Wereldreis 2.0

Vannacht, of eigenlijk morgenochtend vlieg ik van Denpasar naar Melbourne. Daarmee eindigt het 10-daagse Indonesië avontuur. Het was weer heerlijk, maar ik weet wel dat ik niet meer terugga naar Bali. Ik kan het woord 'transport' niet meer horen, durf geen kledingwinkel meer naar binnen te kijken uit angst voor de woorden 'yesyes? you want to buy for good luck?'
Maar ik heb wel weer een paar hele mooie avonturen beleefd, en nieuwe plekken gezien. Vorige week dinsdag ontmoette ik Jody en haar moeder. Het was ontzettend leuk om haar weer te zien, en ook een vreemd idee dat dit het einde was van haar reis, en juist weer het begin van de mijne. Met zijn drietjes hebben we op het strand de zonsondergang bekeken, onder het genot van gitaarmuziek en gezang van de locals. De volgende ochtend ging ik nog even wat drinken met Nadine, voordat ik naar Sanur vertrok. Aangekomen in mijn hostel, zaten er vier meiden te kletsen in mijn 'dorm', en met zijn vijfen vertrokken naar de haven van Sanur. Een heerlijke wandeltocht langs de kust. Één van de andere meiden, die -hoe verzin je het- ook Nina heette, wilde naar Nusa Lembongan, één van de eilandjes tussen Bali en Lombok. We besloten samen te gaan, en voor 100000 Roepiah (€6,50) tikten we een kaartje op de kop voor de 'slow boat', die de volgende ochtend om 10 uur zou vertrekken.
Terug in het hostel namen we een verfrissende duik in het zwembad, en tevreden begaven we ons opnieuw richting de kamer. Dat tevreden gevoel was van korte duur, want binnen ongeveer een uur kwam ik achtereenvolgens tot de ontdekking dat de airco stuk was, en dat op mijn kussenhoes en laken zwarte haren zaten. Als klap op de vuurpijl zag ik een bedbug over het bed van mijn buurvrouw marcheren. Ik maakte een duikvlucht naar de vloer, en alarmeerde daarmee direct de rest van mijn roomies. Nina kwam met het plan om bij het zwembad te slapen met onze slaapzakken. Gelukkig vond Annejet in haar Lonelyplanet een homestay in de buurt waar we nog terecht konden. Deze had zelfs airconditioning! In pyjama marcheerden we over straat om een taxi aan te houden. Wie avontuur zoekt, zal avontuur krijgen..
Op donderdag ontbeten we met zijn zessen, en toen was het tijd om afscheid te nemen. Nina en ik hadden de eerste boot, en om half 10 waagden wij ons richting de haven. De 'Slow boat' bleek nog best snel, en na 1,5 uur dobberen tussen de kustlijnen, waarbij ik enkel genietend om me heen gekeken heb, meerden we aan op Nusa Lembongan. Echt een paradijs hier. De zee lijkt te blauw om echt te zijn, en alle bloemen zijn zo felgekleurd dat het bijna pijn doet aan je ogen. We hebben een tijdje gezeten op een strand, en hebben hier de zonsondergang bekeken. Toen waren we de homestay kwijt en bedachten dat we ook de naam niet wisten. Nu hebben we deze kant van het eiland uitvoerig gezien bij dag en nacht. Ik wilde dit gedeelte eigenlijk weg laten, maar ik geloof dat er niemand is die niet weet hoe beroerd mijn gevoel voor richting is..
We huurden een fiets, en trotseerden de heuvels van Nusa Lembongan. Ik geloof dat ik nog nooit zo erg gezweet heb. Arme Nina ging in een bocht onderuit, en kreeg een enorme schaafwond op haar bil. Sommige stukken waren best gevaarlijk, zeker met het andere verkeer. Smalle wegen met wandelaars, fietsers, motorbikes en auto's. De Indonesiers hebben maar 1 verkeersregel, en dat is 'niet achterom kijken'.

