Avonturen van Mel & Joost Panama

Om vijf uur ‘s ochtends ging de wekker. Over een half uurtje zouden we worden opgehaald door Sammie, de taxichauffeur. Het was nog donker buiten en voor de laatste keer keek ik naar de prachtig verlichte sterrenhemel boven de oceaan. Joost klom door het raam de keuken in en maakte de deur aan de binnenkant open. We smeerden broodjes voor onderweg en lieten een grote tas vol ongebruikte boodschappen achter voor alle mensen die het konden gebruiken in Selina. We hadden nog een paar minuten voordat de taxi zou komen. Snel rende ik met Joost de oceaan in om nog één keer het frisse zoute zeewater te voelen. Het fluweelzachte zwarte zand plakte onder mijn voeten en we hadden nog net genoeg tijd om het van ons af te spoelen. Dag Selina en alle mooie lieve mensen, tot ooit…

Het krakende geluid van opspattend grind verbrak de stilte. Sammie, de taxichauffeur gooide onze backpacks in de bak van zijn gele pickup. Hij was een Panamees van rond de veertig, sprak alleen Spaans en had haast, erge haast. Vanwege de nieuwe avondklok (17:00 uur) moest hij ons naar Panama stad brengen én weer terug rijden naar Pedasi, een rit waar je normaal een halve dag over doet. De kilometerteller tikte honderd aan over de onverharde grindweg. Ik zat tussen Tineke en Joost in op de achterbank en Joe zat voorin naast Sammie. We scheurden over hobbels, door bochten en ik was blij dat ik nog niks gegeten had. Tineke stootte regelmatig haar hoofd tegen het plafond, Joost zat zo breed dat ik niet kon bewegen en we waren allemaal jaloers op Joe’s plek voorin. Eindelijk reden we weer over een gladde asfaltweg door Pedasi. Sammie had zich voorbereid en trok doktershandschoenen aan, zette zijn desinfecterende handgel in het zicht en deed vervolgens zijn mondkapje op, voor de vele politiecontroles.

Uren vlogen voorbij. De zon stond hoog aan de hemel en scheen door de ramen heen. De airco deed zijn best om de hitte te verdrijven maar het werd steeds erger. We waren al vele politie stops gepasseerd en elke keer seinden ze dat we mochten doorrijden. Mijn hoofd glom van het zweet en ik plakte met mijn rug tegen de plastic beklede achterbank aan. Sammie vertelde dat we dicht bij de stad reden en daar twee serieuze controles waren. Hij trok weer zijn handschoenen aan en zette zijn mondkapje op. We sloten achteraan in de rij en al na een paar minuten waren wij aan de beurt. Er werd druk gebaard dat we onze ramen open moesten maken. We keken elkaar gespannen aan. Onze lichaamstemperatuur werd gemeten door middel van een apparaatje met een blauw lampje wat op ons hoofd werd gericht. We kregen het teken dat we mochten doorrijden. Een kwartier later was de volgende controle, die precies hetzelfde ging, alleen moesten we de brief van de ambassade laten zien om door te mogen rijden, wat een opluchting!

Om half elf ‘s ochtends kwamen we aan in Selina Casco Viejo, een recordtijd! Ik geloofde mijn ogen niet toen we het hotel binnen liepen, het was uitgestorven. De eerste twee nachten van onze reis hadden we hier ook geslapen en het was toen één groot gekkenhuis. Honderden jonge mensen, vrouwen schaars gekleed en opgedoft, mannen verzorgd en klaar om te feesten. Dreunende housemuziek tot zes uur ‘s ochtends, veel drank, drugs, mensen en nu… stilte, iedereen was weg en ik kon het niet geloven. Onze kamer was ruim met (eindelijk) een eigen badkamer én een balkon, met uitzicht over een normaal gesproken drukke straat, nu was het leeg. De mensen die op straat liepen werden door de politie aangesproken en moesten hun burgerservicenummer laten zien. Op basis van je laatste cijfer werd bepaald op welk tijdstip jij de deur uit mocht. We sprongen onder de douche om ons op te frissen na de oververhitte taxirit en gingen daarna met de lift naar de rooftop, waar we ook de enige mensen waren. We hebben de rest van de dag in de schaduw gelegen op een bedje. Om vier uur ‘s middags ging de keuken dicht, dus voor die tijd moesten we al avondeten. Via de manager konden we stiekem aan alcohol komen, wat ook hier in de stad overal verboden was. Tijdens zonsondergang dronken we bier en rum cola’s, met uitzicht over de honderden flatgebouwen die de laatste zonnestralen weerkaatsten. De rum smaakte goed, de avond was zwoel en ik kreeg een euforisch gevoel. Ik leunde met Joost tegen de rand van de reling op de rooftop om te genieten van het weidse uitzicht van de skyline. Plotseling hoorden we een zoemend geluid achter ons, van een vervelend insect leek het wel. We negeerden het maar het werd steeds harder en kwam dichterbij. Ik draaide mij om en keek recht in de camera van een drone. Shit! We schrokken ons rot en verstopten ons snel achter de bar. Na ongeveer vijf minuten was de drone verdwenen. Niet veel later hoorden we sirenes van politie en harde knallen (pistoolschoten?). Op straat klonk het grimmig, de flessen rum waren op en vermoeid van de lange reis zochten we ons bed op.

