Mascarenen

Dag 6. Weer: zon, wind, regen 24 °C. Onderdak: Mountain View.
Gereden: 119 km. Gelopen: 6 km.

Vanmorgen zijn we vertrokken uit Grand Baie. We zijn langs de kust naar het zuiden gereden. We zagen gelijk in het begin van de tocht een mangoest de weg oversteken. We waren op zoek naar vuurtorentjes die er volgens de kaart moesten zijn. Dat bleken geleidelichten te zijn. Eén vonden we bij toeval omdat we naar een vogelreservaat reden. Dat viel een beetje tegen. Het was een baai die

lilytocila

15 chapters

15 Apr 2020

Grand Baie – La Gaulette

September 07, 2014

Dag 6. Weer: zon, wind, regen 24 °C. Onderdak: Mountain View.
Gereden: 119 km. Gelopen: 6 km.

Vanmorgen zijn we vertrokken uit Grand Baie. We zijn langs de kust naar het zuiden gereden. We zagen gelijk in het begin van de tocht een mangoest de weg oversteken. We waren op zoek naar vuurtorentjes die er volgens de kaart moesten zijn. Dat bleken geleidelichten te zijn. Eén vonden we bij toeval omdat we naar een vogelreservaat reden. Dat viel een beetje tegen. Het was een baai die

uitmondde in een moerasgebiedje. Er was geen vogel te zien op één wulp na. In de trektijd moesten hier wel veel vogels zitten. Een echte vuurtoren vonden we bij Pointe aux Caves, een stuk zuidelijker. Dit was een klassieke rood-witte, ronde toren van 30 meter hoogte. Alleen met toestemming mocht je er dicht bij komen. Die hadden we niet, maar ik legde uit dat we ook op een eiland woonden dicht bij een vuurtoren. Als we een fooitje voor de torenwachters achterlieten, mochten we naar binnen en ook op de toren. Daar ging het dus om. Via een steil wenteltrapje liepen we omhoog. Halverwege was een fresnellens met lamp die door een spleet met rood glas scheen. Dat was een belangrijk geleidelicht voor de haven van Port Louis. Helemaal bovenin zat de draaiende fresnellens en lamp van het torenlicht. Ze lieten ons hier gewoon naar toe gaan zonder begeleiding. Dat was wel opmerkelijk. Buiten kon je op een overloop rondlopen om de omgeving te bekijken. De kust was ruig en rotsig. Er moesten hier ook veel grotten zijn in de rotskust. We zagen wel een

uitstekende rotsrichel met een groot gat er in. Het was een soort natuurlijke brug. Na dit bezoek reden we verder naar het zuiden. Halverwege de tocht hebben we bij een stalletje wat gegeten. Het waren gestoomde balletjes van een soort kleefrijst met groenten en vlees er in. Deze snack smaakte prima. In Flic en Flac, een oud plaatsje, maar nu door toeristen ingenomen, hebben we een eind langs het strand gelopen. De naam van deze plaats is Oudnederlands en is een fonetische weergave van de slagen op met geitenvel bespannen trommels van de slaven. Leuk om zoveel overblijfselen vanuit onze VOC-tijd terug te zien. Naast oude bouwwerken van de Nederlanders waren er nog steeds namen van plaatsen in gebruik die door onze voorvaders waren gegeven en nog steeds werden gebruikt, ondanks de Franse en Engelse overheersing. Het was druk op het strand van Flic en Flac. Het was natuurlijk ook zondag. Hele families zaten er met tentjes en overkappingen van zeildoek of plastic. Ze hadden veel eten en drinken mee en iedereen was vrolijk, deed

spelletjes. Bij een groep waren ze aan het dansen op trommelmuziek. Het zag er allemaal heel vrolijk uit. Op het strand zagen we ook allemaal kleurige vogels. De meeste hadden we al gezien bij ons vorige hotel, zoals de parmantige roodoorbuulbuuls (rood oor buul buul). Deze hadden een zwarte rug en witte bef en op hun kop stond een prachtige kuif. De naam kregen ze door de twee helrode vlekken aan de zijkant van hun kop. De Indiërs hadden natuurlijk hun beo’s meegenomen. Op veel plekken in de wereld waar veel Indiërs naar toe zijn gegaan, kom je deze exoten tegen. De grote textorwever, een fraai geel gekleurde wevervogel met een zwarte bles over de kop viel ook op. Ze bouwen prachtige bolvormige, geweven nesten in kolonies. Ook zagen we kleine zwarte vogeltjes met een felrode snavel en een rood masker. De naam daarvan konden we nog niet vinden. Kortom, genoeg te zien op dit gebied. Vanaf hier reden we door naar ons appartement in La Gaulette aan de zuidwestkust. We kwamen nu in een heel ander gebied. Dit was het berggedeelte van Mauritius met

het bekende Black River nationale park. Langs de kust lagen allemaal zoutpannen, keurige vierkante vijvers met natuurstenen dammetjes. Het was hier ook begroeider. Ons appartement lag aan de voet van de bergen. Het was flink groot, dus we hadden voldoende ruimte voor onze spullen. Er was hier verder niet zo veel te doen. Zo was er maar één restaurant. Daar hebben we ’s avonds gegeten. Lily nam rundvlees gestoofd in een tomatensaus en ik koos voor een lamscurry, een traditioneel Creools gerecht. Het rundvlees was zeer mals, het lam helaas erg taai. De smaak van beide gerechten was wel erg goed. We namen er een fles wijn bij, Het was een Bordeaux die flink aan de prijs was. Omdat we aarzelden, werd gelijk een kwart van de prijs afgehaald. Daarmee werden het toch nog een paar dure glaasje, maar je leeft tenslotte maar één keer. Toe hadden we banaan in een warme karamelsaus en een bolletje ijs. Het was overigens een regenachtige avond. We hadden dit redelijk koele en soms natte weer niet verwacht. Gelukkig hadden we er nauwelijks last van gehad. Af en toe een paar minuten schuilen, dat was het. Pas over een paar dagen zal het weer gaan opknappen.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2025 Travel Diaries. All rights reserved.