik krijg het bij het schrijven van dit stukje wederom benauwd. Gelukkig was deze spin heel erg medewerkend en bleef zij rustig, hoewel wel in ''fightmodus'' met haar onderlichaam hoog verheven, in onze transparante beker zitten. Heroïsch leidden we de spin naar buiten en dapper gooiden we haar met beker en al zo ver mogelijk van de auto alvorens zelf weer met de staart tussen de benen naar binnen te rennen. Je mag raden hoe lekker we daarna geslapen hebben.
Dag 3. Nu we Ellie hadden opgepikt, zij had enkele belangrijke opdrachten en tentamens, raceten we naar het westen van het eiland richting de natuurparken en wandelingen. Met enkele stops in Raptor Domain (vogel- en reptielenshow) en Little Sahara (sandboarden), was onze overnachting in D'Estrees Bay. Wederom misleid door de kaart, hobbelden we over kilometers onverharde hobbelbaantjes, langs prachtige kustlijnen, op weg naar de verste kampeerplek die we konden vinden. Aangezien het momenteel gewoon buiten-vakantie-tijd is, was er overigens niemand écht op vakantie op Kangaroo Island. Afgezien van de dagjesmensen was er dan ook niemand op het eiland te bekennen. Zeven dagen lang waren we de alleenheersers van de kampeerplekken. Enfin, lekker gegeten, wat wijn gedronken en vet hard lopen slapen.
Dag 4, hoogtepunt van onze reis. Nee serieus, we mochten over een strand lopen met een kolonie wilde zeeleeuwen. Om negen uur 's ochtends zijn deze beesten lekker actief en met de nodige moeite werkten we ons langs de massieve blubberhopen. Waar koala's of panda's algemeen als schattig worden ervaren, heb ik mezelf verloren in deze zeeleeuwen. Enkele leuke feitjes. Deze beesten slapen 3 (!) dagen, alvorens ze 3(!) dagen vissen. Deze jonge zeeleeuwen houden ervan om de ouderen te treiteren en je ziet ze dan ook jolig over het strand waggelen om slapende zeemakkers wakker te maken. Deze beesten zijn verder vrij lui: Na elke vijf seconden rennen, liggen ze minstens tien seconde stil en ze rollen liever van de heuvel dan te moeten lopen. Alsof je een kudde baldadige tieners ziet, maar dan bestaande uit individuen van tenminste 100 tot 300 kilo. Hilarisch. Ik zal spoedig een leuke videocompilatie in elkaar flansen, opdat jullie mee kunnen genieten van dit zeehondenspectakel. Dag 4 werd afgesloten met en bezoek aan Vivonne Bay (uitzicht), Vivonne Bay2 (om mijn GoPro op te halen die we de dag ervoor vergeten waren in Little Sahara), Kelly Hill (limestone caves), the Remarkable Rocks (opmerkelijke stenenformatie, goh.) en Admirals Arch inclusief een andere zeehondenkolonie. Op dit moment werd het plan opgedaan om te pogen het noorden van het eiland te halen ten tijde van zonsondergang. Wat echter niet vergeten moet worden is dat het ons in principe verboden was om na zonsondergang te rijden, aangezien het overvloedige wildleven het dan praktisch onmogelijk maakt om schadeloos te rijden. Enfin, één geconcentreerde chauffeur en twee wildlife-spotters maakten het mogelijk om te overnachten in Harvey's Return in het noorden van Flinders Chase National Park.
De reden voor deze spannende noordwaartse toch was de Ravine Hike, de mooiste en een van de langste hikes van het eiland. Na een minder-spectaculair-dan-beloofde rit naar de start van de hike waren we gereed voor vier uur lang klauteren langs een ravijn (vandaar de naam) op weg naar een afgelegen strand. De prachtige hike bood ons het volgende wildleven aan op een presenteerblaadje: Prachtige vogels (zeldzame black cockatoo, allerlei kleine vogeltjes waar ik absoluut de naam niet van weet), grotere dieren (de voetsporen van wallabies, maar ze waren zelf nergens te bekennen), een hoop kleine dieren (relatief grote mieren, een overvloed aan irritante vliegen en een hoop muggen) en reptielen (een guana!). Ik had net voor vertrek een verrekijker op de kop weten te tikken en met de befaamde ''telefooncamera-en-verrekijker''-techniek wisten we natuurfilmpjes te schieten waar Earth II en BBC nog jaloers op zouden zijn.
Het echte hoogtepunt was echter halverwege de hike, toen we aankwamen op het desolate strand. Zoals vermeld waren er namelijk allerlei grotten naast het strand. Gewapend met een hoofdzaklamp (Jochem, goed voorbereid) en fietslampjes (Ellie en Jurre, matig voorbereid) betraden we een van de limestone grotten. Al gauw waren we het licht van de ingang kwijt en gebruikten we onze papieren wikkeltjes van onze mueslibars (Hans en Grietje ter inspiratie) om enige oriëntatie te houden voor de terugweg uit deze gigantische grot. De hartslag omhoog (zouden de batterijen van de lampen het volhouden?), maar met een gevoel van avontuur doken we zo diep als ons veiligheidsmoraal het toeliet de grotten in. Als je bedenkt dat je $75 betaalt voor een twee uur durende begeleide klauter-tour in Kelly Hill (die andere limestone caves), was dit niet alleen veel spannender, maar ook nog eens veel goedkoper. We waren blij toen we er weer uit waren. Vermoeid en tevreden was het tijd om Jochem af te zetten bij de ferry. Aangezien dit aan de andere kant van het eiland was, moesten we de gehele 150 kilometer gaan afleggen om Jochem te deponeren bij zijn vervoer. De beste jongen moest namelijk de volgende dag richting de oostkust van Australië voor zijn nareis.
