Avonturen van Mel & Joost - Sri Lanka, Filipijnen & Indonesie

Een nieuwe dag op Siargao eiland was aangebroken. Na een vlug en heerlijk ontbijtje bij ons resort pakten we onze tassen. Daarna stapten we in de 'banga' (klein langwerpig houten bootje) die we de avond ervoor geboekt hadden. Er waren geen andere mensen die zich hadden aangemeld voor het eilandhoppen, dus konden we de kosten niet delen. Niet dat het onwijs duur was, omgerekend 15 euro p.p. Opzich was het ook wel fijn, nu hadden we een privé tour naar 3 eilandjes.

Na een half uurtje varen kwamen we aan bij het kleine onbewoonde eilandje Guyam. Het was serieus maar 15m bij 15m. Een paar wuivende palmbomen, glinsterend helder blauw water en een zacht goudkleurig zandstrand, dat was Guyam. Na een duik in zee en 3x het eiland rond te hebben gelopen vertrokken we naar het volgende eiland, genaamd Daku. Het eiland Daku was maar een kwartiertje varen vanaf Guyam. Dit eiland was een stuk groter en er woonden ook mensen. Voor de kust van Daku was een surfbreak waar wat lokale mensen aan het surfen waren. Onderweg naar Daku sprong Joost in het water met z'n surfboard om een paar golven te pakken. Ik stapte uit op het strand. Er waren een paar houten hutjes met tafeltjes over het strand verspreid. Om alleen daar te mogen zitten betaalde je 600 peso (12 euro). Natuurlijk moesten we ook nog betalen om het eiland te betreden en betalen voor milieubelasting. Ach ja, het hoort erbij. Joost kwam terug van het surfen en we namen samen een duik in zee met de snorkels die we bij ons resort gehuurd hadden. Tijdens het snorkelen zag ik iets glinsteren in het zand. Ik dook er naartoe en zwom weer naar boven om het voorwerp te bekijken. Het was een zonnebril, een super mooi model. Joost vond hem ook gaaf. 'Made in Italy' stond er op. Ha, die is van mij!

Rond de middag verlieten we Daku eiland en maakten we nog een stop bij 'Naked Island'. Het was letterlijk 'naked' want het was alleen een witte zandplaat, verder helemaal niks. We liepen rond het eiland, kwamen nog een grote zeester tegen en stapten daarna weer de boot op. Zonder schaduw was het niet uit te houden daar. De terugweg duurde iets langer. Het was eb geworden waardoor we ver de zee op moesten varen. Op open zee waren de golven wilder en groter. Het kleine houten bootje waar wij op zaten was er gelukkig wel tegen bestand. Weer terug bij Ocean 101 namen we een uitgebreide lunch. We hoorden dat er de volgende dag een mooie kamer met eigen badkamer vrij zou komen dus die reserveerden we gelijk. We waren allebei rozig van de zoute zeelucht en bleven lekker bij het resort eten. Na een paar drankjes zochten we ons bedje op.

De volgende ochtend huurde ik ook een surfboard. De golven waren mooi en niet te hoog, wat prima was voor mij. Joost ging ook gezellig mee. We hadden een paar goeie golven gepakt en gestaan natuurlijk ;). Na anderhalf uur gingen we ontbijten. Joost kwam wat andere gasten tegen die naar 'Rock Island' gingen met de boot om daar te surfen. Het was ongeveer 45 min varen. De golven waren daar veel heftiger en braken op een rif. Dat was niks voor mij maar Joost ging met ze mee en kwam een paar uur later uitgelaten terug: 'Het was geweldig!' Zei hij. Het was tevens onze laatste dag op Siargao. We gingen 's avonds weer bij het super goede restaurant Kermit eten. Wederom was het hier volle bak. In de stromende regen kwamen we aan. Helemaal doorweekt schoven we aan het laatste tafeltje die nog vrij was. Ik nam een dubbele rum cola en had de lekkerste zelfgemaakte lasagne ooit! Joost had z'n pizza samengesteld en werd ook vers gemaakt in een stenen pizza oven. Wauw, die was ook top! Met een verzadigd gevoel gingen we terug naar het resort.

