Vanmorgen deden we het wat rustig aan omdat het constant wisselen van hotel en de lange afstanden wat begonnen te wegen. Wat later dan anders verlieten we Prince George en daarmee lieten we ook de prachtige Rocky Mountains achter ons.
We weken zo een 60 km af van de route om Fort St James Historic Park te bezoeken. Onderweg zagen we plots een coyote oversteken. Hoewel hij zich nog even omdraaide om ons te bekijken, hebben we hem toch niet kunnen fotograferen.
Op de parking van de historische site ontmoetten we een Belgisch koppel die we al van aanvang niet erg sympathiek vonden. Toen ze
myriam_liekens
19 chapters
16 Apr 2020
July 30, 2017
Vanmorgen deden we het wat rustig aan omdat het constant wisselen van hotel en de lange afstanden wat begonnen te wegen. Wat later dan anders verlieten we Prince George en daarmee lieten we ook de prachtige Rocky Mountains achter ons.
We weken zo een 60 km af van de route om Fort St James Historic Park te bezoeken. Onderweg zagen we plots een coyote oversteken. Hoewel hij zich nog even omdraaide om ons te bekijken, hebben we hem toch niet kunnen fotograferen.
Op de parking van de historische site ontmoetten we een Belgisch koppel die we al van aanvang niet erg sympathiek vonden. Toen ze
begonnen te bluffen over het aantal beren dat ze al hadden gezien en eraan toevoegden dat je daarvoor natuurlijk goed moest uitkijken, hadden ze helemaal afgedaan.
We startten ons bezoek met een maaltijd want het was ondertussen al bijna twee uur ’s middags. Daarna bekeken we eerst een introductiefilmpje, maar het echt interessante deel waren de authentieke houten huizen waar pelsjagers kwamen kopen en verkopen. Acteurs die gekleed waren zoals de mensen in 1896, gaven zeer interessante uitleg en de hele entourage gaf een zeer duidelijk beeld van de manier waarop de mensen toen leefden. De hele pelshandel is blijkbaar ontstaan omdat de Victoriaanse Engelsen die iets of wat betekenden, een dure hoed wilden, gemaakt van bevervilt als statussymbool. De First Nations mensen die hier woonden, waren hoofdzakelijk vissers. Ze jaagden enkel op bevers en andere pelsdieren om in hun noden te voorzien. Door de komst van de blanke pelshandelaars en jagers veranderde heel hun levensstijl. Ze konden goederen van de blanken kopen in ruil voor een volledig geprepareerd bevervel dat afkomstig was van een bever die in de winter gedood was. Enkel dan had de beverpels een donzige onderlaag die vervilt kon worden. Het afschrapen van alle spier- en vetweefsel werd met een mes gedaan of met de tanden. Dat laatste werd beter betaald. Naast het vangen van bevers en andere pelsdieren hadden de Indianen ook een taak als carrier people. Ze
droegen op hun rug twee ladingen van 50 kg samengeperste beverpelsen naar de trein.
Het gebouw waar alle pelsen bewaard werden vooraleer ze werden getransporteerd, was echt de moeite. De pelsen die er aan het plafond hingen en in stapels op de vloer lagen, waren 40 jaar oud, maar dat zag je er niet aan. Er hingen ook trosjes gedroogde geurklieren van bevers. Daarmee smeerden de trappers hun vallen in om de bevers te lokken.
We vernamen ook dat scheikundigen al lang een middel hebben gevonden om de pijnbomen te beschermen, maar het product zelf is erg duur en de man-uren om elke boom te injecteren zijn waarschijnlijk onbetaalbaar. Enkel eigenaars van golfterreinen, en die zijn er hier heel veel, laten hun bomen behandelen.
Het fort is gelegen aan een groot meer en in de winter kan je er met de auto op rijden omdat het ijs dan meters dik is, zelfs nu de winters minder streng zijn. Dat alles vertelde een jongeman ons die duidelijk hoorde tot de First Nations en daar op een bescheiden manier trots op was.
De officier die de leiding had over het fort, woonde in een zeer groot huis dat vrij luxueus was ingericht voor die tijd. Elke zondag had zijn vrouw de gewoonte om gasten uit te nodigen op de thee. Ook voor ons werd er al een tafel gedekt met een zeer mooi servies, maar spijtig genoeg konden we niet blijven omdat we nog een lange rit voor de boeg hadden.
We reden door een landschap met grote vlaktes omgeven door zacht glooiende heuvels. Enorme weilanden vol hooirollen, bossen, hier en daar een klein groepje huizen of wat daar moet voor doorgaan, vormden het decor voor onze rit. Je ziet hier wel mooie huizen, maar de overgrote meerderheid lijkt erg op stacaravans. Auto’s, aanhangwagens, roestige werktuigen staan er dan slordig rond. Jan noemt dat koterijen. We zijn verwend geraakt door de indrukken die we tot hiertoe op onze reis hebben gehad. Deze rit vonden we niet zo speciaal.
Morgen rijden we naar Prince Rupert.
Veel plezier in Sevilla, Lien en Pieter-Jan!!!
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!