ninavs

13 chapters

Einde Indo

October 29, 2014

|

Kuta, Bali

Vannacht, of eigenlijk morgenochtend vlieg ik van Denpasar naar Melbourne. Daarmee eindigt het 10-daagse Indonesië avontuur. Het was weer heerlijk, maar ik weet wel dat ik niet meer terugga naar Bali. Ik kan het woord 'transport' niet meer horen, durf geen kledingwinkel meer naar binnen te kijken uit angst voor de woorden 'yesyes? you want to buy for good luck?'
Maar ik heb wel weer een paar hele mooie avonturen beleefd, en nieuwe plekken gezien. Vorige week dinsdag ontmoette ik Jody en haar moeder. Het was ontzettend leuk om haar weer te zien, en ook een vreemd idee dat dit het einde was van haar reis, en juist weer het begin van de mijne. Met zijn drietjes hebben we op het strand de zonsondergang bekeken, onder het genot van gitaarmuziek en gezang van de locals. De volgende ochtend ging ik nog even wat drinken met Nadine, voordat ik naar Sanur vertrok. Aangekomen in mijn hostel, zaten er vier meiden te kletsen in mijn 'dorm', en met zijn vijfen vertrokken naar de haven van Sanur. Een heerlijke wandeltocht langs de kust. Één van de andere meiden, die -hoe verzin je het- ook Nina heette, wilde naar Nusa Lembongan, één van de eilandjes tussen Bali en Lombok. We besloten samen te gaan, en voor 100000 Roepiah (€6,50) tikten we een kaartje op de kop voor de 'slow boat', die de volgende ochtend om 10 uur zou vertrekken.
Terug in het hostel namen we een verfrissende duik in het zwembad, en tevreden begaven we ons opnieuw richting de kamer. Dat tevreden gevoel was van korte duur, want binnen ongeveer een uur kwam ik achtereenvolgens tot de ontdekking dat de airco stuk was, en dat op mijn kussenhoes en laken zwarte haren zaten. Als klap op de vuurpijl zag ik een bedbug over het bed van mijn buurvrouw marcheren. Ik maakte een duikvlucht naar de vloer, en alarmeerde daarmee direct de rest van mijn roomies. Nina kwam met het plan om bij het zwembad te slapen met onze slaapzakken. Gelukkig vond Annejet in haar Lonelyplanet een homestay in de buurt waar we nog terecht konden. Deze had zelfs airconditioning! In pyjama marcheerden we over straat om een taxi aan te houden. Wie avontuur zoekt, zal avontuur krijgen..
Op donderdag ontbeten we met zijn zessen, en toen was het tijd om afscheid te nemen. Nina en ik hadden de eerste boot, en om half 10 waagden wij ons richting de haven. De 'Slow boat' bleek nog best snel, en na 1,5 uur dobberen tussen de kustlijnen, waarbij ik enkel genietend om me heen gekeken heb, meerden we aan op Nusa Lembongan. Echt een paradijs hier. De zee lijkt te blauw om echt te zijn, en alle bloemen zijn zo felgekleurd dat het bijna pijn doet aan je ogen. We hebben een tijdje gezeten op een strand, en hebben hier de zonsondergang bekeken. Toen waren we de homestay kwijt en bedachten dat we ook de naam niet wisten. Nu hebben we deze kant van het eiland uitvoerig gezien bij dag en nacht. Ik wilde dit gedeelte eigenlijk weg laten, maar ik geloof dat er niemand is die niet weet hoe beroerd mijn gevoel voor richting is..
We huurden een fiets, en trotseerden de heuvels van Nusa Lembongan. Ik geloof dat ik nog nooit zo erg gezweet heb. Arme Nina ging in een bocht onderuit, en kreeg een enorme schaafwond op haar bil. Sommige stukken waren best gevaarlijk, zeker met het andere verkeer. Smalle wegen met wandelaars, fietsers, motorbikes en auto's. De Indonesiers hebben maar 1 verkeersregel, en dat is 'niet achterom kijken'.