We hadden allemaal last van een lichte kater. Na een stevig ontbijt stapten we in de lift naar de rooftop om weer de hele dag op het dakterras te relaxen. Het was een hete dag en zelfs in de schaduw leek het wel een sauna. Het zwembad op de rooftop was verboden terrein, maar we konden het niet laten om er even in af te koelen. Ik had een zuur gevoel in mijn maag en moest moeite doen om niet over mijn nek te gaan. Na een bord pasta met groente voelde ik mij beter. Tijdens zonsondergang dronken we een biertje, daarna hadden we geen zin in meer alcohol. We hadden de lampjes aangezet om het gezellig te maken op het dakterras. Niet veel later kwam de drone ons weer filmen en we verstopten ons weer achter de bar, toen de stroom uitviel en we in het pikkendonker stonden zijn we naar bed gegaan, het was mooi geweest voor vandaag.

De dag van de terugreis! Het voelde gek om Panama te verlaten en al helemaal op deze manier, met een noodvlucht. Na het ontbijt gingen we naar het dakterras om te genieten van de laatste zonnestralen. We hadden onze backpacks ingepakt en aten daarna een uitgebreide lunch, want we hadden gehoord dat op het vliegveld alles gesloten zou zijn. Omdat we om twee uur ‘s middags aanwezig moesten zijn van de ambassade, zouden we tot acht uur ‘s avonds niks kunnen eten. We bestelden een taxi en reden zonder politiecontroles onderweg naar het vliegveld. Het was druk buiten voor de luchthaven en veel mensen zaten op de grond naast hun koffers en backpacks te wachten tot ze naar binnen mochten. Na lang wachten mochten we naar binnen in kleine groepjes en werden onze handen gedesinfecteerd. We waren ingecheckt, liepen door de douanecontrole en zochten een plek om de komende uren te vertoeven.

Veel mensen droegen mondkapjes en ik was verbaasd over de verschillende soorten: blauwe verpleegster kapjes, witte harde van plastic, met elastiek achter je oren, geknoopt achter je hoofd, in elkaar geknutselde theedoek kapjes en zelfs een gekke hippie met een gasmasker. Die vond ik zelf wat overdreven, helemaal als hij zijn masker afzette, zijn stinkende dikke dreadlock uit zijn gezicht sloeg, aan zijn mond zat, om vervolgens zonder zijn handen te wassen het masker weer op te zetten. Sowieso waren veel mensen hypocriet. Ik voelde mij een soort van afgekeurd vee, met de niet-mondkapjes dragende mensen, die juist wel regelmatig handen wasten of insmeerden met desinfecterende gel. En de mensen met mondkapjes, schoven ze naar beneden om chips en nootjes in hun mond te stoppen, vingers af te likken en vervolgens weer hun mondkapje omhoog te schuiven en afkeurend te kijken naar de niet-mondkapjes dragers.

Het boarden begon laat, we hadden een beetje vertraging opgelopen en toen eindelijk het KLM personeel kwam aangelopen begonnen de vrienden van de gasmasker dragende hippie hard te klappen en te joelen, waardoor meer mensen schaapachtig volgden. Ik voelde plaatsvervangende schaamte. Hartstikke fijn dat ze ons komen ophalen, maar de vlucht is niet gratis, het heeft ons behoorlijk wat geld gekost de afgelopen weken dus ik kan eerder voor mijn eigen bankrekening klappen dat ik terug kan naar Nederland.

