Canada

Vanmorgen ben ik heel stilletjes in alle vroegte opgestaan. Ik liet een briefje achter bij slapende Jan en ging op pad om in het ochtendgloren dieren te zien. Op aanraden van de receptionist die nog vroeger wakker was dan ik, wandelde ik langs de rivier richting park. Ik zag op de heenweg in de modder duidelijk sporen van hert-achtigen, maar verder niets. In het park stonden de sproeiers volop aan en bovendien kwam nog een lawaaierige straatveger langs. Onverrichterzake wandelde ik terug naar het hotel, opnieuw langs de rivier. En daar zag ik hen, aan de overkant van de rivier, enkele volwassen karibou met een jong dier erbij. Dat gaf echt een

myriam_liekens

19 chapters

16 Apr 2020

Naar Jasper

July 28, 2017

|

76 Connaught Drive Jasper

Vanmorgen ben ik heel stilletjes in alle vroegte opgestaan. Ik liet een briefje achter bij slapende Jan en ging op pad om in het ochtendgloren dieren te zien. Op aanraden van de receptionist die nog vroeger wakker was dan ik, wandelde ik langs de rivier richting park. Ik zag op de heenweg in de modder duidelijk sporen van hert-achtigen, maar verder niets. In het park stonden de sproeiers volop aan en bovendien kwam nog een lawaaierige straatveger langs. Onverrichterzake wandelde ik terug naar het hotel, opnieuw langs de rivier. En daar zag ik hen, aan de overkant van de rivier, enkele volwassen karibou met een jong dier erbij. Dat gaf echt een

fantastisch gevoel. Een andere wandelaar had ze naar de overkant zien zwemmen. Jan had spijt dat ik hem niet wakker had gemaakt, maar hij rijdt alle lange afstanden en heeft zijn nachtrust wel nodig.
We startten de rit naar Jasper om 9 uur. Niemand haalde ons in; dat vonden we vreemd. Wij houden ons altijd aan de snelheidsbeperkingen, maar worden constant voorbijgestoken, zelfs door zwaar geladen vrachtwagens in een afdaling. Na een tijdje zagen we twee auto’s van de Highway Patrol. Zodra die uit het oog verdwenen, lapten de Canadezen de snelheidsbeperkingen weer aan hun laars.
We volgden de Icefield Parkway, volgens onze reisgids een onvergetelijke ervaring en dat was ook zo. We hadden de indruk dat we in een documentaire waren terecht gekomen, zo mooi. Bij Columbia Icefield hielden we halt. Onvoorstelbaar massatoerisme, waar wij natuurlijk ook onze bijdrage toe leverden. Aanschuiven voor eten in een gigantische hamburgertent, aanschuiven voor een ticket om met een speciale ijsbus de gletsjer op te gaan. Dat bleek enkel als combiticket te koop met de skywalk in het pakket inbegrepen. Het ticket gaf ons pas toegang om kwart voor vier, zo hadden we nog wat tijd om op het zonneterras iets te drinken. De hoogtezon werd ons al gauw teveel en vanuit de schaduw genoten we van het adembenemende uitzicht op de verschillende gletsjers. Ruim op tijd stonden we klaar om aan het avontuur te beginnen.

Gids Paige, een jonge studente geologie, reed met onze ijsbus, een echt gevaarte, naar de gletsjer en ondertussen gaf ze op een humoristische manier uitleg. Op de boomgrens zijn de dennen vrij klein, maar wel tussen de 500 en 700 jaar oud. Ze krijgen maar 60 tot 90 dagen per jaar de tijd om te groeien. Net voorbij de boomgrens groeit nog wat mos. Als het mos de grootte van een hand heeft, dan heeft het er al 30 jaar opzitten. Op de gletsjer zelf mochten we uitstappen, maar we moesten wel binnen een aangeduid gebied blijven. Paige had zo dicht bij de afbakening geparkeerd dat heel onze bus onwetend op verboden terrein stond. We werden snel en kordaat teruggeroepen door een andere vrouwelijke gids. De drukte en het vette eten in het restaurant, de wachttijden en de massa’s

toeristen hebben we graag getrotseerd, want het was een unieke ervaring om op het ijs te staan omgeven door reusachtige bergen. Aan de horizon begon het echte Columbia Icefield, dat we enkel zagen zoals een klein kind de rand van een tafel ziet en enkel kan vermoeden hoe groot het tafelblad zelf is. Bovenop de bergen in de verte lag een ijslaag. Het leek witte suiker op een koffiekoek. Paige vertelde ons dat het een laag van 100 m was, overweldigend!
Een gewone bus bracht ons naar een boogvormige constructie die aan de bergwand is bevestigd en waarvan de bodem uit dik glas bestaat. Toch een beetje griezelig als je op 30m van de bergwand boven een ravijn van 300m dwars door de vloer naar beneden kan kijken.
Ijsbussen, skywalk, sightseeing in de hele omgeving, het is allemaal in handen van het bedrijf Brewster, ooit gesticht door twee broers die toeristen met een slee naar de gletsjer brachten.
Ondertussen was het al een stuk later en Jasper, onze

eindbestemming, lag nog op meer dan 100 km verder. Tijd dus om te vertrekken. Dankzij Paige beseften we dat we langs the Endless Chain Ridge reden, een 25km lange bergketen die uit veel sterker gesteente bestaat dan de rest van de Rockies. Brewster ijsbus had ooit een astronaut als passagier, die vertelde dat hij the Endless Chain gemakkelijk kon herkennen vanuit de ruimte.
Langzaamaan zakte de zon en we hoopten nog dieren te spotten. We hadden ons alle moeite kunnen besparen, want, zoals Raf ons verteld had, zagen we van ver de geparkeerde auto’s staan. Toeristen stonden druk te fotograferen. Een prachtige wapiti stond vlakbij rustig te grazen. Naast tientallen foto’s hebben we zelfs een selfie kunnen maken.
Jasper is een stadje voor Elias. Het ligt vlak bij een spoorweglijn, deze keer niet de Pacific, maar Canada International. Ons hotel ligt er recht tegenover. Midden in de stad staat een pracht van een gitzwarte oude locomotief.
Toen we in ons hotel aankwamen, kregen we totaal onverwacht een upgrade. Vannacht slapen we in een suite. Van een upgrade gesproken!!!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.