Peru, Chili en Bolivia

De zilvermijn in Potosi (12april)

Potosi is een Boliviaanse stad op 4100 meter, de hoogste stad ter wereld en bekend om zijn zilvermijnen, wij draaien onze hand niet meer om voor een wandeling op deze hoogte, zijn er al helemaal aan gewend. Nu wij er toch waren hadden we besloten een bezoek aan de zilvermijn te brengen. We hebben opaal mijnen gezien, zoutmijnen maar nog geen zilvermijn. In de mijn wordt nog gewerkt er wordt alleen geen puur zilver meer gevonden, maar gecombineerde metalen, zoals zink, tin, lood en zilver, via een chemisch proces worden de metalen gescheiden en vervolgens afgevoerd naar Europa. Er werken ruim 15.000 mensen in die mijn, waaronder 300 vrouwen. Voor het bezoek aan de mijn werden wij in mijnwerkers kleding gehesen, rubberlaarzen aan en een helm op met een lichtje, het was net echt. Daarna gingen wij naar de markt om cadeautjes te kopen voor de mijnwerkers en we kochten wel hele bijzondere dingen; cocabladeren, een flesje 100% pure alcohol, een 2

sita reinsma

8 chapters

15 Apr 2020

Zuid-Amerika , Bolivia 2

April 12, 2017

|

Potosi, Sucre en La Paz

De zilvermijn in Potosi (12april)

Potosi is een Boliviaanse stad op 4100 meter, de hoogste stad ter wereld en bekend om zijn zilvermijnen, wij draaien onze hand niet meer om voor een wandeling op deze hoogte, zijn er al helemaal aan gewend. Nu wij er toch waren hadden we besloten een bezoek aan de zilvermijn te brengen. We hebben opaal mijnen gezien, zoutmijnen maar nog geen zilvermijn. In de mijn wordt nog gewerkt er wordt alleen geen puur zilver meer gevonden, maar gecombineerde metalen, zoals zink, tin, lood en zilver, via een chemisch proces worden de metalen gescheiden en vervolgens afgevoerd naar Europa. Er werken ruim 15.000 mensen in die mijn, waaronder 300 vrouwen. Voor het bezoek aan de mijn werden wij in mijnwerkers kleding gehesen, rubberlaarzen aan en een helm op met een lichtje, het was net echt. Daarna gingen wij naar de markt om cadeautjes te kopen voor de mijnwerkers en we kochten wel hele bijzondere dingen; cocabladeren, een flesje 100% pure alcohol, een 2

literfles Fanta. Bij de mijn aangekomen vroegen de mijnwerkers meteen om de cocabladeren en onze gids deelde wat uit. Na wat stenen bekeken te hebben die uit de mijn kwamen, gingen wij de mijn in. We liepen door de blubber en moesten nogal bukken om door de gangen te gaan, ik stootte een aantal keren mijn hoofd, gelukkig had ik een helm op. Het was erg donker, ik moest goed kijken waar ik liep en ook op de hoogte letten, onze gids was anderhalve kop kleiner dan ik, dus daar kon ik het niet aan afmeten en die riep alleen "mind your head " als ze zelf moest bukken. Na 100 meter stonden we even stil, M vroeg hoever gaan we de mijn in, het antwoord was, ruim een kilometer. M zei:" dan ga ik terug". Hij is wat claustrofobisch en had z'n hoofd ook al een paar maal fors gestoten( heeft een paar dagen behoorlijk veel last van zijn nek gehad )
M werd teruggebracht en wij gingen verder, het werd een zware tocht van ruim anderhalf uur, veel gebukt lopen omdat het gangenstelsel erg laag was. Een bepaald gedeelte moesten wij kruipend door de

gang om de trolleys met stenen te ontwijken, op dat moment dacht ik, was ik maar met M mee terug gegaan. We kwamen ze ook steeds tegen met hun trolleys vol stenen en die duwden ze met 2 man naar de uitgang, wij moesten dan zoveel mogelijk aan de kant gaan staan. Het is ontzettend zwaar werk en onder vreselijke omstandigheden, ik vond het in één woord verschrikkelijk. Hele zware zakken met stenen tillen, ruim 40 kilo woog 1 zak. De mijnwerkers ademden ook veel slechte stoffen in, wij hadden een mondkapje voor en dat was helemaal bruin na ons korte bezoek. De mijnwerkers kauwen de hele dag op cocabladeren, dat voorkomt dat ze honger krijgen want ze eten de hele dag niet. Deze dag werkten de meeste 16 uur, zonder eten, om Goede Vrijdag vrij te zijn en naar hun familie te kunnen gaan. Ik gaf op een gegeven ogenblik mijn fles Fanta aan een mijnwerker ( 2 liter ) en die dronk hij in één keer leeg, leek mij ook niet zo gezond. Na een dag werken in de mijn drinken ze aan het einde van de dag het flesje pure (100%) alcohol vermengd met water.