De bijna elf uur durende vlucht ging snel voorbij. We namen een melatonine pil en waren snel vertrokken. Even werd ik wakker geschud door een hevige turbulentie boven de oceaan. Om twee uur ‘s middags landden we in Nederland. Het KLM personeel wenste ons sterkte de komende tijd. Het vliegveld was uitgestorven en het voelde raar om hier weer te lopen. We haalden onze backpacks die op de enige draaiende bagageband lagen. We werden opgewacht door mijn vader en tante Mirella die met een bordje ‘welkom thuis lieve Mel en Joost’ en ballonnen ons stond op te wachten. Onwijs leuk om ze weer te zien! We gaven een dikke knuffel aan Tineke en Joe waarmee we een groot deel van dit avontuur hebben meegemaakt en liepen daarna naar de auto.

Het laatste deel van deze blog heb ik thuis getypt omdat mijn batterij leeg was. Ik ben nu één dag in Nederland, wat nog steeds heel erg wennen is. Door de jetlag werd ik vanochtend laat wakker en had ik een telefoontje van mijn moeder gemist. Ik belde haar terug en ze vertelde mij dat mijn opa was overleden. Hij volgde mijn reis online en voor hem heb ik ook deze blogs geschreven, zodat hij er ook een beetje bij was. Helaas heeft hij de laatste niet kunnen lezen, maar wist hij wel dat wij gister veilig thuis zijn aangekomen. Gisteravond belde mijn moeder nog om te zeggen dat hij aan de morfine zat. Ik vertelde haar dat als hij nog wakker wordt dat ze moet zeggen dat ik veel van hem hou. Dat had ze gedaan, ‘geweldig’ zei hij glimlachend en dat was zijn laatste woord.

Dag lieve opa! Nu gaat u op reis, op avontuur, naar een mooie bestemming. Is daar het paradijs? Wie weet. Als ik de volgende keer naar de kraakheldere sterrenhemel staar, naar het oneindige, weet ik zeker dat daar een nieuwe ster is, die krachtig schijnt. Dan glimlach ik terug!

Melanie Driessen

13 chapters

16 Apr 2020

Verstoppen voor drones

March 31, 2020

|

Nederland

Om vijf uur ‘s ochtends ging de wekker. Over een half uurtje zouden we worden opgehaald door Sammie, de taxichauffeur. Het was nog donker buiten en voor de laatste keer keek ik naar de prachtig verlichte sterrenhemel boven de oceaan. Joost klom door het raam de keuken in en maakte de deur aan de binnenkant open. We smeerden broodjes voor onderweg en lieten een grote tas vol ongebruikte boodschappen achter voor alle mensen die het konden gebruiken in Selina. We hadden nog een paar minuten voordat de taxi zou komen. Snel rende ik met Joost de oceaan in om nog één keer het frisse zoute zeewater te voelen. Het fluweelzachte zwarte zand plakte onder mijn voeten en we hadden nog net genoeg tijd om het van ons af te spoelen. Dag Selina en alle mooie lieve mensen, tot ooit…

Het krakende geluid van opspattend grind verbrak de stilte. Sammie, de taxichauffeur gooide onze backpacks in de bak van zijn gele pickup. Hij was een Panamees van rond de veertig, sprak alleen Spaans en had haast, erge haast. Vanwege de nieuwe avondklok (17:00 uur) moest hij ons naar Panama stad brengen én weer terug rijden naar Pedasi, een rit waar je normaal een halve dag over doet. De kilometerteller tikte honderd aan over de onverharde grindweg. Ik zat tussen Tineke en Joost in op de achterbank en Joe zat voorin naast Sammie. We scheurden over hobbels, door bochten en ik was blij dat ik nog niks gegeten had. Tineke stootte regelmatig haar hoofd tegen het plafond, Joost zat zo breed dat ik niet kon bewegen en we waren allemaal jaloers op Joe’s plek voorin. Eindelijk reden we weer over een gladde asfaltweg door Pedasi. Sammie had zich voorbereid en trok doktershandschoenen aan, zette zijn desinfecterende handgel in het zicht en deed vervolgens zijn mondkapje op, voor de vele politiecontroles.

