Regenachtige rit
Vorig weekend ging ik op Roadtrip naar Wilsons Prom, vergezeld door Florent en David (beiden Frans) en Gundi uit Duitsland. Normaal gesproken zou ik iets georganiseerder zijn begonnen, maar dit weekend faalden mijn organisatorische kunsten jammerlijk. Zo was ik degene die de kampeerwinkel zou bellen en luchtbedden zou regelen. De middag van tevoren kwam ik erachter dat het telefoonnummer uit de Lonely Planet niet meer bestond, en op het nieuwe nummer kreeg ik geen gehoor. Ik nam me voor het nogmaals te proberen tijdens de rit naar het park, zaterdagochtend vroeg. Ik viel echter in slaap, en ontwaakte pas toen we al een goede afstand in het park hadden afgelegd. Ter informatie, dit park heeft een oppervlakte van 50.000 hectare, en er is één winkel, de ‘general store’. De kampeerwinkel waren we dus al lang en breed gepasseerd. Roeien doe je met de riemen die je hebt, dus sliepen de jongens in de auto, en Gundi en ik in de tent op een paar kleedjes en slaapzakken. Gelukkig had Florent een luchtbedje kunnen lenen, en ondanks dat deze ongeveer groot genoeg was voor een peuter, hebben we toch wat kunnen slapen.
De gehele weg naar het park, regende het dat het goot. De receptioniste van de camping wist ons bij aankomst te vertellen dat het gauw op zou klaren. En dat deed het. Met wat bewolking en een goede 25 graden, was het helemaal zo slecht niet om de
February 24, 2015
|
Wilsons Prom
Regenachtige rit
Vorig weekend ging ik op Roadtrip naar Wilsons Prom, vergezeld door Florent en David (beiden Frans) en Gundi uit Duitsland. Normaal gesproken zou ik iets georganiseerder zijn begonnen, maar dit weekend faalden mijn organisatorische kunsten jammerlijk. Zo was ik degene die de kampeerwinkel zou bellen en luchtbedden zou regelen. De middag van tevoren kwam ik erachter dat het telefoonnummer uit de Lonely Planet niet meer bestond, en op het nieuwe nummer kreeg ik geen gehoor. Ik nam me voor het nogmaals te proberen tijdens de rit naar het park, zaterdagochtend vroeg. Ik viel echter in slaap, en ontwaakte pas toen we al een goede afstand in het park hadden afgelegd. Ter informatie, dit park heeft een oppervlakte van 50.000 hectare, en er is één winkel, de ‘general store’. De kampeerwinkel waren we dus al lang en breed gepasseerd. Roeien doe je met de riemen die je hebt, dus sliepen de jongens in de auto, en Gundi en ik in de tent op een paar kleedjes en slaapzakken. Gelukkig had Florent een luchtbedje kunnen lenen, en ondanks dat deze ongeveer groot genoeg was voor een peuter, hebben we toch wat kunnen slapen.
De gehele weg naar het park, regende het dat het goot. De receptioniste van de camping wist ons bij aankomst te vertellen dat het gauw op zou klaren. En dat deed het. Met wat bewolking en een goede 25 graden, was het helemaal zo slecht niet om de
wandelroutes van ‘The Prom’ te trotseren. We startten met een korte wandeling langs het strand, en kregen een goede eerste indruk van het park. Het is inderdaad prachtig. Een en al natuur. Geen hekken, geen eettentjes, geen strandpaviljoenen. Overal zijn enorme rotsblokken te vinden, ook op dit strand. We lieten ons even heerlijk gaan en klommen en sprongen overal op en af.
Tongue Point
Tijdens de lunch, kwam een felgekleurde papegaai om brood bedelen, en ging op onze armen zitten om de kruimels uit ons hand te pikken.
Als tweede route volgden we de Tongue Point track. Dit was een wandeling van 3,8 km heen en terug. We wandelden vrij snel en na een klein uurtje hadden we Tongue Point bereikt. Een immense rotsformatie, op een soort eiland. Geadviseerd wordt om hier niet overheen te klimmen. Dat lazen we pas achteraf, want we zaten alweer bovenop de rotsen. Intussen kwam de zon een beetje door, en gaf een prachtige glinstering aan het wateroppervlak. We sloten de dag af met een korte wandeling door het Lilly Pilly regenwoud.
Bij de barbeques bleek het erg lastig om een plaatsje te vinden. Er stonden zelfs mensen in de rij. We ontmoetten een aantal locals die ons een plaatsje aan hun tafel aanboden, en een paar anderen met wie we de bbq mochten delen. De zon ging langzaam onder tegen een roodroze gekleurde lucht, en de dieren ontwaakten uit hun slaap. Wilde wombats liepen overal, scharrelend naar eten. Deze waren best groot, en leken op beertjes. Ik sprong de lucht in toen er eentje langs mijn been liep, onder de picknicktafel door. We zagen ook een vos rondlopen, en later zagen de jongens een slang op het strand. Gundi en ik waren toen een minitaartje aan het maken van timtams en lucifers, omdat David om 12 uur jarig was. Ik vond het niet zo erg dat ik de slang niet gezien had. ’s Nachts hoorden we overal wombats, en hadden onze buren, de ‘bogans’, een mega ruzie, waarbij het woord ‘cunt’ regelmatig naar voren kwam.
Mount Oberon
Op zondag wandelden we een heel steil pad op naar Mount Oberon. Deze wandeling duurde best lang, en er was weinig te zien onderweg. Maar toen we de
top bereikten, waren we dat vergeten. Een panoramisch uitzicht, vanwaar je mijlenver kon zien. De zee, rotsen, eilandjes en stranden. Ik heb geprobeerd wat foto’s te maken, maar die halen het niet bij het echte uitzicht.
Toen we weer beneden waren, was het goed warm. Squeeky beach was de volgende bestemming. Het zand is hier zo fijn, dat het een piepend geluid maakt als je er overheen loopt. Het zeewater was helder als glas. Elk detail op de bodem was moeiteloos te onderscheiden. Omsingeld door rotsen, en een prachtige blauwe lucht. Het was al bijna tijd om terug te keren naar Melbourne, maar niet voordat we de Wildlife Walk gedaan hadden.
We hadden geluk, want precies op het moment dat wij het park binnengingen, kwam er een fotograaf die in dit gebied woonde. Hij vertelde ons alles wat we maar wilden weten over het park en de dieren die er leven. Gundi en ik hebben toch nog een slang gezien, twee zelfs. En twee van de giftigste die er bestaan. Een tiger en een brownking snake. Ook al waren het nog baby’s, zoals de man zei, letten we allemaal goed op waar we onze voeten neerzetten. En die laatste was blijkbaar nog maar een paar dagen oud, echt een mini. Het park was verder gevuld met voornamelijk kangoeroes, maar ook emoes, en wallabies, al hebben we die laatste niet gezien.
Zelfs na ruim een jaar, ben ik nog erg onder de indruk van de schoonheid van dit land.
1.
Bali
2.
Einde Indo
3.
Back to Straya
4.
Settelen in Melbourne
5.
Melbourne, I like you
6.
Kamperen in Tassie
7.
In 't wild
8.
Die zomer, die begon zowat in september
9.
De hoogte punten van The Grampians
10.
On the road
11.
In the outback
12.
Desert, schilderijen en kampeertripjes
13.
Stuart Highway, krokodillen en Darwin
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!