Avonturen van Mel & Joost - Sri Lanka, Filipijnen & Indonesie

De tweede dag op Siquijor eiland was aangebroken. Na een simpel ontbijt aan het strand besloten we om een scooter te gaan huren en daarmee het eiland over te touren. Een paar dagen geleden had ik een heftige buikgriep opgelopen, maar dit was de ergste dag. Ik had geen zin om de hele dag niks te doen op het strand, dus sprong ik bij Joost achter op de scooter en reden we richting het dorpje Lazi. Af en toe moest Joost de scooter stop zetten omdat de krampen en steken te pijnlijk waren. We vervolgden onze tocht naar de Cambugahay watervallen. Het was prachtig daar! We liepen via een lange stenen trap naar beneden. Halverwege de trap zagen we tussen de tropische planten door het glinsterende knalblauwe water van de waterval. Met een stevig touw die vastgeknoopt zat aan een hoge boom slingerden we over het mooie blauwe water, en lieten we ons met een grote plons vallen.

Afgekoeld en wel liepen we terug naar onze scooter en reden we verder naar het hoogste punt van het eiland. De rit leek wel uit een Indiana Jones film. We reden door een groot natuur reservaat met ondoordringbare jungles, offroad weggetjes en bergtoppen met op de achtergrond een geluid van zingende vogels en andere tropische dieren. Wanneer we over een bergtop reden hadden we een waanzinnig uitzicht over het hele eiland. Onze route ging verder naar de Cantabon Caves. We waren al een hele tijd geen mens meer tegen gekomen en bij het entree bord van de grotten was ook niemand aanwezig. We daalden af over een pad door de jungle waar de ingang van de grot zou moeten zijn. Daar aangekomen zagen we nog steeds niemand. Er lag 1 helm en er was een klein verrot trappetje die daalde in een smal donker gat, wat de ingang voorstelde. Het zag er heel eng uit en we wisten niet of we hier wel levend uit zouden komen zonder gids of zaklamp. We hadden een gevoel alsof iemand ons in de gaten hield ergens in de bosjes, dus we snelden naar boven terug naar de scooter.

We reden het kleine dorpje San Antoino binnen. Hier zouden de bekende 'healers' moeten wonen. Na wat advies van de lokale bevolking reden we naar een houten huisje op een heuvel. De healer vrouw had tijd voor ons. We namen plaats op een bankje en ik vertelde dat ik last had van m'n buik. Ze liep de keuken in en was van alles aan het maken. Toen ze klaar was legde ze een hand op m'n buik en keek ze ernstig. Ze pakte allemaal gekke natuurlijke middeltjes en begon het uit te smeren over m'n buik. We gaven 200 Peso's als bedankje.

In de avond namen de krampen en steken weer erg toe en was Joost naar de lokale apotheek gegaan om medicijnen te halen. Gelukkig had ik zelf wat ORS mee, waardoor ik mij geen zorgen hoefde te maken over uitdrogingsgevaar. We gingen optijd slapen. De volgende dag hadden we op het strand gespendeerd. Joost was in de vroege ochtend naar de haven van Larena gereden om tickets voor de overtocht naar Bohol te kopen. In de namiddag reden we naar Larena om wat te eten. Daarna stapten we de boot op die om 7uur `s avonds de haven verliet. De boot was gigantisch en er waren wel een paar honderd stapelbedden aan boord waar mensen op sliepen. Wij zaten op een bankje. Om 10 uur kwamen we aan bij Tagbiliran, de haven van Bohol. Iedereen wilde je een (veel te duur) ritje aanbieden naar Panglao eiland, waar onze accommodatie was: Bohol Coco Farm. Een Duitse man sprak ons aan en vertelde dat we met hem, in zijn auto met privé chauffeur, mochten meerijden. Wat onwijs aardig was! We checkten in bij de Coco Farm en de vrouw wees ons een klein houten hutje aan wat onze slaapplaats voorstelde. Het was heel basic en de douche en toilet waren buiten. We deden nog een drankje met wat andere backpackers die ook op de Coco Farm verbleven en zochten daarna ons bedje op.

