Ecuador 2015

De driver was alweer vroeg bij het hotel en we vertrokken naar het Quilatoameer. Dit is een uitgesleten kratermeer met een turquoise kleur. De Indiaanse naam betekent de teint van Toa (een prinses). Om daar te komen stegen we eerst weer naar zo'n 4000 meter over een nieuw aangelegde weg. De wegen worden mooier in verband met het ontluikend toerisme, al zien we nog steeds niet zoveel toeristen, behalve -zoals overal op de wereld - Nederlanders. Boven gekomen bleken we de eerste bezoekers van de dag te zijn. De driver parkeerde de auto op een leeg parkeerterrein en we liepen via een aangelegd parkje (aangelegd in verband met de te verwachten toeristenstroom) naar de rand van de krater. Het waaide heel hard en was koud, maar we hadden een adembenemend uitzicht over het

Louise van den Broek

25 chapters

Kleurrijk Ecuador

July 18, 2015

|

Baños

De driver was alweer vroeg bij het hotel en we vertrokken naar het Quilatoameer. Dit is een uitgesleten kratermeer met een turquoise kleur. De Indiaanse naam betekent de teint van Toa (een prinses). Om daar te komen stegen we eerst weer naar zo'n 4000 meter over een nieuw aangelegde weg. De wegen worden mooier in verband met het ontluikend toerisme, al zien we nog steeds niet zoveel toeristen, behalve -zoals overal op de wereld - Nederlanders. Boven gekomen bleken we de eerste bezoekers van de dag te zijn. De driver parkeerde de auto op een leeg parkeerterrein en we liepen via een aangelegd parkje (aangelegd in verband met de te verwachten toeristenstroom) naar de rand van de krater. Het waaide heel hard en was koud, maar we hadden een adembenemend uitzicht over het

meer. De kleur veranderde met de minuut afhankelijk van de zon en de wind. We zagen hoe de wind wervelingen en rimpelingen in het water maakten. Je kunt er via een pad naar beneden wat vrij gemakkelijk is, maar je moet ook weer naar boven wat een hele klus is. Later op de dag zou je met een ezeltje of paard naar boven kunnen maar we waren nu nog te vroeg. En met de wandeling van gisteren en eergisteren nog in de benen besloten we alleen een eind langs de krater te lopen wat echt heel mooi was.

Terug in de auto reed onze chauffeur ons naar Zumbahue waar op zaterdag een grote indianenmarkt is. Uit allerlei dorpjes uit de bergen komen de mensen naar deze stad voor zowel de dieren- als de warenmarkt. Geen markt voor toeristen zoals in Otavalo, maar de markt voor de mensen zelf. We hebben daar een paar uurtjes rondgedwaald. De kooplui en de kopers waren allemaal gekleed in warme poncho's en met donkere hoeden op. Moeders hadden hun kleine kinderen op de rug gebonden en overal stonden groepjes mensen te praten en te lachen. De dierenmarkt was bijna afgelopen maar we zagen nog schapen en kippen en Alpaca's, een soort lama maar dan met meer haar.

De warenmarkt was nog in volle gang. Het was een drukke en kleurige bedoening. Ze verkochten er alles: van fruit (vooral veel bananen), allerlei soorten rijst en meel, tot kleding (poncho's, sjaals, omslagdoeken, geborduurde rokken), hoeden en alles wat je verder maar aan boodschappen kunt bedenken. Overal zagen we eetstalletjes waar mensen achter grote borden aardappelen of rijst met vlees zaten. De chauffeur vertelde dat veel mensen al heel vroeg naar de dierenmarkt waren gekomen dus om een uur of negen in de ochtend al zin hadden in een stevige maaltijd.

Natuurlijk hebben we zelf ook het een en ander gekocht. Zo hadden

we onze zinnen gezet op een groot tafelkleed voor op onze tafel thuis. Dat bleek nog lastig te zijn, want onze maat was er nergens bij. Blijkbaar hadden de mensen dit aan elkaar doorverteld want opeens kwam een man naar ons toe met de boodschap dat hij grote kleden had. En na wat wikken en wegen en natuurlijk afdingen hebben we nu een mooi kleurig tafelkleed in onze koffer zitten.

Binnen bleek nog vlees te worden verkocht en zagen we mensen die met een of meerdere uitgebeende koeien of andere dieren stonden. Ook werden hele koeienkoppen verkocht en zagen we een stapel varkensoren liggen.

De mensen in deze streek zijn klein van stuk dus wij torenden boven hen uit, wat ook nog een aparte ervaring was. In Nederland kennen wij dit allebei niet.

Na de markt hadden we nog een lange tocht voor de boeg op weg naar Baños, onze volgende pleisterplaats. Onderweg reden we in de regen en de mist of in de wolken. Na een paar uur rijden, onder andere over de Pan Americano, de weg die gaat van het zuiden van Argentinië tot Alaska, kwamen we in het plaatsje Baños. Dit stadje is bekend vanwege de nog steeds actieve vulkaan waar het bij ligt en de vele warmwaterbronnen. Wij bleken in een hotel hoog boven het stadje te moeten zijn, op de flank van de vulkaan. Omdat we hier drie nachten verblijven had Riksja voorgesteld om wat meer comfort te nemen. Nou, dat was niets te veel gezegd. We hebben een romantische suite, met grote ramen en een terrasje met uitzicht over een natuurgebied. Er is hier een Spa en er zijn enkele zwembaden waar we al gebruik van hebben gemaakt. Een café met uitzicht over de stad en goed internet.

We hebben een balzaal van een kamer met muurschildering en open haard, een uitgebreide badkamer en een jacuzzi. Hier vandaan gaan we zondag en maandag het stadje verkennen en wandelen en fietsen. Voelt niet verkeerd!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.