Gelukkig heeft dit eiland geen drukke kruisingen, stoplichten of iets dergelijks, maar ik vraag me nog steeds af hoe mensen hier hun rijbewijs krijgen. Ook jongetjes en meisjes vanaf een jaar of 7 rijden op motorbikes.
We zagen op de terugweg een hele stoet scholieren langskomen, in uniformpjes en met rugtassen op de rug. Deze kinderen zullen maximaal een jaar of negen, tien zijn geweest, maar allemaal op de motorbike. Als je dan aan Nederland denkt, is het een heel idioot gezicht. Toch hebben ze allemaal een vrolijke lach op hun gezichten staan en lijken zij zich totaal niet druk te maken om het voertuig onder hun billen dat met gemak de 90 km/u haalt.
Om een bezoekje te brengen aan het buureiland, Nusa Ceningan, fietste ik de 'yellow bridge' over. Het was een hobbelig geheel, waarbij sommige planken misten en je onder je de blauwgekleurde zee zag deinen. De poort was aan beide kanten verstevigd met vele kabels, wat me ondanks de trillende planken een veilig gevoel gaf. Motorbikes scheurden ook over dit gevaarte, en ik drukte mezelf steeds tegen de rand om ze erlangs te kunnen laten. Links en rechts zag ik de verschillende turkooistinten waar bootjes vredig op dobberden. De weg was op veel plekken zo slecht, dat het was alsof een kind een puzzel was begonnen, maar de helft van de stukken kwijt was geraakt. Nusa Ceningan was niet toeristisch. En dat bedoel ik heel letterlijk, want ik heb op 1 hand kunnen tellen hoeveel mensen ik heb gezien die daar niet thuishoorden. De inheemsen reageerden wisselend op het blonde meisje met de rode wangen die daar aan kwam snellen over de gatenkaasweg. Sommigen staken blij hun hand op, en riepen in Bahasa of Engels naar me, met een nog grotere grijns wanneer ik in Bahasa antwoordde. Anderen hadden een woeste blik in hun ogen, en deden net of ze me niet zagen. Ik klom de eerste heuvel op met de fiets. En dan bedoel ik letterlijk dat ik op mijn teenslippertjes voetje voor voetje op het asfalt (of meer het gebrek eraan) plaatste, en daarbij moeizaam de tweewieler vooruit duwde (ik begrijp de term pushbike nu). De weg was zo steil dat deze bijna recht omhoog ging, en ik werd een beetje bang voor de terugweg, omdat recht naar beneden fietsen ook niet zonder gevaren is. Lopen ook niet trouwens, dat heb ik in Nieuw Zeeland wel geleerd. Bovenaan de heuvel was ik toch erg blij, want wat ik hier van bovenaf zag, was die hele tocht omhoog zeer zeker de moeite waard geweest. Weer terug naar beneden is wonder boven wonder ook goed gegaan. Wat kunnen die Nederlanders toch goed fietsen.
De volgende ochtend ging ik op snorkeltour. Met de boot stopten we op vier plekken om het eiland heen, om onder andere de reuzenmanta te zien, de grootste rog ter wereld. Deze kan een spanwijdte van 7 meter bereiken. Met mijn flippers peddelde ik achter de gigantische vis aan, om een foto te nemen met mijn onderwatercamera. Toen het beest zich omdraaide en mijn richting opkwam, wist ik niet hoe gauw ik weer weg moest zwemmen. Naast vijf van deze reuzen, waren er heel veel vissen met prachtige kleuren, en ook de koralen waren een schoonheid op zich. De jellyfish ging ik liever uit de weg, al waren deze ook erg mooi om te zien.
Ik ben ontzettend blij dat ik dit keer meteen begonnen ben met reizen. En dat zelfs wanneer ik straks aan het werk ben in Melbourne, ik mijn eigen plekje zal hebben. Of dat nou een eigen kamer in een appartement is, of een 12-bedden slaapzaal in een hostel.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.