De volgende dag pakten we onze backpacks en gingen we naar Alona Beach, 6km van de Coco Farm vandaan. Het was een smal wit strand met veel resorts en barretjes, erg toeristisch. We vonden een goedkoop hotel en besloten hier 1 nacht te verblijven. Tijdens het lunchen ontmoetten we een aardige Engelse man waarmee we gezellig gekletst hebben. In de avond hebben we bij een Italiaans restaurant gegeten. Ik had weer super last van m'n buik dus gingen we niet te laat naar bed.

Vanochtend hebben we lekker goedkoop ontbeten bij Dunkin Donuts. Het is een internationaal bedrijf, maar volgens mij bestaat het (nog) niet in Nederland. Ze hebben super lekkere donuts en broodjes voor een goede prijs. We namen de Jeepney (echt tof, het is een Jeep zo hoog als een Mini Cooper en even lang als een Limousine) naar Tagbiliran. Vanaf daar pakten we de bus naar Loboc. We liepen langs de Loboc rivier naar onze accommodatie, wat ook aan die rivier ligt. De omgeving was schitterend! We slapen vanavond weer in een houten hutje maar dan met meer luxe. We hebben net in de blauw-groene langzaam stromende rivier gezwommen, wat heerlijk verfrissend was. Een blonde rasta man, de eigenaar van deze accommodatie, liet ons net een gigantische spin zien, die in zijn web aan het chillen was. Echt de grootste spin die ik ooit heb gezien!!! Net zo groot als Joost z'n hand. De spin was zwart-geel gelakt en had lange dunne poten. Hopelijk komt hij ons vannacht niet opzoeken, anders was dit mijn laatste blog.. ;) Morgen gaan we Stand Up Paddelen over de Loboc rivier met een gids. Dat schijnt de mooiste SUP tour te zijn van de Filipijnen. Dat belooft wat!

Melanie Driessen

19 chapters

16 Apr 2020

De Eilandhoppers

March 31, 2016

|

Loboc, Bohol, Philippines

De tweede dag op Siquijor eiland was aangebroken. Na een simpel ontbijt aan het strand besloten we om een scooter te gaan huren en daarmee het eiland over te touren. Een paar dagen geleden had ik een heftige buikgriep opgelopen, maar dit was de ergste dag. Ik had geen zin om de hele dag niks te doen op het strand, dus sprong ik bij Joost achter op de scooter en reden we richting het dorpje Lazi. Af en toe moest Joost de scooter stop zetten omdat de krampen en steken te pijnlijk waren. We vervolgden onze tocht naar de Cambugahay watervallen. Het was prachtig daar! We liepen via een lange stenen trap naar beneden. Halverwege de trap zagen we tussen de tropische planten door het glinsterende knalblauwe water van de waterval. Met een stevig touw die vastgeknoopt zat aan een hoge boom slingerden we over het mooie blauwe water, en lieten we ons met een grote plons vallen.

Afgekoeld en wel liepen we terug naar onze scooter en reden we verder naar het hoogste punt van het eiland. De rit leek wel uit een Indiana Jones film. We reden door een groot natuur reservaat met ondoordringbare jungles, offroad weggetjes en bergtoppen met op de achtergrond een geluid van zingende vogels en andere tropische dieren. Wanneer we over een bergtop reden hadden we een waanzinnig uitzicht over het hele eiland. Onze route ging verder naar de Cantabon Caves. We waren al een hele tijd geen mens meer tegen gekomen en bij het entree bord van de grotten was ook niemand aanwezig. We daalden af over een pad door de jungle waar de ingang van de grot zou moeten zijn. Daar aangekomen zagen we nog steeds niemand. Er lag 1 helm en er was een klein verrot trappetje die daalde in een smal donker gat, wat de ingang voorstelde. Het zag er heel eng uit en we wisten niet of we hier wel levend uit zouden komen zonder gids of zaklamp. We hadden een gevoel alsof iemand ons in de gaten hield ergens in de bosjes, dus we snelden naar boven terug naar de scooter.

