Mascarenen

Dag 7. Weer: zon, wind 24 °C. Onderdak: Mountain View.
Gereden: 111 km. Gelopen: 3 km.

We moesten vanmorgen eerst boodschappen doen, want gisteren was de supermarkt in ons plaatsje gesloten. We hadden dus niets voor het ontbijt in huis. Na de boodschappen en het ontbijt zijn we wat later op weg gegaan dan normaal. Het was prachtig zonnig weer. Wel was

lilytocila

15 chapters

15 Apr 2020

La Gaulette: autorit zuidelijke deel van het eiland

September 08, 2014

Dag 7. Weer: zon, wind 24 °C. Onderdak: Mountain View.
Gereden: 111 km. Gelopen: 3 km.

We moesten vanmorgen eerst boodschappen doen, want gisteren was de supermarkt in ons plaatsje gesloten. We hadden dus niets voor het ontbijt in huis. Na de boodschappen en het ontbijt zijn we wat later op weg gegaan dan normaal. Het was prachtig zonnig weer. Wel was

er nog steeds een harde wind. We hebben vandaag de zuidkant van Mauritius verkend. We reden eerst in oostelijke richting de bergen in. Het Savannegebergte bleek een flink bebost bergmassief te zijn. De eerste stop was bij de Chamarelwaterval en de Terres de Couleurs (Gekleurde Aarde). Voor de toegang tot dit gebied moesten we betalen. Via een vrij slechte weg kwamen we aan bij de Terres de Couleurs. Hier lag een groot en onbegroeid gebied dat flink was geërodeerd. Daardoor waren allemaal ronde ruggen ontstaan in diverse kleuren. Het was vulkanische grond waarbij de verschillende mineralen de kleuren veroorzaakten. De kleuren zaten tussen rood en roodbruin. Dit moest een heel belangrijke toeristische attractie zijn. Het was inderdaad mooi met de frisgroene berghellingen op de achtergrond, maar we hadden dit soort fenomenen al eerder gezien en met meer uitgesproken kleuren. Toch bleven de ronde ruggen van vulkanisch gruis mooi om te zien. Ook hier hadden ze reuzenschildpadden. Deze soort, afkomstig van de Seychellen, lijkt

erg veel op de oorspronkelijke soort die op dit eiland leefde en door voornamelijk de Nederlanders is uitgeroeid. Zeelui dachten vroeger dat het vlees tegen scheurbuik beschermde en ze konden ze lang in leven houden, dus vers vlees. De grootsten waren meer dan 100 jaar oud. De paar schildpadden die de Nederlanders overlieten, werden tenslotte door de Fransen totaal uitgeroeid. De volgende bezienswaardigheid was de Charamel waterval. Deze waterval stortte zo’n 100 meter naar beneden vanaf een steile vulkanische richel. Je kon er helaas niet dichtbij komen. We reden verder en kwamen bij Gorges uitzichtpunt. Hier had je van een hoge richel een prachtig uitzicht over het Black River natuurreservaat. Het was een langgerekt dal, uitgesleten door de rivier. Aan beide zijden waren hoge bergen die zwaar waren bebost. Opvallend waren de verschillende soorten groen. Hierna gingen we kijken bij de Alexandra waterval. Deze was beduidend bescheidener van hoogte dan de vorige. Terug bij de auto werden we aangesproken door een man in zijn auto. Hij wilde weten

waar we vandaan kwamen en hoe we zijn eiland vonden. We raakten in een geanimeerd gesprek. Hij vertelde dat hij assistent van de president was en vandaag een vrije dag had. Hij reisde veel door zijn werk en was net terug uit Frankfurt. Toen hij van onze verdere reisplannen hoorde, bood hij aan om de vliegtickets naar Rodrigues te geven. Die hadden we echter al. Als alternatief konden we twee flessen met drank krijgen, gemaakt van lychees. Volgens hem was dat uniek. Er werden maar spaarzaam flessen van aangemaakt. Als ambtenaar van het eiland kon hij hier toch wel aankomen. Maar eerst zouden we gezamenlijk naar Grand Bassin gaan. Hij was van oorsprong Indiër en een hindoe en wilde daar gaan bidden. Grand Bassin is namelijk voor de hindoes op Mauritius een heilig meer. Volgens de legende liet Shiva hier een paar druppels Ganges water vallen in een oude krater. Hierdoor werd een meer gevormd met het heilige Ganges water. Elk jaar is er een enorm festival, het grootste Shiva festival buiten India. Onderweg hier naar toe kregen we een