Om 4 uur 's nachts ging onze wekker. De backpacks waren al ingepakt. We stapten bij een jongen achter op z'n 3-persoons motor en reden naar de haven. We waren ongeveer een kwartier onderweg toen het met bakken uit de lucht kwam zetten. De tropische regenbui duurde nog wel een half uur. Doorweekt kwamen we aan bij de haven. Ik trok snel de regenhoes over m'n backpack. We kochten de tickets terug naar Surigao en stapten op een smal bootje. Aan boord zat een Nederlandse meid waar we de hele rit gezellig mee gekletst hadden. Om kwart over 8 's ochtends kwamen we aan bij Surigao. We wilden onze reis voortzetten naar het prachtige Palawan. De vliegtickets vanaf Surigao waren onbetaalbaar dus besloten we met de boot te gaan. Er stond ons dus nog een hele lange reis te wachten. De eerste bootreis ging om 7uur 's avonds naar Cebu. Dit was een reis van maar liefst 12 uur. We kochten de tickets en namen plaats in de wachtruimte van de haven. Uren verstreken en de dag leek nooit voorbij te gaan. Twee jongens namen ook plaats in de wachtruimte. Ze kwamen ons bekend voor. Joost vertelde mij dat zij in hetzelfde resort zaten als ons op Siargao. De ene jongen, een blonde surfer uit Engeland vertelde ons dat hij vanaf Cebu naar de hoofdstad Manila zou vliegen en daarna naar Australië om vervolgens vanaf daar de vlucht naar Tahiti te nemen om te gaan surfen. Wauw wat een reis! En de andere jongen, hij heet Mikey en komt uit Israël, vertelde dat hij vanaf Cebu naar Puerto Princesa (op Palawan) zou vliegen. Hij zij dat het drukke seizoen bijna voorbij was en dat daardoor de ticket prijzen dalen. Joost liep naar een internet café om te checken of er nog betaalbare vluchten vanaf Cebu naar Puerto Princesa gingen. Hij vond een vlucht van 70 euro p.p. Naar Puerto Princesa. Oké dat was nog wel te doen. We moesten allebei toegeven dat we echt totaal geen zin hadden om 3 bootreizen te maken van 12 uur en zelfs 1 van 24 uur. Joost wilde de vlucht boeken maar ik vond het niet zo'n goed idee om z'n credit card gegevens in te vullen op een openbare computer.

Het grote schip verliet de haven van Surigao en zette koers naar Cebu. Gelukkig hadden we wat extra betaald zodat we in airco ruimte zaten. Op het dek zonder airco was het zo massaal. Honderden stapelbedden vulden de benauwde ruimte. Wij zaten achter op het schip in de airco ruimte waar we wat meer comfort hadden. De bedden stonden wat verder van elkaar vandaan zodat je wat meer privacy had, de wc's waren schoon (in het begin), iedereen kreeg een dekentje, laken en kussen toegereikt en er was frisse lucht. Dat was niet het geval in de andere ruimte. We vielen eigenlijk allebei best snel in slaap. Midden in de nacht werden wakker van snurkende mensen om ons heen. Uiteindelijk hebben we zonder slaappil de hele nacht verder kunnen slapen.

Om 7 uur 's ochtends kwamen we aan in de haven van Cebu. We werden weer benaderd door tientallen mensen die ons wilden vervoeren voor belachelijke prijzen. We namen de Jeepney naar Parkmall, een groot winkelcentrum. Toen we aankwamen waren de deuren nog gesloten. We dronken een cappuccino bij 'Bo's Coffee', een soort Filippijnse Starbucks. Er was goede wifi. We besloten om de vliegtickets naar Puerto Princesa op de IPad te boeken. Het was allemaal gelukt en we waren opgelucht dat we vandaag nog zouden aankomen op Palawan. Het winkelcentrum ging open. We liepen een kledingwinkel binnen waar ze leuke en goedkope kleding verkochten. Ik kocht een gestreept jurkje en Joost een leuk hemd. Daarna pakten we de taxi naar het vliegveld.