We reden het kleine dorpje San Antoino binnen. Hier zouden de bekende 'healers' moeten wonen. Na wat advies van de lokale bevolking reden we naar een houten huisje op een heuvel. De healer vrouw had tijd voor ons. We namen plaats op een bankje en ik vertelde dat ik last had van m'n buik. Ze liep de keuken in en was van alles aan het maken. Toen ze klaar was legde ze een hand op m'n buik en keek ze ernstig. Ze pakte allemaal gekke natuurlijke middeltjes en begon het uit te smeren over m'n buik. We gaven 200 Peso's als bedankje.

In de avond namen de krampen en steken weer erg toe en was Joost naar de lokale apotheek gegaan om medicijnen te halen. Gelukkig had ik zelf wat ORS mee, waardoor ik mij geen zorgen hoefde te maken over uitdrogingsgevaar. We gingen optijd slapen. De volgende dag hadden we op het strand gespendeerd. Joost was in de vroege ochtend naar de haven van Larena gereden om tickets voor de overtocht naar Bohol te kopen. In de namiddag reden we naar Larena om wat te eten. Daarna stapten we de boot op die om 7uur `s avonds de haven verliet. De boot was gigantisch en er waren wel een paar honderd stapelbedden aan boord waar mensen op sliepen. Wij zaten op een bankje. Om 10 uur kwamen we aan bij Tagbiliran, de haven van Bohol. Iedereen wilde je een (veel te duur) ritje aanbieden naar Panglao eiland, waar onze accommodatie was: Bohol Coco Farm. Een Duitse man sprak ons aan en vertelde dat we met hem, in zijn auto met privé chauffeur, mochten meerijden. Wat onwijs aardig was! We checkten in bij de Coco Farm en de vrouw wees ons een klein houten hutje aan wat onze slaapplaats voorstelde. Het was heel basic en de douche en toilet waren buiten. We deden nog een drankje met wat andere backpackers die ook op de Coco Farm verbleven en zochten daarna ons bedje op.

De volgende dag pakten we onze backpacks en gingen we naar Alona Beach, 6km van de Coco Farm vandaan. Het was een smal wit strand met veel resorts en barretjes, erg toeristisch. We vonden een goedkoop hotel en besloten hier 1 nacht te verblijven. Tijdens het lunchen ontmoetten we een aardige Engelse man waarmee we gezellig gekletst hebben. In de avond hebben we bij een Italiaans restaurant gegeten. Ik had weer super last van m'n buik dus gingen we niet te laat naar bed.

Vanochtend hebben we lekker goedkoop ontbeten bij Dunkin Donuts. Het is een internationaal bedrijf, maar volgens mij bestaat het (nog) niet in Nederland. Ze hebben super lekkere donuts en broodjes voor een goede prijs. We namen de Jeepney (echt tof, het is een Jeep zo hoog als een Mini Cooper en even lang als een Limousine) naar Tagbiliran. Vanaf daar pakten we de bus naar Loboc. We liepen langs de Loboc rivier naar onze accommodatie, wat ook aan die rivier ligt. De omgeving was schitterend! We slapen vanavond weer in een houten hutje maar dan met meer luxe. We hebben net in de blauw-groene langzaam stromende rivier gezwommen, wat heerlijk verfrissend was. Een blonde rasta man, de eigenaar van deze accommodatie, liet ons net een gigantische spin zien, die in zijn web aan het chillen was. Echt de grootste spin die ik ooit heb gezien!!! Net zo groot als Joost z'n hand. De spin was zwart-geel gelakt en had lange dunne poten. Hopelijk komt hij ons vannacht niet opzoeken, anders was dit mijn laatste blog.. ;) Morgen gaan we Stand Up Paddelen over de Loboc rivier met een gids. Dat schijnt de mooiste SUP tour te zijn van de Filipijnen. Dat belooft wat!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.