beetje kriebels van onze nieuwe “vriend”. We zijn door de ervaring met Indiërs een beetje achterdochtig geworden. Zonder te willen generaliseren hebben we toch op veel plaatsen vervelende ervaringen gehad met aardige Indiërs die je uiteindelijk altijd een loer probeerden te draaien of je een winkel van een broer, zoon, vriend of ander familielid inloodsten. We liepen met de man de tempel in en hij vertelde over alles wat er te zien was. We hadden al twee keer in India gereisd, dus wisten al veel van de gebruiken en de goden. Hij ging bidden en wij konden gaan rondkijken. Als we terugkwamen, zouden we onze flessen drank krijgen. We stonden op de kraterrand waar bij de ingang van het tempelcomplex twee grote beelden stonden, waarvan een van Shiva was. Beide beelden waren ingepakt in steigers. Over steigers hebben we al eerder geschreven. Daar hebben we er al heel veel van gezien. In de tempel was een ceremonie bezig met twee mensen die werden gezegend. Er waren natuurlijk allemaal offergaven zoals fruit en bloemen. Achter de tempel liep een

grote trap onder een versierde poort door naar het kratermeer. In het water waren families aan het bidden en offergaven werden aan de kant of in het water gelegd. Bananen met wierookstaafjes er in, kokosnoten die werden stukgeslagen, bloemen en kleine olielampjes werden het meest gebruikt. Ook lagen er in het water afbeeldingen van goden, dus niet alleen Shiva, maar ook Ganesh de olifantgod of Hanuman de aapgod. Er zaten hier ook echte apen, makaken, in de bomen. We konden ze nu goed bekijken. We hadden van de man twee bananen gekregen die hij van een schaal met offergaven had gepakt. Die waren nu voor de apen. Een paar jonge apen gristen de bananen weg en begonnen ze smaakvol op te eten. Aan de andere kant van het meer was nog een tempel en er stonden diverse godenbeelden. Ook hier waren meerdere mensen aan het bidden en offeren. In het water zwommen heel veel vissen. Net als de apen zouden die wel profiteren van de offergaven. We hebben aan de waterkant ons broodje opgegen. We zagen twee apen waarvan de ene de andere vlooide. Het

was vermakelijk om het gelukzalige gezicht van de gevlooide aap te zien. We konden er vlak bij komen. Een andere aap was daar wat minder op gesteld en begon gelijk te grommen en dreigen met ontblootte tanden. Soms kunnen de apen hier echt vervelend zijn als je eten bij je hebt. Ze zijn dan zo brutaal als wat. We liepen terug naar onze auto. De man stond al op ons te wachten. En toen kwam de aap uit de mouw. We moesten de flessen lichees drank kopen. Ze kostten maar € 50 bij elkaar, heel goedkoop volgens hem. Hij verzekerde ons dat het een heel speciaal drankje was waar bijna niet aan te komen was. Toen we beleefd weigerden daalde de kosten met de helft, maar wij hadden onze bekomst van hem. Weer een oplichter, charmant en geslepen, maar weer een “Indiërsstreek”. We reden weg en hebben de man gelukkig niet meer gezien. Vanaf hier reden we naar de zuidkust. We kwamen hierbij door een paar grote theeplantages. Bij het plaatsje Souillac lag la Roche qui Pleure, de Huilrots. Het bleek een prachtig bebost stuk ruige kust te zijn waarop de wilde golven van de

Indische Oceaan op stuk sloegen. De rots kreeg zijn naam omdat een stuk op een mannengezicht lijkt. Als het door de golven werd overspoeld, huilde de man. Dat deed hij nu zeker. De harde wind kwam recht uit zee, dus er waren echt grote golven die hoog tegen de steile rotswanden opspoten. We hebben een eindje over de steile kliffen gelopen naar de monding van de rivier Bain des Negresses (negerinnenbad). Langs de kust zijn we terug gereden naar ons appartement. De laatste stop was bij de meest zuidwestelijke punt van het eiland, een schiereiland met een 556 meter hoge vierkante berg. Het markante silhouet hadden we gisteren ook al van verre gezien. Aan de voet van deze berg lag een aantal hele luxe resorts. Bij de meest westelijke punt was een surfgebied. Het wemelde er van de wind- en kitesurfers. We zaten niet meer ver van ons onderkomen. Half vijf kwamen we binnen en hadden weer een prachtige tocht achter de rug. Het was de eerste dag zonder regen, al dreigde het wel een paar keer. We zijn weer naar hetzelfde restaurant geweest. Er was ook niet veel keus, maar dat was niet erg. Het eten smaakte er erg goed. Vooraf kregen we weer stokbrood met zoute boter en twee bakjes groenten. Het ene bakje bevatte klein gesneden groenten die wel wat aan atjar tjampoer deden denken maar dan veel minder zuur. Het andere zat vol met heerlijk bereide stukjes aubergine, zeer smakelijk. Deze keer namen we beiden dorades. We weten nog steeds niet welke vis dit is, maar ze worden zeker meer dan een meter groot volgens de ober. Het waren flinke moten stevige vis die was gegrild. Er overheen lag een erg lekkere saus. Gegrilde en gesmoorde groenten hoorden er bij. Voldaan liepen we weer naar onze kamer.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.