Reizen in indonesie
Op naar de Molukken. Toch weer eens iets anders zien dan alleen de yogashala en hangmat (tjeerd) in Ubud.
De Molukken, voor Nederlanders qua naam vaak nog wel bekend maar voor veel andere toeristen totale leegte in de ogen als je deze naam noemt. En dat is misschien ook weer niet zo heel gek want de Molukken zijn ver weg van alles. En ook vanuit Bali niet zomaar te bereiken. Zeker niet als je zoals wij naar de Bandas wil, de Spice eilanden. Daar
judith van Laarhoven
18 chapters
March 21, 2023
|
Molukken
Reizen in indonesie
Op naar de Molukken. Toch weer eens iets anders zien dan alleen de yogashala en hangmat (tjeerd) in Ubud.
De Molukken, voor Nederlanders qua naam vaak nog wel bekend maar voor veel andere toeristen totale leegte in de ogen als je deze naam noemt. En dat is misschien ook weer niet zo heel gek want de Molukken zijn ver weg van alles. En ook vanuit Bali niet zomaar te bereiken. Zeker niet als je zoals wij naar de Bandas wil, de Spice eilanden. Daar
waar Nederland ooit al zijn rijkdom vandaan heeft gehaald. Daar waar de Amsterdamse grachtengordel op is gebouwd. Meer waard dan goud; nootmuskaat, kruidnagel en kaneel. Ongelofelijk maar waar. Het groeiden alleen daar op die kleine eilandjes ver van alles.
Vanuit Bali hebben we een vlucht naar Makassar, de hoofdstad van Sulawesi (of Celebes voor intimi). De dag erna vliegen we door naar Ambon. The City of Music. Ambon is wel even andere koek dan Bali. Dan denk je dat je inmiddels wel gewend bent aan Aziatische steden maar in Ambon zijn echt nog meer mensen, nog meer verkeer, nog meer herrie, nog meer vervuiling en zeker ook meer moskeeën. Als afscheidskadootje had ik uit Bali nog de welbekende Balibelly meegekregen dus ik vond deze reis even
iets minder chill.
Hoewel het ook wel weer leuk is compleet lost in translation rond te lopen en bands op straat te zien spelen, een parkje te zien waar de judoclub naast de zumbaclub naast de atletiekvereniging naast de voetbalwedstrijd wordt gehouden. Uiteraard allemaal met hun eigen versterkt geluid en veel muziek. Dat spreekt voor zich. Je bent de City of music, of je bent het niet.
In Ambon moeten we vooral zien uit te vogelen hoe we op de Bandas gaan komen. Er zijn 2 manieren, misschien 3 dat is onduidelijk....
1. Je kan met een Pelni ferry (soort lokaal openbaar vervoer dat heel Indonesie met elkaar verbindt) dit is de meest betrouwbare optie maarrrr, de boot doet er zo'n 18uur over. En is oud. En is heet. En is druk.
2. Je kan met een mini vliegtuigje uit het jaar kruik. Gaat 1 of 2x in de week en passen 12 mensen in. Is moeilijk een plekje te bemachtigen. Gaat niet als er geen zicht is. Of wind. Of er elders meer te verdienen valt.
3. Je kan met een snelle boot. Maar de snelle
boot is sinds 2019 niet meer gezien en de verwachting is dat deze niet meer gaat varen. Of misschien volgende maand...
Toen ik lekker elke dag met yoga bezig was had Tjeerd al appcontact met iemand die iets wist van de vliegtickets en wij stonden op de wachtlijst. Dit via internet boeken is overigens absoluut onmogelijk, ook wel weer eens verfrissend; alles gaat hier via 'mannetjes', via de Whatsapp. Wonderbaarlijk genoeg kregen we opeens een bericht dat er een cancellation was en of we mee willen vliegen. Geen aanbetaling, geen tickets, we hoeven ons alleen maar over 2 dagen om 6.00u s'ochtends te melden op het vliegveld van Ambon. Ok! Zonder er helemaal op te rekenen dat we echt gaan vliegen doen we dat maar. Netjes om 6u zijn we op het vliegveld wat dan net open gaat. Het personeel van SAM air is er nog niet maar om 6.45u komt er toch iemand aan en krijgen we onze handgeschreven tickets in ruil voor een bescheiden stapeltje cash. Alles moet gewogen worden, echt alles, ook wijzelf, want dit vliegtuigje mag niet te zwaar beladen worden. En om 7.30 stijgen we zowaar op, in een koekblik.
Heel ver weg
Wandelend over de startbaan naar het koekblik worden we aangesproken door een andere witte mens; dat we ook naar 'het guesthouse' gaan. Wij hebben inderdaad iets geboekt op BandaNeira maar waar heeft hij het over? Blijkt dat zijn zus, een amerikaanse die met een bandanees is getrouwd en daar een guesthouse runt. Waar wij inderdaad naartoe gaan en hij ook. En, haar ouders ook. We hebben een hele gezellige en korte vlucht met deze mensen en zijn vervolgens getuigen van de familiereünie op het mini-mini vliegveldje van BandaNeira. De dochter heeft inmiddels 2 kleine spicegirls dus dat is een gezellige emotionele bende.
Of het komt door de familiaire sfeer of door iets anders, ik weet het niet, maar we voelen ons erg thuis op Neira. Bijzonder, want eigenlijk is er niet veel te doen. In het guesthouse heben we veel contact met iedereen en doen een spicetour met de broer en een Duits koppel. De geschiedenis van dit eilandengroepje blijft wonderbaarlijk. Ooit was het
de enige plek op aarde waar nootmuskaat groeide en dus zeer gewild. Nederlanders hebben hierom bijna alle oorspronkelijke Bandanzen uitgemoord, een heel klein aantal mensen kon vluchten. En alle huidige bandanezen stammen af van slaven die later daarheen zijn gehaald om de nootmuskaat te verbouwen. Ohja en dan heb je nog het verhaal dat Nederland Manhatten heeft verruild tegen een ienie mini eilandje daar; pulau Run. Heel veel geschiedenis hier. En echt een andere wereld.