Op het vliegveld checkten we onze backpacks in. We namen 2 pita broodjes kip als ontbijt. Plotseling kwamen we Mikey weer tegen die we op Surigao ontmoetten. We hadden ook nog dezelfde vlucht, wat een toeval. De vlucht duurde iets langer dan een uur. De tijd vloog letterlijk voorbij. Aangekomen bij de luchthaven van Puerto Princesa liepen we naar de bagageband. Ik had nog nooit zo'n kleine luchthaven gezien, er was 1 kleine bagageband en voor de rest niks. De Israëlische jongen zagen we niet meer, hij had ook alleen handbagage dus hij was waarschijnlijk al weg. Onze backpacks kwamen al snel. Net voordat we door de poort naar buiten liepen zag een grote poster wat mij een beetje onrustig maakte. Ik tikte Joost aan en hij had het ook niet verwacht. Er stond met grote dik gedrukte letters dat je moet uitkijken voor de zika mug. Er stonden allemaal plaatjes afgebeeld wat je wel en niet moest doen. Ik had me goed ingelezen over de Filippijnen maar dat de zika mug hier was wist ik echt niet en Joost ook niet. Naja goed beschermen en opletten.

Een Russische man sprak ons aan. hij had een bedrijf met minivans die ons naar onze bestemming konden brengen. We wilden naar het plaatsje Port Barton omdat we van veel backpackers er goede verhalen over gehoord hadden. We liepen met hem mee en namen plaats op een lounge bank in een restaurant. Hij zei dat z'n busje om 4 uur zou komen. Om half 5 kwam het busje aangereden. Er zaten 2 chagrijnige Engelse vrouwen achterin. Ik schoof de duur open en keek recht in de ogen van Mikey, onze Israëlische vriend. Weer toevallig! We stapten in en reden weg. De Russische man vertelde nog voordat we in stapten dat er alleen in de stad Puerto Prinseca banken zijn. Ik nam onderweg 20.000 peso op (400 euro) en daarna reden we verder. Onderweg moest de man naast de bestuurder even bellen buiten. Het duurde lang en de Engelse vrouw sprak de bestuurder aan. Ze zei dat ze bij Port Barton met de boot naar een ander eiland moest en dat ze die boot zou gaan missen als ze hier zouden blijven wachten. Oké nu snap ik wel waarom de chagrijnig waren. Ze zaten al vanaf half 4 in het busje en om half 6 waren we nog niet de stad uit. De bestuurder kon het weinig schelen en bleef wachten op de man. De Engelse vrouw belde naar het resort en legde de situatie uit. Het kwam er op neer dat de bestuurder van het busje moest opdraaien voor alle kosten wanneer zij de boot niet zouden halen. Nu realiseerde hij zich dat het niet goed was. Hij riep de man terug en reed met volle snelheid naar Port Barton. Hij reed als een bezetene, maar ze gingen de boot toch niet meer halen. Daarbij begon het ook nog te regenen en dus riep Joost dat hij normaal moest gaan rijden. Het werd al donker en we naderden een 'checkpoint'. De bestuurder stopte het busje en een andere man schoof de deur open. Hij scheen met z'n zaklantaarn naar binnen. 'Heeft er iemand mango's bij zich?' Vroeg de man in het Engels. We keken elkaar allemaal verbaast aan. 'Is er niemand die een mango heeft meegenomen, anders neem ik die nu in beslag'. Zei hij erachteraan. Niemand had mango's en we hadden allemaal geen idee waar dit op sloeg. De man scheen nog een paar keer met z'n zaklantaarn en liep toen weg. Achteraf hadden we gehoord dat het gaat om bepaalde insecten die in de mango's zitten. We reden weer verder naar Port Barton.

Plotseling hield de weg op. Er ging een smal grind weggetje verder. We werden door elkaar geschud in het busje en het wegdek werd steeds slechter. We reden bijna een half uur in de middle of nowhere. Ineens zagen we een paar lichtjes in de verte. De bestuurder zette het busje aan het eind van de weg stil. Zo, we zijn er! Wat een reis. De bestuurder van de boot van het resort had gewacht op de Engelse vrouwen. Ze waren dolblij en gingen naar het resort. Mikey werd opgewacht door een Israëlische vriend van hem. We namen afscheid en zochten een accommodatie. We liepen langs een restaurantje waar een transgender ons aansprak op een heel overdreven vrouwelijke toon. Joost moest z'n lach inhouden, ik vond het sneu en luisterde naar haar, ehh... hem. Hij vertelde dat hij nog een kamer vrij had, een cottage vlakbij het strand. We namen een kijkje. Het zag er wel ok uit. We namen de kamer, betaalden omgerekend 18 euro en gingen wat eten in een restaurantje. We waren allebei gesloopt. Om half 11 's avonds doken we ons bedje in. Ik ben benieuwd hoe het er hier uitziet. Morgen gaan we het zien! Welterusten

Melanie Driessen

19 chapters

16 Apr 2020

Op een onbewoond eiland...