Halverwege was Stokes Bay een mooie tussenstop. Na een goede lunch zouden we zwemmen en vissen. Wederom lieten onze visserstalenten ons in de steek en werd er niets gevangen. Al staand in het water om dichter bij de vissen te komen, ging het van kwaad tot erger. Enkele honderden meters van ons vandaan zagen we een meute haaienvinnen. Na de malaise met de spin eerder die week, waren we niet van plan hier te sterven en met een noodvaart werd met hengel en al het water ontruimd. Niet gezwommen, niets gevangen. Al met al vrij teleurstellend. Jochem besloot de haaien eens wat beter te bestuderen en kwam erachter dat het bij nader inzien een groep slapende dolfijnen betrof, welke ons de stuipen op het lijf hadden gejaagd. Na ons hiervan verzekerd te hebben, waren we weer als de wiedeweerga in het water; Laten we met dolfijnen zwemmen! Op enkele tientallen meters konden we een tiental dolfijnen langs ons zien zwemmen. Al met al geen slechte ''vangst''.
Dag zes en zeven kan ik lekker kort opsommen, omdat we na deze hectische vijf dagen even wat rustiger aan gingen doen: Een overnachting in American River (de enige campground met stroom, opdat we onze microwave konden gebruiken en eindelijk de overmatige hoeveelheid popcorn konden opeten), een avondwandeling in Flinders Chase National Park en een tweede bezoek aan Seal Bay (die zeehonden waar ik het eerder over had). Op de laatste dag reden we rustig langs de nog niet bezochte noordkust. De landschappen en stranden waren hier echt fenomenaal. Dit was dan ook het moment waarop Mathilda, onze camper, kon bewijzen dat haar remmen volledig functioneel waren. Men een kleine slinger hier en daar hebben we niets noemenswaardig levensgevaarlijks meegemaakt.
Tenslotte arriveerden we in Kingscote, waar we de camper moesten inleveren. In de resterende tijd hadden we wederom dezelfde doelstelling gesteld: Een vis vangen. Twintig verspilde minuten later, meerde er een willekeurige Australiër aan met zijn bootje bij onze pier. Zoals elke willekeurige Australiër beaamd, was de beste man ervaren in de vissport en kon hij wel lachen om onze waardeloze vistactiek. Vlug mieterde hij stukjes kip in het water (om de vis te lokken) en meldde hij ons dat de nepvis veel te groot is om op Kangaroo Island vis te vangen. Een minuut later bungelde een King George Whiting aan onze hengel. Niet alleen wij, maar ook de ervaren Australiër slaakten een kreet van verwondering. Wij, omdat we een vis hadden gevangen. Hij, omdat we de duurste vis van Kangaroo Island hadden gevangen. Met een slordige $75 per kilo hadden we ver boven ons budget gehengeld. Direct boden wij aan de beste vis terug te gooien of te doneren aan deze Australische redder in nood. Zonder enig medelijden en met de stellige notie ''now you have to eat it'', stak de beste man de vis dood, legde deze voorzichtig op de pier en wandelde verder. Opwinding, verbazing, verslagenheid en opgetogenheid vlogen langs. ''How are we going to prepare this fish Ellie?'' ''I did prepare a fish one day... a long time ago''. Enfin, mes en een cutting board gepakt. Gelukkig kwam er net op tijd een tweede Australiër langs gewandeld. ''Oh, a King George Whiting. You two are very lucky''. Kennelijk zijn alle Australiërs visexperts. De beste man bereidde de vis voor ons, aangezien hij ''dat erg leuk vond''. De vrouwen in zijn gezelschap meenden dat met ons karige keukengerei ''bakken in boter'' de beste oplossing was. Nadat de behulpzame man het hoofd van de vis als beloning had meegenomen en had gevoerd aan de aanwezige pelikanen, was het voor ons tijd om de vis op te smikkelen. Weer wat geleerd.
Al met al was Kangaroo Island een hele mooie ervaring. Het wildleven, de landschappen en de vrijheid van een camper zijn een mooie voorbode van de aankomende reizen in Tasmania, de oostkust en Nieuw-Zeeland. Momenteel zit ik al de hele dag in de Universiteitsbibliotheek. Even bikkelen voor de examenweek volgende week en dan snel weer een weekendje duiken in Melbourne. Het leven is hier zo slecht nog niet.
Met de studiedruk, het constante gebruik van Engels en de lengte van bovenstaand stuk denk ik overigens ook dat mijn bekwaamheid in de Nederlandse taal een dieptepunt heeft bereikt. Ik vermoed dat jullie de strekking wel kunnen volgen. Tot snel!
1.
Chapter 0 - Introduction
2.
Chapter 1 - Goodbye
3.
Chapter 2 - Settle In
4.
Chapter 3 - Homeless
5.
Chapter 4 - Great Ocean Road
6.
Chapter 5 - The Melbournian Lifestyle
7.
Chapter 6 - Wilson Promontory Park
8.
Chapter 7 - Sydney
9.
Chapter 8 - Grampians
10.
Chapter 9 - Adelaide
11.
Chapter 10 - The Outback
12.
Chapter 11 - Study
13.
Chapter 12 - Kangaroo Island
14.
Chapter 13 - Wilson Promontory Dive
15.
Chapter 14 - Tasmania
16.
Chapter 15 - East Coast
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!