Na een paar daagjes op Banda willen we naar een ander eilandje in de buurt. Nóg meer remote. Hatta eiland. Uurtje met de public boat die kant op. Tussen de locals en zakken met weet ik veel wat
Daar op Hatta is dus echt helemaal niets. Er zijn ongeveer 7 verschilende hutjes op een strand,
allemaal bijna dezelfde basic standaard. Geen elektriciteit (dus geen airco of fan) en koud water. Wij kiezen de enige plek die een douche heeft in plaats van een mandi :-). En, twee dagen later worden onze duitse vrienden van 'het guesthouse' weer onze buren. Gezellig!
Hatta, als ik zeg dat het remote is en dat er niets te doen is dan meen ik dat. Je maaltijden krijg je bij je hutje want een restaurant oid is er niet. Laat staan lekkere koffie of een smoothie. Internet is er sinds kort op het eiland. Soms, bij laag tij, als het niet te hard waait, bij de pier....
Maar wat er wél is, is een mooi tropisch strand. Bijna privé. en sereen eiland waar iedereen een simpel maar fijn leven leeft én een volledig intact koraal recht voor de deur. Ongelofelijk. Je loopt letterlijk 15 meter het water in, steekt je neus onder water en je ziet 100en vissen en schildpadden. Duiken is zo totaal niet nodig. Je zet gewoon je snorkel op en gaan.
Dogfish
Snorkelen dus. Elke dag. Heel relaxt. Alleen begon het wel spannend. Ik weet niets van vissen, Tjeerd ook niet. Dus wij zijn lekker onderwater visjes aan het kijken en Tjeerd wijst mij een wat grotere vis aan. Ik kom kijken, hee haha dat is grappig deze vis heeft tanden en eet koraal. En dan ineens komt deze vis als een dolle rabiëshond op Tjeerd af. Op het laatst ontwijkt hij hem om vervolgens weer om te draaien en een nieuwe aanval te doen. Ik geloof dat we niet welkom zijn hier en we zwemmen zo hard als we kunnen naar de kant. Wanneer we een beetje beteuterd uit het water komen staat daar een gast die vraagt of we de triggerfish toevallig tegenkwamen. Hij was op diezelfde plek in de zee op een aantal plekken op z'n been gebeten waarbij hij de wonden en littekens nog kon laten zien. OMG! Voor vandaag genoeg gesnorkeld. Yoga op het strand en daarna hangmat is veiliger én ook leuk.
It's a small world after all
Na een paar dagen snorkelen voor de deur (uiteraard niet meer op de plek van die dogvis, dat lijkt me duidelijk) wordt het toch eens tijd om een ander snorkelplekje op te zoeken. De Atol, een soort onderwater eiland met koraal. We gaan weer op pad met onze duitse buren en een Franse vrouw van 76 die ook wel zin had om even op pad te gaan. Stoere (en soms beetje irritante) dame die ondanks slechte heup en knieën toch elk jaar in de winter in haar eentje door Indonesie reist. En dan vinden wij onszelf heel wat dat we hier helemaal gekomen zijn met onze 3 vluchtjes en een bootje, haha. Deze dame heeft gewoon 18u tussen de locals op de Pelni ferry gezeten en doet dat wel vaker en verder. Ik vind het hilarisch en vooral inspirerend
En zo komen we onderweg op Banda en Ambon wel meer inspirerende of gewoon gezellige figuren tegen. Zoals Molukkers uit Nederland die hier op bezoek zijn om roots en familie te bezoeken, of om hun duikbusiness op te bouwen.
Waaronder Robert, de aannemer van onze buren in Amsterdam. Ongelofelijk maar waar. Een jaar lang zagen we hem bijna elke dag in Amsterdam omdat hij bij de buren trapkasten, etc. kwam timmeren. Deze Robert dus, die komen we toevallig tegen in Ambon. Op het dakterras van ons hotel. Ongelofelijk toch!?
Het Molukken intermezzo was bijzonder. Het laat maar weer zien hoe groot, divers en mooi Indonesie is. Als je één land zou moeten kiezen om de rest van je leven doorheen te mogen reizen, dan geeft Indonesie je heel veel opties met haar 38 provincies en 15.000 eilanden. We hebben daar natuurlijk best al wat van gezien, maar een plek als de Bandas -zo remote, en met zo'n aanwezige geschiedenis- behoort wel tot de favorieten!
En nu, nu weer onderweg naar Bali. Rechte lijnen zijn saai, dus dat doen we via bruisend foodie Kuala Lumpur. We moeten namelijk even het land uit om bij terugkomst een nieuw stickertje van de Indonesische customs te scoren; in reizigersland ook wel een visa-run geheten.
1.
Kort overzicht van een lange zomer vol avonturen
2.
Plannen...
3.
Oefenen met de fietsen
4.
Een sabbatical komt nooit alleen
5.
Afscheidstournee
6.
Ik ga op reis! (en ik neem mee)
7.
En nu gaan we echt beginnen!
8.
Tegen de kliffen op
9.
> 800 km
10.
Santiago and beyond
11.
(On)geplande ontmoetingen
12.
Tours de Bali
13.
Aan de andere kant van de wereld
14.
Yogi life!
15.
Spice it up
16.
Down the rabbit hole
17.
Hoog(s)tepunten in Nepal
18.
Up north again
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!