April 15, 2016

|

Port Barton

Een nieuwe dag op Siargao eiland was aangebroken. Na een vlug en heerlijk ontbijtje bij ons resort pakten we onze tassen. Daarna stapten we in de 'banga' (klein langwerpig houten bootje) die we de avond ervoor geboekt hadden. Er waren geen andere mensen die zich hadden aangemeld voor het eilandhoppen, dus konden we de kosten niet delen. Niet dat het onwijs duur was, omgerekend 15 euro p.p. Opzich was het ook wel fijn, nu hadden we een privé tour naar 3 eilandjes.

Na een half uurtje varen kwamen we aan bij het kleine onbewoonde eilandje Guyam. Het was serieus maar 15m bij 15m. Een paar wuivende palmbomen, glinsterend helder blauw water en een zacht goudkleurig zandstrand, dat was Guyam. Na een duik in zee en 3x het eiland rond te hebben gelopen vertrokken we naar het volgende eiland, genaamd Daku. Het eiland Daku was maar een kwartiertje varen vanaf Guyam. Dit eiland was een stuk groter en er woonden ook mensen. Voor de kust van Daku was een surfbreak waar wat lokale mensen aan het surfen waren. Onderweg naar Daku sprong Joost in het water met z'n surfboard om een paar golven te pakken. Ik stapte uit op het strand. Er waren een paar houten hutjes met tafeltjes over het strand verspreid. Om alleen daar te mogen zitten betaalde je 600 peso (12 euro). Natuurlijk moesten we ook nog betalen om het eiland te betreden en betalen voor milieubelasting. Ach ja, het hoort erbij. Joost kwam terug van het surfen en we namen samen een duik in zee met de snorkels die we bij ons resort gehuurd hadden. Tijdens het snorkelen zag ik iets glinsteren in het zand. Ik dook er naartoe en zwom weer naar boven om het voorwerp te bekijken. Het was een zonnebril, een super mooi model. Joost vond hem ook gaaf. 'Made in Italy' stond er op. Ha, die is van mij!

Rond de middag verlieten we Daku eiland en maakten we nog een stop bij 'Naked Island'. Het was letterlijk 'naked' want het was alleen een witte zandplaat, verder helemaal niks. We liepen rond het eiland, kwamen nog een grote zeester tegen en stapten daarna weer de boot op. Zonder schaduw was het niet uit te houden daar. De terugweg duurde iets langer. Het was eb geworden waardoor we ver de zee op moesten varen. Op open zee waren de golven wilder en groter. Het kleine houten bootje waar wij op zaten was er gelukkig wel tegen bestand. Weer terug bij Ocean 101 namen we een uitgebreide lunch. We hoorden dat er de volgende dag een mooie kamer met eigen badkamer vrij zou komen dus die reserveerden we gelijk. We waren allebei rozig van de zoute zeelucht en bleven lekker bij het resort eten. Na een paar drankjes zochten we ons bedje op.

De volgende ochtend huurde ik ook een surfboard. De golven waren mooi en niet te hoog, wat prima was voor mij. Joost ging ook gezellig mee. We hadden een paar goeie golven gepakt en gestaan natuurlijk ;). Na anderhalf uur gingen we ontbijten. Joost kwam wat andere gasten tegen die naar 'Rock Island' gingen met de boot om daar te surfen. Het was ongeveer 45 min varen. De golven waren daar veel heftiger en braken op een rif. Dat was niks voor mij maar Joost ging met ze mee en kwam een paar uur later uitgelaten terug: 'Het was geweldig!' Zei hij. Het was tevens onze laatste dag op Siargao. We gingen 's avonds weer bij het super goede restaurant Kermit eten. Wederom was het hier volle bak. In de stromende regen kwamen we aan. Helemaal doorweekt schoven we aan het laatste tafeltje die nog vrij was. Ik nam een dubbele rum cola en had de lekkerste zelfgemaakte lasagne ooit! Joost had z'n pizza samengesteld en werd ook vers gemaakt in een stenen pizza oven. Wauw, die was ook top! Met een verzadigd gevoel gingen we terug naar het resort.