Misschien om weer wat mens te worden? Na ruim anderhalf uur en voor mijn gevoel wel 2 kilometer gelopen te hebben, kwamen wij de mijn weer uit, M vroeg zich al af waar wij bleven. Ik kwam er met een heel dubbel gevoel weer uit, ik had de werkomstandigheden gezien van deze jongens en hun cadeautjes gegeven waar ik niet blij van wordt ,cocabladeren en pure alcohol. Dat mensen zo uitgebuit worden is onbegrijpelijk, ze verdienen 120 Boliviaanse munten per dag, is ongeveer 18 Euro. Het leven is hier wel goedkoop, maar het is en blijft uitbuiting, ik weet eigenlijk niet of ze dat zelf ook zo ervaren. In zo'n stadje werken er natuurlijk velen in de mijn, en vaak hele families. M had buiten gehoord dat de mijnwerkers ongeveer 39 jaar worden en velen gaan dood aan longkanker. M had nog wel een paar mooie stenen geruild tegen zijn zakje cocabladeren en flesje pure alcohol. In de stenen ( zie foto) zijn duidelijke sporen van zilver en koper te zien

SUCRE , 13 april

Sucre is de hoofdstad van Bolivia, velen denken dat La Paz de hoofdstad is. In La Paz is de regering gehuisvest, en is een soort

officieuze hoofdstad. Sucre is een mooie oude stad, ligt op ongeveer 2900 meter. Het centrum is vooral mooi en schoon, hier wordt ook de hele dag geveegd door vooral vrouwen, maar de Bolivianen gooien gewoon alles op straat. Bolivia is een land 30x zo groot als Nederland en met 11 miljoen inwoners, ook voor Bolivia geldt dat er grote delen van het land niet bewoonbaar zijn, maar er blijft nog veel ruimte over. We kwamen hier Nederlanders tegen die hier al langere tijd wonen. Het grappige is dat wij de eigenaar van Reisbureau Bolivia specialist ontmoeten en met dat reisbureau hebben wij zaken gedaan in Bolivia. Hij woont hier al 11 jaar en is getrouwd met een Boliviaanse, in haar restaurant zaten wij te eten, was erg leuk om van hem te horen hoe het is om in Bolivia te wonen. Sucre is in een vallei en tegen de heuvels op gebouwd, dit betekent veel stijgen en dalen in de stad zelf, een goede oefening voor ons. De Bolivianen zijn ook een klein, gedrongen volk, ook hier ben ik groot, leuk hè. Hier troffen we voor het eerst vele bedelaars aan, en dat is altijd lastig. Mensen

zonder armen of benen geven wij altijd wat. We hoorden dat er ook veel lijmsnuivers tussen zitten, die bedelen prefereren boven werken. We waren hier op Goede Vrijdag en dat was te merken, alles was gesloten behalve de kerken. Goede vrijdag is hier de belangrijkste feestdag van Pasen, 's avonds trokken er veel processies door de stad, de deelnemers aan deze processie keken niet vrolijk, maar bloedserieus. Jezus in een kist en aan het kruis genageld, het kwam allemaal voorbij. In Sucre zijn we oook naar een "mirador" geklommen en daar hadden wij een prachtig uitzicht over Sucre en lekkere stoelen, muziek en mooi weer, geen trui aan, het was genieten, we zijn er dan ook uren blijven zitten/liggen.

La Paz ,16 april

We zijn met een binnenlandse vlucht van Sucre naar La Paz gevlogen, lekker relaxed. Het is een stad met 1 miljoen inwoners en

ligt op grote hoogte, namelijk op 3600 meter, het hoogste gedeelte van de stad ligt echter op 4100 meter. Hier kun je met een kabelbaan naar toe, er zijn er inmiddels 4 in bedrijf en 3 in de maak, dit is belangrijk openbaar vervoer voor de stad, want de straten zijn helemaal dichtgeslibd met vooral minibusjes. Wij zijn ook een paar keer met zo'n kabelbaan op en neer geweest, het regende en op deze wijze hebben wij de hele stad van boven gezien, erg grappig. We gingen over heuvels en kwamen vervolgens in een totaal ander deel van de stad. We konden vanuit de kabelbaan soms bij mensen naar binnen kijken, we " vlogen" over hele dure huizen heen, veel mensen zijn hun privacy kwijt, want de hele dag door loopt die kabelbaan over of langs je huis. Het is wel een leuke manier van openbaar vervoer en dat is hier spotgoedkoop, zo ook de kabelbaan, ongeveer 50 cent per traject.

Bolivia is minder modern dan Peru, men kent hier nog geen

supermarkt, eten kun je kopen op de markt en in kleine winkeltjes of via straatverkoop. Deze winkeltjes staan als kasten op straat en worden 'sochtend in alle vroegte opnieuw uitgestald en dan zit men er de hele dag naast, als ze iets groter zijn, zitten ze in de kast (winkel). Ander vrouwen sjouwen hun verkoopwaar op de rug en gaan ergens zitten en zetten hun waar naast zich op straat. Ondertussen wordt er gegeten, baby's de borst gegeven, vinden sociale contacten plaats en het gaat tot 's avonds laat door. Wij hebben in La Paz voor het eerst op straat geluncht, het zag er wel goed uit, het is echter nooit zonder risico omdat je niet weet hoe hygiënisch het klaargemaakt wordt.

La Paz is ook weer een afgesloten deel van onze reis, het was een mooie oude stad, met een koloniale geschiedenis. Morgen gaan we naar " Copacabana aan het Titacacameer ". Moet je 10x achterelkaar zeggen, klinkt leuk.

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.