Uren vlogen voorbij. De zon stond hoog aan de hemel en scheen door de ramen heen. De airco deed zijn best om de hitte te verdrijven maar het werd steeds erger. We waren al vele politie stops gepasseerd en elke keer seinden ze dat we mochten doorrijden. Mijn hoofd glom van het zweet en ik plakte met mijn rug tegen de plastic beklede achterbank aan. Sammie vertelde dat we dicht bij de stad reden en daar twee serieuze controles waren. Hij trok weer zijn handschoenen aan en zette zijn mondkapje op. We sloten achteraan in de rij en al na een paar minuten waren wij aan de beurt. Er werd druk gebaard dat we onze ramen open moesten maken. We keken elkaar gespannen aan. Onze lichaamstemperatuur werd gemeten door middel van een apparaatje met een blauw lampje wat op ons hoofd werd gericht. We kregen het teken dat we mochten doorrijden. Een kwartier later was de volgende controle, die precies hetzelfde ging, alleen moesten we de brief van de ambassade laten zien om door te mogen rijden, wat een opluchting!

Om half elf ‘s ochtends kwamen we aan in Selina Casco Viejo, een recordtijd! Ik geloofde mijn ogen niet toen we het hotel binnen liepen, het was uitgestorven. De eerste twee nachten van onze reis hadden we hier ook geslapen en het was toen één groot gekkenhuis. Honderden jonge mensen, vrouwen schaars gekleed en opgedoft, mannen verzorgd en klaar om te feesten. Dreunende housemuziek tot zes uur ‘s ochtends, veel drank, drugs, mensen en nu… stilte, iedereen was weg en ik kon het niet geloven. Onze kamer was ruim met (eindelijk) een eigen badkamer én een balkon, met uitzicht over een normaal gesproken drukke straat, nu was het leeg. De mensen die op straat liepen werden door de politie aangesproken en moesten hun burgerservicenummer laten zien. Op basis van je laatste cijfer werd bepaald op welk tijdstip jij de deur uit mocht. We sprongen onder de douche om ons op te frissen na de oververhitte taxirit en gingen daarna met de lift naar de rooftop, waar we ook de enige mensen waren. We hebben de rest van de dag in de schaduw gelegen op een bedje. Om vier uur ‘s middags ging de keuken dicht, dus voor die tijd moesten we al avondeten. Via de manager konden we stiekem aan alcohol komen, wat ook hier in de stad overal verboden was. Tijdens zonsondergang dronken we bier en rum cola’s, met uitzicht over de honderden flatgebouwen die de laatste zonnestralen weerkaatsten. De rum smaakte goed, de avond was zwoel en ik kreeg een euforisch gevoel. Ik leunde met Joost tegen de rand van de reling op de rooftop om te genieten van het weidse uitzicht van de skyline. Plotseling hoorden we een zoemend geluid achter ons, van een vervelend insect leek het wel. We negeerden het maar het werd steeds harder en kwam dichterbij. Ik draaide mij om en keek recht in de camera van een drone. Shit! We schrokken ons rot en verstopten ons snel achter de bar. Na ongeveer vijf minuten was de drone verdwenen. Niet veel later hoorden we sirenes van politie en harde knallen (pistoolschoten?). Op straat klonk het grimmig, de flessen rum waren op en vermoeid van de lange reis zochten we ons bed op.

We hadden allemaal last van een lichte kater. Na een stevig ontbijt stapten we in de lift naar de rooftop om weer de hele dag op het dakterras te relaxen. Het was een hete dag en zelfs in de schaduw leek het wel een sauna. Het zwembad op de rooftop was verboden terrein, maar we konden het niet laten om er even in af te koelen. Ik had een zuur gevoel in mijn maag en moest moeite doen om niet over mijn nek te gaan. Na een bord pasta met groente voelde ik mij beter. Tijdens zonsondergang dronken we een biertje, daarna hadden we geen zin in meer alcohol. We hadden de lampjes aangezet om het gezellig te maken op het dakterras. Niet veel later kwam de drone ons weer filmen en we verstopten ons weer achter de bar, toen de stroom uitviel en we in het pikkendonker stonden zijn we naar bed gegaan, het was mooi geweest voor vandaag.