Om 4 uur 's nachts ging onze wekker. De backpacks waren al ingepakt. We stapten bij een jongen achter op z'n 3-persoons motor en reden naar de haven. We waren ongeveer een kwartier onderweg toen het met bakken uit de lucht kwam zetten. De tropische regenbui duurde nog wel een half uur. Doorweekt kwamen we aan bij de haven. Ik trok snel de regenhoes over m'n backpack. We kochten de tickets terug naar Surigao en stapten op een smal bootje. Aan boord zat een Nederlandse meid waar we de hele rit gezellig mee gekletst hadden. Om kwart over 8 's ochtends kwamen we aan bij Surigao. We wilden onze reis voortzetten naar het prachtige Palawan. De vliegtickets vanaf Surigao waren onbetaalbaar dus besloten we met de boot te gaan. Er stond ons dus nog een hele lange reis te wachten. De eerste bootreis ging om 7uur 's avonds naar Cebu. Dit was een reis van maar liefst 12 uur. We kochten de tickets en namen plaats in de wachtruimte van de haven. Uren verstreken en de dag leek nooit voorbij te gaan. Twee jongens namen ook plaats in de wachtruimte. Ze kwamen ons bekend voor. Joost vertelde mij dat zij in hetzelfde resort zaten als ons op Siargao. De ene jongen, een blonde surfer uit Engeland vertelde ons dat hij vanaf Cebu naar de hoofdstad Manila zou vliegen en daarna naar Australië om vervolgens vanaf daar de vlucht naar Tahiti te nemen om te gaan surfen. Wauw wat een reis! En de andere jongen, hij heet Mikey en komt uit Israël, vertelde dat hij vanaf Cebu naar Puerto Princesa (op Palawan) zou vliegen. Hij zij dat het drukke seizoen bijna voorbij was en dat daardoor de ticket prijzen dalen. Joost liep naar een internet café om te checken of er nog betaalbare vluchten vanaf Cebu naar Puerto Princesa gingen. Hij vond een vlucht van 70 euro p.p. Naar Puerto Princesa. Oké dat was nog wel te doen. We moesten allebei toegeven dat we echt totaal geen zin hadden om 3 bootreizen te maken van 12 uur en zelfs 1 van 24 uur. Joost wilde de vlucht boeken maar ik vond het niet zo'n goed idee om z'n credit card gegevens in te vullen op een openbare computer.

Het grote schip verliet de haven van Surigao en zette koers naar Cebu. Gelukkig hadden we wat extra betaald zodat we in airco ruimte zaten. Op het dek zonder airco was het zo massaal. Honderden stapelbedden vulden de benauwde ruimte. Wij zaten achter op het schip in de airco ruimte waar we wat meer comfort hadden. De bedden stonden wat verder van elkaar vandaan zodat je wat meer privacy had, de wc's waren schoon (in het begin), iedereen kreeg een dekentje, laken en kussen toegereikt en er was frisse lucht. Dat was niet het geval in de andere ruimte. We vielen eigenlijk allebei best snel in slaap. Midden in de nacht werden wakker van snurkende mensen om ons heen. Uiteindelijk hebben we zonder slaappil de hele nacht verder kunnen slapen.

Om 7 uur 's ochtends kwamen we aan in de haven van Cebu. We werden weer benaderd door tientallen mensen die ons wilden vervoeren voor belachelijke prijzen. We namen de Jeepney naar Parkmall, een groot winkelcentrum. Toen we aankwamen waren de deuren nog gesloten. We dronken een cappuccino bij 'Bo's Coffee', een soort Filippijnse Starbucks. Er was goede wifi. We besloten om de vliegtickets naar Puerto Princesa op de IPad te boeken. Het was allemaal gelukt en we waren opgelucht dat we vandaag nog zouden aankomen op Palawan. Het winkelcentrum ging open. We liepen een kledingwinkel binnen waar ze leuke en goedkope kleding verkochten. Ik kocht een gestreept jurkje en Joost een leuk hemd. Daarna pakten we de taxi naar het vliegveld.

Op het vliegveld checkten we onze backpacks in. We namen 2 pita broodjes kip als ontbijt. Plotseling kwamen we Mikey weer tegen die we op Surigao ontmoetten. We hadden ook nog dezelfde vlucht, wat een toeval. De vlucht duurde iets langer dan een uur. De tijd vloog letterlijk voorbij. Aangekomen bij de luchthaven van Puerto Princesa liepen we naar de bagageband. Ik had nog nooit zo'n kleine luchthaven gezien, er was 1 kleine bagageband en voor de rest niks. De Israëlische jongen zagen we niet meer, hij had ook alleen handbagage dus hij was waarschijnlijk al weg. Onze backpacks kwamen al snel. Net voordat we door de poort naar buiten liepen zag een grote poster wat mij een beetje onrustig maakte. Ik tikte Joost aan en hij had het ook niet verwacht. Er stond met grote dik gedrukte letters dat je moet uitkijken voor de zika mug. Er stonden allemaal plaatjes afgebeeld wat je wel en niet moest doen. Ik had me goed ingelezen over de Filippijnen maar dat de zika mug hier was wist ik echt niet en Joost ook niet. Naja goed beschermen en opletten.

Een Russische man sprak ons aan. hij had een bedrijf met minivans die ons naar onze bestemming konden brengen. We wilden naar het plaatsje Port Barton omdat we van veel backpackers er goede verhalen over gehoord hadden. We liepen met hem mee en namen plaats op een lounge bank in een restaurant. Hij zei dat z'n busje om 4 uur zou komen. Om half 5 kwam het busje aangereden. Er zaten 2 chagrijnige Engelse vrouwen achterin. Ik schoof de duur open en keek recht in de ogen van Mikey, onze Israëlische vriend. Weer toevallig! We stapten in en reden weg. De Russische man vertelde nog voordat we in stapten dat er alleen in de stad Puerto Prinseca banken zijn. Ik nam onderweg 20.000 peso op (400 euro) en daarna reden we verder. Onderweg moest de man naast de bestuurder even bellen buiten. Het duurde lang en de Engelse vrouw sprak de bestuurder aan. Ze zei dat ze bij Port Barton met de boot naar een ander eiland moest en dat ze die boot zou gaan missen als ze hier zouden blijven wachten. Oké nu snap ik wel waarom de chagrijnig waren. Ze zaten al vanaf half 4 in het busje en om half 6 waren we nog niet de stad uit. De bestuurder kon het weinig schelen en bleef wachten op de man. De Engelse vrouw belde naar het resort en legde de situatie uit. Het kwam er op neer dat de bestuurder van het busje moest opdraaien voor alle kosten wanneer zij de boot niet zouden halen. Nu realiseerde hij zich dat het niet goed was. Hij riep de man terug en reed met volle snelheid naar Port Barton. Hij reed als een bezetene, maar ze gingen de boot toch niet meer halen. Daarbij begon het ook nog te regenen en dus riep Joost dat hij normaal moest gaan rijden. Het werd al donker en we naderden een 'checkpoint'. De bestuurder stopte het busje en een andere man schoof de deur open. Hij scheen met z'n zaklantaarn naar binnen. 'Heeft er iemand mango's bij zich?' Vroeg de man in het Engels. We keken elkaar allemaal verbaast aan. 'Is er niemand die een mango heeft meegenomen, anders neem ik die nu in beslag'. Zei hij erachteraan. Niemand had mango's en we hadden allemaal geen idee waar dit op sloeg. De man scheen nog een paar keer met z'n zaklantaarn en liep toen weg. Achteraf hadden we gehoord dat het gaat om bepaalde insecten die in de mango's zitten. We reden weer verder naar Port Barton.

Plotseling hield de weg op. Er ging een smal grind weggetje verder. We werden door elkaar geschud in het busje en het wegdek werd steeds slechter. We reden bijna een half uur in de middle of nowhere. Ineens zagen we een paar lichtjes in de verte. De bestuurder zette het busje aan het eind van de weg stil. Zo, we zijn er! Wat een reis. De bestuurder van de boot van het resort had gewacht op de Engelse vrouwen. Ze waren dolblij en gingen naar het resort. Mikey werd opgewacht door een Israëlische vriend van hem. We namen afscheid en zochten een accommodatie. We liepen langs een restaurantje waar een transgender ons aansprak op een heel overdreven vrouwelijke toon. Joost moest z'n lach inhouden, ik vond het sneu en luisterde naar haar, ehh... hem. Hij vertelde dat hij nog een kamer vrij had, een cottage vlakbij het strand. We namen een kijkje. Het zag er wel ok uit. We namen de kamer, betaalden omgerekend 18 euro en gingen wat eten in een restaurantje. We waren allebei gesloopt. Om half 11 's avonds doken we ons bedje in. Ik ben benieuwd hoe het er hier uitziet. Morgen gaan we het zien! Welterusten

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.