De dag van de terugreis! Het voelde gek om Panama te verlaten en al helemaal op deze manier, met een noodvlucht. Na het ontbijt gingen we naar het dakterras om te genieten van de laatste zonnestralen. We hadden onze backpacks ingepakt en aten daarna een uitgebreide lunch, want we hadden gehoord dat op het vliegveld alles gesloten zou zijn. Omdat we om twee uur ‘s middags aanwezig moesten zijn van de ambassade, zouden we tot acht uur ‘s avonds niks kunnen eten. We bestelden een taxi en reden zonder politiecontroles onderweg naar het vliegveld. Het was druk buiten voor de luchthaven en veel mensen zaten op de grond naast hun koffers en backpacks te wachten tot ze naar binnen mochten. Na lang wachten mochten we naar binnen in kleine groepjes en werden onze handen gedesinfecteerd. We waren ingecheckt, liepen door de douanecontrole en zochten een plek om de komende uren te vertoeven.

Veel mensen droegen mondkapjes en ik was verbaasd over de verschillende soorten: blauwe verpleegster kapjes, witte harde van plastic, met elastiek achter je oren, geknoopt achter je hoofd, in elkaar geknutselde theedoek kapjes en zelfs een gekke hippie met een gasmasker. Die vond ik zelf wat overdreven, helemaal als hij zijn masker afzette, zijn stinkende dikke dreadlock uit zijn gezicht sloeg, aan zijn mond zat, om vervolgens zonder zijn handen te wassen het masker weer op te zetten. Sowieso waren veel mensen hypocriet. Ik voelde mij een soort van afgekeurd vee, met de niet-mondkapjes dragende mensen, die juist wel regelmatig handen wasten of insmeerden met desinfecterende gel. En de mensen met mondkapjes, schoven ze naar beneden om chips en nootjes in hun mond te stoppen, vingers af te likken en vervolgens weer hun mondkapje omhoog te schuiven en afkeurend te kijken naar de niet-mondkapjes dragers.

Het boarden begon laat, we hadden een beetje vertraging opgelopen en toen eindelijk het KLM personeel kwam aangelopen begonnen de vrienden van de gasmasker dragende hippie hard te klappen en te joelen, waardoor meer mensen schaapachtig volgden. Ik voelde plaatsvervangende schaamte. Hartstikke fijn dat ze ons komen ophalen, maar de vlucht is niet gratis, het heeft ons behoorlijk wat geld gekost de afgelopen weken dus ik kan eerder voor mijn eigen bankrekening klappen dat ik terug kan naar Nederland.

De bijna elf uur durende vlucht ging snel voorbij. We namen een melatonine pil en waren snel vertrokken. Even werd ik wakker geschud door een hevige turbulentie boven de oceaan. Om twee uur ‘s middags landden we in Nederland. Het KLM personeel wenste ons sterkte de komende tijd. Het vliegveld was uitgestorven en het voelde raar om hier weer te lopen. We haalden onze backpacks die op de enige draaiende bagageband lagen. We werden opgewacht door mijn vader en tante Mirella die met een bordje ‘welkom thuis lieve Mel en Joost’ en ballonnen ons stond op te wachten. Onwijs leuk om ze weer te zien! We gaven een dikke knuffel aan Tineke en Joe waarmee we een groot deel van dit avontuur hebben meegemaakt en liepen daarna naar de auto.

Het laatste deel van deze blog heb ik thuis getypt omdat mijn batterij leeg was. Ik ben nu één dag in Nederland, wat nog steeds heel erg wennen is. Door de jetlag werd ik vanochtend laat wakker en had ik een telefoontje van mijn moeder gemist. Ik belde haar terug en ze vertelde mij dat mijn opa was overleden. Hij volgde mijn reis online en voor hem heb ik ook deze blogs geschreven, zodat hij er ook een beetje bij was. Helaas heeft hij de laatste niet kunnen lezen, maar wist hij wel dat wij gister veilig thuis zijn aangekomen. Gisteravond belde mijn moeder nog om te zeggen dat hij aan de morfine zat. Ik vertelde haar dat als hij nog wakker wordt dat ze moet zeggen dat ik veel van hem hou. Dat had ze gedaan, ‘geweldig’ zei hij glimlachend en dat was zijn laatste woord.

Dag lieve opa! Nu gaat u op reis, op avontuur, naar een mooie bestemming. Is daar het paradijs? Wie weet. Als ik de volgende keer naar de kraakheldere sterrenhemel staar, naar het oneindige, weet ik zeker dat daar een nieuwe ster is, die krachtig schijnt. Dan glimlach ik terug!

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.